Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koel-vriescombinatie met NoFrost-systeem KDN 9713 iD Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Bij te bestellen accessoire . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Flesplateau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . .
Inhoud Het invriezen en bewaren van levensmiddelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Maximale vriescapaciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Het bewaren van diepvriesproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving van het apparaat a Toets voor het uitschakelen van de zoemer met controlelampje b Controlelampje van de diepvrieszone c Temperatuuraanduiding van de koelzone a Ventilator b Boter- en kaasvak c Plateaus d Deurvak voor eieren e Binnenverlichting f Deurvak g Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater h Groente- en fruitvakken i Fleshouder* j Deurvak voor flessen k Diepvriesladen * Modelafhankelijk 4 d Superfrost - toets met controlelampje e Aan/Uit - schakelaar en temperatu
Beschrijving van het apparaat Bij te bestellen accessoire Flesplateau Dit plateau is verkrijgbaar bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. of bij de Miele vakhandel.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Afgedankte elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone huisafval doet, kunnen deze stoffen mens en milieu schaden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Efficiënt gebruik Deze koel-vriescombinatie voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Hoe meer koelmiddel een koel-vries- ~ Controleer vóórdat het apparaat combinatie bevat, des te groter moet het vertrek zijn waarin dit apparaat wordt opgesteld. Wanneer het vertrek te klein is kan zich bij een eventuele lek een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m3 groot zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Een veilig gebruik van de koel-vriescombinatie is alleen dan gegarandeerd, wanneer het apparaat wordt gemonteerd en aangesloten volgens de instructies die in de gebruiksaanwijzing staan. ~ Wanneer dit apparaat op een nietstationaire locatie (bijv. op een boot of in een camper) moet worden geplaatst, mag het uitsluitend door een vakman / vakvrouw worden ingebouwd en aangesloten. Hierbij moet aan alle voorwaarden voor een veilig gebruik worden voldaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage alleen rechtop en altijd goed gesloten in de koel-vriescombinatie in verband met explosiegevaar. ~ Bewaar geen blikjes en flessen in de diepvrieszone die koolzuurhoudende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen. De blikjes en flessen kunnen in dat geval uit elkaar springen, u zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ De koel-vriescombinatie is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik waarbinnen de temperatuur zich moet bewegen en waar deze niet boven of onder mag liggen. De klimaatklasse van uw koel-vriescombinatie staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw apparaat.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden geventi- In gesloten ruimten waar niet leerd kan worden geventileerd Op een plaats waar de zon niet direct op kan schijnen Op een plaats waar de zon direct op kan schijnen Niet naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Bij een kamertemperatuur van ca.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie Voor het eerste gebruik De roestvrijstalen lijsten op de plateaus en de deurvakken zijn voorzien van een folie die dient ter bescherming van het apparaat tijdens het transport. ^ Reinig de binnenkant van de koelvriescombinatie en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje reinigingsmiddel. ^ Wrijf daarna alles met een doek droog. ^ Trek de folie van de roestvrijstalen lijsten af.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie Bij langere afwezigheid Wanneer u de koel-vriescombinatie langere tijd niet gebruikt, doe dan het volgende. ^ Schakel het apparaat uit. ^ Trek de stekker uit het stopcontact. ^ Reinig het apparaat. ^ Laat de deuren van het apparaat iets openstaan om te voorkomen dat er luchtjes ontstaan. Wordt het apparaat in zulke gevallen wel uitgeschakeld, maar niet gereinigd en niet opengezet, bestaat het gevaar dat zich schimmel vormt.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langzamer de micro-organismen groeien en des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperatuur Temperatuuraanduiding De temperatuur voor de koelzone kunt u met de temperatuurregelaar instellen. De temperatuuraanduiding op het bedieningspaneel geeft altijd de gewenste temperatuur aan. Hoe hoger resp. lager de temperatuur in de koelzone is, des te hoger resp. lager is de temperatuur in de diepvrieszone. Wanneer u wilt dat het apparaat op een temperatuur van 5°C koelt, ^ Draai de temperatuurregelaar met een muntje vanuit stand "0" naar rechts.
Zoemer Dit apparaat is uitgerust met een waarschuwingssysteem. Daarmee wordt voorkomen dat er teveel energie wordt gebruikt. Er zijn twee soorten alarm. Temperatuuralarm Dit alarm geeft een akoestisch en optisch signaal. Wanneer de temperatuur in de diepvrieszone te veel stijgt, gaat er een zoemer. Gelijktijdig gaat het controlelampje van de toets voor het uitschakelen van de zoemer knipperen. Of het apparaat een temperatuur te hoog vindt is afhankelijk van de ingestelde temperatuur.
De functie "Superfrost" Het gebruik van de superfrost Het uitschakelen van de superfrost Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden. De superfrost wordt automatisch na 65 uur uitgeschakeld. Met behulp van de functie "Superfrost" kunt u verse levensmiddelen optimaal invriezen. De superfrost moet u al vóór het invriezen van verse levensmiddelen inschakelen.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Gedeelten met verschillende temperaturen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Maak daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van. De koude, zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Koelste gedeelte in de koelzone Het koelste gedeelte in de koelzone bevindt zich direct boven de groente- en fruitvakken.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Voor het apparaat ongeschikte levensmiddelen Levensmiddelen afdekken of niet? Niet alle levensmiddelen zijn geschikt om in de koelzone te worden bewaard. Hiertoe behoren: Bewaar levensmiddelen alleen afgedekt of verpakt. Zo voorkomt u dat er levensmiddelenluchtjes vrijkomen en op andere levensmiddelen worden overgedragen. Tevens voorkomt u dat de levensmiddelen uitdrogen en dat mogelijk aanwezige bacteriën zich verspreiden.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen – Voorbeelden van groenten en fruit die erg gevoelig reageren op gassen van andere groente- en fruitsoorten: Broccoli, bloemkool, spruitjes, kiwi's, mango's, honingmeloen, appels, abrikozen, komkommers, tomaten, peren, nectarines en perziken. Voorbeeld: Appels en broccoli kunnen niet samen in één lade worden opgeslagen, omdat appels veel natuurlijk gas afscheiden en broccoli op dit soort gas zeer gevoelig reageert.
Het indelen van de binnenruimte Plateaus De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergezet / neergelegd. ^ Til het plateau iets op. ^ Trek het iets naar voren. ^ Til het met de uitsparing over de plateauribben heen. ^ Verplaats het naar boven of naar beneden. De opstaande rand die aan de achterkant zit moet naar boven wijzen, zodat de levensmiddelen niet met de achterwand in aanraking kunnen komen en eraan vastvriezen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Maximale vriescapaciteit Levensmiddelen kunnen het best zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Daarvoor is het noodzakelijk dat de maximale vriescapaciteit niet wordt overschreden. De maximale vriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op het typeplaatje "Vriescapaciteit ..... kg/24 h". Dit vermogen is berekend volgens de norm DIN EN ISO 15502.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen Waar u daarbij op moet letten – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Vóórdat u de verse levensmiddelen in het apparaat legt ^ Wanneer u meer dan 2 kg verse levensmiddelen heeft, schakel dan een tijdje vóórdat u deze in het apparaat legt de functie "Superfrost" in. De producten die al zijn ingevroren krijgen zo een koudereserve. Zie hoofdstuk: "De functie "Superfrost"".
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het ontdooien van ingevroren producten Het bereiden van ijsblokjes Dat kunt u doen – in de magnetron; – in de oven bij het verwarmingssysteem "Hetelucht" of "Ontdooien"; – bij kamertemperatuur; – in de koelkast (de koude die daarbij vrijkomt kan voor het koelen van de andere levensmiddelen worden gebruikt); – in de stoomoven. Platte stukken vlees en vis kunnen gedeeltelijk ontdooid in een hete braadpan worden gelegd.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Diepvriesplateau Het gebruik van de koude-accu Op het diepvriesplateau kunt u kleinere producten invriezen, niet alleen fruit en groenten maar ook kruiden, zonder dat dat ten koste gaat van de kwaliteit. De koude-accu voorkomt dat de temperatuur in de diepvrieszone snel stijgt wanneer de stroom is uitgevallen. ^ Leg de in te vriezen producten op het diepvriesplateau.
Het automatisch ontdooien van het apparaat Koelzone Diepvrieszone Terwijl de koel-vriescombinatie in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelzone wordt automatisch ontdooid. Het apparaat is uitgerust met een "NoFrost" - systeem, waardoor het automatisch ontdooit.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie Voor het reinigen Gebruik nooit zand-, soda-, zuur- of schuurmiddelhoudende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen, daar deze doffe plekken veroorzaken. Let erop dat er geen water in de Aan/Uit - schakelaar of verlichting terechtkomt. Zorg ervoor dat er geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater loopt. Gebruik geen stoomreiniger.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie Het reinigen van de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen ^ Reinig de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen regelmatig met een kwast of een stofzuiger. Na het reinigen ^ Plaats alle toebehoren weer terug in de koelzone. ^ Leg de levensmiddelen weer terug in de koelzone. Wanneer er zich stof ophoopt, wordt er onnodig veel energie verbruikt. ^ Sluit de deuren van koel-vriescombinatie. Het reinigen van de deurdichting ^ Steek de stekker in het stopcontact.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Wanneer dit niet gebeurt dan kan de gebruiker grote risico's lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. Wat moet u doen, wanneer . . . . . . de koel-vriescombinatie het niet doet? ^ Controleer of: – de Aan/Uit - schakelaar op een andere stand staat dan op "0"; – de stekker stevig in het stopcontact zit; – de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie is ingeschakeld.
Nuttige tips . . . de ingevroren producten beginnen te ontdooien, doordat het in de diepvrieszone te warm is? . . . het controlelampje van de superfrost niet brandt, terwijl het apparaat wel werkt? ^ Controleer of de kamertemperatuur onder de klimaatklasse van het apparaat ligt. Zie ook hoofdstuk: "Montage-instructies". Het controlelampje is defect. Is dat het geval, ^ verhoog dan de kamertemperatuur. Wanneer de kamertemperatuur te laag is, slaat de koel-vriescombinatie minder vaak aan.
Nuttige tips . . . de binnenverlichting in de koelzone het niet meer doet? ^ Controleer of de deur van de koelzone langere tijd open heeft gestaan. De binnenverlichting gaat automatisch uit nadat de deur ca. 15 minuten open heeft gestaan. Is dat niet het geval, dan is het gloeilampje kapot. ^ Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie uit. ^ Draai het nieuwe gloeilampje erin. Let er daarbij op dat de borgschijf a goed zit.
Geluiden en de oorzaken ervan Vaak voorkomende geluiden Waar komen deze geluiden vandaan? Brrrrr... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blubb, blubb.... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik.... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr....
Afdeling Klantcontacten / Garantie Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Telefoonnummer en adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de afdeling Klantcontacten altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Het is het beste wanneer de contactdoos zich naast het apparaat bevindt en u er gemakkelijk bij kunt.
Montage-instructies Luchttoevoer en luchtafvoer Een apparaat dat niet is ingebouwd kan kantelen! Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van een raam waar de zon direct door heen kan schijnen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer het apparaat staat te ronken en des te hoger het stroomverbruik is. Geschikt is een droge ruimte waar kan worden geventileerd. Klimaatklasse Het apparaat is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse.
Montage-instructies Voordat u het apparaat inbouwt ^ Haal de opvulstrip, de afdichtingsband en andere toebehoren uit het apparaat of van de achterwand van het apparaat. ^ Verwijder in geen geval de afstandhouder van de achterwand van het apparaat. Deze zorgt voor de noodzakelijke afstand tussen de achterwand van het apparaat en de muur. ^ Verwijder de kabelhouder van de achterwand van het apparaat. ^ Controleer of de onderdelen aan de achterwand van het apparaat nergens tegenaan kunnen komen.
Inbouwmaten KDN 9713 iD Diepvrieszone Hoogte van de inbouwkast A B 669 1772 - 1788 39
Het veranderen van de draairichting van de deuren De koel-vriescombinatie wordt geleverd met rechtsscharnierende deuren. Moeten de deuren linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting van de deuren. Voor het veranderen van de draairichting hebt u verschillende maten Torx-schroevendraaiers, als ook een sleufschroevendraaier nodig. ^ Open beide deuren. ^ Schroef de middelste lagerbout f eruit. Let er daarbij op dat de onderste deur niet gaat kantelen.
Het inbouwen van het apparaat Alle stappen bij de montage worden gedemonstreerd met een apparaat met rechtsscharnierende deuren. Hebt u een apparaat met linksscharnierende deuren, houd daar dan bij de montage rekening mee. Voordat u het apparaat inbouwt Inbouw in een scheidingswand Wanneer het apparaat in een scheidingswand wordt ingebouwd, moet de achterkant van de inbouwkast op de plek worden afgedekt waar het apparaat moet komen. Het stellen van de inbouwkast ^ Schuif de opvulplaat a in de houder.
Het inbouwen van het apparaat Het inbouwen van het apparaat ^ Schuif het apparaat in de inbouwkast. Zorg ervoor dat er aan de kant waar de deur wordt geopend een spleet van ca. 4 mm zit. Let er daarbij op dat de aansluitkabel niet ergens tussen beklemd raakt. ^ Schuif het apparaat zo ver naar binnen totdat de voorkant van bevestigingshaak b en van de lagersteunen f en g parallel loopt met de meubelwand. ^ Stel het apparaat aan beide kanten in de hoogte met behulp van stelschroef h.
Het inbouwen van het apparaat Het bevestigen van het apparaat en het monteren van de meubeldeur ^ Bevestig het apparaat aan de onderkant door de schroeven n (4 x 36 mm) door de stelschroeven in de lagersteunen te draaien. ^ Let erop dat alle schroeven goed worden vastgedraaid. Opvulplaat o mag niet uitsteken. Is dat wel het geval, ^ verschuif de plaat dan zo dat hij parallel loopt met de bovenkant van het meubel. ^ Klap de zijkant van bevestigingshaak b in. ^ Klik afdekkingen c en d er weer op.
Het inbouwen van het apparaat ^ Stel de deurkoppeling zo, dat de meubeldeur aan de kant waar het handvat zit in gesloten toestand niet tegen de kastwand aanligt. Er moet een minimum afstand van 1 mm worden aangehouden.
Wijzigingen voorbehouden / 3308 KDN 9713 iD M.-Nr.