Gebruiks- en montage-aanwijzing Koel-vriescombinaties met DynaCool KF 37122 iD KF 37132 iD Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Na te bestellen accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Flesplateau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Tweedelig plateau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Het invriezen en bewaren van levensmiddelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Maximale vriescapaciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Het bewaren van diepvriesproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving van het apparaat Bedieningspaneel a Aan/Uit - toets van de koelzone b Temperatuurtoets van de koelzone c DynaCool - toets (Automatische temperatuurverdeling) i Aan / Uit - toets van het hele apparaat j Temperatuurtoets van de diepvrieszone k Superfrost - toets d Display e Alarm - symbool l Toets voor het uitschakelen van de zoemer f Superfrost - symbool g Vergrendelingssymbool h Temperatuuraanduiding m Menu - symbool (Instellingsmodus: Vergrendeling in- / uitschakelen) n Symbool voor de e
Beschrijving van het apparaat a Bedieningspaneel b Ventilator c Binnenverlichting d Deurvak met eierhouder e Plateaus f Deurvak voor flessen g Groente- en fruitlade h Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater i Diepvriesladen* * Afhankelijk van het model Schematische afbeelding 5
Beschrijving van het apparaat Na te bestellen accessoires Flesplateau Flessen kunt u op het flesplateau leggen. Daarmee bespaart u ruimte. Het flesplateau kan op verschillende manieren in het apparaat worden geplaatst. Tweedelig plateau Dit plateau bestaat uit twee delen waarvan het voorste gedeelte onder het achterste gedeelte kan worden geschoven. Wanneer u hoge producten in het apparaat wilt plaatsen, bijv. flessen, kunt u hiervan gebruik maken.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Het apparaat is niet geschikt voor het koelen en bewaren van medicamenten, bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke. Opslag van deze producten in het apparaat kan tot kwaliteitsverlies en zelfs tot bederf van de opgeslagen levensmiddelen leiden. ~ Het apparaat mag niet worden gebruikt in explosiegevoelige ruimten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Het koelsysteem is op lekken gecontroleerd. Het apparaat vol- doet aan de desbetreffende veiligheidsbepalingen en EU-richtlijnen. ~ Dit apparaat bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Vergelijk vóórdat u het apparaat aansluit de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien. ~ De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran- deerd als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er geen elektrische spanning op het apparaat staan. Dat is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: – als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld, – als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verdere tips voor het gebruik ~ Het apparaat heeft een bepaalde klimaatklasse. De klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik waar de temperatuur niet boven of onder mag liggen en staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw apparaat. Een te lage temperatuur heeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodat het apparaat de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Haal flessen die u in de diepvrieszone hebt gelegd om snel te koelen er na maximaal één uur weer uit. Dit om te voorkomen dat de flessen uit elkaar springen, dat u letsel oploopt en dat het apparaat beschadigd raakt. ~ Raak ingevroren levensmiddelen en metalen onderdelen niet met natte handen aan om letsel aan uw handen te voorkomen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Reiniging en onderhoud ~ Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen dat deze in de loop van de tijd poreus wordt. ~ Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het apparaat nooit een stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met spanningvoerende delen van het apparaat en zo kortsluiting veroorzaken. ~ Gebruik geen scherpe voorwerpen om – rijp- en ijslagen te verwijderen – en vastgevroren levensmiddelen los te wrikken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt ~ Maak het slot onbruikbaar om te voorkomen dat kinderen niet in het apparaat ingesloten kunnen raken en in levensgevaar komen. ~ Beschadig geen delen van het koelsysteem, bijv. door – koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken; – buisleidingen om te buigen; – beschermende lagen af te krabben. Spuit er koelmiddel uit, kan dat oogletsel veroorzaken.
Het besparen van energie Belangrijk bij plaatsing en onderhoud Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik Plaats het apparaat in een geventileerde ruimte. In gesloten, niet geventileerde ruimtes Stel het apparaat niet bloot aan zonnestralen. Direct blootgesteld aan zonnestralen Plaats het apparaat niet naast een warmtebron. Naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Zorg voor een omgevingstem- Bij een hoge omgevingstemperatuur van ca. 20 °C.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Belangrijk bij bediening en gebruik Te hoog energieverbruik Plaats de plateaus, laden en vakken zoals bij levering. Open de deur alleen indien nodig en zo kort mogelijk. Leg de levensmiddelen bij het inruimen meteen op de goede plek. Deur vaak en lang openen betekent koudeverlies en instroom van warme omgevingslucht. Het apparaat heeft tijd nodig om daartegenop te koelen en de compressor moet langer werken.
Het in- en uitschakelen van het apparaat Vòòr het eerste gebruik Beschermfolie De roestvrijstalen lijsten aan de plateaus en de deurvakken zijn tijdens het transport van een beschermfolie voorzien. Het inschakelen van het apparaat Met de rechter Aan / Uit - toets kunt u de koelzone en de diepvrieszone tegelijk inschakelen. ^ Trek deze folie van de roestvrijstalen lijsten af. Reiniging ^ Reinig de binnenkant van het apparaat en de toebehoren. Zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud".
Het in- en uitschakelen van het apparaat Het uitschakelen van het apparaat Het weer inschakelen van de koelzone ^ Druk op de rechter Aan / Uit - toets van het hele apparaat totdat het display uitgaat. ^ Druk op de linker Aan / Uit - toets van de koelzone. De koelzone en de diepvrieszone zijn uitgeschakeld. Is dat niet het geval, dan is de vergrendeling ingeschakeld. ^ Schakel in dat geval de vergrendeling uit. Zie hoofdstuk: "Het wijzigen van instellingen".
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langzamer de micro-organismen groeien en des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven.
De juiste temperatuur Temperatuuraanduiding De temperatuuraanduiding op het bedieningspaneel geeft altijd de gewenste temperatuur aan. Wanneer er voor de koelzone of diepvrieszone een andere temperatuur wordt ingesteld, gaat de temperatuur in de temperatuuraanduiding knipperen. In de temperatuuraanduiding knipperen strepen, wanneer de temperatuur in de diepvrieszone niet ligt in het bereik dat in de temperatuuraanduiding kan worden aangegeven. Tegelijk klinkt er een zoemer.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperatuur De temperatuur is instelbaar – in de koelzone van 1°C tot 9°C; – in de diepvrieszone van -15°C tot -26°C. De temperaturen van de koelzone en diepvrieszone kunt u met de desbetreffende toets instellen. ^ Druk zo vaak op de temperatuurtoets, totdat de gewenste temperatuur in de temperatuuraanduiding verschijnt. Wanneer u voor het eerst op de toets drukt, dan verschijnt de temperatuur die op dat moment in de desbetreffende zone heerst.
Het wijzigen van instellingen Instellingsmodus In de instellingsmodus kunt u de vergrendeling in- en uitschakelen. Vergrendeling in- en uitschakelen c De instellingsmodus wordt in het display met menu – symbool X aangegeven. Hoe u de vergrendeling in- en uitschakelt, wordt hieronder beschreven. Het in- en uitschakelen van de vergrendeling Met de vergrendeling kunt u voorkomen dat het apparaat per ongeluk wordt uitgeschakeld.
Het wijzigen van instellingen – Het uitschakelen van de vergrendeling ^ Druk ca. 5 seconden op de Superfrost - toets. Vergrendelingssymbool 0 en menu symbool X gaan branden en in het display knippert c. De instellingsmodus is nu geactiveerd. ^ Druk nu kort op de Superfrost - toets om de vergrendelingsfunctie op te roepen. In het display verschijnt c0. ^ Druk nu op de Superfrost - toets om de vergrendelingsfunctie uit te schakelen. Vergrendelingssymbool 0 gaat uit.
De functie "Superfrost" Het gebruik van de superfrost Het uitschakelen van de superfrost Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden. De superfrost wordt automatisch na ca. 65 uur uitgeschakeld. Voor het optimaal invriezen van deze levensmiddelen kunt u daarom het beste de functie "Superfrost" inschakelen, en wel 6 uur vòòrdat u de levensmiddelen in de diepvrieszone legt.
De functie "DynaCool" Het gebruik van de DynaCool Wanneer de functie "DynaCool" (Dynamische koeling) niet is ingeschakeld, ontstaan er in de koelzone als gevolg van de natuurlijke luchtcirculatie zones met verschillende temperaturen. De koude, zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Het is handig om daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van te maken. Zie hoofdstuk: "Het opslaan in de koelzone".
Temperatuuralarm Dit apparaat is uitgerust met een waarschuwingssysteem, waarmee wordt voorkomen dat de temperatuur in de diepvrieszone ongemerkt stijgt. Wanneer de temperatuur te veel stijgt, gaat er een zoemer en beginnen tegelijkertijd de temperatuuraanduiding en alarm - symbool ; te knipperen. Het voortijdig uitschakelen van de zoemer Hindert de zoemer u, dan kunt u deze voortijdig uitschakelen. Of het apparaat een temperatuur te hoog vindt, is afhankelijk van de ingestelde temperatuur.
Het opslaan in de koelzone Gedeelten met verschillende temperaturen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Zo zakt de koude, zware lucht in het onderste gedeelte van de koelzone. Maak bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van deze verschillende temperaturen. Dit is een apparaat met een dynamische koeling (DynaCool).
Het opslaan in de koelzone Niet geschikt voor de koelkast Bewaar in verband met explosiegevaar geen stoffen in het apparaat die drijfgassen of andere explosieve middelen bevatten. Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage alleen rechtop en altijd goed gesloten in het apparaat in verband met explosiegevaar. Bevinden zich vet- of oliehoudende levensmiddelen in het apparaat, zorg er dan voor dat er geen vet of olie uitloopt om scheuren in het kunststof te voorkomen.
Het opslaan in de koelzone Waar u in de winkel al op moet letten Levensmiddelen blijven langer goed naarmate ze verser zijn op het moment dat ze in de koelzone worden gelegd. De versheid is bepalend voor de bewaartijd. Let daarom op de uiterste houdbaarheidsdatum en de juiste koeltemperatuur. Let er daarom ook op dat de tijd tussen het kopen en het inruimen van levensmiddelen zo kort mogelijk is. Laat ze niet te lang in een warme auto liggen.
Het indelen van de binnenruimte Deurvakken Plateaus Wilt u een deurvak verplaatsen, doe dan het volgende. De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergezet / neergelegd. ^ Schuif het deurvak naar boven en haal het eruit. ^ Zet het deurvak er op de gewenste plaats weer in. Zorg er daarbij voor dat het goed vastklikt. Flessensteun ^ Til het plateau iets op. ^ Trek het iets naar voren. ^ Til het met de uitsparing over de plateauribben heen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Maximale vriescapaciteit Levensmiddelen kunnen het beste zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Daarvoor is het noodzakelijk dat de maximale vriescapaciteit niet wordt overschreden. De maximale vriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op het typeplaatje "Vriescapaciteit ..... kg/24 h" en is berekend volgens de norm DIN EN ISO 15502.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen Gebruik voor het invriezen alleen verse levensmiddelen waar geen rotte plekken in zitten! Waar u daarbij op moet letten – Geschikt om in te vriezen zijn: vers vlees, gevogelte, wildbraad, vis, groenten, kruiden, vers fruit, zuivelproducten, brood en banket, kliekjes, eigeel, eiwit en vele kant-en-klaarproducten.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Vòòr het inruimen Gaat het om een hoeveelheid van meer dan 1 kg, ^ schakel dan enige tijd vòòr het inruimen de superfrost in. Zie hoofdstuk: "De functie "Superfrost"". De levensmiddelen die al zijn ingevroren krijgen zo een koudereserve. – Maximale hoeveelheid (zie typeplaatje) ^ Haal de onderste diepvrieslade uit het apparaat.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het ontdooien van ingevroren levensmiddelen Het bereiden van ijsblokjes Dat kunt u doen – in de magnetron; – in de oven bij het verwarmingssysteem "Hetelucht" of "Ontdooien"; – bij kamertemperatuur; – in de koelkast (de koude die daarbij vrijkomt kan voor het koelen van de andere levensmiddelen worden gebruikt); – in de stoomoven. Platte stukken vlees en vis kunnen gedeeltelijk ontdooid in een hete braadpan worden gelegd.
Het ontdooien van het apparaat Het ontdooien van de koelzone De koelzone wordt automatisch ontdooid. Terwijl de compressor in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want ze verdampen door de warmte van de compressor automatisch. Het dooiwater loopt via het gootje voor het dooiwater en via de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het apparaat.
Het ontdooien van het apparaat Vòòr het ontdooien ^ Schakel ca. 1 dag voordat u gaat ontdooien de superfrost in. Daardoor krijgen de reeds opgeslagen ingevroren levensmiddelen een koudereserve en kunnen dus iets langer bij kamertemperatuur worden bewaard. ^ Haal de ingevroren levensmiddelen uit het apparaat en wikkel ze in verschillende lagen krantenpapier of dekens. ^ Bewaar de ingevroren producten op een koele plaats, totdat de diepvrieszone weer klaar is voor gebruik.
Het ontdooien van het apparaat ^ Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar uit. Na het ontdooien ^ Laat de deur van de diepvrieszone open. ^ Sluit de deur van de diepvrieszone. U kunt het ontdooien versnellen door twee pannetjes op een onderzetter met heet (niet kokend) water in het apparaat te zetten. In dat geval moet de deur bij het ontdooien gesloten blijven, zodat de warmte niet vrij kan komen. ^ Haal de stukjes ijs die zijn losgeraakt uit het apparaat.
Het reinigen van het apparaat Zorg ervoor dat er geen water in de elektronica of in de verlichting terechtkomt. Zorg ervoor dat er geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater loopt. Gebruik voor het reinigen van het apparaat nooit een stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met spanningvoerende delen van het apparaat en zo kortsluiting veroorzaken. Het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat mag niet worden verwijderd.
Het reinigen van het apparaat Plateaus Verwijder eerst de roestvrijstalen lijsten en de beschermlijsten aan de achterkant van de plateaus. Doe dat als volgt. ^ Leg de plateaus op een zachte ondergrond neer, bijv. op een theedoek. ^ Pak de roestvrijstalen lijst aan èèn kant vast en trek de lijst van het plateau af. ^ Trek de beschermlijst van het plateau af. ^ Zet de lijsten er na de reiniging weer op.
Het reinigen van het apparaat Onderstaande onderdelen mogen niet in de afwasautomaat worden gereinigd: Het reinigen van de ventilatiegleuven – de roestvrijstalen lijsten en de beschermlijsten aan de plateaus; ^ Reinig de ventilatiegleuven regelmatig met een kwast of een stofzuiger. – de groente- en fruitlade; Wanneer er zich stof ophoopt, wordt er onnodig veel energie verbruikt. – de diepvriesladen. ^ Reinig de onderdelen die niet in de afwasautomaat mogen worden gereinigd, met de hand.
Nuttige tips De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen krijgen kunt u zelf oplossen. Het volgende overzicht helpt u daarbij. Neem contact op met Miele als u de oorzaak van een probleem niet kunt vinden of het probleem niet kunt verhelpen. Open de deur van het apparaat als het enigszins mogelijk is niet vóórdat de storing is verholpen. Op deze manier houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk.
Nuttige tips De compressor slaat steeds vaker en voor steeds langere tijd aan; de temperatuur in het apparaat daalt. Probleem Oorzaak Oplossing De temperatuur in het apparaat is te laag. Er is een te lage temperatuur ingesteld. ^ Corrigeer de temperatuur. De deur van de diepvrieszone zit niet goed dicht. ^ Controleer of de deur van de diepvrieszone goed sluit. Er is ineens een vrij grote hoeveelheid verse levensmiddelen ingevroren.
Nuttige tips Probleem Oorzaak Oplossing De compressor slaat steeds vaker en voor steeds langere tijd aan. De ventilatiegleuven in de kastombouw zijn geblokkeerd of er zit veel stof in. ^ Zorg ervoor dat de ventilatiegleuven niet worden geblokkeerd. ^ Zorg ervoor dat de ventilatiegleuven stofvrij zijn. De deuren van het apparaat ^ Open de deuren alleen als het echt nodig is en alzijn vaak open en dicht getijd maar zo kort mogelijk.
Nuttige tips De compressor slaat steeds minder vaak en voor steeds kortere tijd aan; de temperatuur in het apparaat stijgt. Probleem Oorzaak Oplossing De temperatuur in het apparaat is te hoog. Dit is geen storing! ^ Corrigeer de temperatuur. ^ Controleer de temperatuur nog een keer na 24 uur. De omgevingstemperatuur ^ Volg de aanwijzingen in De ingevroren lehet hoofdstuk: "Montagevensmiddelen begin- is voor dit apparaat te laag. instructies", paragraaf: nen te ontdooien.
Nuttige tips Weergave in het display Probleem Oorzaak In het display verschijnt "F0 tot F9". Er is sprake van een defect. ^ Schakel de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland in. In het display knipperen alarmsymbool ; samen met de temperatuuraanduiding.
Nuttige tips Binnenverlichting Probleem Oorzaak Oplossing De binnenverlichting doet het niet. Het apparaat is niet ingeschakeld. ^ Druk op de Aan/Uit toets. Wanneer de deur wordt geopend, gaat de binnenverlichting na ca. 15 minuten automatisch uit in verband met gevaar voor oververhitting. Is dat niet het geval, is er sprake van een storing. ^ Schakel de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland in.
Nuttige tips Andere problemen Probleem Oorzaak De deur van de diepvrieszone kan niet verschillende keren achter elkaar worden geopend. Dat is geen storing. Door de Hier kunt u niets aan doen. zuigende werking kunt u de deur pas na enige tijd zonder moeite openen. De ingevroren levensmiddelen zijn vastgevroren. Der verpakking van de levensmiddelen was niet droog toen ze in het apparaat werden gelegd. Het lukt niet om het De vergrendeling is ingeapparaat uit te scha- schakeld. In het display kelen.
Geluiden en de oorzaken ervan Vaak voorWaar komen deze geluiden vandaan? komende geluiden Brrrrr ... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blub, blub ... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik ... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr ...
Afdeling Klantcontacten / Garantie Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland. Adres, telefoonnummer en website van Miele Nederland vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten het type en het serienummer van uw apparaat weten. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje dat zich in het apparaat bevindt.
Informatie voor onderzoeksinstituten Onderzoeken moeten volgens de geldende normen en richtlijnen worden uitgevoerd. Bovendien moet er bij de voorbereiding en uitvoering van onderzoeken rekening worden gehouden met – de beladingsschema's – en de aanwijzingen in de gebruiksen montage-aanwijzing.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. De zekering dient te geschieden met minimaal 10 A. Het apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde en op een huisinstallatie die aan alle voorschriften voldoet (zoals NEN 1010).
Montage-instructies Een apparaat dat niet is ingebouwd kan kantelen! Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van een raam waar de zon direct doorheen kan schijnen. Hoe hoger de kamertemperatuur is, des te langer de compressor in werking en des te hoger het stroomverbruik is. Geschikt is een droge ruimte waar kan worden geventileerd. Let bij het inbouwen van het apparaat op het volgende.
Montage-instructies Luchttoevoer en luchtafvoer Voor de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen moeten die maten worden aangehouden die wij hebben aangegeven. Gebeurt dat niet, slaat de compressor steeds vaker en voor steeds langere tijd aan, stijgt het energieverbruik en stijgt de werkingstemperatuur van de compressor, wat schade aan de compressor kan veroorzaken. De lucht aan de achterwand van het apparaat wordt warm.
Montage-instructies Voordat u het apparaat inbouwt ^ Pak vòòr het inbouwen de zak met montage-onderdelen en andere accessoires uit het apparaat en verwijder het afdichtingsband van de deur van het apparaat. ^ Verwijder in geen geval de volgende voorwerpen van de achterwand van het apparaat. – De afstandhouders. Deze zorgen voor de noodzakelijke afstand tussen de achterwand van het apparaat en de muur. – De zakjes die zich in het metalen rooster bevinden (afhankelijk van het model).
Inbouwmaten Let er vòòr het inbouwen op, dat voor de inbouwkast en voor de luchttoevoeren luchtafvoeropeningen die maten worden aangehouden die wij hebben aangegeven.
Het veranderen van de draairichting van de deuren Het is beslist noodzakelijk dat u iemand vraagt om u daarbij te helpen. ^ Open beide deuren van het apparaat. Het apparaat wordt geleverd met rechtsscharnierende deuren. Moeten de deuren linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting. Voor het veranderen van de draairichting hebt u onderstaand gereedschap nodig: ^ Haal de afdekkingen a, b, c en d er af.
Het veranderen van de draairichting van de deuren Voorzichtig! Hieronder wordt de schroef verwijderd die in de lagersteun zit en de deur staat vanaf dat moment niet meer vast! ^ Trek lagersteun h aan de bovenkant uit het apparaat en zet hem er aan de andere kant weer aan. Voorzichtig! Hieronder wordt de lagerbout in het midden van het apparaat verwijderd en de deur staat vanaf dat moment niet meer vast! ^ Draai schroef e in lagersteun f los.
Het veranderen van de draairichting van de deuren ^ Schroef lagersteun k er af. ^ Draai de steun 180°. ^ Schroef hem er aan de tegenoverliggende kant weer op. ^ Schroef lagersteun l uit het apparaat en schroef hem er aan de andere kant weer aan. ^ Trek lagerbout m samen met de schijf uit het apparaat en zet ze er allebei aan de andere kant weer aan. 60 ^ Plaats deur j van boven op de lagerbout. ^ Sluit de onderste deur.
Het veranderen van de draairichting van de deuren ^ Zet de bovenste deur g van boven op de lagerbout in het midden van het apparaat. ^ Sluit de bovenste deur. ^ Schroef lagersteun h aan de bovenkant weer aan het apparaat vast. ^ Draai alle schroeven nog een keer stevig vast. ^ Plaats de afdekplaatjes b en c er weer op.
Het inbouwen van het apparaat Vraag iemand anders u te helpen bij het inbouwen. ^ Gebruik alleen een stevig, stabiel inbouw-keukenmeubel op een vlakke vloer. ^ Zorg ervoor dat de inbouwkast niet kan kantelen. ^ Stel het keukenmeubel met een waterpas. De hoeken van de kast moeten allemaal 90° zijn, omdat de meubeldeur anders niet precies tegen alle vier de hoeken aanligt. ^ Voor de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen moeten die maten worden aangehouden die wij hebben aangegeven.
Het inbouwen van het apparaat Voor het monteren hebt u onderstaande onderdelen nodig. – Voor het bevestigen van de meubeldeur: Alle onderdelen die u voor de montage nodig hebt, hebben een nummer. Bij de montagebeschrijving wordt er verwezen naar deze nummers. – Voor de inbouw van het apparaat in de inbouwkast (meubelkast): Alle stappen bij de montage worden gedemonstreerd met een apparaat met rechtsscharnierende deuren.
Het inbouwen van het apparaat ^ Schuif het apparaat voor tweederde in de inbouwkast. Let er daarbij op dat de aansluitkabel niet ergens tussen beklemd raakt. Tip om het inschuiven wat te vergemakkelijken: Maak aan de stekker een stuk touw vast en verleng zo het elektrische snoer. Trek het elektrische snoer dan door de inbouwkast. Het apparaat kan dan na te zijn ingebouwd makkelijk worden aangesloten. ^ Schroef de bijgevoegde stelvoet f er nu helemaal in.
Het inbouwen van het apparaat Het inbouwen van het apparaat ^ Trek de beschermfolie van afdichtingsband i af. ^ Plak afdichtingsband i naadloos vast op die kant van het apparaat waar de deur wordt geopend. 1. Begin daarbij aan de onderkant van het bovenste bevestigingsonderdeel 2. en plak de afdichtingsband langzaam naar beneden toe vast. ^ Schroef de bevestigingshaak aan de onderkant j met de schroeven k losjes aan het apparaat. ^ Schuif het apparaat naar binnen.
Het inbouwen van het apparaat Wordt er tussen het apparaat en de voorkant van de zijwanden van de kast geen afstand van 42 mm aangehouden, gaat de deur misschien niet goed dicht. Dat kan ertoe leiden dat zich ijs of condenswater vormt en dat er andere storingen optreden die een stijging van het energieverbruik tot gevolg hebben.
Het inbouwen van het apparaat ^ Draai stelschroef l in de lagersteun in het midden voorzichtig zo ver naar buiten totdat deze aan de zijwand van het meubel aankomt. ^ Druk het apparaat tegen de meubelwand, steek de schroeven m door bevestigingshaak c en maak het apparaat daarmee vast. ^ Draai nu de schroeven k aan de bevestigingshaak j stevig aan. ^ Druk het apparaat tegen de meubelwand en schroef bevestigingshaak j met schroef n aan de bodem van de kast vast.
Het inbouwen van het apparaat Schuif om het apparaat in de inbouwkast extra vast te zetten de bijgevoegde staven tussen apparaat en vloer van de inbouwkast. ^ Maak eerst greep q aan een staaf r vast. ^ Schuif de staaf tussen apparaat en meubelvloer naar binnen totdat de staaf tegen de achterwand aankomt. Verwijder nu de greep, zet deze op de andere staaf en schuif ook deze staaf naar binnen. De opvulplaat aan de bovenkant van het apparaat mag niet naar buiten steken, maar moet iets terugspringen.
Het inbouwen van het apparaat ^ Doe de deuren helemaal open en schuif de koppelingsrails w in de deurkoppelingsdelen u. ^ Klap de afdekking van bevestigingshaak j naar beneden. Het bevestigen van de meubeldeur aan de deur van het apparaat ^ Plaats de meubeldeur tegen de deur van het apparaat en maak de koppelingsrails w met de schroeven x aan de meubeldeur vast. Daarbij moet afstand d (= wanddikte van de inbouwkast) tot de buitenkant van de meubeldeur worden aangehouden.
Wijzigingen voorbehouden / 0713 KF 37122 iD, KF 37132 iD M.-Nr.