Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koel-vriescombinaties KF 7562 S KF 7564 S KF 7662 S Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Koelzone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Het invriezen en bewaren van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Het bewaren van diepvriesproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Waar u daarbij op moet letten: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Het verpakken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemeen a Superkoeling - toets en controlelampje van de superkoeling f Temperatuuraanduiding van de diepvrieszone b Aan-/Uit - toets van de koelzone g Toetsen voor het instellen van de temperatuur in de diepvrieszone (Boven: warmer; beneden: kouder) c Toetsen voor het instellen van de temperatuur in de koelzone (Boven: warmer; beneden: kouder) h Aan-/Uit - toets van de diepvrieszone d Temperatuuraanduiding van de koelzone i Superfrost - toets en controlelampje van de superfrost e Controlelampje va
Algemeen k Boter- en kaasvak l Binnenverlichting m Eierrekje n Plateaus o Flesplateau p Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater q Deurvakken r Groenten- en fruitladen s Fleshouder (afhankelijk van het model) t Diepvriesladen met diepvrieskalender u Markeersysteem voor ingevroren levensmiddelen v Afvoergootje voor het dooiwater 5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Afgedankte apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Zet uw apparaat daarom niet zomaar bij het grofvuil, maar informeer bij uw handelaar of het mogelijk is het apparaat terug te geven. Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de gemeente of bij een grondstoffenhandelaar naar mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal (bijv.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Deze koel-vriescombinatie voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Hoe meer koelmiddel een koelvriescombinatie bevat, des te groter moet het vertrek zijn waarin de koelvriescombinatie wordt opgesteld. Wanneer het vertrek te klein is kan zich bij een eventuele lek een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel die de koelvriescombinatie bevat staat op het typeplaatje in de binnenkant van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De koel-vriescombinatie mag niet via een verlengsnoer op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd in verband met het gevaar voor oververhitting. Gebruik Raak ingevroren levensmiddelen niet met natte handen aan. Doet u dat wel, dan zouden uw handen vast kunnen vriezen en zou u zich kunnen verwonden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmingsapparaten of kaarsen in de koel-vriescombinatie. Doet u dat wel, dan raakt het kunststof beschadigd. Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien. Deze kunnen explosieve gassen vormen, ze kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die het kunststof beschadigen of ze kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie Voor het eerste gebruik Diepvrieszone ^ Reinig de binnenkant van de koelvriescombinatie en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje reinigingsmiddel. ^ Wrijf daarna alles met een doek droog. Laat het apparaat nadat u het hebt geplaatst eerst een half uur tot één uur staan voordat u het aansluit.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie Koude-accu Het opheffen van de vergrendeling Leg de koude-accu in de bovenste diepvrieslade of op het diepvriesplateau. Na ca. 24 uur bereikt de koude-accu zijn maximale koelcapaciteit. ^ Neem daarvoor dezelfde stappen als bij het inschakelen van de vergrendeling: Het uitschakelen van de koelvriescombinatie ^ Druk op de Aan-/Uit - toets. De temperatuuraanduiding laat niets meer zien. De koeling is uitgeschakeld.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperatuur De temperatuur in de koelzone en in de diepvrieszone kunt u apart instellen met behulp van de beide toetsen rechts en links naast de temperatuuraanduidingen. – Wanneer u op de bovenste toets drukt gaat de temperatuur omhoog en wordt het warmer. – Wanneer u op de onderste toets drukt gaat de temperatuur omlaag en wordt het kouder.
De juiste temperatuur Temperatuuraanduidingen De temperatuuraanduidingen op het bedieningspaneel geven bij normaal gebruik de temperatuur in het midden van de koelzone én die van de warmste plek in de diepvrieszone aan. De temperatuuraanduiding van de koelzone kan alleen temperaturen tussen de 0°C en de 19°C aangeven. De temperatuuraanduiding van de diepvrieszone kan alleen temperaturen van onder de 0°C aangegeven.
De zoemer Dit apparaat is uitgerust met een waarschuwingssysteem in de vorm van een zoemer. Daarmee wordt voorkomen dat de temperatuur in de diepvrieszone ongemerkt stijgt. Wanneer de temperatuur te veel stijgt klinkt er een zoemtoon. Tegelijk gaat de temperatuuraanduiding van de diepvrieszone knipperen. Of het apparaat een temperatuur te hoog vindt is afhankelijk van de stand aan de temperatuurregelaar.
De functie "Superkoeling" Het gebruik van de superkoeling Met behulp van de functie "Superkoeling" daalt de temperatuur in de koelzone zeer snel tot ongeveer 2 °C. Het gebruik van de superkoeling is vooral dan aan te raden, wanneer u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of drank opslaat en snel wilt laten afkoelen. Om energie te besparen kunt u de superkoeling zelf uitschakelen zodra de levensmiddelen of dranken koel genoeg zijn. ^ Druk op de Superkoeling - toets.
De functie "Superfrost" Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden. Hoe langzamer de levensmiddelen invriezen, des meer vocht komt er uit iedere cel vrij. Dit vocht komt in de tussenruimten terecht. De cellen gaan krimpen. Wanneer de levensmiddelen ontdooien komt slechts een deel van het vocht dat eerder vrijkwam in de cellen terug.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Zones met verschillende temperaturen Het minst koele gedeelte in de koelruimte Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelruimte zones met verschillende temperaturen. Het minst koele gedeelte in de koelruimte bevindt zich helemaal bovenin tegen de deur. Maak daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van. Gebruik dit gedeelte voor het opslaan van boter zodat deze smeerbaar blijft en voor kaas zodat deze zijn aroma niet verliest.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Voor het apparaat ongeschikte levensmiddelen Niet alle levensmiddelen zijn geschikt om in de koelruimte te worden bewaard. Hiertoe behoren: soorten reageren bijzonder gevoelig op deze natuurlijke gassen. Daarom mogen niet alle groenten- en fruitsoorten samen in één lade worden bewaard.
Het indelen van de binnenruimte Het verplaatsen van de plateaus Het verplaatsen van de deurvakken De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergelegd / neergezet. ^ Schuif de deurvakken naar boven en haal ze eruit. ^ Trek het plateau naar voren totdat u weerstand voelt, til het aan de voorkant op en haal het eruit. ^ Zet het plateau met de achterkant naar boven op de gewenste plek, haal de voorkant omhoog en schuif het plateau naar binnen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Maximale vriescapaciteit Levensmiddelen kunnen het best zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Daarvoor is het noodzakelijk dat de maximale vriescapaciteit niet wordt overschreden. De maximale vriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op het typeplaatje "Vriescapaciteit ..... kg/24 h".
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten. – Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het apparaat afkoelen. Doet u dat niet dan beginnen reeds ingevroren levensmiddelen te ontdooien en wordt er meer stroom verbruikt dan nodig is.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Zorg ervoor dat in te vriezen levensmiddelen niet tegen reeds ingevroren levensmiddelen aan komen te liggen. Gebeurt dat wel dan kunnen reeds ingevroren levensmiddelen gaan ontdooien. Diepvrieskalender De diepvrieskalender die zich op de diepvriesladen bevindt geeft de gebruikelijke bewaartijd aan van verschillende soorten levensmiddelen, wanneer ze vers worden opgeslagen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Groente kan in het algemeen in bevroren toestand aan kokend water worden toegevoegd of in heet vet worden gestoofd. De kooktijd is iets korter dan bij verse groente. Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in. Pas nadat u deze levensmiddelen hebt gekookt of gebraden kunt u ze opnieuw invriezen. Het bereiden van ijsblokjes Wanneer u flessen drank toch in de diepvrieszone legt, haal ze daar dan na maximaal één uur weer uit.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het gebruik van de koude-accu (afhankelijk van het model) De koude-accu voorkomt dat de temperatuur in de diepvrieszone snel stijgt wanneer de stroom is uitgevallen. Leg de koude-accu in de bovenste diepvrieslade direct op de levensmiddelen of op het diepvriesplateau. Na ca. 24 uur bereikt de koude-accu zijn maximale koelcapaciteit.
Het ontdooien van de koel-vriescombinatie Het ontdooien van de koelzone Terwijl de koel-vriescombinatie in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelzone wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het gootje voor het dooiwater en via de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het apparaat. Let erop dat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen.
Het ontdooien van de koel-vriescombinatie Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien. Deze kunnen explosieve gassen vormen, ze kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die het kunststof beschadigen of ze kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. ^ Klap het dooiwaterafvoergootje uit. ^ Giet de onderste diepvrieslade leeg. ^ Neem het dooiwater dat zich verder nog in de diepvrieszone bevindt met een spons of doek op. ^ Reinig de diepvrieszone en maak deze droog.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie Gebruik nooit zand-, soda-, zuur- of schuurmiddelhoudende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen, daar deze doffe plekken veroorzaken. Let erop dat er geen water in de elektronica, in de verlichting of in de ventilatieroosters terechtkomt. Het reinigen van de buitenkant, binnenruimte en de toebehoren Deze kunt u het beste reinigen met lauwwarm water met reinigingsmiddel.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie Het reinigen van de deurdichtingen Behandel de deurdichtingen niet met olie of vet. Doet u dat wel, dan worden de deurdichtingen in de loop van de tijd poreus. ^ Reinig de deurdichtingen regelmatig alleen met helder water en wrijf ze daarna met een doek grondig droog. Het reinigen van het metalen rooster aan de achterkant Het metalen rooster aan de achterkant van het apparaat (warmtewisselaar) moet minstens eenmaal in het jaar van stof worden ontdaan.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Wanneer dit niet gebeurt dan kan de gebruiker grote risico's lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. Wat moet u doen, wanneer . . . . . .
Nuttige tips . . . de koel-vriescombinatie vaker en voor langere tijd aanslaat? ^ Controleer of: – de ventilatieroosters zijn geblokkeerd en of er veel stof inzit; – het metalen rooster (warmtewisselaar) aan de achterwand stoffig is; – u de deur van de koelzone of de diepvrieszone vaak open en dicht heeft gedaan; – er ineens grote hoeveelheden verse levensmiddelen zijn ingevroren; – de deuren van de koel-vriescombinatie goed sluiten; – er zich op de vriesplaten een vrij dikke ijslaag bevindt.
Nuttige tips . . . in een temperatuuraanduiding een "nA" verschijnt? . . . de binnenverlichting in de koelzone niet meer functioneert? De stroom is de afgelopen dagen of uren uitgevallen geweest, waardoor de temperatuur in de diepvrieszone te sterk is gestegen. ^ Controleer of de deur van de koelzone vrij lange tijd geopend is geweest. ^ Druk op de Zoemer - toets, zolang "nA" brandt. In de temperatuuraanduiding verschijnt de hoogste temperatuur die tijdens de stroomuitval in de diepvrieszone is gemeten.
Nuttige tips . . . de bodem van de koelzone nat is? De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt. ^ Reinig het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater. Kunt u een storing ook met bovengenoemde tips niet verhelpen, roep dan de hulp in van de Technische Dienst. Open als het mogelijk is de deuren van het apparaat niet vóórdat de storing is verholpen. Zo houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk.
Technische Dienst Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – met de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. De telefoonnummers van diverse afdelingen en het adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de Technische Dienst altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Het is het beste wanneer de contactdoos zich naast het apparaat bevindt en u er gemakkelijk bij kunt.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Luchttoevoer en luchtafvoer Zet geen apparaten op de koelvriescombinatie die warmte afgeven, zoals broodroosters of magnetrons. Doet u dat wel dan wordt er onnodig veel energie verbruikt. Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van een raam waar de zon direct door heen kan schijnen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer de koel-vriescombinatie staat te ronken en des te hoger het stroomverbruik is.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Het stellen van het apparaat ^ Stel het apparaat stevig en waterpas via de stelvoeten met de bijgevoegde steeksleutel.
Het veranderen van de draairichting van de deur Het apparaat wordt geleverd met rechtsscharnierende deuren. Moeten de deuren linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting van de deuren. ^ Open de onderste deur. ^ Open de bovenste deur, laat hem iets zakken en licht hem eruit. Let daarbij op de afstandsschijf b. ^ Maak het sokkelpaneel a met een schroevendraaier los, haal het naar voren en verwijder het. ^ Maak de afdekking b met de schroevendraaier los en sluit de deur van het apparaat.
Het veranderen van de draairichting van de deur ^ Haal het afstandsstuk f er met een schroevendraaier af en zet het aan de andere kant weer vast. ^ Licht de stoppen j uit de lagerbusjes in de deuren van het apparaat en stop ze er aan de andere kant weer in. ^ Klik de afdekkingen m er aan de voorkant af en haal ze weg. ^ Schroef het handvat k er af. ^ Plaats het handvat k en de stoppen l aan de andere kant. ^ Schuif de afdekkingen m op het apparaat en let er op dat ze goed vastklikken.
Het inbouwen van de koel-diepvriescombinatie De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden afgedekt of geblokkeerd. Bovendien moeten ze regelmatig stofvrij worden gemaakt. Bij een ombouw met keukenkasten die voldoen aan de norm (diepte max. 580 mm) kan het apparaat direct naast de keukenkast worden geplaatst. De deur van het apparaat b steekt dan aan de zijkant 34 mm en in het midden van het apparaat 51 mm uit ten opzichte van het front van de keukenkast.
Het inbouwen van de koel-diepvriescombinatie Diepvriesladen Maat A in mm 2 660 3 850 4 1040 ^ Bevestig het apparaat met parkerschroeven aan de keukenmeubelen. De schroeven mogen er niet dieper dan 10 mm worden ingeschroefd.
Wijzigingen voorbehouden / 3502 M.-Nr. 05 230 580 / V07 KF 7562 S, KF 7564 S, KF 7662 S Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.