Operation Manual
. . . in de diepvrieszone
Stel, wanneer u verse levensmiddelen
wilt invriezen en ingevroren levensmid
-
delen lange tijd wilt bewaren, een tem
-
peratuur in van -18 °C. Bij deze tempe
-
ratuur wordt de groei van micro-orga
-
nismen voor het grootste gedeelte ge
-
stopt. Zodra de temperatuur boven de
-10 °C stijgt begint het bederf door de
micro-organismen en zijn de levens
-
middelen minder lang houdbaar. Daar
-
om mogen geheel of gedeeltelijk ont
-
dooide levensmiddelen pas weer wor
-
den ingevroren wanneer ze eerst ver
-
werkt zijn, d.w.z. eerst gekookt of
gebraden zijn. Door de hoge tempera-
turen worden de meeste micro-organis-
men gedood.
Het instellen van de tempera
-
turen
De temperaturen voor de koel- en diep
-
vrieszone kunt u met behulp van de
temperatuurregelaar van de desbetref
-
fende zone instellen.
^
Draai de temperatuurregelaar van de
koelzone, resp. de diepvrieszone met
een muntje vanuit stand "0" naar
rechts.
Draai de temperatuurregelaars niet
verder dan het punt waarop u weer
-
stand voelt.
Draait u verder dan raken ze be-
schadigd.
Temperatuuraanduidingen
De temperatuuraanduidingen op het
bedieningspaneel geven altijd de
gewenste temperatuur aan.
Wanneer u bijvoorbeeld wilt dat het ap-
paraat op een temperatuur van 5°C
koelt,
^
draai de temperatuurregelaar van de
koelzone dan vanuit stand "0" zo ver
naar rechts totdat de temperatuur
-
aanduiding 5 aangeeft.
De juiste temperatuur
17