Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koel-vriescombinaties met DynaCool KF 9712 iD, KF 9713 iD Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Bij te bestellen accessoire . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Flesplateau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . .
Inhoud Het invriezen en bewaren van levensmiddelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Maximale vriescapaciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Het bewaren van diepvriesproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving van het apparaat a Aan/Uit - schakelaar van de koelzone en tevens temperatuurregelaar van de koelzone b Toets voor het uitschakelen van de zoemer met controlelampje c Temperatuuraanduiding van de koelzone a Ventilator van de DynaCool met Aan/Uit-schakelaar (Dynamische koeling) b Boter- en kaasvak c Plateaus d Deurvak voor eieren e Binnenverlichting f Deurvak g Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater h Groenten- en fruitvakken i Fleshouder j Deurvak voor flessen k Diepvri
Beschrijving van het apparaat Bij te bestellen accessoire Flesplateau (Afhankelijk van het model) Dit plateau is verkrijgbaar bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. of bij de Miele vakhandel.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Efficiënt gebruik Deze koel-vriescombinatie voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde koel-vriescombinatie mag niet worden geplaatst en niet in gebruik genomen. ~ Deze koel-vriescombinatie bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Een veilig gebruik van de koel-vriescombinatie is alleen dan gegarandeerd, wanneer het apparaat wordt gemonteerd en aangesloten volgens de instructies die in de gebruiksaanwijzing staan. ~ Wanneer dit apparaat op een nietstationaire locatie (bijv. op een boot of in een camper) moet worden geplaatst, mag het uitsluitend door een vakman / vakvrouw worden ingebouwd en aangesloten. Hierbij moet aan alle voorwaarden voor een veilig gebruik worden voldaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage alleen rechtop en altijd goed gesloten in de koel-vriescombinatie in verband met explosiegevaar. ~ Bewaar geen blikjes en flessen in de diepvrieszone die koolzuurhoudende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen. De blikjes en flessen kunnen in dat geval uit elkaar springen, u zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ De koel-vriescombinatie is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik waarbinnen de temperatuur zich moet bewegen en waar deze niet boven of onder mag liggen. De klimaatklasse van uw koel-vriescombinatie staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw apparaat.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Plaats van het apparaat In geventileerde ruimtes Blootgesteld aan zonnestralen Te hoog energieverbruik In gesloten, niet geventileerde ruimtes Niet blootgesteld aan zonnestralen Niet naast een warmtebron (verwar- Naast een warmtebron (verwarming, ming, fornuis) fornuis) Bij een kamertemperatuur van ca.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie Voor het eerste gebruik Laat het apparaat na transport een half uur tot één uur staan voordat u het aansluit. Dat is zeer belangrijk voor een goede werking van de koel-vriescombinatie. Beschermende folie De roestvrijstalen lijsten aan de deurvakken en de plateaus zijn voorzien van een folie die dient ter bescherming van het apparaat tijdens het transport. ^ Trek de beschermfolie van de roestvrijstalen lijsten af.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie De binnenverlichting en de temperatuuraanduiding van de koelzone gaan uit. De koelzone is uitgeschakeld. De temperatuuraanduiding van de diepvrieszone blijft branden. ^ Schuif de koude-accu er aan de achterkant in en druk de accu aan de voorkant naar boven totdat hij vastklikt. Na ca. 24 uur bereikt de koude-accu zijn maximale koelcapaciteit.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langzamer de micro-organismen groeien en des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperaturen De temperaturen voor de koel- en diepvrieszone kunt u met behulp van de temperatuurregelaars instellen. Temperatuuraanduidingen De temperatuuraanduidingen op het bedieningspaneel geven altijd de gewenste temperaturen aan. Wanneer u bijv. wilt dat de koelzone op een temperatuur van 5°C koelt, ^ Draai de temperatuurregelaar van de desbetreffende zone met een muntje vanuit stand "0" naar rechts.
Zoemer Dit apparaat is uitgerust met een waarschuwingssysteem in de vorm van een akoestisch en optisch signaal. Dit systeem treedt in werking wanneer de temperatuur in de diepvrieszone ongemerkt stijgt. Dan gaat er een zoemtoon en begint gelijktijdig het controlelampje van de zoemer te knipperen. Of het apparaat een temperatuur te hoog vindt is afhankelijk van de ingestelde temperatuur.
De functie "Superfrost" Het gebruik van de superfrost Het uitschakelen van de superfrost Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden. De superfrost wordt automatisch na ca. 65 uur uitgeschakeld. Met behulp van de functie "Superfrost" kunt u verse levensmiddelen optimaal invriezen. De superfrost moet u al vóór het invriezen van verse levensmiddelen inschakelen.
De functie "DynaCool m" Het gebruik van de "DynaCool m" Het inschakelen van de dynamische koeling Wanneer de functie "Dynamische koeling" (DynaCool) niet is ingeschakeld, ontstaan er in de koelzone als gevolg van de natuurlijke luchtcirculatie zones met verschillende temperaturen. De koude, zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Het is handig om daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van te maken. Zie hoofdstuk: "Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen".
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Gedeelten met verschillende temperaturen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Maak daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van. De koude, zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Dit is een apparaat met dynamische koeling (DynaCool).
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Voor het apparaat ongeschikte levensmiddelen Levensmiddelen afdekken of niet? Niet alle levensmiddelen zijn geschikt om in de koelzone te worden bewaard. Hiertoe behoren: Bewaar levensmiddelen alleen afgedekt of verpakt. Zo voorkomt u dat er levensmiddelenluchtjes vrijkomen en op andere levensmiddelen worden overgedragen. Tevens voorkomt u dat de levensmiddelen uitdrogen en dat mogelijk aanwezige bacteriën zich verspreiden.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen – Voorbeelden van groenten en fruit die erg gevoelig reageren op gassen van andere groente- en fruitsoorten: Broccoli, bloemkool, spruitjes, kiwi's, mango's, honingmeloen, appels, abrikozen, komkommers, tomaten, peren, nectarines en perziken. Voorbeeld: Appels en broccoli kunnen niet samen in één lade worden opgeslagen, omdat appels veel natuurlijk gas afscheiden en broccoli op dit soort gas zeer gevoelig reageert.
Het indelen van de binnenruimte Plateaus De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergezet / neergelegd. ^ Til het plateau iets op. ^ Trek het iets naar voren. ^ Til het met de uitsparing over de plateauribben heen. ^ Verplaats het naar boven of naar beneden. De opstaande rand die aan de achterkant zit moet naar boven wijzen, zodat de levensmiddelen niet met de achterwand in aanraking kunnen komen en eraan vastvriezen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Maximale vriescapaciteit Levensmiddelen kunnen het best zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Daarvoor is het noodzakelijk dat de maximale vriescapaciteit niet wordt overschreden. De maximale vriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op het typeplaatje "Vriescapaciteit ..... kg/24 h". Wanneer de levensmiddelen ontdooien kan de kleine hoeveelheid vocht die vrijgekomen is naar de cellen terugkeren. Dat betekent dat de levensmiddelen weinig vocht verliezen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen Waar u daarbij op moet letten – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen ^ Doe een sticker op de verpakking met inhoud en invriesdatum. Vóórdat u de verse levensmiddelen in het apparaat legt ^ Wanneer u meer dan 2 kg verse levensmiddelen heeft, schakel dan een tijdje vóórdat u deze in het apparaat legt de functie "Superfrost" in. De producten die al zijn ingevroren krijgen zo een koudereserve. Zie hoofdstuk: "De functie "Superfrost"". Het inruimen De levensmiddelen kunnen overal in de diepvrieszone worden ingevroren.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het ontdooien van ingevroren producten Het bereiden van ijsblokjes Dat kunt u doen – in de magnetron; – in de oven bij het verwarmingssysteem "Hetelucht" of "Ontdooien"; – bij kamertemperatuur; – in de koelkast (de koude die daarbij vrijkomt kan voor het koelen van de andere levensmiddelen worden gebruikt); – in de stoomoven. Platte stukken vlees en vis kunnen gedeeltelijk ontdooid in een hete braadpan worden gelegd.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Diepvriesplateau Het verwijderen van de koude-accu Op het diepvriesplateau kunt u kleinere producten invriezen, niet alleen fruit en groenten maar ook kruiden, zonder dat dat ten koste gaat van de kwaliteit. ^ Haal de bovenste diepvrieslade uit het apparaat. ^ Leg de in te vriezen producten op het diepvriesplateau. ^ Hang het diepvriesplateau in één van de bovenste diepvriesladen. ^ Laat de producten 10 tot 12 uur stevig invriezen.
Het ontdooien van de koel-vriescombinatie Het ontdooien van de koelzone Terwijl de koel-vriescombinatie in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelzone wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het gootje voor het dooiwater en via de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het apparaat. Let erop dat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen.
Het ontdooien van de koel-vriescombinatie ^ Wikkel de producten in verschillende lagen krantenpapier of dekens. ^ Leg ze op een koele plaats, totdat de diepvrieszone weer klaar is voor gebruik. ^ Haal alle diepvriesladen uit het apparaat. Het ontdooien Handel het ontdooien zo snel mogelijk af. Hoe langer de ingevroren producten bij kamertemperatuur worden bewaard, des te korter ze houdbaar zijn. ^ Schakel het apparaat uit. ^ Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar uit.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie Let erop dat er geen water in de Aan/Uit - schakelaar of verlichting terechtkomt. Zorg ervoor dat er geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater loopt. Gebruik geen stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat mag niet worden verwijderd. De gegevens zijn nodig in het geval er een storing optreedt.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie De temperatuur van het gekozen afwasprogramma mag niet hoger zijn dan 55 °C! Kunststof onderdelen kunnen in de afwasautomaat verkleuren, wanneer ze in aanraking komen met natuurlijke kleurstoffen, zoals die van wortels, tomaten en ketchup. Verkleuringen hebben echter geen negatief effect op de stabiliteit van de onderdelen. Het reinigen van de deurdichting Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Wanneer dit niet gebeurt dan kan de gebruiker grote risico's lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. Wat moet u doen, wanneer . . . . . . de koel-vriescombinatie het niet doet? ^ Controleer of: – de Aan/Uit - schakelaars op een andere stand staan dan op "0"; – de stekker stevig in het stopcontact zit; – de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie is ingeschakeld.
Nuttige tips Is dat laatste het geval, ^ ontdooi deze dan. . . . de ingevroren producten beginnen te ontdooien, doordat het in de diepvrieszone te warm is? ^ Controleer of de kamertemperatuur onder de klimaatklasse van het apparaat ligt. Zie ook hoofdstuk: "Montage-instructies". Is dat het geval, ^ verhoog dan de kamertemperatuur. Wanneer de kamertemperatuur te laag is, slaat de koel-vriescombinatie minder vaak aan.
Nuttige tips . . . de binnenverlichting in de koelzone het niet meer doet? ^ Controleer of de deur van de koelzone langere tijd open heeft gestaan. De binnenverlichting gaat automatisch uit nadat de deur ca. 15 minuten open heeft gestaan. Is dat niet het geval, dan is het gloeilampje kapot. ^ Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie uit. ^ Draai het nieuwe gloeilampje erin. Let er daarbij op dat de borgschijf a goed zit.
Geluiden en de oorzaken ervan Vaak voorkomende geluiden Waar komen deze geluiden vandaan? Brrrrr... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blub, blub.... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik.... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr....
Afdeling Klantcontacten / Garantie Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Telefoonnummer en adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de afdeling Klantcontacten altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Het is het beste wanneer de contactdoos zich naast het apparaat bevindt en u er gemakkelijk bij kunt.
Montage-instructies Luchttoevoer en luchtafvoer Een apparaat dat niet is ingebouwd kan kantelen! Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van een raam waar de zon direct door heen kan schijnen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer het apparaat staat te ronken en des te hoger het stroomverbruik is. Geschikt is een droge ruimte waar kan worden geventileerd. Klimaatklasse Het apparaat is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse.
Montage-instructies Voordat u het apparaat inbouwt ^ Haal de opvulstrip, de afdichtingsband en andere toebehoren uit het apparaat of van de achterwand van het apparaat. ^ Verwijder in geen geval de afstandhouder van de achterwand van het apparaat. Deze zorgt voor de noodzakelijke afstand tussen de achterwand van het apparaat en de muur. ^ Verwijder de kabelhouder van de achterwand van het apparaat. ^ Controleer of de onderdelen aan de achterwand van het apparaat nergens tegenaan kunnen komen.
Inbouwmaten Diepvrieszone A B KF 9712 iD 523 1772 - 1788 KF 9713 iD 669 1772 - 1788 41
Het veranderen van de draairichting van de deuren De koel-vriescombinatie wordt geleverd met rechtsscharnierende deuren. Moeten de deuren linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting van de deuren. Voor het veranderen van de draairichting hebt u verschillende maten Torx-schroevendraaiers, als ook een sleufschroevendraaier nodig. ^ Open beide deuren. ^ Schroef de middelste lagerbout f eruit. Let er daarbij op dat de onderste deur niet gaat kantelen.
Het inbouwen van het apparaat Alle stappen bij de montage worden gedemonstreerd met een apparaat met rechtsscharnierende deuren. Hebt u een apparaat met linksscharnierende deuren, houd daar dan bij de montage rekening mee. Voordat u het apparaat inbouwt Inbouw in een scheidingswand Wanneer het apparaat in een scheidingswand wordt ingebouwd, moet de achterkant van de inbouwkast op de plek worden afgedekt waar het apparaat moet komen. Het stellen van de inbouwkast ^ Schuif de opvulplaat a in de houder.
Het inbouwen van het apparaat Het inbouwen van het apparaat ^ Schuif het apparaat in de inbouwkast. Zorg ervoor dat er aan de kant waar de deur wordt geopend een spleet van ca. 4 mm zit. Let er daarbij op dat de aansluitkabel niet ergens tussen beklemd raakt. ^ Schuif het apparaat zo ver naar binnen totdat de voorkant van bevestigingshaak b en van de lagersteunen f en g parallel loopt met de meubelwand. ^ Stel het apparaat aan beide kanten in de hoogte met behulp van stelschroef h.
Het inbouwen van het apparaat Het bevestigen van het apparaat en het monteren van de meubeldeur ^ Bevestig het apparaat aan de onderkant door de schroeven n (4 x 36 mm) door de stelschroeven in de lagersteunen te draaien. ^ Let erop dat alle schroeven goed worden vastgedraaid. Opvulplaat o mag niet uitsteken. Is dat wel het geval, ^ verschuif de plaat dan zo dat hij parallel loopt met de bovenkant van het meubel. ^ Klap de zijkant van bevestigingshaak b in. ^ Klik afdekkingen c en d er weer op.
Het inbouwen van het apparaat ^ Stel de deurkoppeling zo, dat de meubeldeur aan de kant waar het handvat zit in gesloten toestand niet tegen de kastwand aanligt. Er moet een minimum afstand van 1 mm worden aangehouden.
Wijzigingen voorbehouden / 4910 KF 9712 iD, KF 9713 iD M.-Nr.