Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koel-vriescombinatie PerfectFresh-zone en DynaCool KF 9757 iD Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Het opslaan in de PerfectFresh-zone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 PerfectFresh-zone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Koeltemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Luchtvochtigheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Het opslaan in het droogte- en vochtvak. . . . . . .
Inhoud Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Montage-instructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Plaats van opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Klimaatklasse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Luchttoevoer en luchtafvoer . . . . .
Beschrijving van het apparaat a Aparte Aan/Uit - toets van de koelzone en de PerfectFresh-zone b Temperatuuraanduiding van de koelzone c Toetsen voor het instellen van de temperatuur in de koelzone (+ = warmer; - = kouder) d Superkoeling - toets met controlelampje e Controlelampje van de vergrendeling f Aan/Uit - toets van het hele apparaat g Temperatuuraanduiding van de diepvrieszone h Toetsen voor het instellen van de temperatuur in de diepvrieszone (+ = warmer; - = kouder) i SuperFrost - toets met cont
Beschrijving van het apparaat a Ventilator b Plateaus c Droogtevak PerfectFresh-zone d Regelaar voor het instellen van de luchtvochtigheid in het vochtvak e Vochtvak PerfectFresh-zone f Boter- en kaasvak g Deurvak, o.a.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Efficiënt gebruik Deze koel-vriescombinatie voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Hoe meer koelmiddel een koel-vries- ~ Controleer vóórdat het apparaat combinatie bevat, des te groter moet het vertrek zijn waarin dit apparaat wordt opgesteld. Wanneer het vertrek te klein is kan zich bij een eventuele lek een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m3 groot zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Een veilig gebruik van de koel-vriescombinatie is alleen dan gegarandeerd, wanneer het apparaat wordt gemonteerd en aangesloten volgens de instructies die in de gebruiksaanwijzing staan. ~ Wanneer dit apparaat op een nietstationaire locatie (bijv. op een boot of in een camper) moet worden geplaatst, mag het uitsluitend door een vakman / vakvrouw worden ingebouwd en aangesloten. Hierbij moet aan alle voorwaarden voor een veilig gebruik worden voldaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage alleen rechtop en altijd goed gesloten in de koel-vriescombinatie in verband met explosiegevaar. ~ Bewaar geen blikjes en flessen in de diepvrieszone die koolzuurhoudende dranken bevatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen. De blikjes en flessen kunnen in dat geval uit elkaar springen, u zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ De koel-vriescombinatie is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse. Een klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik waarbinnen de temperatuur zich moet bewegen en waar deze niet boven of onder mag liggen. De klimaatklasse van uw koel-vriescombinatie staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw apparaat.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden geventi- In gesloten ruimten waar niet leerd kan worden geventileerd Op een plaats waar de zon niet direct op kan schijnen Op een plaats waar de zon direct op kan schijnen Niet naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Bij een kamertemperatuur van ca.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie Voor het eerste gebruik De roestvrijstalen lijsten en frames zijn voorzien van een folie die dient ter bescherming van het apparaat tijdens het transport. Het inschakelen van het apparaat Met de rechter Aan/Uit - toets kunt u de koelzone / PerfectFresh-zone en de diepvrieszone gelijktijdig inschakelen. ^ Trek deze folie er pas af nadat de koel-vriescombinatie is ingebouwd.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie Het uitschakelen van het apparaat ^ Druk op de rechter Aan/Uit - toets. De temperatuuraanduidingen gaan uit. Het apparaat houdt op met koelen. Is dat niet het geval, dan is de vergrendeling ingeschakeld. Vergrendeling Met de vergrendeling kunt u voorkomen dat het apparaat per ongeluk wordt uitgeschakeld.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie ^ Wanneer u klaar bent met het in- of uitschakelen van de vergrendeling, druk dan op de rechter Aan/Uit toets. Na ca. 2 minuten functioneert het apparaat weer normaal. Bij langere afwezigheid Wanneer u de koel-vriescombinatie vrij lange tijd niet gebruikt, doe dan het volgende. ^ Schakel het apparaat uit. ^ Trek de stekker uit het stopcontact. ^ Ontdooi de diepvrieszone. ^ Reinig het apparaat.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langzamer de micro-organismen groeien en des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperatuur in de koelzone en de diepvrieszone De temperatuur in de koelzone en de diepvrieszone kunt u instellen met de beide temperatuurtoetsen onder de desbetreffende temperatuuraanduiding. Wanneer u een andere temperatuur heeft ingesteld, controleer dan de temperatuuraanduiding na ca. 6 uur wanneer het apparaat lang niet vol is en na ca. 24 uur wanneer het apparaat wel vol is. Pas dan is de echte temperatuur bereikt.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperatuur in de PerfectFresh-zone U kunt kiezen tussen de standen 1 tot en met 9. In de PerfectFresh-zone wordt de temperatuur automatisch bij 0 tot 3 °C gehouden. Wanneer u het daar echter warmer of kouder wilt hebben, bijv. omdat u vis wilt opslaan, dan kunt u de temperatuur wijzigen. Bij 1 is de temperatuur het laagst en bij 9 is de temperatuur het hoogst. ^ Druk op de Superfrost - toets en blijf daar ca. 5 seconden op drukken.
De juiste temperatuur Temperatuuraanduidingen De temperatuuraanduidingen op het bedieningspaneel geven bij normaal gebruik de temperatuur in het midden van de koelzone en die van de minst koele plek in de diepvrieszone aan. Liggen de temperaturen buiten het bereik dat in de temperatuuraanduidingen mogelijk is, dan knipperen er streepjes in de temperatuuraanduidingen.
De juiste temperatuur U kunt kiezen tussen de standen 1 tot en met 5. Bij 1 is de lichtsterkte minimaal. Bij 5 is de lichtsterkte maximaal. ^ Druk op de Superfrost - toets om de instelling op te slaan. ^ Wanneer u klaar bent met het instellen van de lichtsterkte, druk dan op de rechter Aan/Uit - toets. Na ca. 2 minuten functioneert het apparaat weer normaal.
Zoemer Dit apparaat is uitgerust met een waarschuwingssysteem. Daarmee wordt voorkomen dat er teveel energie wordt gebruikt. Temperatuuralarm Dit alarm geeft een akoestisch en optisch signaal. Wanneer de temperatuur in de diepvrieszone te veel stijgt, gaat er een zoemer. Gelijktijdig gaat de temperatuuraanduiding van de diepvrieszone knipperen. Of het apparaat een temperatuur te hoog vindt is afhankelijk van de ingestelde temperatuur.
De functie "Superkoeling" Het gebruik van de superkoeling Met behulp van de functie "Superkoeling" daalt de temperatuur in de koelzone zeer snel zo laag mogelijk. Hoe laag hangt af van de kamertemperatuur. Het gebruik van de superkoeling is vooral dan aan te raden, wanneer u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of drank opslaat en snel wilt laten afkoelen. Om energie te besparen kunt u de superkoeling zelf uitschakelen zodra de levensmiddelen of dranken koel genoeg zijn.
De functie "Superfrost" Het gebruik van de superfrost Het uitschakelen van de superfrost Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden. De superfrost wordt automatisch na ca. 30 tot 60 uur uitgeschakeld, afhankelijk van de hoeveelheid levensmiddelen die in de diepvrieszone zijn gelegd. Met behulp van de functie "Superfrost" kunt u verse levensmiddelen optimaal invriezen.
Het opslaan in de koelzone Gedeelten met verschillende temperaturen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Maak daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van. De koude, zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Dit is een apparaat met automatische DynaCool. Dat houdt in, dat altijd wanneer u de koelzone inschakelt, het apparaat automatisch de ventilator inschakelt.
Het opslaan in de koelzone Leg de producten niet te dicht op elkaar, zodat de lucht goed kan circuleren. Dek de ventilator aan de achterkant niet af; deze is belangrijk voor de koelcapaciteit. Voor het apparaat ongeschikte levensmiddelen Niet alle levensmiddelen zijn geschikt om in de koelzone te worden bewaard.
Het opslaan in de PerfectFresh-zone PerfectFresh-zone De koelcondities zijn voor levensmiddelen optimaal, wanneer ze zo lang mogelijk vers blijven en de smaak en de vitaminen zo goed mogelijk behouden blijven. Bepalend hiervoor zijn de koeltemperatuur en de luchtvochtigheid.
Het opslaan in de PerfectFresh-zone Houd er rekening mee dat levensmiddelen sneller bederven, naarmate ze meer eiwit bevatten. Dat betekent dat schaaldieren sneller bederven dan vis en dat vis weer sneller bederft dan vlees. Bedenk dat er alleen dan een hoge luchtvochtigheid kan worden bereikt en dat deze alleen dan een gunstige invloed op de levensmiddelen heeft, wanneer de levensmiddelen onverpakt of luchtdoorlatend verpakt zijn. Bewaar schaaldieren en vis verpakt of in een bakje.
Het opslaan in de PerfectFresh-zone Mogen alle levensmiddelen bij elkaar worden opgeslagen? Niet alle levensmiddelen kunnen samen in één vak worden bewaard. In de eerste plaats kunnen smaak en geur worden overgedragen (zo nemen wortels snel de smaak en geur van uien aan) en in de tweede plaats zijn er levensmiddelen die een natuurlijk gas (ethyleen) afscheiden, waar andere levensmiddelen heel gevoelig op reageren en daardoor veel sneller bederven.
Het indelen van de binnenruimte Plateaus Tweedelig plateau De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergezet / neergelegd. Wanneer u hoge producten in het apparaat wilt plaatsen kunt u gebruik maken van een glasplateau dat uit twee delen bestaat. ^ Til het plateau iets op. ^ Trek het iets naar voren. ^ Til het met de uitsparing over de plateauribben heen. ^ Verplaats het naar boven of naar beneden.
Het indelen van de binnenruimte Vakken van de PerfectFreshzone Deurvak, o.a. voor eieren / Deurvak voor flessen De vakken van de PerfectFresh-zone zijn op telescopische rails inschuifbaar en uittrekbaar. Bovendien kunnen ze worden verwijderd om te worden gereinigd. Wilt u deze vakken verplaatsen, doe dan het volgende. ^ Trek het vak naar buiten en til het van de rails. Schuif de rails daarna weer naar binnen om beschadigingen te vermijden.
Het indelen van de binnenruimte Universeel deurvak Fleshouder In het universele deurvak kunnen levensmiddelen worden bewaard en ook geserveerd. (Afhankelijk van het model) Het universele deurvak bestaat uit een diep vak en een vlak vak. Beide vakken kunnen als losse vakken in het roestvrijstalen frame worden geplaatst. De fleshouder kunt u naar rechts of links verschuiven. Daardoor staan de flessen steviger als u de deur van het apparaat opent en sluit.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Maximale vriescapaciteit Levensmiddelen kunnen het best zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Daarvoor is het noodzakelijk dat de maximale vriescapaciteit niet wordt overschreden. De maximale vriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op het typeplaatje "Vriescapaciteit ..... kg/24 h". Wanneer de levensmiddelen ontdooien kan de kleine hoeveelheid vocht die vrijgekomen is naar de cellen terugkeren. Dat betekent dat de levensmiddelen weinig vocht verliezen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen Waar u daarbij op moet letten – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Vóórdat u de verse levensmiddelen in het apparaat legt ^ Wanneer u meer dan 2 kg verse levensmiddelen heeft, schakel dan een tijdje vóórdat u deze in het apparaat legt de functie "Superfrost" in. De producten die al zijn ingevroren krijgen zo een koudereserve. Zie hoofdstuk: "De functie "Superfrost"". Het inruimen De levensmiddelen kunnen overal in de diepvrieszone worden ingevroren. U kunt de producten ook direct op de glasplaat leggen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Diepvrieskalender De diepvrieskalender op de diepvriesladen geeft de gebruikelijke bewaartijd aan van verschillende soorten levensmiddelen, wanneer ze vers worden opgeslagen. Bij de in de handel verkrijgbare diepvriesproducten is de op de verpakking aangegeven uiterste houdbaarheidsdatum beslissend.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het bereiden van ijsblokjes Diepvriesplateau Op het diepvriesplateau kunt u kleinere producten invriezen, niet alleen fruit en groenten maar ook kruiden, zonder dat dat ten koste gaat van de kwaliteit. ^ Leg de in te vriezen producten op het diepvriesplateau. ^ Vul het bakje voor ijsblokjes voor driekwart met water. ^ Zet het bakje op de bodem van een diepvrieslade. ^ Wanneer het bakje is vastgevroren, gebruik dan een stomp voorwerp, bijv.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het gebruik van de koude-accu De koude-accu voorkomt dat de temperatuur in de diepvrieszone snel stijgt wanneer de stroom is uitgevallen. Leg de koude-accu in de bovenste diepvrieslade direct op de levensmiddelen of op het diepvriesplateau. Na ca. 24 uur bereikt de koude-accu zijn maximale koelcapaciteit.
Het ontdooien van de koel-vriescombinatie Koelzone en PerfectFreshzone Terwijl de koel-vriescombinatie in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone en PerfectFresh-zone rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want bovengenoemde zones worden automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het gootje voor het dooiwater en via de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssyteem aan de achterkant van het apparaat.
Het ontdooien van de koel-vriescombinatie Het ontdooien Handel het ontdooien zo snel mogelijk af. Hoe langer de ingevroren producten bij kamertemperatuur worden bewaard, des te korter ze houdbaar zijn. ^ Schakel het apparaat met de rechter Aan/Uit - toets uit. Na het ontdooien ^ Neem het dooiwater met een spons of doek op. ^ Reinig en droog de diepvrieszone. ^ Sluit de deuren. ^ Steek de stekker in het stopcontact. ^ Schakel het apparaat met de rechter Aan/Uit - toets weer in.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie Vòòr het reinigen Gebruik nooit zand-, soda- , zuur- of schuurmiddelhoudende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen, daar deze doffe plekken veroorzaken. Gebruik voor het onderhoud van de roestvrijstalen gedeelten een middel dat daar geschikt voor is. Dit is verkrijgbaar bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie ^ Reinig de roestvrijstalen gedeelten met een middel dat daar geschikt voor is. ^ Wrijf de roestvrijstalen gedeelten daarna in met een middel dat geschikt is voor het onderhoud van roestvrij staal. Het is belangrijk dat dit iedere keer na de reiniging gebeurt. Dit middel brengt een film over het roestvrij staal aan, waarmee wordt voorkomen dat het weer snel vuil wordt.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Wanneer dit niet gebeurt dan kan de gebruiker grote risico's lopen. . . . de temperatuur in de koel- of diepvrieszone te laag is? ^ Stel een hogere temperatuur in. ^ Controleer of: – de superfrost nog aan is; . . . de koelzone of de diepvrieszone niet koelt? Is dat het geval, dan brandt het controlelampje van de superfrost. De superfrost gaat na ca. 30 - 60 uur automatisch uit.
Nuttige tips . . . de koel-vriescombinatie vaker en voor langere tijd aanslaat? ^ Controleer of: . . . de ingevroren producten beginnen te ontdooien, doordat het in de diepvrieszone te warm is? – de luchttoevoeropening beneden in de sokkel of de luchtafvoeropening boven in de kastombouw geblokkeerd of stoffig is; ^ Controleer of de kamertemperatuur onder de klimaatklasse van het apparaat ligt. Zie ook hoofdstuk: "Montage-instructies".
Nuttige tips . . . een zoemer klinkt en de temperatuuraanduiding van de diepvrieszone knippert? . . . het controlelampje van de Superfrost - toets en één van de temperatuuraanduidingen tegelijk knipperen? De temperatuur in de diepvrieszone is veel hoger dan de ingestelde temperatuur, doordat Er is sprake van een technische storing. – de deur van de diepvrieszone vaak open en dicht is gedaan; – er ineens grote hoeveelheden verse levensmiddelen zijn ingevroren.
Nuttige tips . . . in de temperatuuraanduiding van de diepvrieszone "nA" verschijnt? . . . de binnenverlichting in de koelzone het niet meer doet? De stroom is de afgelopen dagen of uren uitgevallen geweest, waardoor de temperatuur in de diepvrieszone te sterk is gestegen. ^ Controleer of de deur van de koelzone ca. 15 minuten open heeft gestaan. ^ Druk op de toets voor het uitschakelen van de zoemer, zolang "nA" brandt. De zoemer houdt op.
Geluiden en de oorzaken ervan Vaak voorkomende geluiden Waar komen deze geluiden vandaan? Brrrrr... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blubb, blubb.... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik.... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr....
Afdeling Klantcontacten / Garantie Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Telefoonnummer en adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de afdeling Klantcontacten altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat namelijk niet worden gewaarborgd in verband met het gevaar voor oververhitting.
Montage-instructies Luchttoevoer en luchtafvoer Een apparaat dat niet is ingebouwd kan kantelen! Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van een raam waar de zon direct door heen kan schijnen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer het apparaat staat te ronken en des te hoger het stroomverbruik is. Geschikt is een droge ruimte waar kan worden geventileerd. Klimaatklasse Het apparaat is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse.
Montage-instructies Voordat u het apparaat inbouwt Had uw oude apparaat een andere scharniertechniek? ^ Haal de opvulstrip, de afdichtingsband en andere toebehoren uit het apparaat of van de achterwand van het apparaat. Wanneer uw oude apparaat een andere scharniertechniek had kunt u toch de meubeldeur gebruiken. Verwijder in dat geval het oude beslag van de inbouwkast. We hebben dit niet meer nodig daar de meubeldeur op de deur van het apparaat wordt gemonteerd.
Inbouwmaten KF 9757 iD 52 Diepvrieszone Hoogte van de inbouwkast A B 549 1772 - 1788
Het instellen van de deurscharnieren De deurscharnieren zijn vanuit de fabriek zo ingesteld, dat de deuren van het apparaat ver open kunnen. Wilt u dat de deuren van het apparaat zacht open- en dichtveren, dan moet u de veerkracht van de deuren vergroten. Zijn er echter redenen dat de deuren niet zo ver open mogen, dan kunnen de deurscharnieren worden aangepast en de deuropeningshoek worden verkleind. Stel de deurscharnieren met de bijgevoegde inbussleutel in.
Het veranderen van de draairichting van de deuren Het apparaat wordt geleverd met rechtsscharnierende deuren. Moeten ze linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting. Voor het veranderen van de draairichting van de deuren hebt u nodig: – een kruiskopschroevendraaier; – een sleufschroevendraaier; – Torx-schroevendraaiers in verschillende maten ^ Schuif de deuren van het apparaat naar buiten en licht ze eruit.
Het veranderen van de draairichting van de deuren De deursluitingsdemper trekt in gedemonteerde toestand samen. Let erop dat u zich niet bezeert. ^ Schroef houder b eraf en verwijder deursluitingsdemper c. ^ Maak kogelpen d met behulp van de steeksleutel los en verwijder de pen. ^ Zet de deuren van het apparaat zo neer dat u de scharnieren aan de voorkant kunt losmaken. gonaal aan de andere kant weer vast. Klap de scharnieren niet samen. Doet u dat wel, dan kunt u zich bezeren.
Het veranderen van de draairichting van de deuren ^ Plaats de stiften ter verkleining van de deuropeningshoek altijd van boven in de scharnieren. ^ Hang de deuren op de voorgemonteerde schroeven en schuif ze naar binnen. ^ Draai de schroeven aan de bovenkant, in het midden en aan de onderkant stevig aan. ^ Klik de afdekkingen a, b en c erop. ^ Plaats de stopjes d in het apparaat.
Het inbouwen van het apparaat Inbouw in een scheidingswand Alle stappen bij de montage worden gedemonstreerd met een apparaat met rechtsscharnierende deuren. Hebt u een apparaat met linksscharnierende deuren, houd daar dan bij de montage rekening mee. Voor het inbouwen van het apparaat hebt u nodig: Wanneer het apparaat in een scheidingswand wordt ingebouwd, moet de achterkant van de inbouwkast op de plek worden afgedekt waar het apparaat moet komen.
Het inbouwen van het apparaat Voordat u het apparaat inbouwt ^ Schroef bij grote meubeldeuren een derde paar bevestigingshaken c in het handvatgedeelte van de deur vast. ^ Schuif het apparaat voor tweederde in de inbouwkast. Let er daarbij op dat de aansluitkabel niet ergens tussen beklemd raakt. Alleen bij meubelwanden van 16 mm dik: ^ Schuif opvulplaat a in de houder. De bultjes moeten daarbij naar beneden wijzen. ^ Klik de opvulplaat met de bultjes in de sleutelgaten b.
Het inbouwen van het apparaat ^ Open de deuren van het apparaat. ^ Plaats afdekking k op bevestigingshaak l. ^ Maak bevestigingshaak l met de schroeven m (M5 x 15) aan de onderkant van het apparaat vast. ^ Verwijder de afdekking g die in de hoek aan de bovenkant zit met behulp van een sleufschroevendraaier. ^ Plaats afdekking h op bevestigingshaak i. ^ Maak bevestigingshaak i met de schroeven j (M5 x 15) aan de bovenkant van het apparaat vast. ^ Trek de beschermfolie van afdichtingsband n af.
Het inbouwen van het apparaat Het inbouwen van het apparaat Bij meubels met deurelementen zoals deurbeslagen, deurstuiters en stootblokjes moet rekening worden gehouden met de afmetingen van deze elementen, zodat ook hier over de hele voorkant een afstand van 42 mm wordt aangehouden. ^ Trek het apparaat naar voren en wel zover als de extra afmeting van de deurelementen. De scharnieren en afdekkingen steken nu naar buiten. Tip: Verwijder de deurelementen.
Het inbouwen van het apparaat Het vastmaken van het apparaat in de inbouwkast ^ Druk het apparaat met de kant waar de scharnieren zitten tegen de wand van de inbouwkast. Verbind het apparaat boven en onder met de inbouwkast en wel door het volgende te doen. ^ Draai de lange spaanplaatschroeven a (4 x 20 mm) boven en onder door de scharnierlussen. ^ Draai de schroeven b die aan de bevestigingshaken c aan de bovenen onderkant zitten een beetje los.
Het inbouwen van het apparaat ^ Breek het uitstekende gedeelte van de onderste afdekking e af. Dit hebt u niet meer nodig. ^ Plaats afdekking g op de onderste bevestigingshaak c. ^ Sluit de deuren van het apparaat. Het monteren van de meubeldeuren ^ Teken met een potlood een middellijn op de binnenkant van de meubeldeur. ^ Hang bevestigingstraverse d met de montagehulpstukken op de binnenkant van de meubeldeur. Stel de bevestigingstraverse precies in het midden.
Het inbouwen van het apparaat Het vastschroeven van de deur van het apparaat aan de meubeldeur ^ Hang de meubeldeur op de stelschroeven h. ^ Draai de moeren c losjes op de stelschroeven. ^ Sluit de deur en controleer de afstand van de deur tot de meubeldeuren daarnaast. ^ Stel de meubeldeur ten opzichte van de meubeldeuren daarnaast. Het stellen aan de zijkanten: de juiste afstand X krijgt u door de meubeldeur te verschuiven.
Het inbouwen van het apparaat ^ Zet de bovenste afdekkingen i erop en laat ze vastklikken. ^ Sluit de deuren. Stel ze in lijn met de meubeldeuren daarnaast. ^ Draai de moeren e aan de deuren van het apparaat met de ringsleutel f vast. Houd de stelschroef g daarbij met een sleufschroevendraaier vast. ^ Opvulplaat h mag niet uitsteken, maar moet volledig in de inbouwkast verdwijnen. ^ Draai alle schroeven nog eens stevig aan. 64 ^ Zet de afdekkingen j erop en laat ze hoorbaar vastklikken.
Het inbouwen van het apparaat U kunt er zeker van zijn dat het apparaat goed is ingebouwd, als: – de deuren van het apparaat goed sluiten; – de deuren van het apparaat niet tegen de kast aan komen; – de dichting in de hoek aan de bovenkant waar het handvat zit stevig zit. Controle ^ Leg een zaklamp in het apparaat en doe de deuren van het apparaat dicht. ^ Doe het licht in het vertrek uit. ^ Controleer of het licht in het apparaat aan de zijkanten naar buiten dringt.
Wijzigingen voorbehouden / 0709 KF 9757 iD M.-Nr.