Operation Manual
Het apparaat in- en uitschakelen
22
°C
5
-18
°C
Startscherm
Het startscherm verschijnt.
De verlichting in het apparaat gaat aan
en wordt sterker totdat de maximale
lichtsterkte bereikt is. Het apparaat is
ingeschakeld en begint te koelen. Het
koelt af tot de voorgeprogrammeerde
temperaturen:
– Temperatuur in de koelzone = 5 °C
– Temperatuur in de diepvrieszone=
-18°C
Startscherm
°C
5
-18
°C
Vanuit het startscherm kunt u alles in-
stellen.
Daartoe is het display in verschillende
velden verdeeld:
In het bovenste veld staat de tempe-
ratuur van de koelzone.
Als u de temperatuurweergave aan-
raakt, komt u in de temperatuurweerga-
ve van de koelzone. Hier kunt u de tem-
peratuur instellen of wijzigen (zie "De
juiste temperatuur - De temperatuur in-
stellen") en de functie Superkoelen
en/of de functie DynaCool kiezen (zie
"Superfrost, Superkoelen en
DynaCool").
In het onderste veld staat de tempe-
ratuur van de diepvrieszone.
Dit temperatuurbereik wordt ook met
aangegeven.
Als u de temperatuurweergave aan-
raakt, komt u in de temperatuurweerga-
ve van de diepvrieszone. Hier kunt u de
temperatuur instellen of wijzigen en de
functie Superfrost kiezen (zie "Super-
frost, Superkoelen en DynaCool")
In het rechterveld staat de instel-
lingsmodus.
Als u het symbool aanraakt, komt u
in de instellingsmodus. Hier kunnen in-
stellingen gewijzigd worden (zie "Het
wijzigen van instellingen").