Gebruiks- en montage-aanwijzing Koel-vriescombinatie met NoFrost-systeem en DynaCool KFN 37282 iD Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Inhoud Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Flesplateau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Tweedelig plateau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . .
Inhoud Het opslaan in de PerfectFresh-zone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 De PerfectFresh-zone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Droogtevak , . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Vochtvak ,, . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Montage-instructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Plaats van opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Klimaatklasse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Luchttoevoer en luchtafvoer . . . . .
Beschrijving van het apparaat Bedieningspaneel a Aan/Uit - toets van de koelzone b Temperatuurtoets van de koelzone c Superkoeling - toets i Aan / Uit - toets van de diepvrieszone en de koelzone j Temperatuurtoets van de diepvrieszone k Superfrost - toets d Display e Alarm - symbool f Superkoeling - symbool l Toets voor het uitschakelen van de zoemer g Vergrendelingssymbool h Temperatuuraanduiding m Menu - symbool (Instellingsmodus: Vergrendeling in- / uitschakelen; Temperatuur in de PerfectFresh-zone
Beschrijving van het apparaat a Bedieningspaneel b Ventilator c Deurvak met eierhouder d Binnenverlichting e Plateaus f Deurvak voor flessen g Droogtevak PerfectFresh-zone h Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater i Regelaar voor het instellen van de luchtvochtigheid in het vochtvak j Vochtvak PerfectFresh - zone k Diepvriesladen 7
Beschrijving van het apparaat Na te bestellen accessoires Flesplateau Flessen kunt u op het flesplateau leggen. Daarmee bespaart u ruimte. Het flesplateau kan op verschillende manieren in het apparaat worden geplaatst. Tweedelig plateau Dit plateau bestaat uit twee delen waarvan het voorste gedeelte onder het achterste gedeelte kan worden geschoven. Wanneer u hoge producten in het apparaat wilt plaatsen, bijv. flessen, kunt u hiervan gebruik maken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Het apparaat is niet geschikt voor het koelen en bewaren van medicamenten, bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke. Opslag van deze producten in het apparaat kan tot kwaliteitsverlies en zelfs tot bederf van de opgeslagen levensmiddelen leiden. ~ Het apparaat mag niet worden gebruikt in explosiegevoelige ruimten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Het koelsysteem is op lekken gecontroleerd. Het apparaat vol- doet aan de desbetreffende veiligheidsbepalingen en EU-richtlijnen. ~ Dit apparaat bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Vergelijk vóórdat u het apparaat aansluit de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien. ~ De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran- deerd als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er geen elektrische spanning op het apparaat staan. Dat is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: – als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld, – als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verdere tips voor het gebruik ~ Het apparaat heeft een bepaalde klimaatklasse. De klimaatklasse is een kamertemperatuurbereik waar de temperatuur niet boven of onder mag liggen en staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw apparaat. Een te lage temperatuur heeft tot gevolg dat de compressor voor langere tijd afslaat, zodat het apparaat de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Haal flessen die u in de diepvrieszone hebt gelegd om snel te koelen er na maximaal één uur weer uit. Dit om te voorkomen dat de flessen uit elkaar springen, dat u letsel oploopt en dat het apparaat beschadigd raakt. ~ Raak ingevroren levensmiddelen en metalen onderdelen niet met natte handen aan om letsel aan uw handen te voorkomen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Reiniging en onderhoud ~ Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen dat deze in de loop van de tijd poreus wordt. ~ Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het apparaat nooit een stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met spanningvoerende delen van het apparaat en zo kortsluiting veroorzaken. ~ Gebruik geen scherpe voorwerpen om – rijp- en ijslagen te verwijderen – en vastgevroren levensmiddelen los te wrikken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt ~ Maak het slot onbruikbaar om te voorkomen dat kinderen niet in het apparaat ingesloten kunnen raken en in levensgevaar komen. ~ Beschadig geen delen van het koelsysteem, bijv. door – koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken; – buisleidingen om te buigen; – beschermende lagen af te krabben. Spuit er koelmiddel uit, kan dat oogletsel veroorzaken.
Het besparen van energie Belangrijk bij plaatsing en onderhoud Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik Plaats het apparaat in een geventileerde ruimte. In gesloten, niet geventileerde ruimtes Stel het apparaat niet bloot aan zonnestralen. Direct blootgesteld aan zonnestralen Plaats het apparaat niet naast een warmtebron. Naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Zorg voor een omgevingstem- Bij een hoge omgevingstemperatuur van ca. 20°C.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Belangrijk bij bediening en gebruik Te hoog energieverbruik Plaats de plateaus, laden en vakken zoals bij levering. Open de deur alleen indien nodig en zo kort mogelijk. Leg de levensmiddelen bij het inruimen meteen op de goede plek. Deur vaak en lang openen betekent koudeverlies en instroom van warme omgevingslucht. Het apparaat heeft tijd nodig om daartegenop te koelen en de compressor moet langer werken.
Het in- en uitschakelen van het apparaat Vòòr het eerste gebruik Beschermfolie De roestvrijstalen lijsten aan de plateaus en de deurvakken zijn tijdens het transport van een beschermfolie voorzien. Het inschakelen van het apparaat Met de rechter Aan / Uit - toets kunt u de diepvrieszone en de koelzone tegelijk inschakelen. ^ Trek deze folie van de roestvrijstalen lijsten af. Reiniging ^ Reinig de binnenkant van het apparaat en de toebehoren met lauwwarm water. ^ Wrijf daarna alles met een doek droog.
Het in- en uitschakelen van het apparaat Het uitschakelen van het apparaat ^ Druk op de rechter Aan / Uit - toets totdat het display uitgaat. De koelzone en de diepvrieszone zijn uitgeschakeld. Is dat niet het geval, dan is de vergrendeling ingeschakeld. Het weer inschakelen van de koelzone ^ Druk op de linker Aan / Uit - toets van de koelzone. De temperatuuraanduiding van de koelzone gaat branden. De koelzone begint te koelen. ^ Schakel in dat geval de vergrendeling uit.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langzamer de micro-organismen groeien en des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven.
De juiste temperatuur Temperatuuraanduiding Is het apparaat normaal in gebruik, dan geeft de temperatuuraanduiding in het display de gemiddelde temperatuur van de koelzone en de temperatuur van de warmste plek in de diepvrieszone aan, die op dat moment heersen. Wanneer er voor de koelzone of diepvrieszone een andere temperatuur wordt ingesteld, gaat de temperatuur in de temperatuuraanduiding knipperen.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperatuur in de koel- en diepvrieszone De temperatuur is instelbaar – in de koelzone van 3°C tot 9°C; – in de diepvrieszone van -15°C tot -26°C. De temperaturen van de koelzone en diepvrieszone kunt u met de desbetreffende toets instellen. ^ Druk zo vaak op de temperatuurtoets, totdat de gewenste temperatuur in de temperatuuraanduiding verschijnt.
De juiste temperatuur Het duurt enige tijd voordat de voor de PerfectFresh-zone gewijzigde temperatuur is bereikt. ^ Druk nu kort op de Superfrost - toets om de functie op te roepen. In het display verschijnt b en de temperatuurwaarde die de laatste keer is ingesteld. ^ Druk op de rechter temperatuurtoets. Door daarop te drukken kunt u de temperatuur in de PerfectFresh-zone wijzigen. U kunt kiezen tussen de standen 1 tot en met 9. Bij 1 is de temperatuur het laagst en bij 9 is de temperatuur het hoogst.
Het wijzigen van instellingen Instellingsmodus Bepaalde instellingen van het apparaat kunt u alleen in de instellingsmodus wijzigen. Temperatuur in de PerfectFresh-zone wijzigen Vergrendeling in- en uitschakelen b c Hoe u de temperatuur in de PerfectFresh-zone wijzigt, wordt beschreven in het hoofdstuk: "De juiste temperatuur". Hoe u de vergrendeling in- en uitschakelt, wordt hieronder beschreven. ^ Druk nu kort op de Superkoeling toets om de vergrendelingsfunctie op te roepen.
Het wijzigen van instellingen – Het uitschakelen van de vergrendeling ^ Druk ca. 5 seconden op de Superkoeling - toets. Menu - symbool X gaat branden en in het display knippert c. De instellingsmodus is nu geactiveerd. ^ Druk nu kort op de Superkoeling toets om de vergrendelingsfunctie op te roepen. In het display verschijnt c0. ^ Druk nu op de Superkoeling - toets om de vergrendeling uit te schakelen. Vergrendelingssymbool 0 gaat uit.
Temperatuur- en deuralarm Dit apparaat is uitgerust met een waarschuwingssysteem, waarmee wordt voorkomen dat de temperatuur in de diepvrieszone ongemerkt stijgt en dat er teveel energie wordt verbruikt, bijv. wanneer er een deur te lang openstaat. Temperatuuralarm Wanneer de vriestemperatuur in het apparaat te veel stijgt, gaat er een zoemer en beginnen tegelijkertijd de temperatuuraanduiding en alarm-symbool ; te knipperen.
De functie "Superkoeling" Het gebruik van de superkoeling Het uitschakelen van de superkoeling Met behulp van de functie "Superkoeling" daalt de temperatuur in de koelzone zeer snel zo laag mogelijk. Hoe laag hangt af van de kamertemperatuur. De superkoeling wordt automatisch na ca. 12 uur uitgeschakeld. Het gebruik van de superkoeling is vooral dan aan te raden, wanneer u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of drank opslaat en snel wilt laten afkoelen. Superkoeling – symbool ª gaat uit.
De functie "Superfrost" Het gebruik van de superfrost Het uitschakelen van de superfrost Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden. De superfrost wordt automatisch na ca. 65 uur uitgeschakeld. Voor het optimaal invriezen van deze levensmiddelen kunt u daarom het beste de functie "Superfrost" inschakelen, en wel 6 uur vòòrdat u de levensmiddelen in de diepvrieszone legt.
Het opslaan in de koelzone Gedeelten met verschillende temperaturen – Worst, kant-en-klaar-gerechten Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen.Zo zakt de koude, zware lucht in het onderste gedeelte van de koelzone. Maak bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van deze verschillende temperaturen. – Alle soorten deeg Dit is een apparaat met een automatische, dynamische koeling (DynaCool).
Het opslaan in de koelzone Niet geschikt voor de koelkast Koudegevoelige levensmiddelen zijn niet geschikt om bij temperaturen onder de 5°C te worden bewaard. Te lage temperaturen kunnen een negatieve invloed hebben op de smaak, het vitaminegehalte, het uiterlijk en de consistentie van deze levensmiddelen.
Het opslaan in de PerfectFresh-zone De PerfectFresh-zone In de PerfectFresh-zone zijn de koelcondities voor fruit, groenten, vis, vlees en melkproducten optimaal. Deze levensmiddelen blijven veel langer vers en smaak en vitaminen blijven behouden. In de PerfectFresh-zone wordt de temperatuur automatisch geregeld en ligt bij 0 - 3 °C. Deze temperaturen zijn lager dan in een gewone koelzone, maar voor levensmiddelen die niet gevoelig zijn voor koude zijn dit de ideale opslagtemperaturen.
Het opslaan in de PerfectFresh-zone Droogtevak , Het droogtevak is vooral geschikt voor de opslag van levensmiddelen die niet lang houdbaar zijn. – Verse vis en schaaldieren – Vlees, gevogelte, worst – Delicatessen Gewone (niet verhoogde) luchtvochtigheid , Met deze instelling , wordt het vochtvak een droogtevak. Met de schuifregelaar worden de openingen naar het vak geopend en kan de in het vak heersende luchtvochtheid ontsnappen. Zie paragraaf: "Droogtevak ,".
Het opslaan in de PerfectFresh-zone Bent u niet tevreden met de manier waarop uw opgeslagen levensmiddelen worden gekoeld, bijv. wanneer ze al na korte tijd slap worden, neem dan onderstaande aanwijzingen in acht. ^ Sla alleen verse levensmiddelen op. De staat waarin levensmiddelen verkeren wanneer u ze in de koelkast legt is heel belangrijk. ^ Reinig de PerfectFresh-zone vòòrdat u de levensmiddelen daarin legt. ^ Dep zeer vochtige levensmiddelen vòòrdat u ze in de PerfectFresh-zone legt.
Het indelen van de binnenruimte Deurvakken Plateaus Wilt u een deurvak verplaatsen, doe dan het volgende. De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergezet / neergelegd. ^ Schuif het deurvak naar boven en haal het eruit. ^ Zet het deurvak er op de gewenste plaats weer in. Zorg er daarbij voor dat het goed vastklikt. Flessensteun ^ Til het plateau iets op. ^ Trek het iets naar voren. ^ Til het met de uitsparing over de plateauribben heen.
Het indelen van de binnenruimte Vakken van de PerfectFreshzone De vakken van de PerfectFresh-zone zijn op telescopische geleiders inschuifbaar en uittrekbaar. Wanneer u er levensmiddelen in wilt leggen of er uit wilt halen of wanneer u de vakken wilt schoonmaken, kunt u ze er het beste helemaal uithalen. Om de vakken en het deksel daartussen makkelijker uit het apparaat te kunnen halen, kunt u het deurvak voor flessen beter verwijderen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Maximale vriescapaciteit Levensmiddelen kunnen het beste zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Daarvoor is het noodzakelijk dat de maximale vriescapaciteit niet wordt overschreden. De maximale vriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op het typeplaatje "Vriescapaciteit ..... kg/24 h" en is berekend volgens de norm DIN EN ISO 15502.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen Gebruik voor het invriezen alleen verse levensmiddelen waar geen rotte plekken in zitten! Waar u daarbij op moet letten – Geschikt om in te vriezen zijn: vers vlees, gevogelte, wildbraad, vis, groenten, kruiden, vers fruit, zuivelproducten, brood en banket, kliekjes, eigeel, eiwit en vele kant-en-klaarproducten.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Vòòr het inruimen Gaat het om een hoeveelheid van meer dan 1 kg, ^ schakel dan enige tijd vòòr het inruimen de superfrost in. Zie hoofdstuk: "De functie "Superfrost"". De levensmiddelen die al zijn ingevroren krijgen zo een koudereserve. Het inruimen Let op de maximale belading van diepvriesladen en glasplaten.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het ontdooien van ingevroren levensmiddelen Het bereiden van ijsblokjes Dat kunt u doen – in de magnetron; – in de oven bij het verwarmingssysteem "Hetelucht" of "Ontdooien"; – bij kamertemperatuur; – in de koelkast (de koude die daarbij vrijkomt kan voor het koelen van de andere levensmiddelen worden gebruikt); – in de stoomoven. Platte stukken vlees en vis kunnen gedeeltelijk ontdooid in een hete braadpan worden gelegd.
Het automatisch ontdooien van het apparaat Het ontdooien van de koelzone en de PerfectFresh-zone Het ontdooien van de diepvrieszone Deze zones worden automatisch ontdooid. Het apparaat is uitgerust met een "NoFrost" - systeem. Dat houdt in dat het automatisch ontdooit. Terwijl de compressor in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone en van de PerfectFresh-zone rijp en waterpareltjes vormen.
Het reinigen van het apparaat Zorg ervoor dat er geen water in de elektronica of in de verlichting terechtkomt. Zorg ervoor dat er geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater loopt. Gebruik voor het reinigen van het apparaat nooit een stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met spanningvoerende delen van het apparaat en zo kortsluiting veroorzaken. Het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat mag niet worden verwijderd.
Het reinigen van het apparaat Het reinigen van de binnenruimte en de toebehoren Reinig de koelzone en de toebehoren van het apparaat regelmatig, minstens èèn keer in de maand. Reinig de diepvrieszone iedere keer na het ontdooien. ^ Pak deze tussenplaat met beide handen vast en haal de plaat uit het apparaat. Neem vuil direct af en laat het niet opdrogen. ^ Haal ook alle andere delen uit het apparaat die kunnen worden verwijderd. ^ Gebruik voor het reinigen wat lauwwarm water met wat reinigingsmiddel.
Het reinigen van het apparaat Onderstaande onderdelen mogen niet in de afwasautomaat worden gereinigd: – de roestvrijstalen lijsten en de beschermlijsten aan de plateaus; – de vakken van de PerfectFresh-zone en het deksel tussen de vakken; – de tussenplaat – en de diepvriesladen. ^ Reinig de onderdelen die niet in de afwasautomaat mogen worden gereinigd, met de hand.
Het reinigen van het apparaat Na het reinigen ^ Plaats alle onderdelen weer terug in het apparaat. ^ Sluit het apparaat weer aan ^ en schakel het weer in. ^ Schakel de superkoeling in, zodat het in het apparaat weer snel koud wordt. ^ Schakel de superfrost in, zodat het in de diepvrieszone weer snel koud wordt. ^ Leg de levensmiddelen weer terug in de koelzone. ^ Sluit de deuren van het apparaat.
Nuttige tips De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen krijgen kunt u zelf oplossen. Het volgende overzicht helpt u daarbij. Neem contact op met Miele als u de oorzaak van een probleem niet kunt vinden of het probleem niet kunt verhelpen. Open de deur van het apparaat als het enigszins mogelijk is niet vóórdat de storing is verholpen. Op deze manier houdt u het koudeverlies zo gering mogelijk.
Nuttige tips De compressor slaat steeds vaker en voor steeds langere tijd aan; de temperatuur in het apparaat daalt. Probleem Oorzaak Oplossing De temperatuur in het apparaat is te laag. Er is een te lage temperatuur ingesteld. ^ Corrigeer de temperatuur. De deur van de diepvrieszone zit niet goed dicht. ^ Controleer of de deur van de diepvrieszone goed sluit. Er is ineens een vrij grote hoeveelheid verse levensmiddelen ingevroren.
Nuttige tips Probleem Oorzaak Oplossing De compressor slaat steeds vaker en voor steeds langere tijd aan. De ventilatiegleuven in de kastombouw zijn geblokkeerd of er zit veel stof in. ^ Zorg ervoor dat de ventilatiegleuven niet worden geblokkeerd. ^ Zorg ervoor dat de ventilatiegleuven stofvrij zijn. De deuren van het apparaat ^ Open de deuren alleen als het echt nodig is en alzijn vaak open en dicht getijd maar zo kort mogelijk.
Nuttige tips De compressor slaat steeds minder vaak en voor steeds kortere tijd aan; de temperatuur in het apparaat stijgt. Probleem Oorzaak Oplossing De temperatuur in het apparaat is te hoog. Dit is geen storing! ^ Corrigeer de temperatuur. ^ Controleer de temperatuur nog een keer na 24 uur. De omgevingstemperatuur ^ Volg de aanwijzingen in De ingevroren lehet hoofdstuk: "Montagevensmiddelen begin- is voor dit apparaat te laag. instructies", paragraaf: nen te ontdooien.
Nuttige tips Weergave in het display Probleem Oorzaak In het display verschijnt "F0 tot F9". Er is sprake van een defect. ^ Schakel de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland in. In het display knipperen alarmsymbool ; samen met de temperatuuraanduiding.
Nuttige tips Binnenverlichting Probleem Oorzaak Oplossing De binnenverlichting doet het niet. Het apparaat is niet ingeschakeld. ^ Druk op de Aan/Uit toets. Wanneer de deur wordt geopend, gaat de binnenverlichting na ca. 15 minuten automatisch uit in verband met gevaar voor oververhitting. Is dat niet het geval, is er sprake van een storing. ^ Schakel de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland in.
Nuttige tips Andere problemen Probleem Oorzaak De deur van de diepvrieszone kan niet verschillende keren achter elkaar worden geopend. Dat is geen storing. Door de Hier kunt u niets aan doen. zuigende werking kunt u de deur pas na enige tijd zonder moeite openen. De ingevroren levensmiddelen zijn vastgevroren. Der verpakking van de levensmiddelen was niet droog toen ze in het apparaat werden gelegd. Het lukt niet om het De vergrendeling is ingeapparaat uit te scha- schakeld. In het display kelen.
Geluiden en de oorzaken ervan Vaak voorWaar komen deze geluiden vandaan? komende geluiden Brrrrr ... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blub, blub ... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik ... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr ...
Afdeling Klantcontacten / Garantie Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Adres, telefoonnummer en website van Miele Nederland vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten het type en het serienummer van uw apparaat weten. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje dat zich in het apparaat bevindt.
Informatie voor onderzoeksinstituten Onderzoeken moeten volgens de geldende normen en richtlijnen worden uitgevoerd. Bovendien moet er bij de voorbereiding en uitvoering van onderzoeken rekening worden gehouden met – de beladingsschema's – en de aanwijzingen in de gebruiksen montage-aanwijzing. 56 De PerfectFresh-zone voldoet aan de eis van een koelvak volgens EN ISO 15502.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. De zekering dient te geschieden met minimaal 10 A. Het apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde en op een huisinstallatie die aan alle voorschriften voldoet (zoals NEN 1010).
Montage-instructies Een apparaat dat niet is ingebouwd kan kantelen! Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van een raam waar de zon direct doorheen kan schijnen. Hoe hoger de kamertemperatuur is, des te langer de compressor in werking en des te hoger het stroomverbruik is. Geschikt is een droge ruimte waar kan worden geventileerd. Let bij het inbouwen van het apparaat op het volgende.
Montage-instructies Luchttoevoer en luchtafvoer Voor de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen moeten die maten worden aangehouden die wij hebben aangegeven. Gebeurt dat niet, slaat de compressor steeds vaker en voor steeds langere tijd aan, stijgt het energieverbruik en stijgt de werkingstemperatuur van de compressor, wat schade aan de compressor kan veroorzaken. De lucht aan de achterwand van het apparaat wordt warm.
Montage-instructies Voordat u het apparaat inbouwt ^ Pak vòòr het inbouwen de zak met montage-onderdelen en andere accessoires uit het apparaat en verwijder het afdichtingsband van de deur van het apparaat. ^ Verwijder in geen geval de volgende voorwerpen van de achterwand van het apparaat. ^ Open de deur van het apparaat en trek de rode transportbeveiliging a (modelafhankelijk) er af. – De afstandhouders. Deze zorgen voor de noodzakelijke afstand tussen de achterwand van het apparaat en de muur.
Inbouwmaten Let er vòòr het inbouwen op, dat voor de inbouwkast en voor de luchttoevoeren luchtafvoeropeningen die maten worden aangehouden die wij hebben aangegeven.
Het instellen van de deurscharnieren De deurscharnieren zijn standaard zo ingesteld, dat de deur van het apparaat ver open kan. Zijn er echter redenen dat de deur niet zo ver open mag, dan kunnen de deurscharnieren worden aangepast en de deuropeningshoek worden verkleind. Wanneer de deur van het apparaat bij voorbeeld tegen een aangrenzende muur slaat wanneer hij opengaat, moet de deuropeningshoek tot 90° worden verkleind. ^ Plaats de bijgevoegde stiften van boven in de scharnieren.
Het veranderen van de draairichting van de deuren Het is beslist noodzakelijk dat u iemand vraagt om u daarbij te helpen. ^ Open beide deuren van het apparaat. ^ Haal de deurvakken uit het apparaat. Het apparaat wordt geleverd met rechtsscharnierende deuren. Moeten de deuren linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting. Voor het veranderen van de draairichting hebt u onderstaand gereedschap nodig: ^ Haal de afdekkingen a, b, c en d er af.
Het veranderen van de draairichting van de deuren ^ Draai de schroeven e en f aan de scharnieren een beetje los. ^ Draai de schroeven e er helemaal uit. ^ Schuif de deuren van het apparaat g en h naar buiten en licht ze er uit. ^ Zet het bevestigingselement i er aan de andere kant weer op en draai de schroeven e er losjes in. ^ Draai de schroeven f er helemaal uit en schroef ze er losjes aan de andere kant weer in.
Het veranderen van de draairichting van de deuren Voer de volgende stappen bij beide deuren uit. ^ Leg de losse deur op een stabiele ondergrond met de buitenkant naar boven. Klap de scharnieren niet samen om te voorkomen dat u zich bezeert. ^ Schuif de deuren van het apparaat g en h op de voorgemonteerde schroeven e en f en draai de schroeven e en f stevig aan. ^ Draai de schroeven j er helemaal uit. ^ Klik de afdekkingen a, b, c en der op. ^ Zet de scharnieren er diagonaal aan de andere kant k op.
Het inbouwen van het apparaat Vraag iemand anders u te helpen bij het inbouwen. ^ Gebruik alleen een stevig, stabiel inbouw-keukenmeubel op een vlakke vloer. ^ Zorg ervoor dat de inbouwkast niet kan kantelen. ^ Stel het keukenmeubel met een waterpas. De hoeken van de kast moeten allemaal 90° zijn, omdat de meubeldeur anders niet precies tegen alle vier de hoeken aanligt. ^ Voor de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen moeten die maten worden aangehouden die wij hebben aangegeven.
Het inbouwen van het apparaat Voor het monteren hebt u onderstaande onderdelen nodig. – Voor het bevestigen van de meubeldeur: Alle onderdelen die u voor de montage nodig hebt, hebben een nummer. Bij de montagebeschrijving wordt er verwezen naar deze nummers. – Voor de inbouw van het apparaat in de inbouwkast (meubelkast): Alle stappen bij de montage worden gedemonstreerd met een apparaat met rechtsscharnierende deuren.
Het inbouwen van het apparaat ^ Schuif het apparaat voor tweederde in de inbouwkast. Let er daarbij op dat de aansluitkabel niet ergens tussen beklemd raakt. Tip om het inschuiven wat te vergemakkelijken: Maak aan de stekker een stuk touw vast en verleng zo het elektrische snoer. Trek het elektrische snoer dan door de inbouwkast. Het apparaat kan dan na te zijn ingebouwd makkelijk worden aangesloten.
Het inbouwen van het apparaat ^ Schroef de stelvoeten l er nu helemaal in. ^ Haal afdekking f er af. ^ Maak bevestigingselement g met de schroeven h links boven aan het apparaat vast. Draai de schroeven niet stevig aan, zodat het bevestigingselement nog te verschuiven is. ^ Plaats het gedeelte met de opstaande rand i op bevestigingshaak j. ^ Maak bevestigingshaak j met de schroeven k aan de onderkant van het apparaat vast, maar draai de schroeven niet stevig aan, zodat de haak nog te verschuiven is.
Het inbouwen van het apparaat Het inbouwen van het apparaat ^ Schuif het apparaat zover in de inbouwkast, totdat de bevestigingshaken tegen de voorkant van de zijwanden van de inbouwkast aankomen. ^ Controleer nog een keer of de bevestigingshaken boven en onder tegen de voorkant van de zijwanden van de inbouwkast aankomen. Zo wordt over de hele breedte tussen het apparaat en de voorkant van de zijwanden van de kast een afstand aangehouden van 42 mm.
Het inbouwen van het apparaat Wordt er tussen het apparaat en de voorkant van de zijwanden van de kast geen afstand van 42 mm aangehouden, gaat de deur misschien niet goed dicht. Dat kan ertoe leiden dat zich ijs of condenswater vormt en dat er andere storingen optreden die een stijging van het energieverbruik tot gevolg hebben. Het bevestigen van het apparaat in de inbouwkast ^ Schuif de loszittende bevestigingshaken tegen de meubelwand aan. ^ Maak bevestigingshaak j met schroef s aan de meubelwand vast.
Het inbouwen van het apparaat Schuif om het apparaat in de inbouwkast extra vast te zetten de bijgevoegde staven tussen apparaat en vloer van de inbouwkast. ^ Breek de uitstekende einden van de bevestigingshaken af en gooi ze weg. ^ Zet de afdekkingen f en u op de bevestigingshaken. ^ Maak eerst greep v aan een staaf w vast. ^ Schuif de staaf tussen apparaat en meubelvloer naar binnen totdat de staaf tegen de achterwand aankomt.
Het inbouwen van het apparaat Het monteren van de meubeldeuren De meubeldeur moet minstens 16 mm en maximaal 19 mm dik zijn. De volgende spleetmaten moeten worden aangehouden. – De spleet tussen de meubeldeur en de kastdeur daarboven moet minstens 3 mm bedragen. Wanneer er een meubeldeur wordt gemonteerd die het maximaal toelaatbare gewicht overschrijdt, kunnen de scharnieren beschadigd raken. Controleer voordat u de meubeldeuren monteert of ze het maximaal toelaatbare gewicht niet overschrijden.
Het inbouwen van het apparaat Voer de volgende stappen bij beide deuren uit. Tip: Schuif met het meubelfront de montagehulpstukken b ter hoogte van de deuren van de meubels ernaast. Vanuit de fabriek is de afstand tussen deur van het apparaat en de bevestigingstraverse op 8 mm a ingesteld. ^ Controleer deze afstand en stel deze indien nodig opnieuw in. ^ Schuif de montagehulpstukken b ter hoogte van de meubeldeur.
Het inbouwen van het apparaat ^ Leg de deur op een stabiele ondergrond met de buitenkant naar beneden. ^ Schuif de afdekking aan de zijkant q op de bevestigingstraverse tegenover de kant waar de scharnieren zitten. ^ Draai de meubeldeur om en maak de handgreep vast, indien nodig. ^ Teken met een potlood een middellijn op de binnenkant van de meubeldeur e. ^ Hang bevestigingstraverse d met de montagehulpstukken op de binnenkant van de meubeldeur. Stel de bevestigingstraverse precies in het midden.
Het inbouwen van het apparaat ^ Open de deur van het apparaat. Het stellen van de deur y x x y ^ Hang de meubeldeur op de stelschroeven h. ^ Draai de moeren c losjes op de stelschroeven. ^ Sluit de deur en controleer de afstand van de deur tot de meubeldeuren daarnaast. – Het verstellen aan de zijkanten (X) Deze moet gelijk zijn. ^ Draai de stelschroeven h met een schroevendraaier. ^ Verschuif de meubeldeur.
Het inbouwen van het apparaat ^ Draai de moeren c aan de deuren van het apparaat met ringsleutel j vast. Houd stelschroef h daarbij met een schroevendraaier vast. ^ Zorg ervoor dat opvulplaat k er niet uitsteekt, maar volledig in de inbouwkast verdwijnt. ^ Boor de bevestigingspunten l in de meubeldeur vòòr en draai er de schroeven m in. Let er daarbij op dat de beide metalen randen (symbool II) evenwijdig lopen. ^ Sluit beide deuren.
Het inbouwen van het apparaat ^ Draai alle schroeven nog een keer stevig vast. U kunt er zeker van zijn dat het apparaat goed is ingebouwd, als: – de deuren van het apparaat goed sluiten; – de deuren van het apparaat niet tegen de kast aan komen; – de dichting in de hoek aan de bovenkant waar het handvat zit stevig zit. Wilt u controleren of het apparaat goed is ingebouwd, doe dan het volgende. ^ Leg een zaklamp in het apparaat en doe de deuren van het apparaat dicht. ^ Doe het licht in het vertrek uit.
Wijzigingen voorbehouden / 0613 KFN 37282 iD M.-Nr.