Gebruiksaanwijzing Keramische kookplaten KM 453 KM 454 Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 KM 453. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 KM 454. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Sensortoetsen en info-displays . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Kookzones . . . .
Inhoud Klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Het instelprincipe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Het instellen van de kookwekker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Automatisch uitschakelen van een kookzone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . .
Algemeen KM 453 Kookplaat ac Gewone kookzones bd Vario-kookzones e Bedieningspaneel Bedieningspaneel Sensortoetsen: f Kookzonebediening g Klok (zie de rubriek "Sensortoetsen en info-displays") i Kookplaat AAN/UIT j Vergrendeling Controlelampje: h Vergrendeling 4
Algemeen KM 454 Kookplaat d y c w w u n w u v n w s b f e a g ad Vario-kookzones be Gewone kookzones c Braadzone f Bedieningspaneel Bedieningspaneel Sensortoetsen: g Kookzonebediening h Klok (zie de rubriek "Sensortoetsen en info-displays") j Kookplaat AAN/UIT k Vergrendeling Controlelampje: i Vergrendeling 5
Algemeen Sensortoetsen en info-displays Sensortoetsen: l Kookzonevergroting m Toetsen voor het instellen van de vermogensstand en het uitschakelen van de kookzone Weergave: n Kookzonevergroting o0 1 t/m 12 ~, | of # F = = = = Klaar voor gebruik Vermogensstand Restwarmte Foutmelding (zie de rubriek "Automatische uitschakeling") p Standenindicator: het aantal segmenten dat oplicht komt overeen met de ingestelde vermogensstand (uitzondering: zie de rubriek "Koken met aankookautomaat").
Algemeen Kookzones Kookzone KM 453 KM 454 ø in cm Vermogen in Watt bij 230 V ø in cm Vermogen in Watt bij 230 V y 14,5 1100 14,5 / 21,0 1000 / 2000 w 14,5 / 21,0 1000 / 2000 14,5 1100 x 14,5 1100 17,0 / 17,0 x 26,5 1500 / 2600 z 12,0 / 18,0 700 / 1700 12,0 / 18,0 700 / 1700 v - - 14,5 1100 Totaal: 5900 Totaal: 8500 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het inbouwen en aansluiten van het apparaat Dit apparaat mag uitsluitend door een vakman worden ingebouwd en aangesloten. Deze is precies op de hoogte van de landelijke voorschriften en van de voorschriften van het gemeentelijke energiebedrijf en houdt zich daar strikt aan. Wanneer er bij het inbouwen en aansluiten van het apparaat fouten worden gemaakt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verantwoord gebruik Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan het apparaat. Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat u niet met delen in aanraking komt die onder spanning staan. Gebruik dit apparaat niet om er een ruimte mee te verwarmen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Kinderen Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van deze gebruiksaanwijzing. Kinderen kunnen de gevaren van een apparaat niet altijd goed inschatten. Houd daarom voldoende toezicht.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het voorkomen van schade aan het apparaat Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een licht voorwerp, zoals een zoutvaatje, kan scheuren of barsten veroorzaken als het verkeerd terechtkomt. Gebruik geen pannen of schalen met een niet gepolijste bodem (bijvoorbeeld gietijzer) of met een scherpe bodemrand. Daardoor ontstaan krassen die niet meer te verwijderen zijn. Ook zandkorrels kunnen krassen veroorzaken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het voorkomen van brandwonden Wanneer u de kookzones gebruikt, worden deze zeer heet. Ook na het uitschakelen blijven ze dat nog enige tijd. De restwarmte-indicator geeft aan of een kookzone nog heet is. Trek altijd ovenwanten aan of gebruik pannenlappen als u met het hete apparaat werkt. De ovenwanten of pannenlappen mogen niet nat of vochtig zijn, omdat ze de warmte dan beter geleiden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Als het apparaat defect is Wanneer u een defect aan het apparaat constateert, schakel dan eerst het apparaat uit en daarna de hoofdschakelaar van de huisinstallatie. Draai smeltveiligheden er volledig uit. Is het apparaat niet ingebouwd en heeft het geen vaste aansluiting, trek dan ook de aansluitkabel uit het stopcontact. Pak de aansluitkabel bij de stekker vast. Bel nu de Technische Dienst.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug.
Vóór het eerste gebruik Informatie vooraf Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw gebruiksaanwijzing. Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Vóór het eerste gebruik Reiniging voor het eerste gebruik Wij raden u aan het apparaat met een vochtige doek te reinigen en daarna weer droog te wrijven, voordat u het voor het eerst gebruikt. Gebruik voor het reinigen van de keramische plaat geen afwasmiddel, omdat daardoor blijvende blauwe vlekken kunnen ontstaan. 16 De metalen delen van het apparaat zijn voorzien van een speciaal beschermlaagje, waardoor bij het eerste gebruik geurtjes kunnen ontstaan.
Bediening Bedieningspaneel met sensortoetsen Het bedieningspaneel van uw keramische kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze reageren op vingercontact. U kunt de kookzones bedienen door met uw vinger de juiste toetsen aan te tippen. De kookplaat reageert daarop telkens met een akoestisch signaal.
Bediening Tabel vermogensstanden Deze standen gelden voor alle kookzones: Bereiding Vermogensstand Boter, chocolade, etc. smelten Gelatine oplossen Yoghurt maken 1-2 Saus maken van eigeel en boter Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Gerechten warmhouden die snel aankoeken Rijst wellen 1-3 Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten Gebonden saus of roomsaus maken, bijv.
Bediening Koken zonder aankookautomaat Koken met aankookautomaat Ga als volgt te werk: ^ Schakel de kookzone met de sensortoets + in. Druk op de toets, totdat de gewenste vermogensstand in het display verschijnt, bijvoorbeeld: 4. 4 q De vermogensstand is ook te herkennen aan het aantal segmenten van de standenindicator p. Bij vermogensstand 4 zijn dat vier segmenten. Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de desbetreffende kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen ingeschakeld.
Bediening Het activeren van de aankookautomaat: ^ Schakel de kookzone met de sensortoets - in. Druk op de toets, totdat de gewenste doorkookstand in het display verschijnt, bijvoorbeeld: 3. Gedurende de aankooktijd branden de 12 segmenten van de standenindicator p. Na de aankooktijd komt het aantal segmenten overeen met de ingestelde doorkookstand.
Bediening Kookzonevergroting Als u grote pannen gebruikt, kunt u de kookzonevergroting van een variokookzone of braadzone inschakelen. Dat de kookzonevergroting is ingeschakeld, ziet u aan het korte segmentje n links boven in het betreffende display. Ga als volgt te werk: ^ Schakel de kookzone in en kies met de toets - of + een vermogensstand. ^ Tip vervolgens de sensortoets voor de kookzonevergroting n aan.
Bediening Uitschakelen en restwarmte-indicatie Zo schakelt u een kookzone uit: ^ Druk tegelijk op de - en + toets van de betreffende kookzone. In het display verschijnt gedurende enige seconden een 0. Is de kookzone nog heet, dan geven liggende streepjes de restwarmte weer. De streepjes van de restwarmte-indicatie verdwijnen één voor één als de kookzone afkoelt. Het laatste streepje verdwijnt als de kookzone zover is afgekoeld dat deze zonder gevaar kan worden aangeraakt.
Bediening De juiste pannen Tips om energie te besparen – De pannen moeten een stabiele onderkant hebben die iets naar binnen buigt. Als de bodem heet wordt, staat deze vlak op de kookzone. Is de bodem niet vlak, dan neemt de bereidingstijd toe. – Kook bij voorkeur met een deksel op de pan. Op die manier voorkomt u dat er onnodig warmte ontsnapt. zonder deksel koud heet – De diameter van de pan moet overeenkomen met die van de kookzone of iets groter zijn, zodat geen energie verloren gaat.
Beveiligingen Vergrendeling Zo activeert u de vergrendeling: Om te voorkomen dat de kookplaat of kookzones per ongeluk worden ingeschakeld of instellingen worden gewijzigd, is dit apparaat voorzien van een vergrendeling. ^ Druk zo lang op de vergrendelingstoets a tot het bijbehorende controlelampje verschijnt. De vergrendeling kan worden geactiveerd, als de kookplaat is uitgeschakeld, maar ook als het apparaat in gebruik is.
Beveiligingen Automatische uitschakeling ... als een kookzone te lang aanstaat De kookplaat is voorzien van een beveiliging die de plaat automatisch uitschakelt als u vergeet deze uit te zetten. Is een kookzone langdurig ingeschakeld geweest (zie tabel), zonder dat de vermogensstand is gewijzigd, dan wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld. In het display verschijnt de restwarmte-indicator. ^ Als u een kookzone weer wilt inschakelen, doet u dat zoals gebruikelijk.
Beveiligingen ... als er iets op het bedieningspaneel ligt ^ Reinig het bedieningspaneel c.q. verwijder de voorwerpen. De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als één of meer sensortoetsen langer dan 10 seconden bedekt zijn, bijvoorbeeld als u uw hand erop legt, een gerecht overkookt of als er voorwerpen op liggen.
Beveiligingen Oververhittingsbeveiliging Alle kookzones zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging (temperatuurbegrenzer). Deze schakelt de kookzone automatisch uit, als de keramische plaat te heet wordt. Zodra de plaat weer voldoende is afgekoeld, wordt de kookzone weer ingeschakeld. De oververhittingsbeveiliging reageert, wanneer – een kookzone wordt ingeschakeld, zonder dat er een pan op staat. – leeg kookgerei verhit wordt. – de bodem van de pan niet gelijkmatig op de kookzone aansluit.
Klok De kookplaat heeft twee klokken die aan de kookzones links achter w en links voor y zijn toegewezen. U kunt de klokken als kookwekker of voor het automatisch uitschakelen van de betreffende kookzone gebruiken. Het instelprincipe U kunt op elke klok een tijd instellen tussen 1 en 99 minuten. Met de toets verlaagt u de tijd tot een waarde tussen 99 en 00. Met de toets + verhoogt u de tijd tot een waarde tussen 00 en 99.
Klok Automatisch uitschakelen van een kookzone U kunt de kookzones links achter w en links voor y automatisch laten uitschakelen. Om deze functie te kunnen gebruiken, moet u eerst een vermogensstand instellen. Ga als volgt te werk: ^ Stel op de gebruikelijke manier een vermogensstand in voor de betreffende kookzone. De ingestelde tijd loopt in stappen van een minuut af. U kunt de resterende tijd in het display aflezen en op elk moment veranderen met de toets - of +.
Reiniging en onderhoud Gebruik nooit een stoomreiniger voor het reinigen van dit apparaat. De stoom kan in aanraking komen met onder spanning staande delen en zo een kortsluiting veroorzaken. Bovendien kunnen door de stoom het oppervlak en onderdelen van het apparaat blijvend beschadigd raken, waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld. Als u een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen gebruikt, houdt u zich dan aan de aanwijzingen van de fabrikant.
Reiniging en onderhoud Reinig het apparaat regelmatig, bij voorkeur na elk gebruik. Laat de kookplaat eerst voldoende afkoelen. Verwijder alle grove verontreinigingen met een vochtige doek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een schraper. Reinig de plaat vervolgens grondig met een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen en met keukenpapier of een schone doek. Ook kalkresten (van overgekookt water) en aluminiumvlekken worden zo verwijderd.
Wat moet u doen als. . . ? Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. Wat moet u doen als . . . ... de kookplaat respectievelijk de kookzones niet kunnen worden ingeschakeld? Controleer of – de vergrendeling geactiveerd is. Is dat het geval, hef deze dan op (zie de rubriek "Vergrendeling"). ...
Wat moet u doen als. . . ? ... de gevoeligheid van de sensortoetsen te groot of te klein is? De instelling van de sensortoetsen is veranderd. U kunt dit als volgt corrigeren: – Zorg eerst dat zon- of kunstlicht niet direct op de kookplaat valt. De omgeving van de kookplaat mag echter ook niet te donker zijn. Zodra u de stroomvoorziening herstelt, wordt de gevoeligheid van de sensortoetsen opnieuw ingesteld. Mocht het probleem daarna nog niet zijn verholpen, neem dan contact op met de Technische Dienst.
Techniek Elektrische aansluiting Dit apparaat mag uitsluitend door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze is op de hoogte van de landelijke voorschriften en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf en neemt ze zorgvuldig in acht. Dit apparaat mag alleen worden aangesloten op een huisinstallatie die volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
Techniek Technische Dienst Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. Het adres en de telefoonnummers van Miele Nederland B.V. en de diverse afdelingen vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de Technische Dienst weten welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Wijzigingen voorbehouden / 4404 M.-Nr.