Operation Manual

Reparaties aan elektrische appara
-
ten mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Ondeskundig
uitgevoerde reparaties leveren ge
-
vaar op voor de gebruiker.
Wat moet u doen als . . .
... de kookplaat respectievelijk de
kookzones niet kunnen worden inge
-
schakeld?
Controleer of
de vergrendeling geactiveerd is. Is
dat het geval, hef deze dan op (zie
de rubriek "Vergrendeling").
de zekering van de huisinstallatie
doorgeslagen is.
Is het probleem dan nog niet opgelost,
haal dan ca. 1 minuut de elektrische
spanning van het apparaat en wel als
volgt:
Schakel de hoofdschakelaar van de
huisinstallatie uit c.q. draai de des
-
betreffende stop eruit of
schakel de aardlekschakelaar uit.
Nadat de zekering, de hoofd- of de
aardlekschakelaar weer is ingescha
-
keld, kunt u het apparaat weer normaal
gebruiken. Waarschuw een elektricien
of de Technische Dienst als u de sto
-
ring niet zelf kunt verhelpen.
... het apparaat tijdens het gebruik
wordt uitgeschakeld en in het display
van ten minste één kookzone de rest
-
warmte-indicator of een knipperende
F verschijnt en er eventueel een
akoestisch signaal te horen is?
Waarschijnlijk was een kookzone te
lang ingeschakeld of lag er iets op de
sensortoetsen (zie de rubriek "Automa
-
tische uitschakeling").
... de verwarming van een kookzone
op de hoogste vermogensstand in-
en uitgeschakeld wordt?
De oververhittingsbeveiliging is geacti-
veerd (zie de rubriek "Oververhittings-
beveiliging").
... de inhoud van een pan niet of nau-
welijks begint te koken, hoewel u de
aankookautomaat heeft ingescha-
keld?
De oorzaak kan zijn dat
de pan de warmte niet goed geleidt.
grote hoeveelheden worden verhit.
Kies de volgende keer een hogere
doorkookstand of stel eerst de hoogste
vermogensstand in en schakel daarna
handmatig terug naar een lagere stand.
Wat moet u doen als. . . ?
30