Gebruiks- en montagehandleiding Keramische kookplaten KM 530 / KM 537 KM 540 / KM 541 / KM 542 / KM 543 KM 544 / KM 545 / KM 547 / KM 548 KM 550 / KM 551 / KM 552 / KM 553 Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 KM 540. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 KM 544. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 KM 530 / KM 545 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 KM 541. .
Inhoud Beveiligingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Vergrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Stop & Go . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Automatische uitschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemeen KM 540 Kookzones: Controlelampje: abcd Gewone kookzones i Vergrendeling Sensortoetsen: e Kookzonebediening f Timer (zie de rubriek "Bediening en weergave timer") g Vergrendeling h Kookplaat AAN/UIT 4
Algemeen KM 544 Kookzones: Controlelampje: abcd Gewone kookzones i Vergrendeling Sensortoetsen: e Kookzonebediening f Timer (zie de rubriek "Bediening en weergave timer") g Vergrendeling h Kookplaat AAN/UIT 5
Algemeen KM 530 / KM 545 Kookzones: Controlelampjes: abd Gewone kookzones i Vergrendeling c k Kookzonevergroting Vario-kookzone Sensortoetsen: e Kookzonebediening f Timer (zie de rubriek "Bediening en weergave timer") g Vergrendeling h Kookplaat AAN/UIT j Kookzonevergroting 6
Algemeen KM 541 Kookzones: Controlelampjes: a i Vergrendeling Vario-kookzone bcd Gewone kookzones k Kookzonevergroting Sensortoetsen: e Kookzonebediening f Timer (zie de rubriek "Bediening en weergave timer") g Vergrendeling h Kookplaat AAN/UIT j Kookzonevergroting 7
Algemeen KM 542 Kookzones: Controlelampjes: ac Vario-kookzones i Vergrendeling bd Gewone kookzones k Kookzonevergroting Sensortoetsen: e Kookzonebediening f Timer (zie de rubriek "Bediening en weergave timer") g Vergrendeling h Kookplaat AAN/UIT j Kookzonevergroting 8
Algemeen KM 548 Kookzones: Controlelampjes: ac Vario-kookzones i Vergrendeling bd Gewone kookzones k Kookzonevergroting Sensortoetsen: e Kookzonebediening f Timer (zie de rubriek "Bediening en weergave timer") g Vergrendeling h Kookplaat AAN/UIT j Kookzonevergroting 9
Algemeen KM 543 / KM 547 Kookzones: Controlelampjes: a i Vergrendeling Vario-kookzone bd Gewone kookzones c Braadzone Sensortoetsen: e Kookzonebediening f Timer (zie de rubriek "Bediening en weergave timer") g Vergrendeling h Kookplaat AAN/UIT j Kookzonevergroting 10 k Kookzonevergroting
Algemeen KM 537 / KM 550 / KM 551 KM 552 / KM 553 Kookzones: Controlelampjes: a i Vergrendeling Vario-kookzone bd Gewone kookzones c k Kookzonevergroting Braadzone Sensortoetsen: e Kookzonebediening f Timer (zie de rubriek "Bediening en weergave timer") g Vergrendeling h Kookplaat AAN/UIT j Kookzonevergroting 11
Algemeen Sensortoetsen en info-displays l Weergave: 0 = kookzone klaar voor gebruik 1 t/m 9 = vermogensstand (kookplaat ingeschakeld) 1 t/m 15 = foutmelding (kookplaat uitgeschakeld, zie de rubriek "Automatische instelling sensortoetsen") # = restwarmte F = foutmelding (zie de rubriek "Automatische uitschakeling") A = aankookautomaat bij instelling extra vermogensstanden P0, etc. = programma (zie het hoofdstuk "Programmering") S0, etc.
Algemeen Kookzones Kookzone KM 540 KM 544 KM 545 ø in cm Vermogen in Watt bij 230 V ø in cm Vermogen in Watt bij 230 V ø in cm Vermogen in Watt bij 230 V y 21,0 2200 18,0 1800 18,0 1800 w 14,5 1100 14,5 1100 14,5 1100 x 18,0 1800 21,0 2200 z 14,5 1100 14,5 1100 Totaal: 6200 Kookzone y Vermogen in Watt bij 230 V 14,5 1100 Totaal: 6200 KM 541 ø in cm 12,0 / 21,0 750 / 2200 Totaal: 6200 KM 542 ø in cm Vermogen in Watt bij 230 V KM 548 ø in cm Vermogen in Watt bij
Algemeen Kookzone KM 543 / KM 547 KM 550 / KM 551 / KM 552 / KM 553 ø in cm Vermogen in Watt bij 230 V ø in cm Vermogen in Watt bij 230 V y 12,0 / 21,0 750 / 2200 12,0 / 21,0 750 / 2200 w 14,5 1100 14,5 1100 x 17,0 / 17,0 x 26,5 1500 / 2400 17,0 / 17,0 x 26,5 1500 / 2400 z 14,5 1100 18,0 1800 Totaal: 6800 Kookzone Totaal: 7500 KM 530 KM 537 ø in cm Vermogen in Watt bij 230 V ø in cm Vermogen in Watt bij 230 V y 18,0* 1800 12,0 / 21,0 750 / 2200 w 14,5 1100 14,5 1
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Dit apparaat mag uitsluitend door een vakman worden ingebouwd en aangesloten. Deze is precies op de hoogte van de landelijke voorschriften en van de voorschriften van het gemeentelijke energiebedrijf en houdt zich daar strikt aan. Wanneer er bij het inbouwen en aansluiten van het apparaat fouten worden gemaakt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verantwoord gebruik Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan het apparaat. Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat u niet met delen in aanraking komt die onder spanning staan. Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat alleen voor het bereiden van gerechten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Kinderen Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van deze gebruiksaanwijzing. Kinderen kunnen de gevaren van een apparaat niet altijd goed inschatten. Houd daarom voldoende toezicht.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het voorkomen van schade aan het apparaat Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een licht voorwerp, zoals een zoutvaatje, kan scheuren of barsten veroorzaken als het verkeerd terechtkomt. Gebruik geen pannen of schalen met een niet gepolijste bodem (bijvoorbeeld gietijzer) of met een scherpe bodemrand. Daardoor ontstaan krassen die niet meer te verwijderen zijn. Ook zandkorrels kunnen krassen veroorzaken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het voorkomen van brandwonden Wanneer u de kookzones gebruikt, worden deze zeer heet. Ook na het uitschakelen blijven ze dat nog enige tijd. De restwarmte-indicator geeft aan of een kookzone nog heet is. Trek altijd ovenwanten aan of gebruik pannenlappen als u met het hete apparaat werkt. De ovenwanten of pannenlappen mogen niet nat of vochtig zijn, omdat ze de warmte dan beter geleiden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Als het apparaat defect is Wanneer u een defect aan het apparaat constateert, schakel dan eerst het apparaat uit en daarna de hoofdschakelaar van de huisinstallatie. Draai smeltveiligheden er volledig uit. Is het apparaat niet ingebouwd en heeft het geen vaste aansluiting, trek dan ook de aansluitkabel uit het stopcontact. Pak de aansluitkabel bij de stekker vast. Bel nu de afdeling Klantcontacten.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug.
Vóór het eerste gebruik Informatie vooraf Uw apparaat heeft een programmeringsfunctie. Hiermee kunt u het apparaat aan uw eigen voorkeuren aanpassen (zie ook het hoofdstuk "Programmering"). Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw gebruiksaanwijzing. Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Vóór het eerste gebruik Automatische instelling sensortoetsen In dit geval kunt u de instelling handmatig uitvoeren. Om veilig te stellen dat de sensortoetsen altijd goed reageren, wordt de gevoeligheid van de sensoren: Ga als volgt te werk: – na het aansluiten van het apparaat en na een onderbreking van de stroomtoevoer (bijvoorbeeld bij stroomuitval), opnieuw ingesteld. – tijdens het gebruik voortdurend aangepast aan de veranderende omgeving (bijvoorbeeld de lichthoeveelheid).
Bediening Sensortoetsen Inschakelen Het bedieningspaneel van uw keramische kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze reageren op vingercontact. U kunt de kookzones bedienen door met uw vinger de juiste toetsen aan te tippen. De kookplaat reageert daarop telkens met een akoestisch signaal. Om de kookzones te kunnen gebruiken, moet u eerst de kookplaat inschakelen. Zo schakelt u de kookplaat in: ^ Druk op de Aan/Uit-toets s. In de displays van alle kookzones verschijnt een 0.
Bediening Tabel vermogensstanden Bereidingsproces Vermogensstand* instelling af fabriek (9 vermogensstanden) gewijzigde instelling** (17 vermogensstanden) Boter, chocolade, etc. smelten Gelatine oplossen Yoghurt maken 1-2 1 - 2. Saus maken van eigeel en boter Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Gerechten warmhouden die snel aankoeken Rijst wellen 1-3 1 - 3. Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten Gebonden saus of roomsaus maken, bijv.
Bediening Aankookautomaat Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de desbetreffende kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen ingeschakeld. Daarna wordt naar de ingestelde vermogensstand (= doorkookstand) teruggeschakeld. De aankooktijd hangt af van de ingestelde doorkookstand (zie tabel). De hoge doorkookstanden (geschikt voor braden) hebben kortere aankooktijden. Deze zijn voldoende om de gebruikte pannen en schalen snel te verhitten.
Bediening Kookzonevergroting Als u grote pannen gebruikt, kunt u de kookzonevergroting van een variokookzone of braadzone inschakelen. Ga als volgt te werk: ^ Schakel de kookzone in en kies met de toets - of + een vermogensstand. Als de kookzonevergroting is ingeschakeld, brandt het bijbehorende controlelampje. U schakelt de kookzonevergroting weer uit door opnieuw toets n aan te tippen. U kunt ook de vermogensstand van de kookzone op 0 zetten.
Bediening Uitschakelen en restwarmte-indicatie Zo schakelt u een kookzone uit: ^ Druk tegelijk op de - en + toets van de betreffende kookzone. In het display verschijnt gedurende enige seconden een 0. Is de kookzone nog heet, dan wordt daarna de restwarmte aangegeven. De streepjes van de restwarmte-indicatie verdwijnen één voor één als de kookzone afkoelt. Het laatste streepje verdwijnt als de kookzone zover is afgekoeld dat deze zonder gevaar kan worden aangeraakt.
Bediening De juiste pannen Tips om energie te besparen – De pannen moeten een stabiele onderkant hebben die iets naar binnen buigt. Als de bodem heet wordt, staat deze vlak op de kookzone. Is de bodem niet vlak, dan neemt de bereidingstijd toe. – Kook bij voorkeur met een deksel op de pan. Op die manier voorkomt u dat er onnodig warmte ontsnapt. koud heet – De diameter van de pan moet overeenkomen met die van de kookzone of iets groter zijn, zodat geen energie verloren gaat.
Beveiligingen Vergrendeling Zo activeert u de vergrendeling: Om te voorkomen dat de kookplaat of kookzones per ongeluk worden ingeschakeld of instellingen worden gewijzigd, is dit apparaat voorzien van een vergrendeling. ^ Druk zo lang op de vergrendelingstoets $ tot het bijbehorende controlelampje verschijnt. De vergrendeling kan worden geactiveerd, als de kookplaat is uitgeschakeld, maar ook als het apparaat in gebruik is.
Beveiligingen Stop & Go Zo deactiveert u Stop & Go: Uw apparaat heeft een functie waarmee u het vermogen van alle ingeschakelde kookzones in één keer kunt verlagen. ^ Druk zo lang op de vergrendelingstoets $ tot het controlelampje uitgaat. Als u gebruik wilt maken van deze functie moet u eerst eenmalig de standaardinstelling wijzigen (zie het hoofdstuk "Programmering"). De oorspronkelijk ingestelde vermogensstanden zijn nu weer actief.
Beveiligingen Automatische uitschakeling ... als een kookzone te lang aanstaat De kookplaat is voorzien van een beveiliging die de plaat automatisch uitschakelt als u vergeet deze uit te zetten. Is een kookzone langdurig ingeschakeld geweest (zie tabel), zonder dat de vermogensstand is gewijzigd, dan wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld. In het display verschijnt de restwarmte-indicator. Vermogensstand* Maximale bedrijfsduur in uren 1 / 1. 10 2 / 2. 5 3 / 3. 5 4 / 4. 4 5 / 5. 3 6 / 6.
Beveiligingen Oververhittingsbeveiliging Alle kookzones zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging (temperatuurbegrenzer). Deze schakelt de kookzone automatisch uit, als de keramische plaat te heet wordt. Zodra de plaat weer voldoende is afgekoeld, wordt de kookzone weer ingeschakeld. De oververhittingsbeveiliging reageert, wanneer – een kookzone wordt ingeschakeld, zonder dat er een pan op staat. – leeg kookgerei verhit wordt. – de bodem van de pan niet gelijkmatig op de kookzone aansluit.
Timer De kookplaat is voorzien van een timer die gebruikt kan worden als kookwekker of voor het automatisch uitschakelen van een kookzone naar keuze. U kunt beide functies tegelijk gebruiken. Het instelprincipe Inschakelen Instellen Wisselen tussen de functies Terugzetten op 00 Het instellen van de kookwekker U kunt de kookwekker gebruiken als de kookplaat is ingeschakeld, maar ook als deze is uitgeschakeld. De kookwekker functioneert in principe als een mechanische kookwekker.
Timer Automatisch uitschakelen van een kookzone U kunt een kookzone alleen dan automatisch uitschakelen, als voor die kookzone een vermogensstand is gekozen. Ga als volgt te werk: ^ Stel voor de betreffende kookzone, bijvoorbeeld rechts achter, op de gebruikelijke manier een vermogensstand in. ^ Tip de sensortoets m aan. In het tijddisplay verschijnt 00. De ingestelde tijd loopt in stappen van een minuut af. U kunt de resterende tijd in het display aflezen en op elk moment veranderen met de toets - of +.
Timer Wisselen tussen de functies Beginwaarde timer Als u al een van de functies van de timer gebruikt en u wilt ook de tweede functie gebruiken, druk dan eerst op toets m. Het tijddisplay dooft. Ga vervolgens te werk zoals in het voorgaande is beschreven. De timer is standaard zo ingesteld dat na het aanraken van de toets + of - met 00 als beginwaarde wordt gestart. Als u de resterende tijd van de niet weergegeven functie wilt controleren, druk dan 1 keer op de toets m.
Reiniging en onderhoud Gebruik nooit een stoomreiniger voor het reinigen van dit apparaat. De stoom kan in aanraking komen met onder spanning staande delen en zo een kortsluiting veroorzaken. Bovendien kunnen door de stoom het oppervlak en onderdelen van het apparaat blijvend beschadigd raken, waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld. Als u een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen gebruikt, houdt u zich dan aan de aanwijzingen van de fabrikant.
Reiniging en onderhoud Reinig het apparaat regelmatig, bij voorkeur na elk gebruik. Laat de kookplaat eerst voldoende afkoelen. Verwijder alle grove verontreinigingen met een vochtige doek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een schraper. Reinig de plaat vervolgens grondig met een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen en met keukenpapier of een schone doek. Ook kalkresten (van overgekookt water) en aluminiumvlekken worden zo verwijderd.
Programmering U kunt de programmering van uw apparaat eventueel veranderen (zie tabel). Ga als volgt te werk: ^ De kookplaat moet zijn uitgeschakeld. Druk nu tegelijk op de Aan/Uit-toets s en de vergrendelingstoets $. Houd deze toetsen ingedrukt totdat het controlelampje van de vergrendeling begint te knipperen. In het kookzonedisplay verschijnen een P (programma), een S (status) en een cijfer dat de huidige instelling aangeeft.
Programmering Programma* P P P P P P P * Status** Instelling S 0 Demo-stand aan S 1 Demo-stand uit S 9 Fabrieksinstellingen herstellen S Akoestisch signaal bij bediening sensorS toetsen 0 Uit 1 Aan S 0 Uit S 1 10 seconden continu S 2 4 minuten continu S 0 Vergrendeling met toets $ S 1 Vergrendeling met toets $ en de toetsen + van de beide rechter kookzones S 0 Uit S 1 Aan 0.
Programmering Programma* P P P P 3. 4. 5. 6. Restwarmte-indicator Beginwaarde timer Timerfuncties Aantal vermogensstanden Status** Instelling S 0 H als restwarmte-indicator S 1 # als restwarmte-indicator S 0 00 S 1 De laatst ingestelde waarde (zie de rubriek "Beginwaarde timer") S 0 Alleen kookwekkerfunctie S 1 Alleen uitschakelfunctie S 2 Kookwekker- en uitschakelfunctie S 0 9 vermogensstanden (1, 2, 3 ... tot 9) S 1 17 vermogensstanden (1, 1., 2, 2., 3 ...
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. Wat moet u doen als . . . ... de kookplaat respectievelijk de kookzones niet kunnen worden ingeschakeld? Controleer of – de vergrendeling geactiveerd is. Is dat het geval, hef deze dan op (zie de rubriek "Vergrendeling" en het hoofdstuk "Programmering"). ...
Nuttige tips ... een of meer restwarmte-indicatoren knipperen? – Er is een stroomstoring geweest. De kookplaat is uitgeschakeld. U kunt de kookplaat gewoon weer in gebruik nemen. Controleer voordat u dat doet eerst hoe ver de gerechten zijn. – De restwarmte-indicatoren brandden op het moment dat u de programmeringsfunctie activeerde. ... de gevoeligheid van de sensortoetsen te groot of te klein is c.q.
Klantcontacten / typeplaatje Klantcontacten Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. De gegevens van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Inbouwen Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Het is niet toegestaan de kookplaat boven koelapparatuur, afwas-, was- en droogautomaten in te bouwen. Om te voorkomen dat het apparaat beschadigd raakt, moet het pas na het monteren van de bovenkastjes en de afzuigkap worden ingebouwd. De aansluitkabel van de kookplaat mag na het inbouwen niet in aanraking komen met de bodemplaat van het apparaat en niet worden blootgesteld aan mechanische belastingen.
Inbouwen Veiligheidsafstand boven het apparaat Tussen het apparaat en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die door de fabrikant is aangegeven. Is deze informatie niet beschikbaar, bijvoorbeeld bij een keukenplank, dan moet de afstand bij licht ontvlambare materialen tenminste 760 mm bedragen.
Inbouwen Veiligheidsafstanden zijkant De apparaten mogen slechts aan één zijkant en aan de achterkant aansluiten op meubels of wanden die hoger zijn dan de apparaten zelf (zie de afbeeldingen). Houd minimaal de volgende veiligheidsafstanden aan: – 50 mm rechts of links van de uitsparing ten opzichte van een ernaast geplaatst meubelstuk (bijvoorbeeld een hoge kast). Bij de KM 543/547 = 70 mm links. aan te bevelen! – 50 mm tussen de uitsparing en de achterwand.
Inbouwen Veiligheidsafstand bij een beklede nis Tussen de nisbekleding en de rand van de uitsparing in het werkblad dient een minimale afstand te worden aangehouden van 50 mm. Deze afstand is alleen nodig als het materiaal van de nisbekleding van hout of ander brandbaar materiaal is. Bij onbrandbaar materiaal (metaal, keramische tegels en dergelijke) kan de afstand worden verkleind met de dikte van de nisbekleding (voor zover praktisch realiseerbaar).
Inbouwen Kookplaten met randlijst / facetrand Inbouwmaten KM 530 / KM 544 / KM 545 (met randlijst) a Klemveren b Inbouwhoogten c Voorkant d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm e Kabelboom, L = 1550 mm 49
Inbouwen Inbouwmaten KM 537 / KM 551 (met randlijst) a Klemveren b Inbouwhoogte c Inbouwhoogte netaansluitkast d Voorkant 50
Inbouwen Inbouwmaten KM 540 / KM 541 / KM 542 / KM 543 (met randlijst) a Klemveren b Inbouwhoogten c Voorkant d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm e Kabelboom, L = 1550 mm 51
Inbouwen Inbouwmaten KM 547 (met randlijst) a Klemveren b Inbouwhoogten c Voorkant d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm e Kabelboom, L = 1550 mm 52
Inbouwen Inbouwmaten KM 548 (met facetrand) a Klemveren b Inbouwhoogten c Voorkant d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm e Kabelboom, L = 1550 mm f Steunprofielen 53
Inbouwen Inbouwmaten KM 550 (met randlijst) a Klemveren b Inbouwhoogte c Inbouwhoogte netaansluitkast d Voorkant 54
Inbouwen Inbouwmaten KM 553 (met facetrand) a Klemveren b Inbouwhoogte c Inbouwhoogte netaansluitkast d Voorkant e Steunprofielen 55
Inbouwen Voorbereiding werkblad ^ Maak een uitsparing in het werkblad volgens de maatschets. Houd een afstand aan van minimaal 50 mm tussen de kookplaat en de achterwand. Tussen de kookplaat en een eventueel aanwezige zijwand (rechts of links) moet eveneens minimaal 50 mm worden vrijgelaten (bij KM 543/547: links 70 mm). Zie ook de rubriek "Veiligheidsinstructies voor het inbouwen".
Inbouwen Klemveren en steunprofielen bevestigen Werkblad van hout, corian, askilan, etc. ^ Bevestig de meegeleverde klemveren a en de steunprofielen e (alleen bij kookplaten met facetrand) op de aangegeven plaatsen (zie "Inbouwmaten"). Plaats ze op respectievelijk tegen de rand van de uitsparing en schroef ze vast met de meegeleverde schroeven 3,5 x 25 mm (zie afbeeldingen).
Inbouwen Werkblad van natuursteen 75 g f f a a f e ^ Positioneer en bevestig de klemveren a en de steunprofielen e (alleen bij kookplaten met een facetrand) met sterk, dubbelzijdig plakband f aan het werkblad. 58 e g ^ Breng langs de randen (zijkanten en onderkant) van de klemveren siliconenkit g aan. Bij een natuurstenen werkblad hoeft u geen schroeven te gebruiken.
Inbouwen Kookplaat bevestigen ^ Leid de aansluitkabel van de kookplaat door de uitsparing naar beneden. Werkblad van hout, corian, askilan, etc. ^ Leg de kookplaat losjes op de klemveren a. ^ Druk de kookplaat met beide handen op de rand gelijkmatig naar beneden totdat het apparaat duidelijk vastklikt. De dichting van de kookplaat moet na het vastklikken goed op het werkblad aansluiten. Alleen zo kan een correcte afdichting worden gegarandeerd. Gebruik geen voegenkit of iets dergelijks.
Inbouwen Aansluitkast De aansluitkast kan als volgt worden gepositioneerd: – Los in de onderkast onder de kookplaat. – Aan een zijwand in de onderkast onder de kookplaat. – Aan de wand achter de onderkast. – In een kast ernaast. Houd een minimale afstand aan van 150 mm tussen de aansluitkast en de kookplaat of een andere warmtebron, zoals een fornuis of oven.
Inbouwen Dichting Gebruik geen voegenkit, tenzij dat uitdrukkelijk vermeld staat. De dichting onder de rand van het apparaat is toereikend als afdichting tussen kookplaat en werkblad. Gebruik nooit kit tussen de lijst van het apparaat en het werkblad! Anders kan het apparaat later - voor servicedoeleinden - alleen nog met moeite uit het werkblad worden gehaald. Lijst en werkblad kunnen daarbij beschadigd raken.
Inbouwen Kookplaten zonder randlijst Inbouwmaten KM 552 Uitsparing bij een natuurstenen werkblad Zie ook de detailtekeningen! 62
Inbouwen Deze kookplaat wordt b Inbouwhoogte c Inbouwhoogte netaansluitkast d Voorkant – in een correct voorbereid natuurstenen werkblad geplaatst. – in een massief-houten/betegeld werkblad met houten lijsten bevestigd. De lijsten worden niet bij het apparaat geleverd. Deze kookplaat zonder randlijst is geschikt voor inbouw in natuurstenen (graniet, marmer) en betegelde werkbladen, alsmede in massief hout. Andere materialen, zoals corian en askilan zijn niet geschikt.
Inbouwen Werkblad voorbereiden en kookplaat bevestigen Werkblad van natuursteen ^ Maak de uitsparing in het werkblad volgens de afbeeldingen. ^ Leid de aansluitkabel van de kookplaat door de uitsparing naar beneden. ^ Plaats en centreer de kookplaat f in de uitsparing. ^ Sluit de kookplaat aan. ^ Controleer of het apparaat goed functioneert. ^ Vul de voeg g met een geschikte, temperatuurbestendige (minimaal 160 °C) siliconen-voegenkit.
Inbouwen Massief-houten/betegeld werkblad ^ Maak de uitsparing in het werkblad volgens de afbeeldingen. ^ Bevestig de houten lijsten a 7 mm onder de bovenkant van het werkblad (zie afbeelding). ^ Leid de aansluitkabel van de kookplaat door de uitsparing naar beneden. ^ Plaats en centreer de kookplaat f in de uitsparing. ^ Sluit de kookplaat aan. a Houten lijsten 13 mm (niet bijgeleverd) ^ Controleer of het apparaat goed functioneert.
Inbouwen Elektrische aansluiting Aansluitwaarde: Dit apparaat mag uitsluitend door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze is op de hoogte van de landelijke voorschriften en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf en neemt ze zorgvuldig in acht. Zie het typeplaatje. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van ondeskundig inbouwen of door een verkeerde aansluiting.
Inbouwen Scheidingssysteem Aansluitkabel Het apparaat moet via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toestand moet ten minste 3 mm bedragen! Geschikte schakelaars zijn overbelastings- en aardlekschakelaars. De leidingen moeten volgens het aansluitschema worden aangesloten. De leidingen dienen van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) of H 05 RR-F (rubberen isolatie) te zijn en moeten voldoende doorsnede hebben.
Inbouwen Aansluitschema 68
Wijzigingen voorbehouden / 3405 M.-Nr.