Gebruiks- en montagehandleiding Keramische kookplaten KM 549 KM 554 Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 KM 549. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 KM 554. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Sensortoetsen en info-displays . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Timer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Het instelprincipe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Het instellen van de kookwekker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Automatisch uitschakelen van een kookzone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Wisselen tussen de functies . . . . . . . .
Algemeen KM 549 Kookzones: Controlelampjes: a i Vergrendeling Vario-kookzone bd Gewone kookzones c Braadzone Sensortoetsen: e Kookzonebediening f Timer (zie de rubriek "Bediening en weergave timer") g Vergrendeling h Kookplaat AAN/UIT j Kookzonevergroting 4 k Kookzonevergroting
Algemeen KM 554 Kookzones: Controlelampjes: a i Vergrendeling Vario-kookzone bd Gewone kookzones c k Kookzonevergroting Braadzone Sensortoetsen: e Kookzonebediening f Timer (zie de rubriek "Bediening en weergave timer") g Vergrendeling h Kookplaat AAN/UIT j Kookzonevergroting 5
Algemeen Sensortoetsen en info-displays l Weergave: 0 = 1 t/m 9 = # = ß = F = A = P0, etc. = S0, etc.
Algemeen Kookzones Kookzone KM 549 KM 554 C in cm Vermogen in Watt bij 230 V C in cm Vermogen in Watt bij 230 V y 12,0 / 21,0 750 / 2200 12,0 / 21,0 750 / 2200 w 14,5 1100 14,5 1100 x 17,0 / 17,0 x 26,5 1500 / 2400 17,0 / 17,0 x 29,0 1500 / 2600 z 14,5 1100 18,0 1800 Totaal: 6800 Totaal: 7700 Bij te bestellen accessoires Miele{home Met het Miele|home-systeem kunt u op elk moment informatie van uw apparaat opvragen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat. Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing! Plak het typeplaatje dat u bij de documentatie van het apparaat vindt op de daarvoor bestemde plaats in het hoofdstuk "Typeplaatje".
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verantwoord gebruik Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat u niet met delen in aanraking komt die onder spanning staan. Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat alleen voor het bereiden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan en kan gevaarlijk zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Kinderen Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van deze gebruiksaanwijzing. Kinderen kunnen de gevaren van een apparaat niet altijd goed inschatten. Houd daarom voldoende toezicht.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het voorkomen van schade aan het apparaat Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een licht voorwerp, zoals een zoutvaatje, kan scheuren of barsten veroorzaken als het verkeerd terechtkomt. Gebruik geen pannen of schalen met een niet gepolijste bodem (bijvoorbeeld gietijzer) of met een scherpe bodemrand. Daardoor ontstaan krassen die niet meer te verwijderen zijn. Ook zandkorrels kunnen krassen veroorzaken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het voorkomen van brandwonden Wanneer u de kookzones gebruikt, worden deze zeer heet. Ook na het uitschakelen blijven ze dat nog enige tijd. De restwarmte-indicator geeft aan of een kookzone nog heet is. Trek altijd ovenwanten aan of gebruik pannenlappen als u met het hete apparaat werkt. De ovenwanten of pannenlappen mogen niet nat of vochtig zijn, omdat ze de warmte dan beter geleiden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Als het apparaat defect is Wanneer u een defect aan het apparaat constateert, schakel dan eerst het apparaat uit en daarna de hoofdschakelaar van de huisinstallatie. Draai smeltveiligheden er volledig uit. Is het apparaat niet ingebouwd en heeft het geen vaste aansluiting, trek dan ook de aansluitkabel uit het stopcontact. Pak de aansluitkabel bij de stekker vast. Bel nu de afdeling Klantcontacten.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug.
Vóór het eerste gebruik Informatie vooraf Uw apparaat heeft een programmeringsfunctie. Hiermee kunt u het apparaat aan uw eigen voorkeuren aanpassen (zie ook het hoofdstuk "Programmering"). Reiniging voor het eerste gebruik Wij raden u aan het apparaat met een vochtige doek te reinigen en daarna weer droog te wrijven, voordat u het voor het eerst gebruikt. Gebruik voor het reinigen van de keramische plaat geen afwasmiddel, omdat daardoor blijvende blauwe vlekken kunnen ontstaan.
Vóór het eerste gebruik Automatische instelling sensortoetsen In dit geval kunt u de instelling handmatig uitvoeren. Om veilig te stellen dat de sensortoetsen altijd goed reageren, wordt de gevoeligheid van de sensoren: Ga als volgt te werk: – na het aansluiten van het apparaat en na een onderbreking van de stroomtoevoer (bijvoorbeeld bij stroomuitval), opnieuw ingesteld. – tijdens het gebruik voortdurend aangepast aan de veranderende omgeving (bijvoorbeeld de lichthoeveelheid).
Bediening Panherkenning Bij kookplaten met panherkenning functioneren de kookzones alleen als u geschikte metalen pannen gebruikt. Bij een vario-kookzone of een braadzone wordt ook de kookzonevergroting ingeschakeld als u voldoende grote pannen gebruikt. Dat de kookzonevergroting ingeschakeld is, ziet u aan het bijbehorende controlelampje. De kookzone functioneert niet, De panherkenning reageert ook op andere metalen voorwerpen die op een ingeschakelde kookzone liggen.
Bediening Sensortoetsen Inschakelen Het bedieningspaneel van uw keramische kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze reageren op vingercontact. U kunt de kookzones bedienen door met uw vinger de juiste toetsen aan te tippen. De kookplaat reageert daarop telkens met een akoestisch signaal. Om de kookzones te kunnen gebruiken, moet u eerst de kookplaat inschakelen. Zo schakelt u de kookplaat in: ^ Druk op de Aan/Uit-toets s. In de displays van alle kookzones verschijnt een 0.
Bediening Tabel vermogensstanden Bereidingsproces Vermogensstand* instelling af fabriek (9 vermogensstanden) gewijzigde instelling** (17 vermogensstanden) Boter, chocolade, etc. smelten Gelatine oplossen Yoghurt maken 1-2 1 - 2. Saus maken van eigeel en boter Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Gerechten warmhouden die snel aankoeken Rijst wellen 1-3 1 - 3. Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten Gebonden saus of roomsaus maken, bijv.
Bediening Aankookautomaat Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de betreffende kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen ingeschakeld. Daarna wordt naar de ingestelde vermogensstand (doorkookstand) teruggeschakeld. De aankooktijd hangt af van de ingestelde doorkookstand (zie tabel). Bij een hoge doorkookstand is de aankooktijd relatief kort, omdat bij deze vermogensstanden meestal het lege serviesgoed voor het aanbraden wordt verhit.
Bediening Het activeren van de aankookautomaat: ^ Als in het display van de kookzone een 0 te zien is, drukt u op de toets totdat de gewenste doorkookstand verschijnt, bijvoorbeeld 6. Gedurende de aankooktijd kunt u de doorkookstand met de toets + of - verhogen of verlagen. De aankooktijd verandert dan. Als u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie het hoofdstuk "Programmering"), knipperen in het display afwisselend een A en de doorkookstand (tot het einde van de aankooktijd).
Bediening Kookzonevergroting handmatig inschakelen U kunt de kookzonevergroting van een vario-kookzone of braadzone ook handmatig inschakelen als u Ga als volgt te werk: ^ Schakel de kookzone in en kies met de toets - of + een vermogensstand. ^ Tip vervolgens de sensortoets voor de kookzonevergroting n aan. – een pan of braadpan gebruikt die groter is dan de binnenste markering van de betreffende kookzone, maar niet zo groot dat de kookzonevergroting automatisch wordt ingeschakeld.
Bediening Uitschakelen en restwarmte-indicatie Zo schakelt u een kookzone uit: ^ Druk tegelijk op de toetsen - en + van de betreffende kookzone. In het display verschijnt gedurende enige seconden een 0. Is de kookzone nog heet, dan wordt daarna de restwarmte aangegeven. De streepjes van de restwarmte-indicatie verdwijnen één voor één als de kookzone afkoelt. Het laatste streepje verdwijnt als de kookzone zover is afgekoeld dat deze zonder gevaar kan worden aangeraakt.
Bediening De juiste pannen Tips om energie te besparen – De pannen moeten een stabiele onderkant hebben die iets naar binnen buigt. Als de bodem heet wordt, staat deze vlak op de kookzone. Is de bodem niet vlak, dan neemt de bereidingstijd toe. – Kook bij voorkeur met een deksel op de pan. Op die manier voorkomt u dat er onnodig warmte ontsnapt. zonder deksel koud – De diameter van de pan moet overeenkomen met die van de kookzone of iets groter zijn, zodat geen energie verloren gaat.
Beveiligingen Vergrendeling Zo activeert u de vergrendeling: Om te voorkomen dat de kookplaat of kookzones per ongeluk worden ingeschakeld of instellingen worden gewijzigd, is dit apparaat voorzien van een vergrendeling. ^ Druk zo lang op de vergrendelingstoets $ tot het bijbehorende controlelampje verschijnt. De vergrendeling kan worden geactiveerd, als de kookplaat is uitgeschakeld, maar ook als het apparaat in gebruik is.
Beveiligingen Stop & Go Zo deactiveert u Stop & Go: Uw apparaat heeft een functie waarmee u het vermogen van alle ingeschakelde kookzones in één keer kunt verlagen. ^ Druk zo lang op de vergrendelingstoets $ tot het controlelampje uitgaat. Als u gebruik wilt maken van deze functie moet u eerst eenmalig de standaardinstelling wijzigen (zie het hoofdstuk "Programmering"). Zo activeert u daarna Stop & Go: ^ Druk zo lang op de vergrendelingstoets $ tot u twee akoestische signalen hoort.
Beveiligingen Automatische uitschakeling ... als een kookzone te lang aanstaat De kookplaat is voorzien van een beveiliging die de plaat automatisch uitschakelt als u vergeet deze uit te zetten. Is een kookzone langdurig ingeschakeld geweest (zie tabel), zonder dat de vermogensstand is gewijzigd, dan wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld. In het display verschijnt de restwarmte-indicator. Vermogensstand* Maximale bedrijfsduur in uren 1 / 1. 10 2 / 2. 5 3 / 3. 5 4 / 4. 4 5 / 5. 3 6 / 6.
Beveiligingen Oververhittingsbeveiliging Alle kookzones zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging (temperatuurbegrenzer). Deze schakelt de kookzone automatisch uit, als de keramische plaat te heet wordt. Zodra de plaat weer voldoende is afgekoeld, wordt de kookzone weer ingeschakeld. De oververhittingsbeveiliging reageert, wanneer – een kookzone bij uitgeschakelde panherkenning wordt ingeschakeld, zonder dat er een pan op staat. – leeg kookgerei verhit wordt.
Timer De kookplaat is voorzien van een timer die gebruikt kan worden als kookwekker of voor het automatisch uitschakelen van een kookzone naar keuze. U kunt beide functies tegelijk gebruiken. Het instelprincipe Inschakelen Instellen Wisselen tussen de functies Terugzetten op 00 Het instellen van de kookwekker U kunt de kookwekker gebruiken als de kookplaat is ingeschakeld, maar ook als deze is uitgeschakeld. De kookwekker functioneert in principe als een mechanische kookwekker.
Timer Automatisch uitschakelen van een kookzone U kunt een kookzone alleen dan automatisch uitschakelen, als voor die kookzone een vermogensstand is gekozen. Ga als volgt te werk: ^ Stel voor de betreffende kookzone, bijvoorbeeld rechts achter, op de gebruikelijke manier een vermogensstand in. ^ Tip de sensortoets m aan. In het tijddisplay verschijnt 00. ^ Tip opnieuw de sensortoets m aan. In het tijddisplay verschijnt een controlelampje.
Timer Wisselen tussen de functies Beginwaarde timer Als u al een van de functies van de timer gebruikt en u wilt ook de tweede functie gebruiken, druk dan eerst op toets m. Het tijddisplay dooft. Ga vervolgens te werk zoals in het voorgaande is beschreven. De timer is standaard zo ingesteld dat na het aanraken van de toets + of - met 01 of 99 als beginwaarde wordt gestart. Als u de resterende tijd van de niet weergegeven functie wilt controleren, druk dan 1 keer op de toets m.
Reiniging en onderhoud Gebruik nooit een stoomreiniger voor het reinigen van dit apparaat. De stoom kan in aanraking komen met onder spanning staande delen en zo een kortsluiting veroorzaken. Bovendien kunnen door de stoom het oppervlak en onderdelen van het apparaat blijvend beschadigd raken, waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld. Als u een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen gebruikt, houdt u zich dan aan de aanwijzingen van de fabrikant.
Reiniging en onderhoud Reinig het apparaat regelmatig, bij voorkeur na elk gebruik. Laat de kookplaat eerst voldoende afkoelen. Verwijder alle grove verontreinigingen met een vochtige doek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een glasschraper. Reinig de plaat vervolgens grondig met een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen en met keukenpapier of een schone doek. Ook kalkresten (van overgekookt water) en aluminiumvlekken worden zo verwijderd.
Programmering U kunt de programmering van uw apparaat eventueel veranderen (zie tabel). Ga als volgt te werk: ^ De kookplaat moet zijn uitgeschakeld. Druk nu tegelijk op de Aan/Uit-toets s en de vergrendelingstoets $. Houd deze toetsen ingedrukt totdat het controlelampje van de vergrendeling begint te knipperen. In het kookzonedisplay verschijnen een P (programma), een S (status) en een cijfer dat de huidige instelling aangeeft.
Programmering Programma* P P P P P P P P * 0 1 2 3 4 5 9 Status** Instelling Demo-stand en fabrieks- S instellingen S 0 Demo-stand aan 1 Demo-stand uit S 9 Fabrieksinstellingen herstellen Akoestisch signaal bij S bediening sensortoetsen S 0 Uit 1 Aan Akoestisch signaal panherkennning S 0 Uit S 1 Aan Akoestisch signaal timer S 0 Uit S 1 10 seconden continu S 2 4 minuten continu S 0 Vergrendeling met toets $ S 1 Vergrendeling met toets $ en de toetsen + van
Programmering Programma* P P P P P 2. 3. 4. 5. 6.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. Wat moet u doen als . . . ... de kookplaat respectievelijk de kookzones niet kunnen worden ingeschakeld? Controleer of – de vergrendeling geactiveerd is. Is dat het geval, hef deze dan op (zie de rubriek "Vergrendeling" en het hoofdstuk "Programmering"). – de zekering van de huisinstallatie doorgeslagen is.
Nuttige tips ... de inhoud van een pan niet of nauwelijks begint te koken, hoewel u de aankookautomaat heeft ingeschakeld? De oorzaak kan zijn dat – grote hoeveelheden worden verhit. – de pan de warmte niet goed geleidt. Kies de volgende keer een hogere doorkookstand of stel eerst de hoogste vermogensstand in en schakel daarna handmatig terug naar een lagere stand. ... een of meer restwarmte-indicatoren knipperen? – Er is een stroomstoring geweest. De kookplaat is uitgeschakeld.
Klantcontacten / typeplaatje Klantcontacten Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. De gegevens van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Inbouwen Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Om te voorkomen dat het apparaat beschadigd raakt, moet het pas na het monteren van de bovenkastjes en de afzuigkap worden ingebouwd. De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervormen. Ook de wandafdichtstrip moet hittebestendig zijn.
Inbouwen Veiligheidsafstand boven het apparaat Als in de gebruiksaanwijzing of montagehandleiding van verschillende apparaten (bijvoorbeeld een wokbrander of een elektrische kookplaat) verschillende veiligheidsafstanden worden genoemd voor wat betreft plaatsing onder een afzuigkap, kies dan de grootste afstand. Tussen het apparaat en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die door de fabrikant is aangegeven.
Inbouwen Veiligheidsafstanden zijkant De apparaten mogen slechts aan één zijkant en aan de achterkant aansluiten op meubels of wanden die hoger zijn dan de apparaten zelf (zie de afbeeldingen). Houd minimaal de volgende veiligheidsafstanden aan: – 50 mm rechts of links van de uitsparing ten opzichte van een ernaast geplaatst meubelstuk (bijvoorbeeld een hoge kast). Bij de KM 549 = 70 mm links. aan te bevelen! – 50 mm tussen de uitsparing en de achterwand.
Inbouwen Veiligheidsafstand bij een beklede nis Tussen de nisbekleding en de rand van de uitsparing in het werkblad dient een minimale afstand te worden aangehouden van 50 mm. Deze afstand is alleen nodig als het materiaal van de nisbekleding van hout of ander brandbaar materiaal is. Bij onbrandbaar materiaal (metaal, keramische tegels en dergelijke) kan de afstand worden verkleind met de dikte van de nisbekleding (voor zover praktisch realiseerbaar).
Inbouwen Afmetingen KM 549 44
Inbouwen a Klemveren b Inbouwhoogte c Inbouwhoogte behuizing elektronica d Voorkant e Kabelboom, L = 1550 mm f Aansluitkast "Miele|home" met aansluitkabel (L = 1440 mm) De inbouwschacht voor de communicatiemodule dient ook na het inbouwen gemakkelijk toegankelijk te zijn.
Inbouwen KM 554 46
Inbouwen a Klemveren b Inbouwhoogte c Inbouwhoogte behuizing elektronica d Voorkant e Kabelboom, L = 1550 mm f Aansluitkast "Miele|home" met aansluitkabel (L = 1440 mm) De inbouwschacht voor de communicatiemodule dient ook na het inbouwen gemakkelijk toegankelijk te zijn.
Inbouwen Voorbereiding werkblad ^ Maak een uitsparing in het werkblad volgens de maatschets. Houd een afstand aan van minimaal 50 mm tussen de kookplaat en de achterwand. Tussen de kookplaat en een eventueel aanwezige zijwand (rechts of links) moet eveneens minimaal 50 mm worden vrijgelaten (bij KM 549: links 70 mm). Zie ook de rubriek "Veiligheidsinstructies voor het inbouwen".
Inbouwen Klemveren bevestigen Werkblad van natuursteen Werkblad van hout, corian, askilan, etc. 75 75 f a ^ Plaats de bijgeleverde klemveren a volgens de aanwijzingen op de afbeeldingen (zie ook de rubriek "Afmetingen") tegen de bovenrand van de uitsparing in het werkblad en zet de klemveren met de bijgeleverde schroeven (3,5 x 25 mm) vast. a ^ De klemveren a moeten met sterk, dubbelzijdig plakband f worden gepositioneerd en bevestigd.
Inbouwen Kookplaat bevestigen Werkblad van hout ^ Leid de aansluitkabel van de kookplaat door de uitsparing naar beneden. ^ Leg de kookplaat losjes op de klemveren a. ^ Druk de kookplaat met beide handen op de rand gelijkmatig naar beneden totdat het apparaat duidelijk vastklikt. De dichting van de kookplaat moet na het vastklikken goed op het werkblad aansluiten. Alleen zo kan een correcte afdichting worden gegarandeerd. Gebruik geen voegenkit of iets dergelijks. ^ Sluit de kookplaat aan.
Inbouwen Aansluitkast Miele{home Kast ernaast De inbouwschacht voor de communicatiemodule dient ook na het inbouwen gemakkelijk toegankelijk te zijn, zodat de betreffende werkzaamheden eenvoudig kunnen worden uitgevoerd. Als de aansluitkast in de keukenkast ernaast wordt geplaatst, moet een uitsparing worden gemaakt in de zijwand van de onderkast en de betreffende kast ernaast. De aansluitkast kan in de onderkast onder de kookplaat of in het keukenkastje ernaast worden geplaatst.
Inbouwen Dichting Gebruik geen voegenkit, tenzij dat uitdrukkelijk vermeld staat. De dichting onder de rand van het apparaat is toereikend als afdichting tussen kookplaat en werkblad. Gebruik nooit kit tussen de lijst van het apparaat en het werkblad! Anders kan het apparaat later - voor servicedoeleinden - alleen nog met moeite uit het werkblad worden gehaald. Lijst en werkblad kunnen daarbij beschadigd raken.
Inbouwen Elektrische aansluiting Aansluitwaarde: Dit apparaat mag uitsluitend door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze is op de hoogte van de landelijke voorschriften en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf en neemt ze zorgvuldig in acht. Zie het typeplaatje. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van ondeskundig inbouwen of door een verkeerde aansluiting.
Inbouwen Scheidingssysteem Aansluitkabel Het apparaat moet via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toestand moet ten minste 3 mm bedragen! Geschikte schakelaars zijn overbelastings- en aardlekschakelaars. De leidingen moeten volgens het aansluitschema worden aangesloten. De leidingen dienen van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) of H 05 RR-F (rubberen isolatie) te zijn en moeten voldoende doorsnede hebben.
Inbouwen Aansluitschema 55
Miele{home Voordat uw apparaat geschikt is voor Miele@home moet het apparaat eerst worden voorzien van de Miele@home-communicatiemodule. Miele{home-communicatiemodule inbouwen en aanmelden ^ Maak het apparaat spanningsvrij. ^ Plaats de Miele|home-communicatiemodule in de inbouwschacht van de aansluitkast. ^ Schakel het Miele|home-systeemapparaat in. ^ Schakel het apparaat in.
Wijzigingen voorbehouden / 4406 M.-Nr.