Operation Manual

Automatische instelling
sensortoetsen
Om veilig te stellen dat de sensor
-
toetsen altijd goed reageren, wordt de
gevoeligheid van de sensoren:
na het aansluiten van het apparaat
en na een onderbreking van de
stroomtoevoer (bijvoorbeeld bij
stroomuitval), opnieuw ingesteld.
tijdens het gebruik voortdurend aan
-
gepast aan de veranderende omge
-
ving (bijvoorbeeld de
lichthoeveelheid).
Als de gevoeligheid van de sensor-
toetsen te groot of te klein is, konden
de sensortoetsen waarschijnlijk niet au-
tomatisch worden ingesteld. Dit is ook
het geval als bij uitgeschakelde kook-
plaat het controlelampje van de ver-
grendeling en cijfers in het kookzone-
display te zien zijn.
In dit geval kunt u de instelling hand
-
matig uitvoeren.
Ga als volgt te werk:
^
Zorg eerst dat zon- of kunstlicht niet
direct op de kookplaat valt. De om
-
geving van de kookplaat mag echter
ook niet te donker zijn. De
lichthoeveelheid mag niet wisselen.
^
Er mogen zich geen voorwerpen op
de kookplaat en de sensortoetsen
bevinden. Verwijder eventueel kook
-
gerei en reinig de kookplaat indien
dat nodig is.
^ Onderbreek vervolgens de stroom-
voorziening van de kookplaat gedu-
rende ca. 1 minuut.
Zodra u de stroomvoorziening herstelt,
wordt de gevoeligheid van de sensor-
toetsen opnieuw ingesteld.
Mocht het probleem daarna nog niet
zijn verholpen, neem dan contact op
met de afdeling Klantcontacten.
Vóór het eerste gebruik
16