Gebruiks- en montagehandleiding Keramische kookplaten KM 5600 / KM 5603 / KM 5604 KM 5607 / KM 5612 / KM 5613 KM 5617 / KM 5618 Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Modellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 KM 5600 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 KM 5603 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 KM 5604 . . . . .
Inhoud Beveiligingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Vergrendeling instellingen / apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Veiligheidsuitschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Oververhittingsbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . .
Algemeen Modellen KM 5600 abcd Gewone kookzones e Bedieningspaneel 5
Algemeen KM 5603 b c a a Vario-kookzone bd Gewone kookzones c Braadzone e Bedieningspaneel 6 e d
Algemeen KM 5604 a Vario-kookzone (3-voudig) bc Gewone kookzones d Bedieningspaneel 7
Algemeen KM 5607 a Vario-kookzone bd Gewone kookzones c Braadzone e Bedieningspaneel 8
Algemeen KM 5612 abd Gewone kookzones c Braadzone e Bedieningspaneel 9
Algemeen KM 5613 a Vario-kookzone bd Gewone kookzones c Braadzone e Bedieningspaneel 10
Algemeen KM 5617 / KM 5618 a Vario-kookzone bd Gewone kookzones c Braadzone e Bedieningspaneel 11
Algemeen Bedieningspaneel Kookplaten met kookzonevergroting Kookplaten zonder kookzonevergroting g h d a c b 12
Algemeen Sensortoetsen a Aan/Uit-toets kookplaat b - Toetsen voor het instellen van de vermogensstand - Voor de vergrendeling (bij apparaten met kookzonevergroting) - Voor het instellen van de tijd (bij apparaten met timer) c n Toets voor het vergroten van een kookzone $ Toets voor de vergrendeling d Toets voor het kiezen van een kookzone e - Toets voor het kiezen van de timer - Voor het wisselen tussen de timerfuncties - Voor het kiezen van een uitschakeltijd (zie "Kookzone automatisch uitschakelen") Contr
Algemeen Kookzones Kookzone KM 5600 KM 5612 C in cm Vermogen in Watt bij 230 V C in cm Vermogen in Watt bij 230 V y 18,0 1800 21,0 2200 w 14,5 1200 14,5 1200 x 21,0 2200 17,0 / 17,0 x 26,5 1500 / 2400 z 14,5 1200 14,5 1200 Totaal: 6400 Kookzone KM 5603 / KM 5613 Totaal: 7000 KM 5607 / KM 5617 / KM 5618 C in cm Vermogen in Watt bij 230 V C in cm Vermogen in Watt bij 230 V y 12,0 / 21,0 750 / 2200 12,0 / 21,0 750 / 2200 w 14,5 1200 14,5 1200 x 17,0 / 17,0 x 26,5 1
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verantwoord gebruik Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Kinderen ~ Kinderen kunnen ook verbrandingen ~ Maak gebruik van de vergrendeling, oplopen als zij pannen van het apparaat trekken. Draai de grepen daarom zo dat ze zich boven het werkblad bevinden. Bij de vakhandelaar is een speciaal rek verkrijgbaar dat ervoor zorgt dat kinderen niet meer bij het apparaat kunnen komen. zodat kinderen het apparaat niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Open in geen geval de ommanteling ~ Controleer het apparaat voor de in- van het apparaat. Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, levert dit gevaar op voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert. bouw op zichtbare schade. Neem een beschadigd apparaat nooit in gebruik.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Als dit apparaat binnen de garantieperiode defect raakt, mag het alleen door Miele worden gerepareerd, anders vervalt de garantie. ~ Wanneer u de kookzones gebruikt, ~ Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen. Alleen van die onderdelen kan Miele garanderen dat zij aan de veiligheidseisen voldoen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Trek altijd ovenwanten aan of gebruik pannenlappen als u met het hete apparaat werkt. De ovenwanten of pannenlappen mogen niet nat of vochtig zijn, omdat ze de warmte dan beter geleiden. U kunt zich branden! ~ Verwarm geen dichte blikken en ~ Flambeer nooit onder een afzuig- gladde bodem. Een ruwe bodem kan krassen op de keramische plaat veroorzaken. kap. Door de vlammen kan de afzuigkap in brand vliegen. ~ Gebruik het apparaat niet als werkblad.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Om te voorkomen dat verontreinigingen inbranden, moet u deze zo snel mogelijk verwijderen. Zorg dat ook de bodem van een te gebruiken pan schoon, vetvrij en droog is. ~ Komt suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of aluminiumfolie op een hete kookzone terecht, vermeng de suikerhoudende stoffen dan onmiddellijk met water. Schakel vervolgens de kookzone uit en verwijder de resten met een schraper, zolang de plaat nog heet is.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Vóór het eerste gebruik Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw gebruiksaanwijzing. Eerste reiniging ^ Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers. ^ Reinig het apparaat voor het eerste gebruik met een vochtige doek en wrijf het apparaat daarna weer droog. Vóór gebruik Alleen voor kookplaten met facetrand (geslepen rand): Na het inbouwen kan de eerste dagen een spleet zichtbaar zijn tussen de kookplaat en het werkblad.
Principe van de kookzones De gewone kookzones hebben één verwarmingsspiraal. De vario-kookzones en de braadzones hebben twee verwarmingsspiralen. Afhankelijk van het model kunnen de spiralen door een ring gescheiden zijn. Alle kookzones hebben een oververhittingsbeveiliging (temperatuurbegrenzer) die voorkomt dat de keramische plaat oververhit raakt (zie ook de rubriek "Oververhittingsbeveiliging").
Bediening Principe van de bediening De kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze reageren op vingercontact. U bedient de kookplaat door met uw vinger de juiste toetsen aan te tippen. Het apparaat reageert daarop telkens met een akoestisch signaal. De kookzones en de timer moeten "actief" zijn als u een vermogensstand of tijd wilt instellen of wijzigen. Om een kookzone of de timer te activeren, moet u de toets van de betreffende kookzone of van de timer aantippen.
Bediening Inschakelen Om de kookzones te kunnen gebruiken, moet u eerst de kookplaat inschakelen. Houd toezicht op het apparaat als het in gebruik is! Kookplaat inschakelen ^ Druk op de toets s. In de displays van alle kookzones verschijnt een 0, in het timerdisplay 00. Voert u daarna geen waarden in, dan wordt de kookplaat om veiligheidsredenen na enkele seconden weer uitgeschakeld. Kookzone inschakelen, vermogensstand instellen ^ Druk kort op de toets van de betreffende kookzone.
Bediening Tabel vermogensstanden Het apparaat heeft af fabriek 9 vermogensstanden. Als u fijner afgestemde vermogensstanden wenst, kunt u het aantal standen vergroten (zie "Programmering"). Bij de tussenstanden verschijnt een punt achter het getal. Bereidingsproces Vermogensstand* instelling af fabriek (9 vermogensstanden) gewijzigde instelling (17 vermogensstanden) Boter, chocolade, etc. smelten Gelatine oplossen Yoghurt maken 1-2 1 - 2.
Bediening Aankookautomaat Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de betreffende kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen ingeschakeld. Daarna wordt naar de ingestelde vermogensstand (doorkookstand) teruggeschakeld. De aankooktijd hangt af van de ingestelde doorkookstand (zie tabel). Bij een hoge doorkookstand is de aankooktijd relatief kort, omdat bij deze vermogensstanden meestal leeg serviesgoed voor het aanbraden wordt verhit. Activeren ^ Druk kort op de toets van de betreffende kookzone.
Bediening Doorkookstand* Aankooktijd in minuten en seconden (ca.) 1 1 : 20 1. 2 : 00 2 2 : 45 2. 3 : 25 3 4 : 05 3. 4 : 45 4 5 : 30 4. 6 : 10 5 6 : 50 5. 7 : 10 6 1 : 20 6. 2 : 00 7 2 : 45 7. 2 : 45 8 2 : 45 8. 2 : 45 9 - * De doorkookstanden met punt zijn alleen beschikbaar als u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie "Programmering").
Bediening Kookzonevergroting Bij gebruik van grote pannen kunt u bij sommige kookzones (zie "Algemeen") een tweede of derde verwarmingsring inschakelen. Als u de kookzone vergroot, brandt het betreffende controlelampje zo lang als de vermogensstand op het display knippert. Zodra de vermogensstand continu brandt, dooft het controlelampje. Bij een 3-voudige vario-kookzone wordt geen onderscheid gemaakt tussen de tweede en de derde ring.
Bediening Uitschakelen en restwarmte-indicatie Het uitschakelen van een kookzone ^ Druk 2x op de toets van de betreffende kookzone. In het kookzonedisplay knippert gedurende enkele seconden een 0. Is de kookzone nog heet, dan wordt kort daarna de restwarmte weergegeven. Het uitschakelen van de kookplaat ^ Druk op de toets s. Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld. In de displays van de kookzones die nog heet zijn, wordt de restwarmte weergegeven.
De juiste pannen – Het meest geschikt zijn metalen pannen met een dikke bodem die koud iets naar binnen buigt. Als de bodem heet wordt, zet het materiaal uit en staat de pan vlak op de kookzone. De warmte wordt dan optimaal geleid. koud heet – Minder geschikt is kookgerei van glas, keramiek of aardewerk. Deze materialen geleiden de warmte niet goed. – Niet geschikt is kookgerei van kunststof of aluminiumfolie. Deze materialen smelten bij hoge temperaturen.
Tips om energie te besparen – De diameter van de pan moet overeenkomen met die van de kookzone of iets groter zijn, zodat geen energie verloren gaat. te klein goed – Kook bij voorkeur met een deksel op de pan. Op die manier voorkomt u dat er onnodig warmte ontsnapt. zonder deksel met deksel – Gebruik voor een kleine hoeveelheid een kleine pan. Voor een kleine pan op een kleine kookzone is minder energie nodig dan voor een grote, niet geheel gevulde pan op een grote kookzone.
Timer De kookplaat moet ingeschakeld zijn, als u de timer wilt gebruiken. De timer kan voor twee functies worden gebruikt: - voor het instellen van een kookwekkertijd. - voor het automatisch uitschakelen van een kookzone. U kunt een tijd instellen van 1 minuut (01) tot 91/2 (9.^) uur. Bij tijden boven 99 minuten (99) vindt de instelling plaats in stappen van een half uur. Een half uur wordt aangegeven met een punt achter het cijfer. Met de toets - verlaagt u de tijd van 9.^ tot 00.
Timer Kookzone automatisch uitschakelen U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch wordt uitgeschakeld. Alle kookzones kunnen tegelijk worden geprogrammeerd. Als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaal toegestane bedrijfsduur wordt de kookzone door de veiligheidsuitschakeling uitgeschakeld (zie de betreffende rubriek). ^ Stel voor de gewenste kookzone een vermogensstand in. ^ Druk op de toets m. In het timerdisplay knipperen 00 en het controlelampje van de kookwekker.
Timer Als u meerdere uitschakeltijden heeft geprogrammeerd, wordt de kortste resttijd weergegeven. Het controlelampje van de betreffende kookzone knippert. De andere controlelampjes branden continu. Als u die resttijden wilt laten weergeven, tip dan de sensortoets m zo vaak aan totdat het gewenste controlelampje begint te knipperen. Wijzigen ^ Tip de sensortoets m zo vaak aan totdat het betreffende controlelampje begint te knipperen. ^ Stel met de toets - of + de gewenste tijd in.
Beveiligingen Vergrendeling instellingen / apparaat Om te voorkomen dat de kookplaat of kookzones per ongeluk worden ingeschakeld of instellingen worden gewijzigd, is dit apparaat voorzien van een vergrendeling. De vergrendeling van de instellingen activeert u als de kookplaat in gebruik is. Als de vergrendeling actief is, kan het apparaat alleen nog beperkt worden bediend: – De vermogensstanden van de kookzones en de instellingen van de timer kunnen niet worden gewijzigd.
Beveiligingen Kookplaten zonder kookzonevergroting Activeren ^ Druk zo lang op de sensortoets $ totdat het betreffende controlelampje verschijnt en er een akoestisch signaal klinkt. Na korte tijd gaat het controlelampje automatisch uit. Deactiveren ^ Druk zo lang op de sensortoets $ totdat het controlelampje uitgaat. Kookplaten met kookzonevergroting Activeren ^ Druk tegelijk op de toetsen - en +. Druk zo lang totdat u een lang akoestisch signaal hoort. Deactiveren ^ Druk tegelijk op de toetsen - en +.
Beveiligingen Veiligheidsuitschakeling Als een kookzone te lang aanstaat Is een kookzone langdurig ingeschakeld geweest (zie tabel), zonder dat de vermogensstand is gewijzigd, dan wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld. In het display verschijnt de restwarmte-indicator. Als u een kookzone weer wilt inschakelen, doet u dat zoals gebruikelijk. Vermogensstand* Maximale bedrijfsduur in uren 1 / 1. 10 2 / 2. 5 3 / 3. 5 4 / 4. 4 5 / 5. 3 6 / 6. 2 7 / 7. 2 8 / 8.
Beveiligingen Oververhittingsbeveiliging Kookzones Alle kookzones zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging (temperatuurbegrenzer). Deze schakelt de kookzone automatisch uit als de keramische plaat te heet wordt. Als de oververhittingsbeveiliging actief is, wordt de verwarming ook op de hoogste vermogensstand in- en uitgeschakeld. Als de keramische plaat voldoende is afgekoeld, wordt de verwarming automatisch weer ingeschakeld.
Reiniging en onderhoud ,Gebruik voor het reinigen van het apparaat nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Reinig het hele apparaat na elk gebruik. Laat het apparaat eerst afkoelen. Wrijf het apparaat na elke vochtige reiniging droog. U voorkomt zo kalkafzetting. Om beschadigingen aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt: – afwasmiddelen.
Reiniging en onderhoud Gebruik voor het reinigen geen afwasmiddel. Met afwasmiddel worden niet alle verontreinigingen verwijderd. Er ontstaat dan een onzichtbaar laagje dat tot verkleuring van de keramische plaat leidt. Die verkleuring kan niet meer worden verwijderd. Reinig de kookplaat regelmatig met een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen. Verwijder alle grove verontreinigingen met een vochtige doek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een glasschraper.
Extra functies Reset Uw apparaat heeft een reset-functie. Met deze functie kunt u alle instellingen van de programmering weer op de fabrieksinstellingen zetten. Reset activeren ^ Schakel de kookplaat in. ^ Druk 10 seconden lang tegelijk op de toetsen van de kookzones links voor en rechts voor.
Extra functies Programmering U kunt de programmering van uw apparaat wijzigen (zie tabel). U kunt meerdere instellingen na elkaar wijzigen. Na het oproepen van de programmering verschijnen in de kookzonedisplays P (programma), S (status) en getallen. Hiermee wordt de huidige instelling aangegeven. Programmering oproepen ^ Druk terwijl de kookplaat uitgeschakeld is tegelijk op de toetsen s en $ dan wel s en n. Druk zo lang totdat het betreffende controlelampje gaat knipperen.
Extra functies Programma* P P P P P P * 0 2 4 5 7 Status** Instelling Demo-stand en fabrieksin- S stellingen 0 Demo-stand aan (na het inschakelen van de kookplaat verschijnt gedurende enkele seconden in het kookzonedisplay links voor "d" en rechts voor "E"). S 1 Demo-stand uit S 9 Fabrieksinstellingen herstellen Aantal vermogensstanden S 0 9 vermogensstanden (1, 2, 3 ... tot 9) S 1 17 vermogensstanden (1, 1., 2, 2., 3 ...
Nuttige tips De meeste storingen en problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voorkomen, kunt u zelf verhelpen. Hierdoor bespaart u tijd en geld, omdat u niet de hulp van een service-technicus hoeft in te roepen. Het volgende overzicht helpt u de oorzaken van een probleem te vinden en het probleem te verhelpen. Houdt u daarbij rekening met het volgende: ,Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd.
Nuttige tips Probleem Oorzaak Oplossing Na het inschakelen van De demo-functie is ingede kookplaat verschijnt schakeld. gedurende enkele seconden in het kookzonedisplay links voor "d" en rechts voor "E"). De kookzones worden niet heet. Schakel de demo-functie uit (zie "Programmering"). Het apparaat wordt tijWaarschijnlijk was een dens het gebruik vanzelf kookzone te lang ingeschakeld. uitgeschakeld.
Nuttige tips Probleem Oorzaak Oplossing Het apparaat wordt tijdens het gebruik uitgeschakeld. In alle kookzonedisplays verschijnt een F en er klinkt een akoestisch signaal. Een of meer sensortoetsen zijn afgedekt, bijvoorbeeld omdat u uw hand erop legt, een gerecht overkookt of omdat er voorwerpen op liggen. Reinig het bedieningspaneel c.q. verwijder de voorwerpen (zie "Veiligheidsuitschakeling"). De inhoud van een pan Er worden grote hoebegint niet of nauweveelheden verhit.
Nuttige tips Probleem Oorzaak De gevoeligheid van de sensortoetsen is te groot of te klein. De gevoeligheid van de sen- Zorg eerst dat zon- of kunstsortoetsen is veranderd. licht niet direct op de kookplaat valt. De omgeving van de kookplaat mag echter ook niet te donker zijn. Er mogen zich geen voorwerpen op de kookplaat en de sensortoetsen bevinden. Verwijder eventueel kookgerei en reinig de kookplaat indien dat nodig is.
Vermogen kookzone controleren U kunt het vermogen van een kookzone controleren. Hiervoor moet u een pan met een bepaalde hoeveelheid water aan de kook brengen en de tijd meten. Gebruik een roestvrijstalen of geëmailleerde pan (met deksel). De bodemdiameter moet overeenkomen met de diameter van de kookzone. De panbodem moet vlak of licht naar binnen gebogen zijn. ^ Bepaal de diameter en het vermogen van de te controleren kookzone (zie de rubriek "Kookzones").
Vermogen kookzone controleren C kookzone in cm Vermogen bij 230 V in Watt Waterhoeveelheid in liters Tijd* in minuten 10,0 600 0,5 11,0 12,0 700 / 750 1,0 13,0 14,5 1000 / 1100 1,0 9,0 14,5 1200 1,0 8,5 14,5 1350 1,0 8,0 17,0 1500 1,5 9,5 18,0 1250 1,5 11,0 18,0 1700 / 1800 1,5 9,0 21,0 2000 2,0 10,5 21,0 2200 / 2300 2,0 9,5 23,0 2500 2,0 9,0 27,0 2700 3,0 13,0 27,0 3200 3,0 12,0 * Maximale tijd onder ongunstige omstandigheden.
Bij te bestellen accessoires Speciaal voor uw apparatuur biedt Miele een uitgebreid assortiment aan toebehoren, alsmede reinigings- en onderhoudsmiddelen. U kunt deze producten heel eenvoudig via de Miele-webshop bestellen: De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie omslag) en bij uw Miele-vakhandelaar.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen ~ De aansluitkabel van de kookplaat Dit apparaat mag alleen door een erkend vakman worden ingebouwd en aangesloten. Om te voorkomen dat het apparaat beschadigd raakt, moet het pas na de montage van de bovenkastjes en de afzuigkap worden ingebouwd. ~ De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervormen. Ook de wandafdichtstrip moet hittebestendig zijn.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstand tot de tussenbodem Veiligheidsafstand boven het apparaat Een tussenbodem onder de kookplaat is niet noodzakelijk. Als zich onder het apparaat een tussenbodem bevindt, moet de afstand tussen de bovenkant van het werkblad en de bovenkant van de tussenbodem minimaal 110 mm zijn. Tussen de achterkant van de tussenbodem en de achterwand van de kast moet voor de doorvoer van de aansluitkabel een spleet van minimaal 10 mm worden gerealiseerd.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstand zijkant / achterkant Bij inbouw van de kookplaat mag zich aan de achterkant en aan één kant (rechts of links) een hoge keukenkast of een wand bevinden (zie afbeeldingen). a Tussen de uitsparing in het werkblad en de achterkant van het werkblad dient de afstand minimaal 50 mm te zijn. Niet toegestaan! b Rechts van de uitsparing dient de afstand tot een ernaast geplaatst meubelstuk (bijvoorbeeld een hoge kast) of een wand minimaal 50 mm te zijn.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstand bij een beklede nis Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uitsparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge temperaturen kunnen materialen beschadigd raken. Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Kookplaten met randlijst / facetrand Werkblad met tegels Dichting tussen kookplaat en werkblad De voegen a en het gearceerde gedeelte onder de rand moeten glad en vlak zijn, zodat de kookplaat gelijkmatig aansluit en de dichting onder de rand van het apparaat voldoende afdicht. De dichting onder de rand van het apparaat is toereikend als afdichting tussen apparaat en werkblad. Gebruik voor het afdichten nooit kit (bijvoorbeeld siliconenkit).
Kookplaten met randlijst / facetrand Inbouwmaten KM 5600 a Klemveren b Inbouwhoogte c Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm d Voorkant 57
Kookplaten met randlijst / facetrand KM 5603 / KM 5612 / KM 5613 a Klemveren b Inbouwhoogte c Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm d Voorkant 58
Kookplaten met randlijst / facetrand KM 5604 a Klemveren b Inbouwhoogte c Inbouwhoogte kabeluitgang d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm e Kabelboom, L = 1550 mm f Voorkant 59
Kookplaten met randlijst / facetrand KM 5607 / KM 5617 a Klemveren b Inbouwhoogte c Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 1440 mm d Voorkant 60
Kookplaten met randlijst / facetrand Inbouwen De exacte positie van de klemveren en steunprofielen (alleen bij kookplaten met facetrand) staan op de maatschets van de betreffende kookplaat. Kookplaten met facetrand: De speciale afdichttape zorgt ervoor dat de kookplaat stevig in de uitsparing ligt en niet verschuift. De spleet tussen de rand en het werkblad zal na verloop van tijd kleiner worden.
Kookplaten met randlijst / facetrand Werkblad van natuursteen Voor het inbouwen moeten dubbelzijdig plakband (met een sterke kleeflaag) en siliconenkit worden gebruikt (niet bijgeleverd). ^ Breng langs de zijranden en de onderkant van de klemveren en de steunprofielen siliconenkit aan. ^ Bevestig de klemveren en de steunprofielen (alleen bij kookplaten met facetrand) met dubbelzijdig plakband c.
Kookplaten met randlijst / facetrand Kookplaat positioneren ^ Leid de aansluitkabel van de kookplaat door de uitsparing naar beneden. ^ Leg het apparaat losjes op de klemveren. ^ Druk de kookplaat met beide handen op de rand gelijkmatig naar beneden totdat het apparaat duidelijk vastklikt. De dichting van de kookplaat moet na het vastklikken goed op het werkblad aansluiten. Alleen zo kan een correcte afdichting worden gegarandeerd.
Kookplaten met randlijst / facetrand Externe netaansluitkast De aansluitkast kan op de volgende plaatsen worden aangebracht: – Los in de onderkast onder de kookplaat. – Aan een zijwand in de onderkast. – Aan de wand achter de onderkast. – In een kast ernaast. 64 Tussen de aansluitkast en de kookplaat, alsmede een andere warmtebron (fornuis, oven, etc.), dient een afstand te worden aangehouden van minimaal 150 mm.
Kookplaten zonder randlijst Inbouwmaten KM 5618 a Voorkant b Inbouwhoogte Zie beslist de detailtekeningen voor de afmetingen van de uitsparing voor een natuurstenen werkblad.
Kookplaten zonder randlijst Inbouwen Kookplaten zonder randlijst zijn alleen geschikt voor inbouw in natuurstenen (graniet, marmer), massief houten en betegelde werkbladen. Indien kookplaten ook geschikt zijn voor inbouw in een glazen werkblad is dit vermeld in de rubriek "Inbouwmaten". Informeer bij werkbladen van andere materialen bij de betreffende fabrikant of het werkblad geschikt is voor inbouw van een kookplaat zonder randlijst.
Kookplaten zonder randlijst Werkblad voorbereiden en kookplaat bevestigen Werkblad van natuursteen ^ Maak de uitsparing in het werkblad volgens de afbeeldingen. Neem daarbij de veiligheidsafstanden in acht (zie ook "Veiligheidsinstructies voor het inbouwen"). ^ Leid de aansluitkabel van de kookplaat door de uitsparing naar beneden. ^ Plaats en centreer de kookplaat b in de uitsparing. ^ Sluit de kookplaat aan. ^ Controleer of het apparaat goed functioneert.
Kookplaten zonder randlijst Massief-houten / betegeld / glazen werkblad ^ Maak de uitsparing in het werkblad volgens de afbeeldingen. Neem daarbij de veiligheidsafstanden in acht (zie ook "Veiligheidsinstructies voor het inbouwen"). ^ Bevestig de houten lijsten d 7 mm onder de bovenkant van het werkblad (zie afbeelding). ^ Leid de aansluitkabel van de kookplaat door de uitsparing naar beneden. ^ Plaats en centreer de kookplaat b in de uitsparing.
Elektrische aansluiting Aansluitwaarde Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hierbij moeten de landelijke voorschriften en de voorschriften van het energiebedrijf in acht worden genomen. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van ondeskundige installatie, onderhoudswerkzaamheden of reparaties.
Elektrische aansluiting Scheidingssysteem Aansluitkabel Het apparaat moet via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toestand moet ten minste 3 mm bedragen! Geschikte schakelaars zijn overbelastings- en aardlekschakelaars. Het apparaat moet met een kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) volgens het aansluitschema worden aangesloten. De kabel moet voldoende doorsnede hebben.
Elektrische aansluiting Aansluitschema 71
Klantcontacten / typeplaatje Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele. De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Wijzigingen voorbehouden / 1011 M.-Nr.