Gebruiks- en montagehandleiding Keramische kookplaten KM 5670 KM 5673 Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 KM 5670. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 KM 5673. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Kookzonedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Beveiligingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Vergrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Stop & Go . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Automatische uitschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemeen KM 5670 Kookplaat Kookzones ad Vario-kookzones b Gewone kookzone c Braadzone Bedieningspaneel Sensortoetsen f Instellen vermogensstand g Kookzonevergroting h Inschakelen timer, wisselen tussen functies, kiezen kookzone j Vergrendeling k Instellen tijd / kiezen memory-programma l Kookplaat AAN/UIT m Memory-functie Controlelampje i Vergrendeling 4
Algemeen KM 5673 Kookplaat Kookzones ae Vario-kookzones bd Gewone kookzones c Bedieningspaneel Braadzone Sensortoetsen f Instellen vermogensstand g Kookzonevergroting h Inschakelen timer, wisselen tussen functies, kiezen kookzone j Vergrendeling k Instellen tijd / kiezen memory-programma l Kookplaat AAN/UIT m Memory-functie Controlelampje i Vergrendeling 5
Algemeen Kookzonedisplay n Weergave: 0 = 1 t/m 12 = # = F = A = P0, etc. = S0, etc.
Algemeen Display timer/memory (voorbeeld) r Controlelampje toewijzing kookzone, bijvoorbeeld kookzone rechts achter s Weergave tijd/memory-programma 00 t/m 99 = tijd P1 t/m P5 = memory-programma t Controlelampje voor gedefinieerd memory-programma Kookzones Kookzone KM 5670 KM 5673 C in cm Vermogen in Watt bij 230 V C in cm Vermogen in Watt bij 230 V y 14,5 / 21,0 1000 / 2200 14,5 / 21,0 1000 / 2200 w 14,5 1100 14,5 1100 b - - 17,0 / 17,0 x 29,0 1500 / 2600 x 17,0 / 17,0 x 29,0 1500
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat. Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing! Plak het typeplaatje dat u bij de documentatie van het apparaat vindt op de daarvoor bestemde plaats in het hoofdstuk "Typeplaatje".
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verantwoord gebruik Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat u niet met delen in aanraking komt die onder spanning staan. Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat alleen voor het bereiden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan en kan gevaarlijk zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Kinderen Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van deze gebruiksaanwijzing. Kinderen kunnen de gevaren van een apparaat niet altijd goed inschatten. Houd daarom voldoende toezicht.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het voorkomen van schade aan het apparaat Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een licht voorwerp, zoals een zoutvaatje, kan scheuren of barsten veroorzaken als het verkeerd terechtkomt. Gebruik geen pannen of schalen met een niet gepolijste bodem (bijvoorbeeld gietijzer) of met een scherpe bodemrand. Daardoor ontstaan krassen die niet meer te verwijderen zijn. Ook zandkorrels kunnen krassen veroorzaken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het voorkomen van brandwonden Wanneer u de kookzones gebruikt, worden deze zeer heet. Ook na het uitschakelen blijven ze dat nog enige tijd. De restwarmte-indicator geeft aan of een kookzone nog heet is. Trek altijd ovenwanten aan of gebruik pannenlappen als u met het hete apparaat werkt. De ovenwanten of pannenlappen mogen niet nat of vochtig zijn, omdat ze de warmte dan beter geleiden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Als het apparaat defect is Wanneer u een defect aan het apparaat constateert, schakel dan eerst het apparaat uit en daarna de hoofdschakelaar van de huisinstallatie. Draai smeltveiligheden er volledig uit. Is het apparaat niet ingebouwd en heeft het geen vaste aansluiting, trek dan ook de aansluitkabel uit het stopcontact. Pak de aansluitkabel bij de stekker vast. Bel nu de afdeling Klantcontacten.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug.
Vóór het eerste gebruik Informatie vooraf Uw apparaat heeft een programmeringsfunctie. Hiermee kunt u het apparaat aan uw eigen voorkeuren aanpassen (zie ook het hoofdstuk "Programmering"). Reiniging voor het eerste gebruik Wij raden u aan het apparaat met een vochtige doek te reinigen en daarna weer droog te wrijven, voordat u het voor het eerst gebruikt. Gebruik voor het reinigen van de keramische plaat geen afwasmiddel, omdat daardoor blijvende blauwe vlekken kunnen ontstaan.
Vóór het eerste gebruik Instelling sensortoetsen Automatische instelling Om veilig te stellen dat de sensortoetsen altijd goed reageren, wordt de gevoeligheid van de sensoren: – na het aansluiten van het apparaat en na een onderbreking van de stroomtoevoer (bijvoorbeeld bij stroomuitval), opnieuw ingesteld. Tijdens de automatische instelling brandt het controlelampje van de vergrendeling en kan de kookplaat niet worden ingeschakeld.
Bediening Sensortoetsen Inschakelen Het bedieningspaneel van uw keramische kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze reageren op vingercontact. U kunt de kookzones bedienen door met uw vinger de juiste toetsen aan te tippen. De kookplaat reageert daarop telkens met een akoestisch signaal. Om de kookzones te kunnen gebruiken, moet u eerst de kookplaat inschakelen. Bedien alleen de betreffende toetsen. Druk daarbij van boven op het midden van de toets.
Bediening Tabel vermogensstanden Bereidingsproces Vermogensstand* instelling af fabriek (12 vermogensstanden) gewijzigde instelling** (23 vermogensstanden) Boter, chocolade, etc. smelten Gelatine oplossen Yoghurt maken 1-2 1 - 2. Saus maken van eigeel en boter Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Gerechten warmhouden die snel aankoeken Rijst wellen 1-3 1 - 3. Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten Gebonden saus of roomsaus maken, bijv.
Bediening Koken met aankookautomaat Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de betreffende kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen ingeschakeld. Daarna wordt naar de ingestelde vermogensstand (doorkookstand) teruggeschakeld. De aankooktijd hangt af van de ingestelde doorkookstand (zie tabel). Bij een hoge doorkookstand is de aankooktijd relatief kort, omdat bij deze vermogensstanden meestal het lege serviesgoed voor het aanbraden wordt verhit.
Bediening Het activeren van de aankookautomaat: Koken zonder aankookautomaat ^ Schakel de kookzone met de sensortoets - in. Druk op de toets, totdat de gewenste doorkookstand in het display verschijnt, bijvoorbeeld: 3. ^ Schakel de kookzone met de sensortoets + in. Druk op de toets, totdat de gewenste vermogensstand in het display verschijnt, bijvoorbeeld: 4. Gedurende de aankooktijd branden de 12 segmenten van de standenindicator.
Bediening Kookzonevergroting Als u grote pannen gebruikt, kunt u de kookzonevergroting van een variokookzone of braadzone inschakelen. Dat de kookzonevergroting ingeschakeld is, ziet u aan het korte segmentje links boven in het betreffende display (zie pijl). ^ Schakel de kookzone in met de toets - of + en kies een vermogensstand. ^ Tip vervolgens de sensortoets voor de kookzonevergroting n aan.
Bediening Uitschakelen en restwarmte-indicatie Zo schakelt u een kookzone uit: ^ Druk tegelijk op de toetsen - en + van de betreffende kookzone. In het display verschijnt gedurende enige seconden een 0. Is de kookzone nog heet, dan wordt daarna de restwarmte aangegeven. De streepjes van de restwarmte-indicatie verdwijnen één voor één als de kookzone afkoelt. Het laatste streepje verdwijnt als de kookzone zover is afgekoeld dat u deze zonder gevaar kunt aanraken.
Bediening De juiste pannen Tips om energie te besparen – De pannen moeten een stabiele onderkant hebben die iets naar binnen buigt. Als de bodem heet wordt, staat deze vlak op de kookzone. Is de bodem niet vlak, dan neemt de bereidingstijd toe. – Kook bij voorkeur met een deksel op de pan. Op die manier voorkomt u dat er onnodig warmte ontsnapt. koud heet – De diameter van de pan moet overeenkomen met die van de kookzone of iets groter zijn, zodat geen energie verloren gaat.
Timer en memory-functie Inleiding Kookwekker instellen De kookplaat heeft: - een kookwekker (timerfunctie). - automatische uitschakeling van de kookzones (timerfunctie). - een memory-functie. U kunt de kookwekker gebruiken als de kookplaat is ingeschakeld, maar ook als deze is uitgeschakeld. De kookwekker functioneert in principe als een mechanische kookwekker. In de volgende rubrieken wordt uitgelegd, hoe u de functies afzonderlijk kunt gebruiken.
Timer en memory-functie Kookzones automatisch uitschakelen U kunt een tijd instellen, waarna een door u gekozen kookzone automatisch moet worden uitgeschakeld. U kunt deze functie voor alle kookzones tegelijk gebruiken. ^ Stel voor de betreffende kookzone, bijvoorbeeld rechts achter, op de gebruikelijke manier een vermogensstand in. ^ Tip de sensortoets m zo vaak aan totdat het controlelampje van die kookzone begint te knipperen (rechts achter).
Timer en memory-functie Memory-functie Memory-programma opslaan U kunt de instellingen van een kookzone (van het inschakelen tot het uitschakelen) als memory-programma opslaan. U kunt maximaal 5 frequent gebruikte bereidingen opslaan. U kunt slechts één programma tegelijk opslaan of gebruiken. U kunt voor alle kookzones memory-programma's opslaan. U kunt ook meerdere programma's voor één kookzone opslaan. Kies een geheugenplaats (memory-programma) en bedien de kookzone zoals gebruikelijk.
Timer en memory-functie Memory-programma gebruiken Memory-programma controleren Als u bij een memory-programma hetzelfde resultaat wilt bereiken als tijdens de registratie, moet u dezelfde pan gebruiken. Ook de hoeveelheid en de afmetingen van het gerecht moeten gelijk zijn. ^ Schakel de kookplaat in. ^ Schakel de kookplaat in. In het betreffende kookzonedisplay verschijnt de ingestelde vermogensstand.
Timer en memory-functie Combinatiegebruik U kunt de functies kookwekker, automatisch uitschakelen en de memory-functie tegelijk gebruiken. U wilt ook de kookwekker gebruiken: Tip de sensortoets m zo vaak aan totdat de controlelampjes van de geprogrammeerde kookzones continu branden en in het timer-/memory-display 00 verschijnt. U wilt ook een of meer uitschakeltijden programmeren: Tip de sensortoets m zo vaak aan totdat het controlelampje van de gewenste kookzone begint te knipperen.
Beveiligingen Vergrendeling Zo activeert u de vergrendeling: Om te voorkomen dat de kookplaat of kookzones per ongeluk worden ingeschakeld of instellingen worden gewijzigd, is dit apparaat voorzien van een vergrendeling. ^ Druk zo lang op de vergrendelingstoets $ tot het bijbehorende controlelampje verschijnt. De vergrendeling kan worden geactiveerd, als de kookplaat is uitgeschakeld, maar ook als het apparaat in gebruik is.
Beveiligingen Stop & Go Zo deactiveert u Stop & Go: Uw apparaat heeft een functie waarmee u het vermogen van alle ingeschakelde kookzones in één keer kunt verlagen. ^ Druk zo lang op de sensortoets $ tot het controlelampje uitgaat. Zo activeert u Stop & Go: ^ Druk zo lang op de sensortoets $ tot u twee korte akoestische signalen hoort. Druk niet te lang op de toets $. U activeert anders de vergrendeling. Het controlelampje voor de vergrendeling begint te knipperen.
Beveiligingen Automatische uitschakeling ... als een kookzone te lang aanstaat De kookplaat heeft een beveiliging die het apparaat automatisch uitschakelt als u vergeet het uit te zetten. Is een kookzone langdurig ingeschakeld geweest (zie tabel), zonder dat de vermogensstand is gewijzigd, dan wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld. In het display verschijnt de restwarmte-indicator. Vermogensstand* Maximale bedrijfsduur in uren 1 / 1. 10 2 / 2. 5 3 / 3. 5 4 / 4. 4 5 / 5. 4 6 4 6.
Beveiligingen Oververhittingsbeveiliging Alle kookzones zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging (temperatuurbegrenzer). Deze schakelt de kookzone automatisch uit, als de keramische plaat te heet wordt. Zodra de plaat weer voldoende is afgekoeld, wordt de kookzone weer ingeschakeld. De oververhittingsbeveiliging reageert, wanneer – een kookzone wordt ingeschakeld, zonder dat er een pan op staat. – leeg kookgerei verhit wordt. – de bodem van de pan niet gelijkmatig op de kookzone aansluit.
Reiniging en onderhoud Gebruik nooit een stoomreiniger voor het reinigen van dit apparaat. De stoom kan in aanraking komen met onder spanning staande delen en zo een kortsluiting veroorzaken. Bovendien kunnen door de stoom het oppervlak en onderdelen van het apparaat blijvend beschadigd raken, waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld. Als u een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen gebruikt, houdt u zich dan aan de aanwijzingen van de fabrikant.
Reiniging en onderhoud Reinig het apparaat regelmatig, bij voorkeur na elk gebruik. Laat de kookplaat eerst voldoende afkoelen. Verwijder alle grove verontreinigingen met een vochtige doek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een glasschraper. Reinig de plaat vervolgens grondig met een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen en met keukenpapier of een schone doek. Ook kalkresten (van overgekookt water) en aluminiumvlekken worden zo verwijderd.
Programmering U kunt de programmering van uw apparaat eventueel veranderen (zie tabel). ^ De kookplaat moet zijn uitgeschakeld. Druk nu tegelijk op de Aan/Uit-toets s en de vergrendelingstoets $. Houd deze toetsen ingedrukt totdat het controlelampje van de vergrendeling begint te knipperen. In het kookzonedisplay verschijnen een P (programma), een S (status) en een cijfer dat de huidige instelling aangeeft. Om de nieuwe instellingen op te slaan, drukt u op de Aan/Uit-toets s totdat de weergaven verdwijnen.
Programmering Programma* P P P P P P * 0 1 3 4 5 6 Status** Instelling S 0 Demo-stand aan S 1 Demo-stand uit S 9 Fabrieksinstellingen herstellen S 0 Uit S 1 Aan Akoestisch signaal timer S 0 Uit S 1 10 seconden continu S 2 4 minuten continu S 0 Vergrendeling met toets $ S 1 Vergrendeling met toets $ en de toetsen + van de beide rechter kookzones S 0 Uit S 1 Aan S 0 Zacht S 1 Gemiddeld S 2 Hard Demo-stand en fabrieksinstellingen Akoestisch signaal b
Programmering Programma* P 7 Kookzonevergroting bij inschakeling kookzone Status** Instelling S 0 Wordt niet ingeschakeld Wordt als volgt ingeschakeld: S 1 Links voor S 2 Rechts voor S 3 Midden achter (KM 5673) S 4 Rechts achter (KM 5670) S 5 Links voor en rechts voor S 6 Links voor en midden achter (KM 5673) S 7 Rechts voor en midden achter (KM 5673) S 8 Links voor en rechts achter (KM 5670) S 9 Rechts voor en rechts achter (KM 5670) S 10 Alle kookzonevergrotingen P 10 Vermogensstan
Programmering Programma* P P P 14 Beginwaarde timer 15 Timerfuncties 16 Aantal vermogensstanden Status** Instelling S 0 00 S 1 De laatst ingestelde waarde (zie de rubriek "Beginwaarde timer") S 0 Alleen kookwekkerfunctie S 1 Alleen uitschakelfunctie S 2 Kookwekker- en uitschakelfunctie S 0 12 vermogensstanden (1, 2, 3 ... tot 12) S 1 23 vermogensstanden (1, 1., 2, 2., 3 ... tot 12) * De niet genoemde programma's zijn voor Miele Nederland.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. ... de kookplaat kan worden ingeschakeld en instellingen mogelijk zijn, maar de kookzones niet heet worden? Controleer of het apparaat in de demo-stand staat (zie het hoofdstuk "Programmering"). Wat moet u doen als . . . ...
Nuttige tips ... de inhoud van een pan niet of nauwelijks begint te koken, hoewel u de aankookautomaat heeft ingeschakeld? ... bij uitgeschakelde kookplaat in het timerdisplay cijfers en in de kookzonedisplays A, F en cijfers verschijnen? De oorzaak kan zijn dat De instelling van de sensortoetsen is veranderd en kon niet automatisch worden aangepast. De instelling moet handmatig worden uitgevoerd (zie de rubriek "Instelling sensortoetsen"). – grote hoeveelheden worden verhit.
Klantcontacten / typeplaatje Klantcontacten Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. De gegevens van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Inbouwen Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Het is niet toegestaan de kookplaat boven koelapparatuur, afwas-, was- en droogautomaten in te bouwen. Om te voorkomen dat het apparaat beschadigd raakt, moet het pas na de montage van de bovenkastjes en de afzuigkap worden ingebouwd. De aansluitkabel van de kookplaat mag na het inbouwen niet in aanraking komen met de bodemplaat van het apparaat en niet worden blootgesteld aan mechanische belastingen.
Inbouwen Veiligheidsafstand boven het apparaat Als in de gebruiksaanwijzing of montagehandleiding van verschillende apparaten (bijvoorbeeld een wokbrander of een elektrische kookplaat) verschillende veiligheidsafstanden worden genoemd voor plaatsing onder een afzuigkap, kies dan de grootste afstand. Tussen het apparaat en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die door de fabrikant is aangegeven.
Inbouwen Veiligheidsafstanden zijkant De apparaten mogen slechts aan één zijkant en aan de achterkant aansluiten op meubels of wanden die hoger zijn dan de apparaten zelf (zie de afbeeldingen). Houd minimaal de volgende veiligheidsafstanden aan: – 50 mm rechts of links van de uitsparing ten opzichte van een ernaast geplaatst meubelstuk (bijvoorbeeld een hoge kast). Aan te bevelen! – 50 mm tussen de uitsparing en de achterwand.
Inbouwen Veiligheidsafstand bij een beklede nis Tussen de nisbekleding en de rand van de uitsparing in het werkblad dient een minimale afstand te worden aangehouden van 50 mm. Deze afstand is alleen nodig als het materiaal van de nisbekleding van hout of ander brandbaar materiaal is. Bij onbrandbaar materiaal (metaal, keramische tegels en dergelijke) kan de afstand worden verkleind met de dikte van de nisbekleding (voor zover praktisch realiseerbaar).
Inbouwen Afmetingen KM 5670 a Klemveren b Inbouwhoogte c Voorkant d Inbouwhoogte aansluitkabel e Aansluitkabel, L= 1440 mm 46
Inbouwen KM 5673 a Klemveren b Inbouwhoogte c Voorkant d Inbouwhoogte aansluitkabel e Aansluitkabel, L= 1440 mm 47
Inbouwen Voorbereiding werkblad ^ Maak een uitsparing in het werkblad volgens de maatschets. Houd een afstand aan van minimaal 50 mm tussen de kookplaat en de achterwand. Tussen de kookplaat en een eventueel aanwezige zijwand (rechts of links) moet eveneens minimaal 50 mm worden vrijgelaten. Zie ook de rubriek "Veiligheidsinstructies voor het inbouwen".
Inbouwen Klemveren bevestigen Werkblad van natuursteen Werkblad van hout, corian, askilan, etc. 75 75 f a ^ Plaats de bijgeleverde klemveren a volgens de aanwijzingen op de afbeeldingen (zie ook de rubriek "Afmetingen") tegen de bovenrand van de uitsparing in het werkblad en zet de klemveren met de bijgeleverde schroeven (3,5 x 25 mm) vast. a ^ De klemveren a moeten met sterk, dubbelzijdig plakband f worden gepositioneerd en bevestigd.
Inbouwen Kookplaat bevestigen Werkblad van hout ^ Leid de aansluitkabel van de kookplaat door de uitsparing naar beneden. ^ Leg de kookplaat losjes op de klemveren a. ^ Druk de kookplaat met beide handen op de rand gelijkmatig naar beneden totdat het apparaat duidelijk vastklikt. De dichting van de kookplaat moet na het vastklikken goed op het werkblad aansluiten. Alleen zo kan een correcte afdichting worden gegarandeerd. Gebruik geen voegenkit of iets dergelijks. ^ Sluit de kookplaat aan.
Inbouwen Dichting Gebruik geen voegenkit, tenzij dat uitdrukkelijk vermeld staat. De dichting onder de rand van het apparaat is toereikend als afdichting tussen kookplaat en werkblad. Gebruik nooit kit tussen de lijst van het apparaat en het werkblad! Anders kan het apparaat later - voor servicedoeleinden - alleen nog met moeite uit het werkblad worden gehaald. Lijst en werkblad kunnen daarbij beschadigd raken.
Inbouwen Elektrische aansluiting Aansluitwaarde: Dit apparaat mag uitsluitend door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze is op de hoogte van de landelijke voorschriften en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf en neemt ze zorgvuldig in acht. Zie het typeplaatje. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van ondeskundig inbouwen of door een verkeerde aansluiting.
Inbouwen Scheidingssysteem Aansluitkabel Het apparaat moet via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toestand moet ten minste 3 mm bedragen! Geschikte schakelaars zijn overbelastings- en aardlekschakelaars. De leidingen moeten volgens het aansluitschema worden aangesloten. De leidingen dienen van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) of H 05 RR-F (rubberen isolatie) te zijn en moeten voldoende doorsnede hebben.
Inbouwen Aansluitschema 54
Wijzigingen voorbehouden / 0207 M.-Nr.