Gebruiks- en montagehandleiding Inductiekookplaten KM 5731 / KM 5732 / KM 5733 KM 5736 / KM 5737 / KM 5752 KM 5753 / KM 5755 / KM 5757 KM 5775 Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 KM 5731. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 KM 5732 / KM 5736 / KM 5737 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 KM 5733. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Beveiligingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Vergrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Stop & Go . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Automatische uitschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemeen KM 5731 abcd Kookzones e Sensortoetsen kookzones en info-displays (zie de gelijknamige rubriek) f Timertoetsen en display (zie de gelijknamige rubriek) g Controlelampje vergrendeling h Vergrendelingstoets i Kookplaat AAN/UIT 4
Algemeen KM 5732 / KM 5736 / KM 5737 abcd Kookzones e Sensortoetsen kookzones en info-displays (zie de gelijknamige rubriek) f Timertoetsen en display (zie de gelijknamige rubriek) g Controlelampje vergrendeling h Vergrendelingstoets i Kookplaat AAN/UIT 5
Algemeen KM 5733 abc Kookzones e Sensortoetsen kookzones en info-displays (zie de gelijknamige rubriek) f Timertoetsen en display (zie de gelijknamige rubriek) g Controlelampje vergrendeling h Vergrendelingstoets i Kookplaat AAN/UIT 6
Algemeen KM 5752 / KM 5755 / KM 5757 abcd Kookzones e Sensortoetsen kookzones en info-displays (zie de gelijknamige rubriek) f Timertoetsen en display (zie de gelijknamige rubriek) g Controlelampje vergrendeling h Vergrendelingstoets i Kookplaat AAN/UIT 7
Algemeen KM 5753 abcd Kookzones e Sensortoetsen kookzones en info-displays (zie de gelijknamige rubriek) f Timertoetsen en display (zie de gelijknamige rubriek) g Controlelampje vergrendeling h Vergrendelingstoets i Kookplaat AAN/UIT 8
Algemeen KM 5775 abcd Kookzones e Sensortoetsen kookzones en info-displays (zie de gelijknamige rubriek) f Timertoetsen en display (zie de gelijknamige rubriek) g Controlelampje vergrendeling h Vergrendelingstoets i Kookplaat AAN/UIT 9
Algemeen Sensortoetsen kookzones en info-displays j Weergave: 0 = 1 t/m 9 = # = ß = F = A = P0, etc. = S0, etc.
Algemeen Timertoetsen en display o Sensortoets voor het inschakelen, voor het wisselen tussen de timerfuncties en het kiezen van een kookzone die automatisch moet worden uitgeschakeld p Sensortoetsen voor het instellen van de tijd q Tijdweergave r Controlelampje voor het automatisch uitschakelen, bijvoorbeeld van de kookzone rechts achter s Controlelampje kookwekker Kookzones Kookzone KM 5731 / KM 5752 / KM 5755 / KM 5757 minimale tot maximale C in cm* Vermogen in Watt bij 230 V** y 14 - 20 normaal:
Algemeen Kookzone KM 5732 / KM 5736 minimale tot maximale C in cm* Vermogen in Watt bij 230 V** y 14 - 20 normaal: met booster: 1850 2500 w 10 - 16 normaal: met booster: 1400 1800 x 16 - 23 normaal: met booster: 2300 3200 z 10 - 16 normaal: met booster: 1400 1800 Totaal: 7400 Kookzone KM 5733 minimale tot maximale C in cm* Vermogen in Watt bij 230 V** f 18 - 28 normaal: met booster: 2400 3200 x 14 - 20 normaal: met booster: 1850 2500 z 10 - 16 normaal: met booster: 1400 18
Algemeen Kookzone KM 5737 minimale tot maximale C in cm* Vermogen in Watt bij 230 V** y 14 - 20 normaal: met booster: 1850 2500 w 10 - 16 normaal: met booster: 1400 1800 x 16 - 23 normaal: met booster: 2300 3200 z 10 - 16 normaal: met booster: 1400 1800 Totaal: 7400 Kookzone KM 5753 minimale tot maximale C in cm* Vermogen in Watt bij 230 V** y 18 - 28 normaal: met booster: 2400 3200 b 10 - 16 normaal: met booster: 1400 1800 x 14 - 20 normaal: met booster: 1850 2500 z 14
Algemeen Kookzone KM 5775 minimale tot maximale C in cm* Vermogen in Watt bij 230 V** y 16 - 23 normaal: met booster: 2300 3200 w 10 - 16 normaal: met booster: 1400 1800 x 14 - 20 normaal: met booster: 1850 2500 z 14 - 20 normaal: met booster: 1850 2500 Totaal: 7400 * Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdiameter gebruiken. ** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het materiaal van de gebruikte pannen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Open in geen geval de ommanteling van het apparaat. Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, levert dit gevaar op voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert. Verantwoord gebruik Alleen voor kookplaten met facetrand (geslepen rand): Na het inbouwen kan de eerste dagen een spleet zichtbaar zijn tussen de kookplaat en het werkblad.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Kinderen Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van deze gebruiksaanwijzing. Kinderen kunnen de gevaren van een apparaat niet altijd goed inschatten. Houd daarom voldoende toezicht.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het voorkomen van schade aan het apparaat Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een licht voorwerp, zoals een zoutvaatje, kan scheuren of barsten veroorzaken als het verkeerd terechtkomt. Gebruik geen pannen of schalen met een niet gepolijste bodem (bijvoorbeeld gietijzer) of met een scherpe bodemrand. Daardoor ontstaan krassen die niet meer te verwijderen zijn. Ook zandkorrels kunnen krassen veroorzaken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het voorkomen van brandwonden Wanneer u de kookzones gebruikt, worden deze zeer heet. Ook na het uitschakelen blijven ze dat nog enige tijd. De restwarmte-indicator geeft aan of een kookzone nog heet is. Trek altijd ovenwanten aan of gebruik pannenlappen als u met het hete apparaat werkt. De ovenwanten of pannenlappen mogen niet nat of vochtig zijn, omdat ze de warmte dan beter geleiden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Als het apparaat defect is Wanneer u een defect aan het apparaat constateert, schakel dan eerst het apparaat uit en daarna de hoofdschakelaar van de huisinstallatie. Draai smeltveiligheden er volledig uit. Is het apparaat niet ingebouwd en heeft het geen vaste aansluiting, trek dan ook de aansluitkabel uit het stopcontact. Pak de aansluitkabel bij de stekker vast. Bel nu de afdeling Klantcontacten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het voorkomen van andere gevaren Personen met een pacemaker dienen er rekening mee te houden dat in de directe omgeving van het ingeschakelde apparaat een elektromagnetisch veld ontstaat dat de werking van de pacemaker nadelig kan beïnvloeden. Neem bij twijfel contact op met de fabrikant van de pacemaker of met uw arts. Zet pannen altijd midden op een kookzone. Zo voorkomt u onnodige blootstelling aan het elektromagnetische veld.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug.
Vóór het eerste gebruik Informatie vooraf Uw apparaat heeft een programmeringsfunctie. Hiermee kunt u het apparaat aan uw eigen voorkeuren aanpassen (zie ook het hoofdstuk "Programmering"). Reiniging voor het eerste gebruik Wij raden u aan het apparaat met een vochtige doek te reinigen en daarna weer droog te wrijven, voordat u het voor het eerst gebruikt. Gebruik voor het reinigen van de keramische plaat geen afwasmiddel, omdat daardoor blijvende blauwe vlekken kunnen ontstaan.
Inductie Principe Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Als u een kookzone inschakelt, genereert deze spoel een magneetveld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarmte van de pan. Een inductiekookzone reageert alleen op pannen met een magnetiseerbare bodem (zie de rubriek "De juiste pannen"). Andere pannen worden niet heet. Bij inductie wordt automatisch rekening gehouden met de grootte van de gebruikte pan.
Inductie Inductiegeluiden Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in het kookgerei allerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk van het materiaal en de constructie van de bodem van het kookgerei. – Op een hoge vermogensstand kan het apparaat een bromgeluid veroorzaken. Dit geluid neemt af of verdwijnt, wanneer een lagere vermogensstand wordt ingesteld. Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het apparaat voorzien van een ventilator.
Inductie De juiste pannen Let op! Geschikt zijn pannen van: – roestvrij staal met een magnetiseerbare bodem – geëmailleerd staal – gietijzer Niet geschikt zijn pannen van: – roestvrij staal met een niet magnetiseerbare bodem – aluminium of koper Pannenformaat Om optimaal gebruik te maken van een kookzone moet u het formaat van de pan zo kiezen dat de pan tussen de binnenste en de buitenste markering van de kookzone past.
Bediening Sensortoetsen Inschakelen Het bedieningspaneel van uw keramische kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze reageren op vingercontact. U kunt de kookzones bedienen door met uw vinger de juiste toetsen aan te tippen. De kookplaat reageert daarop telkens met een akoestisch signaal. Om de kookzones te kunnen gebruiken, moet u eerst de kookplaat inschakelen. Zo schakelt u de kookplaat in: ^ Druk op de Aan/Uit-toets s. In de displays van alle kookzones verschijnt een 0.
Bediening Tabel vermogensstanden Bereidingsproces Vermogensstand* instelling af fabriek (9 vermogensstanden) gewijzigde instelling** (17 vermogensstanden) 1-2 1 - 2. Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Gerechten warmhouden die snel aankoeken Rijst wellen Groente ontdooien (in een blok) 3 3 - 3. Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten Gebonden saus of roomsaus maken, bijv.
Bediening Aankookautomaat Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de betreffende kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen ingeschakeld. Daarna wordt naar de doorkookstand teruggeschakeld. De aankooktijd hangt af van de ingestelde doorkookstand (zie tabel). Wordt tijdens de aankooktijd de pan van de kookzone gehaald, dan wordt de aankookautomaat uitgeschakeld. De functie wordt weer geactiveerd als u de pan binnen 3 minuten terugzet. Doorkookstand* Aankooktijd in minuten en seconden (ca.
Bediening Het activeren van de aankookautomaat: ^ Kies met de toets - de gewenste doorkookstand, bijvoorbeeld 6. Gedurende de aankooktijd kunt u de doorkookstand met de toets + of - verhogen of verlagen. De aankooktijd verandert dan. Als u het aantal vermogensstanden heeft vergroot (zie het hoofdstuk "Programmering"), knipperen in het display afwisselend een A en de doorkookstand (tot het einde van de aankooktijd).
Bediening Boosterfunctie Alle kookzones hebben een boosterfunctie waarmee een extra hoog vermogen kan worden geleverd. Is de booster ingeschakeld, dan werken de kookzones 10 minuten met een verhoogd vermogen op vermogensstand 9. Met deze functie kunt u bijvoorbeeld grote hoeveelheden water snel verhitten. U kunt maximaal twee boosters tegelijk gebruiken. Wordt tijdens de boostertijd de pan van de kookzone gehaald, dan wordt de boosterfunctie uitgeschakeld.
Bediening Uitschakelen en restwarmte-indicatie Zo schakelt u een kookzone uit: ^ Druk tegelijk op de toetsen - en + van de betreffende kookzone. In het display verschijnt gedurende enige seconden een 0. Is de kookzone nog heet, dan wordt daarna de restwarmte aangegeven. De streepjes van de restwarmte-indicatie verdwijnen één voor één als de kookzone afkoelt. Het laatste streepje verdwijnt als de kookzone zover is afgekoeld dat u deze zonder gevaar kunt aanraken.
Beveiligingen Vergrendeling Zo activeert u de vergrendeling: Om te voorkomen dat de kookplaat of kookzones per ongeluk worden ingeschakeld of instellingen worden gewijzigd, is dit apparaat voorzien van een vergrendeling. ^ Druk zo lang op de vergrendelingstoets $ tot het bijbehorende controlelampje verschijnt. De vergrendeling kan worden geactiveerd, als de kookplaat is uitgeschakeld, maar ook als het apparaat in gebruik is.
Beveiligingen Stop & Go Zo deactiveert u Stop & Go: Uw apparaat heeft een functie waarmee u het vermogen van alle ingeschakelde kookzones in één keer kunt verlagen. ^ Druk zo lang op de vergrendelingstoets $ tot het controlelampje uitgaat. Als u gebruik wilt maken van deze functie moet u eerst eenmalig de standaardinstelling wijzigen (zie het hoofdstuk "Programmering"). Zo activeert u daarna Stop & Go: ^ Druk zo lang op de vergrendelingstoets $ tot u twee akoestische signalen hoort.
Beveiligingen Automatische uitschakeling ... als een kookzone te lang aanstaat De kookplaat is voorzien van een beveiliging die de plaat automatisch uitschakelt als u vergeet deze uit te zetten. Is een kookzone langdurig ingeschakeld geweest (zie tabel), zonder dat de vermogensstand is gewijzigd, dan wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld. In het display verschijnt de restwarmte-indicator. Vermogensstand* Maximale bedrijfsduur in uren 1 / 1. 10 2 / 2. 5 3 / 3. 5 4 / 4. 4 5 / 5. 3 6 / 6.
Beveiligingen Oververhittingsbeveiliging Alle inductiespoelen en het koellichaam van de elektronica zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Voordat de inductiespoelen of het koellichaam oververhit raken, zorgt de oververhittingsbeveiliging bij de betreffende kookzone of de kookplaat voor een van de volgende reacties: – Een ingeschakelde booster wordt uitgeschakeld. – De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd. – Betreft het een inductiespoel, dan wordt de kookplaat uitgeschakeld.
Timer De kookplaat heeft een timer die u als kookwekker kunt gebruiken en voor het automatisch uitschakelen van de kookzones. In de volgende rubrieken wordt uitgelegd, hoe u de functies afzonderlijk kunt gebruiken. Het combinatiegebruik wordt in de gelijknamige rubriek beschreven. U kunt een tijd instellen tussen 1 en 99 minuten. Met de sensortoets - verlaagt u de tijd tot een waarde tussen 99 en 00. Met de sensortoets + verhoogt u de tijd tot een waarde tussen 00 en 99.
Timer Automatisch uitschakelen van een kookzone U kunt een kookzone alleen automatisch laten uitschakelen als u voor die kookzone een vermogensstand heeft ingesteld. Alle kookzones kunnen tegelijk worden geprogrammeerd. Ga als volgt te werk: ^ Stel voor de betreffende kookzone, bijvoorbeeld rechts achter, op de gebruikelijke manier een vermogensstand in. ^ Tip de sensortoets m aan. In het tijddisplay verschijnt 00 en het controlelampje van de kookwekker knippert. ^ Tip de sensortoets m opnieuw aan.
Timer Combinatiegebruik Beginwaarde timer U kunt de functies "kookwekker" en "automatisch uitschakelen" tegelijk gebruiken. De timer is standaard zo ingesteld dat na het aanraken van de toets + of - met 01 dan wel 99 als beginwaarde wordt gestart. U heeft een of meer uitschakeltijden geprogrammeerd en wilt ook de kookwekker gebruiken: Tip de sensortoets m zo vaak aan totdat het controlelampje van de kookwekker knippert.
Reiniging en onderhoud Gebruik nooit een stoomreiniger voor het reinigen van dit apparaat. De stoom kan in aanraking komen met onder spanning staande delen en zo een kortsluiting veroorzaken. Bovendien kunnen door de stoom het oppervlak en onderdelen van het apparaat blijvend beschadigd raken, waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld. Als u een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen gebruikt, houdt u zich dan aan de aanwijzingen van de fabrikant.
Reiniging en onderhoud Reinig het apparaat regelmatig, bij voorkeur na elk gebruik. Laat de kookplaat eerst voldoende afkoelen. Verwijder alle grove verontreinigingen met een vochtige doek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een glasschraper. Reinig de plaat vervolgens grondig met een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen en met keukenpapier of een schone doek. Ook kalkresten (van overgekookt water) en aluminiumvlekken worden zo verwijderd.
Programmering U kunt de programmering van uw apparaat eventueel veranderen (zie tabel). Ga als volgt te werk: ^ De kookplaat moet zijn uitgeschakeld. Druk nu tegelijk op de Aan/Uit-toets s en de vergrendelingstoets $. Houd deze toetsen ingedrukt totdat het controlelampje van de vergrendeling begint te knipperen. In het kookzonedisplay verschijnen een P (programma), een S (status) en een cijfer dat de huidige instelling aangeeft.
Programmering Programma* P P P P P P P 0 1 2 3 4 5 Status** Instelling Demo-stand en fabrieksin- S stellingen S 0 Demo-stand aan 1 Demo-stand uit S 9 Fabrieksinstellingen herstellen Akoestisch signaal bij bediening sensortoetsen S 0 Uit S 1 Aan Akoestisch signaal als geen pan of een ongeschikte pan is geplaatst S 0 Uit S 1 Aan Akoestisch signaal timer S 0 Uit S 1 10 seconden continu S 2 4 minuten continu S 0 Vergrendeling met toets $ S 1 Vergrendeling met t
Programmering Programma* P P P P P 2. 3. 4. 5. 6.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. ... de kookplaat kan worden ingeschakeld en instellingen mogelijk zijn, maar de kookzones niet heet worden? Controleer of het apparaat in de demo-stand staat (zie het hoofdstuk "Programmering"). Wat moet u doen als . . . ... de kookplaat respectievelijk de kookzones niet kunnen worden ingeschakeld? Controleer of – de pannen geschikt zijn.
Nuttige tips ... een van de volgende storingen optreedt: ... de ventilator na het uitschakelen doorwerkt? – De boosterfunctie wordt te vroeg uitgeschakeld. Dit is geen storing! De ventilator draait door totdat het apparaat is afgekoeld en wordt dan automatisch uitgeschakeld. – De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd. – De kookzone werkt niet zoals u gewend bent op de ingestelde vermogensstand. De oververhittingsbeveiliging is geactiveerd (zie de rubriek "Oververhittingsbeveiliging"). ...
Klantcontacten / typeplaatje Klantcontacten Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. De gegevens van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Inbouwen Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Om te voorkomen dat het apparaat beschadigd raakt, moet het pas na de montage van de bovenkastjes en de afzuigkap worden ingebouwd. De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervormen. Ook de wandafdichtstrip moet hittebestendig zijn. Dit apparaat mag uitsluitend door een vakman op een niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld een boot of camper) worden ingebouwd en aangesloten.
Inbouwen Veiligheidsafstand boven het apparaat Als in de gebruiksaanwijzing of montagehandleiding van verschillende apparaten (bijvoorbeeld een wokbrander of een elektrische kookplaat) verschillende veiligheidsafstanden worden genoemd voor plaatsing onder een afzuigkap, kies dan de grootste afstand. Tussen het apparaat en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die door de fabrikant is aangegeven.
Inbouwen Veiligheidsafstanden zijkant De apparaten mogen slechts aan één zijkant en aan de achterkant aansluiten op meubels of wanden die hoger zijn dan de apparaten zelf (zie de afbeeldingen). Houd minimaal de volgende veiligheidsafstanden aan: – 50 mm rechts of links van de uitsparing ten opzichte van een ernaast geplaatst meubelstuk (bijvoorbeeld een hoge kast). Niet toegestaan! – 50 mm tussen de uitsparing en de achterwand.
Inbouwen Veiligheidsafstand bij een beklede nis Tussen de nisbekleding en de rand van de uitsparing in het werkblad dient een minimale afstand te worden aangehouden van 50 mm. Deze afstand is alleen nodig als het materiaal van de nisbekleding van hout of ander brandbaar materiaal is. Bij onbrandbaar materiaal (metaal, keramische tegels en dergelijke) kan de afstand worden verkleind met de dikte van de nisbekleding (voor zover praktisch realiseerbaar).
Inbouwen Kookplaten met randlijst / facetrand Inbouwmaten KM 5731 a Voorkant b Inbouwhoogte c Inbouwhoogte aansluitkabel d Aansluitkabel, L = 1440 mm 52
Inbouwen Inbouwmaten KM 5732 a Voorkant b Inbouwhoogte c Aansluitkabel, L = 1440 mm 53
Inbouwen Inbouwmaten KM 5733 a Voorkant b Inbouwhoogte c Inbouwhoogte aansluitkabel d Aansluitkabel, L = 1440 mm 54
Inbouwen Inbouwmaten KM 5736 a Voorkant b Inbouwhoogte c Aansluitkabel, L = 1440 mm 55
Inbouwen Inbouwmaten KM 5752 a Voorkant b Inbouwhoogte c Aansluitkabel, L = 1440 mm 56
Inbouwen Inbouwmaten KM 5753 a Voorkant b Inbouwhoogte c Inbouwhoogte aansluitkabel d Aansluitkabel, L = 1440 mm 57
Inbouwen Inbouwmaten KM 5755 a Voorkant b Inbouwhoogte c Aansluitkabel, L = 1440 mm 58
Inbouwen Inbouwmaten KM 5775 a Voorkant b Inbouwhoogte c Inbouwhoogte aansluitkabel d Aansluitkabel, L = 1440 mm 59
Inbouwen Voorbereiding werkblad Kookplaat bevestigen ^ Maak een uitsparing in het werkblad volgens de maatschets. Houd een afstand aan van minimaal 50 mm tussen de kookplaat en de achterwand. Tussen de kookplaat en een eventueel aanwezige zijwand (rechts of links) moet eveneens minimaal 50 mm worden vrijgelaten. Zie ook de rubriek "Veiligheidsinstructies voor het inbouwen". ^ Leid de aansluitkabel van de kookplaat door de uitsparing naar beneden.
Inbouwen Dichting Gebruik geen voegenkit, tenzij dat uitdrukkelijk vermeld staat. De dichting onder de rand van het apparaat is toereikend als afdichting tussen kookplaat en werkblad. Gebruik nooit kit tussen de lijst van het apparaat en het werkblad! Anders kan het apparaat later - voor servicedoeleinden - alleen nog met moeite uit het werkblad worden gehaald. Lijst en werkblad kunnen daarbij beschadigd raken.
Inbouwen Kookplaten zonder randlijst Inbouwmaten KM 5737 a Voorkant b Inbouwhoogte c Aansluitkabel, L = 1440 mm d Getrapte freesrand voor natuurstenen werkbladen 62 Afmetingen uitsparing natuurstenen werkblad.
Inbouwen Inbouwmaten KM 5757 a Voorkant b Inbouwhoogte Afmetingen uitsparing natuurstenen werkblad.
Inbouwen Deze kookplaat Een kookplaat zonder randlijst is alleen geschikt voor inbouw in natuurstenen (graniet, marmer) en betegelde werkbladen, alsmede in massief hout. Andere materialen, zoals corian en askilan, zijn niet geschikt. Het apparaat moet worden ingebouwd in een 800 mm brede onderkast. Voor onderhoudswerkzaamheden moet de kookplaat van onderaf toegankelijk blijven, zodat de voegenkit niet hoeft te worden verwijderd.
Inbouwen Werkblad voorbereiden en kookplaat bevestigen ^ Leid de aansluitkabel van de kookplaat door de uitsparing naar beneden. g 02 f 6 1 Werkblad van natuursteen 51 52 e ^ Plaats en centreer de kookplaat f in de uitsparing. ^ Sluit de kookplaat aan. 7 0 50 ^ Maak de uitsparing in het werkblad volgens de afbeeldingen. 13 ^ Controleer of het apparaat goed functioneert. ^ Vul de voeg g met een geschikte, temperatuurbestendige (minimaal 160 °C) siliconen-voegenkit.
Inbouwen ^ Maak de uitsparing in het werkblad volgens de afbeeldingen. g ^ Bevestig de houten lijsten a 7 mm onder de bovenkant van het werkblad (zie afbeelding). 02 f 51 52 7 0 50 6 1 Massief-houten/betegeld werkblad e a 13 ^ Leid de aansluitkabel van de kookplaat door de uitsparing naar beneden. ^ Plaats en centreer de kookplaat f in de uitsparing. ^ Sluit de kookplaat aan. a Houten lijsten 13 mm (niet bijgeleverd) ^ Controleer of het apparaat goed functioneert.
Inbouwen Elektrische aansluiting Aansluitwaarde: Dit apparaat mag uitsluitend door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze is op de hoogte van de landelijke voorschriften en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf en neemt ze zorgvuldig in acht. Zie het typeplaatje. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van ondeskundig inbouwen of door een verkeerde aansluiting.
Inbouwen Scheidingssysteem Aansluitkabel Het apparaat moet via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toestand moet ten minste 3 mm bedragen! Geschikte schakelaars zijn overbelastings- en aardlekschakelaars. De leidingen moeten volgens het aansluitschema worden aangesloten. De leidingen dienen van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) of H 05 RR-F (rubberen isolatie) te zijn en moeten voldoende doorsnede hebben.
Inbouwen Aansluitschema 69
Wijzigingen voorbehouden / 3106 M.-Nr.