Operation Manual
Het voorkomen van brandwon
-
den
Wanneer u de kookzones gebruikt,
worden deze zeer heet. Ook na het
uitschakelen blijven ze dat nog enige
tijd. De restwarmte-indicator geeft aan
of een kookzone nog heet is.
Trek altijd ovenwanten aan of ge
-
bruik pannenlappen als u met het
hete apparaat werkt. De ovenwanten of
pannenlappen mogen niet nat of voch
-
tig zijn, omdat ze de warmte dan beter
geleiden. U kunt zich branden!
Verwarm geen dichte blikken en
dergelijke op de kookzones, an-
ders ontstaat er overdruk waardoor de
blikken uiteenspatten en u zich kunt
verwonden.
Gebruik het apparaat niet als werk-
blad. Leg er geen messen, vorken,
lepels of andere metalen voorwerpen
op. Als het apparaat ingeschakeld is,
onbedoeld wordt ingeschakeld of als er
sprake is van restwarmte kunnen meta
-
len voorwerpen heet worden
(verbrandingsgevaar).
Andere voorwerpen kunnen - afhanke
-
lijk van het materiaal - smelten of vlam
vatten.
Schakel de kookzones na gebruik uit!
Dek het apparaat nooit af met een
doek of iets dergelijks. Als het ap
-
paraat nog heet is, bestaat er brandge
-
vaar.
Houd het apparaat goed in de ga
-
ten wanneer u met olie of vetten
werkt. Oververhit vet en oververhitte
olie kunnen vlam vatten. Daarbij kan
ook de afzuigkap in brand raken.
Brandgevaar!
Mocht het vet of de olie toch een
keer vlam vatten, gebruik dan nooit
water voor het blussen! Doof de vlam
-
men met een geschikte deksel, een
vochtige doek of iets dergelijks.
Flambeer nooit onder een afzuig-
kap. Door de vlammen kan de af-
zuigkap in brand vliegen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
19