Operation Manual

Oververhittingsbeveiliging
Alle inductiespoelen en het koellichaam
van de elektronica zijn voorzien van
een oververhittingsbeveiliging. Voordat
de inductiespoelen of het koellichaam
oververhit raken, zorgt de oververhit
-
tingsbeveiliging bij de betreffende
kookzone of de kookplaat voor een van
de volgende reacties:
Een ingeschakelde booster wordt uit
-
geschakeld.
De ingestelde vermogensstand
wordt verlaagd.
Betreft het een inductiespoel, dan
wordt de kookplaat uitgeschakeld.
De foutmelding FE99 verschijnt.
Zodra de kookzone voldoende is afge-
koeld, kunt u deze gewoon weer in ge-
bruik nemen.
Als het het koellichaam betreft, wordt
de energietoevoer naar de kookzo-
nes verlaagd. De ingestelde vermo-
gensstand wordt nog wel weergege
-
ven.
Zodra het koellichaam voldoende is af
-
gekoeld, gaan de kookzones automa
-
tisch weer aan op de oorspronkelijk in
-
gestelde vermogensstand.
De oververhittingsbeveiliging reageert,
wanneer
leeg kookgerei verhit wordt.
vet of olie op een hoge vermogens
-
stand verhit wordt.
de onderkant van het apparaat niet
voldoende geventileerd wordt.
Reageert de oververhittingsbeveiliging
opnieuw nadat de oorzaak is
weggenomen, neem dan contact op
met de afdeling Klantcontacten.
Beveiligingen
36