Operation Manual

Bediening
29
Brandgevaar!
Houd toezicht op de kookplaat als
deze in gebruik is!
Houdt u er rekening mee dat de op-
warmtijd bij inductiekookplaten veel
korter is dan bij gewone kookplaten.
Kookplaat inschakelen
Tip de sensortoets aan.
In de displays van alle kookzones ver-
schijnt . Als u daarna geen instellingen
uitvoert, wordt de kookplaat om veilig-
heidsredenen na enkele seconden weer
uitgeschakeld.
Vermogensstand instellen/wij-
zigen
Druk kort op de toets van de betref-
fende kookzone.
In het kookzonedisplay knippert c.q.
de ingestelde vermogensstand.
Raak de sensortoets van de ge-
wenste vermogensstand op het be-
dieningspaneel aan.
De gekozen vermogensstand knippert
gedurende enkele seconden en brandt
daarna constant.
Uitschakelen
Om een kookzone uit te schakelen,
raakt u 2 keer de toets van de betref-
fende kookzone aan.
Om de kookplaat en daarmee alle
kookzones uit te schakelen, raakt u
de sensortoets aan.
Restwarmte-indicatie
Als een kookzone warm is, brandt na
het uitschakelen de restwarmte-indica-
tie.
De streepjes van de restwarmte-indica-
tie verdwijnen één voor één als de
kookzone afkoelt. Het laatste streepje
verdwijnt als de kookzone zover is afge-
koeld dat u deze zonder gevaar kunt
aanraken.
De restwarmte-indicaties knipperen
als er een stroomonderbreking op-
treedt tijdens gebruik of wanneer er
nog restwarmte is of als u de pro-
grammering heeft geopend terwijl er
nog restwarmte is.
Verbrandingsgevaar! Raak de
kookzone niet aan als de restwarm-
te-indicatie nog brandt.