Operation Manual

Nuttige tips
47
De meeste storingen en problemen, die bij het dagelijkse gebruik kunnen optre-
den, kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten,
omdat u Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te
verhelpen.
Probleem Oorzaak en oplossing
De kookplaat respectie-
velijk de kookzones
kunnen niet worden in-
geschakeld.
De kookplaat heeft geen stroom.
Controleer of de zekering in de zekeringkast is ge-
sprongen. Neem contact op met een elektricien of
met Miele (minimale sterkte van de zekering zie ty-
peplaatje).
Er is mogelijk sprake van een technische storing.
Maak het apparaat ca. 1 minuut spanningsvrij. Doe
dat als volgt:
schakel de hoofdschakelaar van de huisinstalla-
tie uit c.q. draai de betreffende zekering(en) eruit
of
schakel de aardlekschakelaar uit.
Schakel daarna alles weer in. Kunt u het apparaat
dan nog niet in gebruik nemen, neem dan contact
op met een elektricien of met Miele.
Bij de nieuwe kookplaat
komen geurtjes en
damp vrij.
De onderdelen van metaal worden met een onder-
houdsmiddel beschermd. Als het apparaat voor het
eerst in gebruik wordt genomen, ontstaan daardoor
geuren en eventueel ook damp. Ook door de verwar-
ming van het materiaal van de inductiespoelen wordt
tijdens de eerste bedrijfsuren een geur afgegeven. Bij
ieder verder gebruik wordt de geur minder en deze
verdwijnt uiteindelijk volledig. De geur en de eventueel
optredende damp wijzen niet op een verkeerde aan-
sluiting of een defect en zijn ook niet schadelijk voor
de gezondheid.
Op het kookzonedisplay
knipperen afwisselend
het symbool en de in-
gestelde vermogens-
stand of .
Op de kookzone staat geen pan of een ongeschikte
pan.
Gebruik geschikte pannen (zie "De juiste pannen").