Gebruiks- en montagehandleiding Inductiekookplaten Lees beslist de gebruiks- en montage- handleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Een bijdrage aan de bescherming van het milieu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Modellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 KM 6324 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Timer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Kookwekker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Kookzone automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Timerfuncties tegelijk gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Extra functies . . . . . . . . . . .
Inhoud Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen tot gevolg hebben. Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Inhoud Kinderen ~ Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdurend toezicht houdt. ~ Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe- zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. ~ Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen. ~ Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Inhoud Technische veiligheid ~ Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden kunnen grote risico’s voor de gebruiker ontstaan. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door Miele zijn geautoriseerd. ~ Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen. Controleer het voor de inbouw op zichtbare schade. Neem een beschadigd apparaat nooit in gebruik.
Inhoud ~ Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert. Open nooit de ommanteling van het apparaat. ~ De garantie vervalt als het apparaat niet door een technicus wordt gerepareerd die door Miele is geautoriseerd. ~ Alleen van originele onderdelen garandeert Miele dat deze aan de veiligheidseisen voldoen.
Inhoud ~ Neem de kookplaat niet in gebruik bij een defect of bij breuken, scheuren en barsten in de keramische plaat c.q. schakel het apparaat meteen uit. Maak de kookplaat spanningsvrij. U kunt anders een elektrische schok krijgen! Veilig gebruik ~ Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa- raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt. Blus een brand met olie of vet nooit met water.
Inhoud ~ Als u een elektrisch apparaat (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt van het apparaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in aanraking komen met het hete apparaat. De isolatie van de kabel zou beschadigd kunnen raken. ~ Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag u het alleen gebruiken als de deur geopend is. Sluit de meubeldeur pas als de restwarmte-indicatie is gedoofd. ~ Wanneer u het apparaat gebruikt, wordt het zeer heet. Ook na het uitschakelen blijft het dat nog enige tijd.
Inhoud ~ Als suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of aluminiumfolie op een hete kookzone terechtkomt en smelt, gaat u als volgt te werk: Vermeng suikerhoudende stoffen onmiddellijk met water. Schakel vervolgens de kookzone uit en verwijder de stoffen met een schraper, zolang de plaat nog heet is. Als u de stoffen eerst laat afkoelen, kan de keramische plaat beschadigd raken. Draag tijdens de reiniging ovenhandschoenen.
Inhoud ~ Vanwege de snelle reactietijd van inductiekookzones kan de tem- peratuur in de panbodem in zeer korte tijd de zelfontbrandingstemperatuur van olie en vet bereiken. Houd daarom altijd toezicht op het apparaat! ~ Verhit vetten en olie hooguit gedurende een minuut en gebruik daarvoor nooit de booster. ~ Alleen voor personen met een pacemaker: In de directe omgeving van het ingeschakelde apparaat ontstaat een elektromagnetisch veld.
Inhoud ~ Metalen voorwerpen die in een lade onder de kookplaat worden bewaard, kunnen heet worden als u het apparaat lang en intensief gebruikt. Bewaar daarom geen metalen voorwerpen in een lade die zich meteen onder de kookplaat bevindt. ~ Het apparaat is voorzien van een ventilator. Als zich onder het ingebouwde apparaat een lade bevindt, moet de afstand tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat voldoende zijn om de ventilatie te waarborgen.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Algemeen Modellen KM 6324 a Kookzone met booster b Kookzone met booster c PowerFlex-kookzone met TwinBooster d PowerFlex-kookzone met TwinBooster c + d combineerbaar tot een groot PowerFlex-kookvlak e Bedieningspaneel 14
Algemeen KM 6345 / KM 6349 a Kookzone met booster b Kookzone met booster c PowerFlex-kookzone met TwinBooster d PowerFlex-kookzone met TwinBooster c + d combineerbaar tot een groot PowerFlex-kookvlak e Bedieningspaneel 15
Algemeen Bedieningspaneel 16
Algemeen Sensortoetsen a Aan/Uit-toets kookplaat b Toetsen voor - het instellen van de vermogensstand - het instellen van de tijd c PowerFlex-kookvlak inschakelen d Stop & Go c + d Vergrendeling apparaat / instellingen e Activering kookzone Weergave: 0 = kookzone klaar voor gebruik ^ = warmhoudstand 1 t/m 9 = vermogensstand A = aankookautomaat f = stand 1 TwinBooster h = booster / stand 2 TwinBooster œ = PowerFlex-kookvlak geactiveerd ß = geen pan of een ongeschikte pan (zie "Inductie") # = restwarmte LC =
Algemeen Kookzones Kookzone KM 6324 Minimale tot maximale C in cm* Vermogen in Watt bij 230 V** y 10 - 16 Normaal Booster 1400 2200 w 14 - 20 Normaal Booster 1850 3000 x 15 - 23 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 2100 3000 3650 z 15 - 23 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 2100 3000 3650 x+z 22–23 / 15 x 23 – 23 x 39 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 3400 4800 7300 Totaal: 7300 * Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeu
Algemeen Kookzone KM 6345 / KM 6349 Minimale tot maximale C in cm* Vermogen in Watt bij 230 V** y 16 - 23 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 2300 3000 3650 w 14 - 20 Normaal Booster 1850 3000 x 15 - 23 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 2100 3000 3650 z 15 - 23 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 2100 3000 3650 x+z 22–23 / 15 x 23 – 23 x 39 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 3400 4800 7300 Totaal: 7300 * Binnen het aangegev
Vóór het eerste gebruik Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw gebruiksaanwijzing. Eerste reiniging ^ Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers. ^ Reinig het apparaat voor het eerste gebruik met een vochtige doek en wrijf het daarna weer droog. Ingebruikneming Alleen voor kookplaten met facetrand (geslepen rand): Na het inbouwen kan de eerste dagen een spleet zichtbaar zijn tussen de kookplaat en het werkblad.
Inductie Principe Onder de keramische plaat bevinden zich inductiespoelen. Als u een kookzone inschakelt, genereren deze spoelen een magneetveld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarmte van de pan. Een inductiekookzone reageert alleen op pannen met een magnetiseerbare bodem (zie "De juiste pannen"). Het systeem houdt automatisch rekening met de grootte van de gebruikte pan.
Inductie Geluiden Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in het kookgerei allerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk van het materiaal en de constructie van de bodem van het kookgerei. – Op een hoge vermogensstand kan het apparaat een bromgeluid veroorzaken. Dit geluid neemt af of verdwijnt als u een lagere vermogensstand instelt. – Bij pannen met een bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijvoorbeeld een sandwichbodem) kan een knetterend geluid optreden.
Inductie De juiste pannen Geschikt zijn pannen van: – roestvrij staal met een magnetiseerbare bodem. – geëmailleerd staal. – gietijzer. Niet geschikt zijn pannen van: – roestvrij staal met een niet magnetiseerbare bodem. – aluminium of koper. – glas, keramiek of aardewerk. Als u niet zeker weet of een pan geschikt is voor inductie, kunt u een magneet tegen de panbodem houden. Blijft de magneet hangen, dan is de pan geschikt.
Tabel vermogensstanden Vermogensstand Warmhouden Boter smelten Gelatine oplossen ^ 1–2 Rijstepap, havermoutpap maken 2 Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Rijst wellen 3 Groente ontdooien (in een blok) 3 Graan wellen 3 Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten Omelet, eieren zonder korstje bakken Fruit blancheren 4 Deegwaren wellen 4 Groente of vis stoven 5 Ontdooien en verwarmen van diepvriesproducten 5 Aankoken van grote hoeveelheden, bijv.
Bediening Principe van de bediening De kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze reageren op vingercontact. U bedient de kookplaat door met uw vinger de juiste toetsen aan te tippen. Het apparaat reageert daarop telkens met een akoestisch signaal. Als de kookplaat uit is, ziet u alleen de symbolen van de sensortoetsen voor "Aan/Uit", voor de vermogensstanden, de vergrendeling en Stop & Go. Als u de kookplaat inschakelt, lichten de displays van de kookzones en de timer op.
Bediening Houd toezicht op het apparaat als het in gebruik is! Kookplaat inschakelen ^ Druk op de toets s. In de displays van alle kookzones verschijnt een "0", in het timerdisplay "00". Voert u daarna geen waarden in, dan wordt de kookplaat om veiligheidsredenen na enkele seconden weer uitgeschakeld. Kookzone inschakelen ^ Druk op het display van de betreffende kookzone. De "0" begint te knipperen. Vermogensstand instellen ^ Druk op het betreffende cijfer op het bedieningspaneel.
Bediening PowerFlex-kookvlak U kunt de PowerFlex-kookzones tot een groot PowerFlex-kookvlak samenvoegen. De instellingen voor het kookvlak worden via de achterste kookzone aangestuurd. In het display van de voorste kookzone verschijnt het symbool œ. Activeren/deactiveren ^ Druk op de toets y.
Bediening Aankookautomaat Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de betreffende kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen ingeschakeld. Daarna wordt naar de ingestelde vermogensstand (doorkookstand) teruggeschakeld. De aankooktijd hangt af van de ingestelde doorkookstand (zie tabel). Bij een hoge doorkookstand is de aankooktijd relatief kort, omdat bij deze vermogensstanden meestal leeg serviesgoed voor het aanbraden wordt verhit. Activeren ^ Druk op het display van de betreffende kookzone.
Bediening Doorkookstand Aankooktijd in minuten en seconden (ca.
Bediening Booster De kookzones hebben een eentraps booster of een tweetraps TwinBooster, zie het hoofdstuk "Algemeen". De booster vergroot het vermogen, waardoor u grote hoeveelheden snel kunt verhitten. Bijvoorbeeld water voor het koken van pasta. De booster is maximaal 15 minuten actief. U kunt de booster voor maximaal twee kookzones tegelijk gebruiken.
Bediening Booster inschakelen ^ Druk op het display van de betreffende kookzone. ^ Druk op het bedieningspaneel twee keer op de "9". In het kookzonedisplay verschijnt h. TwinBooster inschakelen Stand 1 ^ Druk op het display van de betreffende kookzone. ^ Druk op het bedieningspaneel twee keer op de "9". In het kookzonedisplay verschijnt f. Stand 2 ^ Druk op de toets van de betreffende kookzone. ^ Druk op het bedieningspaneel drie keer op de "9". In het kookzonedisplay verschijnt h.
Bediening Warmhouden Alle kookzones hebben een warmhoudstand "h". Deze stand ligt tussen de vermogensstanden "0" en "1". De warmhoudstand is niet bedoeld voor het opwarmen van reeds afgekoelde gerechten. De warmhoudstand is voor het warmhouden van gerechten meteen na de bereiding. Als u de warmhoudstand instelt, blijft de kookzone maximaal 2 uur ingeschakeld. Warmhoudstand instellen ^ Druk op het display van de betreffende kookzone. ^ Druk tussen de cijfers "0" en "1" op het bedieningspaneel.
Bediening Uitschakelen en restwarmte-indicatie Het uitschakelen van een kookzone ^ Druk 2x op het display van de betreffende kookzone. In het display knippert gedurende enkele seconden een "0". Is de kookzone nog heet, dan wordt kort daarna de restwarmte weergegeven. Het uitschakelen van de kookplaat ^ Druk op de toets s. Nu zijn alle kookzones uitgeschakeld. In de displays van de kookzones die nog heet zijn, wordt de restwarmte weergegeven.
Tips om energie te besparen – Kook met een deksel op de pan. Op die manier voorkomt u dat er onnodig warmte ontsnapt. zonder deksel met deksel – Gebruik voor een kleine hoeveelheid een kleine pan. Voor een kleine pan is minder energie nodig dan voor een grote, niet geheel gevulde pan. – Gebruik zo weinig mogelijk water. – Schakel na het aankoken of aanbraden op tijd terug naar een lagere vermogensstand. – Gebruik een snelkookpan om de bereidingstijd te verkorten.
Timer De kookplaat moet ingeschakeld zijn, als u de timer wilt gebruiken. U kunt de timer voor twee functies gebruiken: – voor het instellen van een kookwekkertijd. – voor het automatisch uitschakelen van een kookzone. U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut (01) en 99 minuten (99). Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt "00" in het timerdisplay en hoort u gedurende enkele seconden een signaal.
Timer Kookzone automatisch uitschakelen U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch wordt uitgeschakeld. De functie kan voor alle kookzones tegelijk worden gebruikt. Als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaal toegestane bedrijfsduur wordt de kookzone door de veiligheidsuitschakeling uitgeschakeld (zie de betreffende rubriek). ^ Stel voor de gewenste kookzone een vermogensstand in. ^ Druk zo vaak op het timerdisplay, totdat het controlelampje voor deze kookzone begint te knipperen.
Timer Timerfuncties tegelijk gebruiken U kunt de functies "kookwekker" en "automatisch uitschakelen" tegelijk gebruiken. U heeft een of meer uitschakeltijden geprogrammeerd en wilt ook een kookwekkertijd instellen: ^ Druk zo vaak op het timerdisplay, totdat de controlelampjes van de geprogrammeerde kookzones continu branden en in het display de rechter nul en het controlelampje voor de kookwekker knipperen. ^ Stel de gewenste tijd in.
Extra functies Stop & Go Uw apparaat heeft een functie waarmee u het vermogen van alle ingeschakelde kookzones tot 1 kunt verlagen. Eventueel ingestelde tijden (voor de automatische uitschakeling, de aankookfunctie en de booster) worden stopgezet. Na het uitschakelen van de functie lopen de tijden weer door. Een ingestelde kookwekkertijd loopt zonder onderbreking door. De vermogensstanden en de instelling van de timer kunnen niet meer worden gewijzigd. U kunt de kookplaat alleen nog uitschakelen.
Beveiligingen Vergrendeling instellingen / apparaat Om te voorkomen dat de kookplaat of kookzones per ongeluk worden ingeschakeld of instellingen worden gewijzigd, is dit apparaat voorzien van een vergrendeling. De vergrendeling van de instellingen activeert u als de kookplaat in gebruik is. Als de vergrendeling actief is, kan het apparaat alleen nog beperkt worden bediend: – De vermogensstanden van de kookzones en de instellingen van de timer kunnen niet worden gewijzigd.
Beveiligingen Veiligheidsuitschakeling Als een kookzone te lang aanstaat Is een kookzone langdurig ingeschakeld geweest (zie tabel), zonder dat de vermogensstand is gewijzigd, dan wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld. In het display verschijnt de restwarmte-indicator. Als u een kookzone weer wilt inschakelen, doet u dat zoals gebruikelijk.
Beveiligingen Oververhittingsbeveiliging Alle inductiespoelen en de koellichamen van de elektronica zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Voordat de inductiespoelen of de koellichamen oververhit raken, zorgt de oververhittingsbeveiliging voor een van de volgende reacties: – Een ingeschakelde booster wordt uitgeschakeld. – De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd. – De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld. In het display van de kookzone verschijnt "E2".
Reiniging en onderhoud Verwondingsgevaar! De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met delen die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger. Reinig het apparaat na elk gebruik. Laat het eerst afkoelen. Wrijf het apparaat na elke reiniging droog. U voorkomt zo kalkafzettingen. Om beschadigingen aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt: – afwasmiddelen.
Reiniging en onderhoud Gebruik voor het reinigen geen afwasmiddel. Met afwasmiddel worden niet alle verontreinigingen verwijderd. Er ontstaat dan een onzichtbaar laagje dat tot verkleuring van de keramische plaat leidt. Die verkleuring kan niet meer worden verwijderd. Reinig de kookplaat regelmatig met een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen. Verwijder alle grove verontreinigingen met een vochtige doek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een glasschraper.
Nuttige tips De meeste problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voorkomen, kunt u zelf verhelpen. Het volgende overzicht helpt u daarbij. Neem contact op met Miele als u de oorzaak van een probleem niet kunt vinden of als u het probleem niet kunt verhelpen. ,Verwondingsgevaar! Ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden leveren grote risico's op voor de gebruiker. Miele kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld.
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing In het display van een kookzone Op de kookzone staat geen pan of een ongeknipperen afwisselend het sym- schikte pan. bool ß en de ingestelde vermo- ^ Gebruik geschikte pannen (zie "De juiste gensstand of een A. pannen"). Na het inschakelen van de kook- De vergrendeling is ingeschakeld. plaat verschijnt gedurende en^ Schakel de vergrendeling uit (zie "Vergrenkele seconden in het deling instellingen / apparaat"). timerdisplay "LC".
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing Na het uitschakelen van De ventilator blijft in werking totdat het apparaat is afhet apparaat is nog een gekoeld en wordt dan automatisch uitgeschakeld. ventilatorgeluid te horen. Er knipperen een of meer restwarmte-indicatoren. Er is een stroomstoring geweest. De kookplaat is uitgeschakeld. ^ Neem de kookplaat weer in gebruik. Controleer voordat u dat doet eerst hoe ver de gerechten zijn.
Bij te bestellen accessoires Speciaal voor uw apparatuur levert Miele een uitgebreid assortiment aan toebehoren, alsmede reinigings- en onderhoudsmiddelen. U kunt deze producten heel eenvoudig via de Miele-webshop bestellen: De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie omslag) en bij uw Miele-vakhandelaar. Kook-/braadpannen Bij Miele kunt u kiezen uit een groot aantal kook- en braadpannen. De pannen sluiten qua functie en afmetingen perfect aan op de Miele-apparatuur.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Dit apparaat mag alleen door een erkend vakman worden ingebouwd en op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Om te voorkomen dat het apparaat beschadigd raakt, moet het pas na de montage van de bovenkastjes en de afzuigkap worden ingebouwd. ~ De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervormen. Ook de wandafdichtstrip moet hittebestendig zijn.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand boven het apparaat Tussen het apparaat en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die de fabrikant van de afzuigkap aangeeft. Is deze informatie niet beschikbaar, houd dan een afstand aan van ten minste 760 mm. Ook als zich boven het apparaat licht ontvlambare materialen bevinden (zoals een keukenplank), moet u een afstand van ten minste 760 mm aanhouden.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand zijkant / achterkant Bij inbouw van de kookplaat mag zich aan de achterkant en aan één kant (rechts of links) een hoge keukenkast of een wand bevinden (zie afbeeldingen). a Tussen de uitsparing in het werkblad en de achterkant van het werkblad dient de afstand minimaal 50 mm te zijn. Niet toegestaan! b Rechts van de uitsparing dient de afstand tot een ernaast geplaatst meubelstuk (bijvoorbeeld een hoge kast) of een wand minimaal 50 mm te zijn.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand onder het apparaat Om de ventilatie van het apparaat te kunnen waarborgen, moet onder het apparaat een minimale afstand worden aangehouden ten opzichte van een oven, tussenbodem of lade. De minimale afstand vanaf de onderkant van de kookplaat tot de – bovenkant van een oven moet 15 mm zijn. Tussenbodem Een tussenbodem onder de kookplaat is niet noodzakelijk, maar wel toegestaan. Voor de aansluitkabel moet aan de achterkant een spleet van 10 mm worden aangehouden.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand bij een beklede nis Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uitsparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge temperaturen kunnen materialen beschadigd raken. Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.
Inbouwmaten KM 6324 a Voorkant b Inbouwhoogte c Aansluitkast Aansluitkabel (1440 mm), los bijgevoegd d Getrapte freesrand Zie beslist de detailtekeningen voor de afmetingen van de uitsparing voor een natuurstenen werkblad.
Inbouwmaten KM 6345 - geschikt voor inbouw in glazen werkbladen - a Voorkant b Inbouwhoogte c Aansluitkast Aansluitkabel (1440 mm), los bijgevoegd d Getrapte freesrand Zie beslist de detailtekeningen voor de afmetingen van de uitsparing voor een natuurstenen werkblad.
Inbouwmaten KM 6349 a Voorkant b Inbouwhoogte c Aansluitkast Aansluitkabel (1440 mm), los bijgevoegd d Getrapte freesrand Zie beslist de detailtekeningen voor de afmetingen van de uitsparing voor een natuurstenen werkblad.
Inbouwen Deze kookplaat Kookplaten zonder randlijst zijn alleen geschikt voor inbouw in natuurstenen (graniet, marmer), massief houten en betegelde werkbladen. Indien kookplaten ook geschikt zijn voor inbouw in een glazen werkblad is dit vermeld in de rubriek "Inbouwmaten". Informeer bij werkbladen van andere materialen bij de betreffende fabrikant of het werkblad geschikt is voor inbouw van een kookplaat zonder randlijst.
Inbouwen Werkblad van natuursteen Aansluitkabel op het apparaat aansluiten Uitsparing werkblad maken De aansluiting mag alleen door een vakman worden uitgevoerd. ^ Sluit de kabel volgens het aansluitschema op het apparaat aan (zie "Elektrische aansluiting > Aansluitschema"). Kookplaat positioneren a Werkblad b Kookplaat c Voeg Omdat voor de keramische plaat en de uitsparing in het werkblad een zekere tolerantie geldt, kan de voegbreedte c variëren (minimaal 1 mm).
Inbouwen Massief-houten / betegeld / glazen werkblad Uitsparing werkblad maken Aansluitkabel op het apparaat aansluiten De aansluiting mag alleen door een vakman worden uitgevoerd. ^ Sluit de kabel volgens het aansluitschema op het apparaat aan (zie "Elektrische aansluiting > Aansluitschema"). Kookplaat positioneren ^ Leid de aansluitkabel van de kookplaat door de uitsparing naar beneden. a Werkblad b Kookplaat ^ Plaats en centreer de kookplaat b in de uitsparing. c Voeg ^ Sluit de kookplaat aan.
Elektrische aansluiting Aansluitwaarde Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hierbij moeten de landelijke voorschriften en de voorschriften van het energiebedrijf in acht worden genomen. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van ondeskundige installatie, onderhoudswerkzaamheden of reparaties.
Elektrische aansluiting Scheidingssysteem Aansluitkabel Het apparaat moet via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De contactopening in uitgeschakelde toestand moet ten minste 3 mm bedragen! Geschikte schakelaars zijn overbelastings- en aardlekschakelaars. Het apparaat moet met een kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) volgens het aansluitschema worden aangesloten. De kabel moet voldoende doorsnede hebben.
Elektrische aansluiting Aansluitschema a b c d e L1 L2 L3 N 200-240 V~ 200-240 V~ 200-240 V~ a b c d e L1 L2 N 200-240 V~ 200-240 V~ (L3) a b c d e L1 200-240 V~ N (L2) 61
Klantcontacten / typeplaatje / garantie Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele. De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
KM 6324 / KM 6345 / KM 6349 nl - NL M.-Nr.