Operating Instructions and Installation Instructions

Tabel vermogensstanden
24
Vermogens‐
stand
Boter smelten
Gelatine oplossen
1–2
Rijstepap, havermoutpap maken 2
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen
Rijst wellen
Groente ontdooien (in een blok)
Graan wellen
3
Verwarmen van vloeibare en halfvaste gerechten
Bereiden van een omelet en van spiegeleieren zonder
korst Stoven van vruchten
Deegwaren wellen
4
Groente, vis stoven Diepvriesproducten ontdooien en verwar‐
men
5
Aankoken van grote hoeveelheden, bijv. eenpansgerechten
Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus
of sauce hollandaise
Eieren behoedzaam bakken (zonder oververhitting van het vet)
6
Behoedzaam braden (zonder oververhitten van het vet) van vis,
schnitzel, braadworst
Bakken van aardappelpannenkoekjes, pannenkoeken, eierkoe‐
ken
7
Aanbraden van stoofgerechten 8
Grote hoeveelheden water koken
Aankoken
9
De gegevens zijn richtwaarden. Het vermogen van de inductiespoel varieert naargelang de
grootte en het materiaal van de bodem van de pan. Voor uw pannen kunnen de vermo‐
gensstanden dus enigszins afwijken. Bepaal door praktisch gebruik de optimale instellingen
voor uw pannen. Stel voor nieuwe pannen waarvan u de gebruikseigenschappen niet kent
de vermogensstand één stand lager in dan aangegeven.