Operating Instructions and Installation Instructions

Bediening
26
Brandgevaar door oververhitting
van gerechten.
Als u het gerecht niet in de gaten
houdt, kan dit oververhit raken en in
brand vliegen.
Houd toezicht op het apparaat als
het in gebruik is.
Kookplaat inschakelen
Tip de sensortoets aan.
Er lichten meer sensortoetsen op.
Als u daarna geen instellingen uitvoert,
wordt de kookplaat om veiligheidsre-
denen na enkele seconden weer uit-
geschakeld.
Vermogensstand instellen
Plaats een pan op de gewenste kook-
zone.
Raak de indicatie van de desbetref-
fende kookzone aan.
De indicatie begint te knipperen.
Raak op het bedieningspaneel de
sensortoets van de gewenste vermo-
gensstand aan.
In de indicatie van de kookzone knip-
pert de ingestelde vermogensstand en-
kele seconden en gaat dan constant
branden.
Vermogensstand wijzigen
Raak de indicatie van de desbetref-
fende kookzone aan.
De indicatie begint te knipperen.
Raak op het bedieningspaneel de
sensortoets van de gewenste vermo-
gensstand aan.
Kookzone/kookplaat uitscha-
kelen
U kunt een kookzone uitschakelen
door de desbetreffende indicatie aan
te raken.
De indicatie begint te knipperen.
Raak sensortoets 0 van de cijferreeks
aan.
Om de kookplaat en daarmee alle
kookzones uit te schakelen, raakt u
de sensortoets aan.