Operating Instructions and Installation Instructions

Nuttige tips
46
Probleem Oorzaak en oplossing
Wanneer de kookplaat
wordt ingeschakeld,
verschijnt even  in het
timerdisplay. De kook-
zones worden niet heet.
De demo-functie is ingeschakeld.
Raak tegelijk de sensortoetsen0 en2 aan. Laat uw
vingers zo lang op de toetsen rusten, totdat in het
timerdisplay en afwisselend knipperen.
Een kookzone wordt
automatisch uitgescha-
keld.
De maximale bedrijfsduur is overschreden.
Schakel de kookzone weer in. Zie hoofdstuk: “Be-
veiligingen”, paragraaf: “Veiligheidsuitschakeling”.
De inhoud van een pan
begint niet of nauwe-
lijks te koken, terwijl de
aankookautomaat inge-
schakeld is.
Er worden grote hoeveelheden voedingsmiddelen ver-
warmd.
Kook met de hoogste vermogensstand en stel
daarna handmatig een lagere vermogensstand in.
De pan geleidt de warmte niet goed.
Gebruik andere pannen die de warmte wel goed
geleiden.
De inhoud van de pan
raakt nauwelijks of he-
lemaal niet aan de
kook.
De pan geleidt de warmte niet goed.
Gebruik andere pannen die de warmte wel goed
geleiden.
De pan is te groot voor de kookzone.
Gebruik een kleinere pan.
De tweede verwarmingsspiraal van de vario-zone of
braadzone is niet bijgeschakeld.
Schakel de tweede verwarmingsspiraal bij.
De verwarming van een
kookzone wordt in- en
uitgeschakeld.
Dit is normaal. Het wordt veroorzaakt door de elek-
tronische regeling van het verwarmingsvermogen. Zie
hoofdstuk: “Werking van de kookzones”.
Als de verwarming op de hoogste vermogensstand
pulserend schakelt, is de oververhittingsbeveiliging in
werking getreden. Zie hoofdstuk: “Beveiligingen”, pa-
ragraaf: “Oververhittingsbeveiliging”.
Er knipperen een of
meer restwarmte-indi-
caties.
Er is een stroomstoring geweest tijdens bedrijf of ter-
wijl er nog sprake was van restwarmte.