Operation Manual
Instelling kookzones
32
De kookzones zijn standaard op 9vermogensstanden ingesteld. Indien u een fij-
nere indeling wenst, kunt u deze uitbreiden tot 17vermogensstanden (zie hoofd-
stuk “Programmering”).
Vermogensstand
instelling af
fabriek
(9 standen)
uitgebreid
(17standen)
Boter smelten
Gelatine oplossen
Smelten van chocolade
1–2 1–2.
Rijstepap, havermoutpap maken 2 2–2.
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen
Rijst wellen
3 3–3.
Groente ontdooien (in een blok) 3 2.–3
Graan wellen 3 2.–3.
Verwarmen van vloeibare en halfvaste gerechten
Bereiden van een omelet en van spiegeleieren zonder korst
Fruit blancheren
4 4–4.
Deegwaren wellen 4 4–5.
Groente, vis stoven 5 5
Diepvriesproducten ontdooien en verwarmen 5 5–5.
Eieren behoedzaam bakken (zonder oververhitting van het
vet)
6 5.–6.
Aankoken van grote hoeveelheden, zoals eenpansgerechten
Gebonden saus of roomsaus maken, zoals witte-wijnsaus of
sauce hollandaise
6–7 6.–7
Vis, schnitzel, braadworst behoedzaam bakken (zonder
oververhitting van het vet)
6–7 6.–7.
Poffertjes, pannenkoeken, etc. bakken 7 6.–7
Aanbraden van stoofgerechten 8 8–8.
Grote hoeveelheden water koken
Aankoken
9 9
De aangegeven standen zijn slechts algemene richtlijnen. Het vermogen van de inductie-
spoel varieert afhankelijk van de grootte en het materiaal van de panbodem. Het is dan ook
mogelijk dat bij uw pannen de vermogensstanden een geringe afwijking vertonen. In de
praktijk zult u al gauw weten welke instellingen voor uw pannen de beste zijn. Stel voor
nieuwe pannen waarvan u de gebruikseigenschappen niet kent de vermogensstand één
stand lager in dan aangegeven.