Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koel-vriescombinaties met DynaCool KT 12520 SD Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Waar u daarbij op moet letten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Het verpakken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Vóórdat u de verse levensmiddelen in de diepvrieszone legt . . . . . . . . . . . . . 25 Het inruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving van het apparaat a DynaCool - toets (Dynamische koeling) met controlelampje b Temperatuuraanduiding van de koelzone 4 c Superfrost - toets met controlelampje d Aan/Uit - schakelaar en temperatuurregelaar
Beschrijving van het apparaat a Plateau van de diepvrieszone b Ventilator c Boter- en kaasvak d Plateaus van de koelzone e Deurvakken, o.a.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Afgedankte elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone huisafval doet, kunnen deze stoffen mens en milieu schaden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Efficiënt gebruik Deze koel-vriescombinatie voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de plaatsing, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Controleer vóórdat de koel-vriescombinatie wordt geplaatst, of het apparaat zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde koel-vriescombinatie mag niet worden geplaatst en niet in gebruik genomen. ~ Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een erkend vakman / vakvrouw worden vervangen. ~ Deze koel-vriescombinatie bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ De elektrische veiligheid van de koel-vriescombinatie is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Veilig gebruik ~ Gebruik geen elektrische apparaten ~ Raak ingevroren levensmiddelen in deze koel-vriescombinatie, bijv. voor het maken van ijs. Doet u dat wel, kunnen er vonken ontstaan en bestaat er gevaar voor een explosie. niet met natte handen aan. Doet u dat wel, dan zouden uw handen vast kunnen vriezen en zou u zich kunnen verwonden. ~ Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral waterijsjes, nooit meteen nadat u ze uit de diepvrieszone heeft gehaald.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Doet u dat wel, dan worden de deurdichtingen in de loop van de tijd poreus. ~ Sluit de roosters in het apparaat niet af. Wanneer deze roosters geblokkeerd zijn kan er geen goede luchtgeleiding plaatsvinden, waardoor het stroomverbruik stijgt en bepaalde onderdelen van de koel-vriescombinatie beschadigd kunnen raken. ~ De koel-vriescombinatie is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden geventi- In gesloten ruimten waar niet leerd kan worden geventileerd Op een plaats waar de zon niet direct op kan schijnen Op een plaats waar de zon direct op kan schijnen Niet naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Naast een warmtebron (verwarming, fornuis) Bij een kamertemperatuur van ca.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie Voor het eerste gebruik De roestvrijstalen lijsten aan de deurvakken en de plateaus zijn voorzien van een folie die dient ter bescherming van het apparaat tijdens het transport. ^ Reinig de binnenkant van de koelvriescombinatie en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje reinigingsmiddel. ^ Wrijf daarna alles met een doek droog. ^ Trek de beschermfolie van de roestvrijstalen lijsten af. Laat het apparaat na transport ca.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie Bij langere afwezigheid Wanneer u de koel-vriescombinatie vrij lange tijd niet meer gebruikt, doe dan het volgende. ^ Schakel het apparaat uit. ^ Trek de stekker uit het stopcontact. ^ Ontdooi de diepvrieszone. ^ Reinig het apparaat. ^ Laat de deuren van de koel-vriescombinatie en een beetje openstaan om te voorkomen dat er luchtjes ontstaan.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperatuur De temperaturen voor de koel- en diepvrieszone kunt u centraal met behulp van de Aan/Uit - schakelaar / temperatuurregelaar instellen. Wanneer u wilt dat het apparaat op 5°C koelt, ^ draai de Aan / Uit - schakelaar / temperatuurregelaar dan met een muntje vanuit stand "0" zover naar rechts, totdat de 5 in de temperatuuraanduiding gaat branden. De temperatuuraanduiding op het bedieningspaneel geeft altijd de gewenste temperatuur aan.
De functie "Superfrost" Het gebruik van de superfrost Het uitschakelen van de superfrost Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden. De superfrost wordt automatisch na ca. 65 uur uitgeschakeld. Met behulp van de functie "Superfrost" kunt u verse levensmiddelen optimaal invriezen. De superfrost moet u al vóór het invriezen van verse levensmiddelen inschakelen.
De functie "DynaCool m" Het gebruik van de "DynaCool m" Wanneer de functie "Dynamische koeling" (DynaCool) niet is ingeschakeld, ontstaan er in de koelzone als gevolg van de natuurlijke luchtcirculatie zones met verschillende temperaturen. De koude, zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Het is handig om daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van te maken. Zie hoofdstuk: "Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen".
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Gedeelten met verschillende temperaturen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Maak daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van. De koude, zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Dit is een apparaat met dynamische koeling (DynaCool).
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Voor het apparaat ongeschikte levensmiddelen Levensmiddelen afdekken of niet? Niet alle levensmiddelen zijn geschikt om in de koelzone te worden bewaard. Hiertoe behoren: Bewaar levensmiddelen alleen afgedekt of verpakt. Zo voorkomt u dat er levensmiddelenluchtjes vrijkomen en op andere levensmiddelen worden overgedragen. Tevens voorkomt u dat de levensmiddelen uitdrogen en dat mogelijk aanwezige bacteriën zich verspreiden.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen – Voorbeelden van groenten en fruit die erg gevoelig reageren op gassen van andere groente- en fruitsoorten: Broccoli, bloemkool, spruitjes, kiwi's, mango's, honingmeloen, appels, abrikozen, komkommers, tomaten, peren, nectarines en perziken. Voorbeeld: Appels en broccoli kunnen niet samen in één lade worden opgeslagen, omdat appels veel natuurlijk gas afscheiden en broccoli op dit soort gas zeer gevoelig reageert.
Het indelen van de binnenruimte Plateaus De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergezet / neergelegd. ^ Til het plateau iets op. ^ Trek het iets naar voren. ^ Til het met de uitsparing over de plateauribben heen. ^ Verplaats het naar boven of naar beneden. De opstaande rand die aan de achterkant zit moet naar boven wijzen, zodat de levensmiddelen niet met de achterwand in aanraking kunnen komen en eraan vastvriezen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Maximale vriescapaciteit De maximale vriescapaciteit mag niet worden overschreden, omdat levensmiddelen het best zo snel mogelijk tot in de kern kunnen worden ingevroren. De maximale vriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op het typeplaatje "Vriescapaciteit ..... kg/24 h". Dit vermogen is berekend volgens de norm DIN EN ISO 15502.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen Waar u daarbij op moet letten – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Vóórdat u de verse levensmiddelen in de diepvrieszone legt Het ontdooien van ingevroren producten ^ Schakel enige tijd voor het inruimen de superfrost in. Dat kunt u doen Zo krijgen de producten die al zijn ingevroren een koudereserve. Zie hoofdstuk: "De functie "Superfrost"".
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het bereiden van ijsblokjes ^ Vul het bakje voor ijsblokjes voor driekwart met water. ^ Zet het bakje op de bodem van een diepvrieslade. ^ Wanneer het bakje is vastgevroren, gebruik dan een stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel om het los te maken. ^ Wanneer het bakje even onder stromend water wordt gehouden laten de ijsblokjes gemakkelijk los.
Het ontdooien van de koel-vriescombinatie Het ontdooien van de koelzone Terwijl de koel-vriescombinatie in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelzone wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het gootje voor het dooiwater en via de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het apparaat. Let erop dat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen.
Het ontdooien van de koel-vriescombinatie Het ontdooien Handel het ontdooien zo snel mogelijk af. Hoe langer de ingevroren producten bij kamertemperatuur worden bewaard, des te korter ze houdbaar zijn. Na het ontdooien ^ Reinig de koel-vriescombinatie. Zorg ervoor dat er geen reinigingswater in de afvoeropening van het dooiwater terechtkomt. ^ Maak het apparaat droog. ^ Steek de stekker in het stopcontact. ^ Schakel het apparaat uit. ^ Schakel het apparaat in. ^ Trek de stekker uit het stopcontact.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie Voor het reinigen Gebruik nooit zand-, soda-, zuur- of schuurmiddel- of chloridehoudende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen, daar deze doffe plekken veroorzaken. ^ Schakel de koel-vriescombinatie uit. ^ Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit. ^ Haal de producten uit het apparaat en bewaar ze op een koele plaats.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie Het reinigen van de ventilatieroosters ^ Reinig de ventilatieroosters regelmatig met een kwast of een stofzuiger. Wanneer er zich stof ophoopt wordt er onnodig energie verbruikt. Na het reinigen ^ Plaats de toebehoren in de koelvriescombinatie. ^ Steek de stekker in het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie in. ^ Schakel het apparaat weer in.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Wanneer dit niet gebeurt dan kan de gebruiker grote risico's lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. Wat moet u doen, wanneer . . . . . . de koel-vriescombinatie het niet doet? ^ Controleer of: – de Aan/Uit - schakelaar / temperatuurregelaar op een andere stand staat dan op "0"; – de stekker stevig in het stopcontact zit; – de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie is ingeschakeld.
Nuttige tips Is dat het geval, ^ verhoog dan de kamertemperatuur. Wanneer de kamertemperatuur te laag is, slaat de koel-vriescombinatie minder vaak aan. Dat kan tot gevolg hebben dat het in de diepvrieszone te warm wordt en dat de ingevroren producten beginnen te ontdooien. . . . de ingevroren producten vastgevroren zijn? . . . de binnenverlichting in de koelzone het niet meer doet? ^ Controleer of de Aan/Uit - schakelaar / temperatuurregelaar op een andere stand staat dan op "0".
Nuttige tips ^ Draai het nieuwe gloeilampje erin. ^ Hang de lampafdekking er aan de achterkant weer in. ^ Klik de afdekking aan de zijkanten weer vast. . . . de bodem van de koelzone nat is? De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt. ^ Reinig het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater. Kunt u een storing ook met bovengenoemde tips niet verhelpen, roep dan de hulp in van de Afdeling Klantcontacten. Open als het mogelijk is de deuren van het apparaat niet vóórdat de storing is verholpen.
Geluiden en de oorzaken ervan Vaak voorkomende geluiden Waar komen deze geluiden vandaan? Brrrrr... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blubb, blubb.... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik.... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr....
Afdeling Klantcontacten / Garantie Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Telefoonnummer en adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de afdeling Klantcontacten altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Het is het beste wanneer de contactdoos zich naast het apparaat bevindt en u er gemakkelijk bij kunt.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Klimaatklasse Zet geen apparaten op uw koelapparaat die warmte afgeven, zoals broodroosters of magnetrons. Doet u dat wel, dan wordt er onnodig veel energie verbruikt. Plaats dit apparaat niet direct naast een ander koelapparaat ("side-by-side"). Doet u dat wel, kan er condenswater ontstaan, daar dit apparaat geen zijwandverwarming heeft. Vraag uw vakhandelaar om advies.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Het plaatsen van het apparaat Het stellen van het apparaat ^ Haal eerst de kabelhouder van de achterkant van het apparaat af. ^ Controleer of alle delen aan de achterwand van het apparaat nergens tegenaan kunnen komen. Buig eventueel in de weg zittende delen voorzichtig weg. ^ Schuif het apparaat voorzichtig op de daarvoor bestemde plaats. ^ Zet het apparaat direct met de achterwand tegen de muur. 38 ^ Stel het apparaat stevig en waterpas via de stelvoeten.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Afmetingen van het apparaat A B C KT 12520 SD 1550 mm 600 mm 630 mm KT 12720 SD 1690 mm 600 mm 630 mm 39
Het veranderen van de draairichting van de deuren Het apparaat wordt geleverd met rechtsscharnierende deuren. Moeten de deuren linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting. Het is beslist noodzakelijk dat u iemand vraagt om u daarbij te helpen. In de volgende afbeeldingen zijn de deuren niet gesloten. Zo kunnen wij beter laten zien hoe u te werk moet gaan. Het verwijderen van de deurgrepen Allereerst moet u het gedeelte losmaken dat aan de zijkant van de deurgrepen zit.
Het veranderen van de draairichting van de deuren Het verplaatsen van de deuren ^ Sluit de onderste deur van het apparaat. ^ Draai schroef a uit het deurscharnier aan de onderkant b van het apparaat. ^ Open de onderste deur voorzichtig, til hem iets op en haal hem van het apparaat af. ^ Haal lagerbout c uit het deurscharnier en leg de bout even aan de kant. ^ Schroef het deurscharnier b van het apparaat af en schroef het er aan de andere kant weer op.
Het veranderen van de draairichting van de deuren ^ Draai scharnierhaak l 180° en schroef de haak er aan de andere kant weer op. ^ Zet de stopjes k er eveneens aan de andere kant weer op. ^ Haal de stopjes uit de deurscharnierblokken en zet ze er aan de andere kant weer op. ^ Hang de bovenste deur van het apparaat in de lagerbout j en sluit de deur van het apparaat. ^ Schuif lagerbout e met de lange kant naar boven van onderen door de scharnierhaak l in de bovenste deur van het apparaat.
Het veranderen van de draairichting van de deuren Het terugplaatsen van de deurgrepen Neem beslist de volgende instructies voor het terugplaatsen van de deurgrepen in acht. Wanneer de deurgrepen verkeerd worden gemonteerd, wordt de deurdichting beschadigd. ^ Schuif het zijgedeelte van de deurgrepen d vanaf de kant van het apparaat in de geleiding van de bevestigingsplaat totdat het hoorbaar vastklikt.
Het inbouwen van de koel-diepvriescombinatie Is dat niet het geval, dan moet het apparaat met een hogere capaciteit werken, wat meer energie vergt. Hoe groter de luchtafvoeropening, des te lager het energieverbruik. De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden afgedekt of geblokkeerd. Bovendien moeten ze regelmatig stofvrij worden gemaakt.
Wijzigingen voorbehouden / 1108 KT 12520 SD M.-Nr.