Operation Manual

Gedeelten met verschillende
temperaturen
Door de natuurlijke luchtcirculatie ont
-
staan er in de koelzone gedeelten met
verschillende temperaturen.
Maak daar bij het inruimen van de le
-
vensmiddelen gebruik van.
De koude, zware lucht zakt in het on
-
derste gedeelte van het apparaat.
Dit is een apparaat met dynamische
koeling (DynaCool).
Dat houdt in dat, wanneer de venti
-
lator is ingeschakeld, de tempera-
tuur in de koelzone gelijkmatig wordt
verdeeld en de temperatuurverschil-
len hier minder groot zijn.
Koelste gedeelte in de koelzone
Het koelste gedeelte in de koelzone be-
vindt zich direct boven de groente- en
fruitvakken.
Gebruik dit gedeelte voor alle levens-
middelen die niet lang houdbaar zijn,
zoals:
vis, vlees, gevogelte;
worst, kant-en-klaar-gerechten;
levensmiddelen waar eieren of room
in zijn verwerkt;
alle soorten deeg;
melkproducten;
in folie verpakte, voorgesneden
groente en in het algemeen alle ver
-
se groenten waarvan de houdbaar
-
heidsdatum alleen geldt bij een tem
-
peratuur van minstens 4°C.
Minst koele gedeelte in de koelzone
Het minst koele gedeelte in de koelzo
-
ne bevindt zich helemaal bovenin tegen
de deur.
Gebruik dit gedeelte voor het opslaan
van boter zodat deze smeerbaar blijft
en voor kaas zodat deze zijn aroma niet
verliest.
Bewaar geen stoffen in het apparaat
die drijfgassen of andere verstui
-
vingsmiddelen bevatten.
Dit in verband met explosiegevaar.
Plaats dranken met een hoog alco-
holpercentage alleen rechtop en al-
tijd goed gesloten in het apparaat in
verband met explosiegevaar.
Wanneer er in het apparaat vet- of
oliehoudende levensmiddelen zijn
opgeslagen, zorg er dan voor dat
eventueel vrijkomend vet of olie niet
met de kunststof onderdelen van het
apparaat in aanraking komt.
Vet en olie kunnen scheuren in het
kunststof veroorzaken.
Zet de producten niet tegen de ach
-
terwand om te voorkomen dat ze er
-
aan vastvriezen.
Leg de producten niet te dicht op el
-
kaar, zodat de lucht goed kan circu
-
leren.
Dek de ventilator aan de achterkant
niet af; deze is belangrijk voor de
koelcapaciteit.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen
19