Operation Manual

Vóórdat u de verse levensmiddelen
in de diepvrieszone legt
^
Schakel enige tijd voor het inruimen
de superfrost in.
Zo krijgen de producten die al zijn inge
-
vroren een koudereserve.
Zie hoofdstuk: "De functie "Superfrost"".
Het inruimen
^
Leg de in te vriezen producten over
de hele breedte op de bodem van de
diepvrieszone van het apparaat, zo
-
dat ze zo snel mogelijk tot in de kern
worden ingevroren.
^ Zorg ervoor dat het materiaal waarin
de in te vriezen producten zijn ver-
pakt droog is, zodat de producten
niet aan elkaar of aan de bodem van
de diepvrieszone vastvriezen.
Leg in te vriezen levensmiddelen
niet tegen reeds ingevroren levens-
middelen om te voorkomen dat de
laatste gaan ontdooien.
De superfrost wordt na een tijdje auto
-
matisch uitgeschakeld.
Het controlelampje gaat uit.
Het apparaat werkt weer met normale
capaciteit.
Het ontdooien van ingevroren
producten
Dat kunt u doen
in de magnetron;
in de oven bij het verwarmingssys
-
teem "Hetelucht" of "Ontdooien";
bij kamertemperatuur;
in de koelzone (de koude die daarbij
vrijkomt kan voor het koelen van de
andere levensmiddelen worden ge
-
bruikt);
in de stoomoven.
Platte stukken vlees en vis kunnen
gedeeltelijk ontdooid in een hete braad-
pan worden gelegd.
Fruit kan bij kamertemperatuur zowel in
de verpakking als ook in een afgedekte
schaal ontdooien.
Groente kan in het algemeen in bevro-
ren toestand aan kokend water worden
toegevoegd of in heet vet worden ge-
stoofd. De kooktijd is iets korter dan bij
verse groente.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooi
-
de levensmiddelen niet opnieuw in.
Pas nadat u deze levensmiddelen
hebt gekookt of gebraden kunt u ze
opnieuw invriezen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
25