Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koel-vriescombinaties KT 3226 S KT 3414 S KT 3424 S KT 3426 S Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Bij langere afwezigheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Het ontdooien van ingevroren producten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Het bereiden van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Het snelkoelen van dranken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Het ontdooien van de koel-vriescombinatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Het ontdooien van de koelzone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemeen a Temperatuurregelaar b Winterschakeling - toets en controlelampje van de winterschakeling a Plateau voor de diepvrieszone b Boter- en kaasvak c Plateaus voor de koelzone d Eierrekje e Binnenverlichting f Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater g Groenten- en fruitladen h Deurvakken i Fleshouder j Ventilatieroosters 4 c Lichtcontactschakelaar
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Afgedankte apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Zet uw apparaat daarom niet zomaar bij het grofvuil, maar informeer bij uw handelaar of het mogelijk is het apparaat terug te geven. Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de gemeente of bij een grondstoffenhandelaar naar mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal (bijv.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Deze koel-vriescombinatie voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Hoe meer koelmiddel een koelvriescombinatie bevat, des te groter moet het vertrek zijn waarin de koelvriescombinatie wordt opgesteld. Wanneer het vertrek te klein is kan zich bij een eventuele lek een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel die de koel-vriescombinatie bevat staat op het typeplaatje in de binnenkant van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De koel-vriescombinatie mag niet via een verlengsnoer op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd in verband met het gevaar voor oververhitting. Gebruik Raak ingevroren levensmiddelen niet met natte handen aan. Doet u dat wel, dan zouden uw handen vast kunnen vriezen en zou u zich kunnen verwonden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmingsapparaten of kaarsen in de koel-vriescombinatie. Doet u dat wel, dan raakt het kunststof beschadigd. Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien. Deze kunnen explosieve gassen vormen, ze kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die het kunststof beschadigen of ze kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie Voor het eerste gebruik ^ Reinig de binnenkant van de koelvriescombinatie en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje reinigingsmiddel. ^ Wrijf daarna alles met een doek droog. Laat het apparaat nadat u het hebt geplaatst eerst ca. 1/2 tot 1 uur staan voordat u het aansluit.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De juiste temperatuur Het instellen van de temperatuur De temperaturen voor de koel- en diepvrieszone kunt u centraal met behulp van de temperatuurregelaar in de koelzone instellen. ^ Draai de temperatuurregelaar op een stand tussen de 1 en de 7. Hoe hoger de stand aan de temperatuurregelaar, des te lager de temperatuur in het apparaat. Wij adviseren één van de middelste standen.
Het gebruik van de winterschakeling Bij lage kamertemperaturen onder of gelijk aan 18 °C slaat het apparaat minder vaak aan en daardoor kan het in de diepvrieszone te warm worden. Dat kan ertoe leiden dat de ingevroren producten gaan ontdooien. Om dat te voorkomen kunt u de winterschakeling gebruiken.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Zones met verschillende temperaturen Het minst koele gedeelte in de koelruimte Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelruimte zones met verschillende temperaturen. Het minst koele gedeelte in de koelruimte bevindt zich helemaal bovenin tegen de deur. Maak daar bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van. Gebruik dit gedeelte voor het opslaan van boter zodat deze smeerbaar blijft en voor kaas zodat deze zijn aroma niet verliest.
Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen Voor het apparaat ongeschikte levensmiddelen Niet alle levensmiddelen zijn geschikt om in de koelruimte te worden bewaard. Hiertoe behoren: soorten reageren bijzonder gevoelig op deze natuurlijke gassen. Daarom mogen niet alle groenten- en fruitsoorten samen in één lade worden bewaard.
Het indelen van de binnenruimte Het verplaatsen van de plateaus Het verplaatsen van de deurvakken De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergelegd / neergezet. ^ Schuif de deurvakken naar boven en haal ze eruit. ^ Trek het plateau naar voren totdat u weerstand voelt, til het aan de voorkant op en haal het eruit. ^ Zet het plateau met de achterkant naar boven op de gewenste plek, haal de voorkant omhoog en schuif het plateau naar binnen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Maximale vriescapaciteit Levensmiddelen kunnen het best zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Daarvoor is het noodzakelijk dat de maximale vriescapaciteit niet wordt overschreden. De maximale vriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op het typeplaatje "Vriescapaciteit ..... kg/24 h".
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten. – Laat warme gerechten en dranken eerst buiten de koel-vriescombinatie afkoelen. Doet u dat niet dan beginnen reeds ingevroren levensmiddelen te ontdooien en wordt er meer stroom verbruikt dan nodig is.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Ca. 24 uur daarna zijn de verse levensmiddelen helemaal ingevroren. Het bereiden van ijsblokjes ^ Draai de temperatuurregelaar weer op de gewenste stand en schakel de winterschakeling uit, als de kamertemperatuur hoger is dan 18 °C! Het ontdooien van ingevroren producten Dat kunt u doen – in de magnetron; – in de oven bij het verwarmingssysteem "Hetelucht" of "Ontdooien"; ^ Druk het boutje naar beneden en vul het bakje voor ijsblokjes met water.
Het ontdooien van de koel-vriescombinatie Het ontdooien van de koelzone Terwijl de koel-vriescombinatie in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelruimte rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelruimte wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het gootje voor het dooiwater en via de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het apparaat. Let erop dat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen.
Het ontdooien van de koel-vriescombinatie Handel het ontdooien zo snel mogelijk af. Hoe langer de ingevroren producten bij kamertemperatuur worden bewaard, des te korter ze houdbaar zijn. ^ Reinig de diepvrieszone en maak deze droog. Er mag geen reinigingswater in de afvoeropening voor het dooiwater terechtkomen. ^ Steek de stekker in het stopcontact. ^ Schakel het apparaat uit. ^ Schakel het apparaat in. ^ Trek de stekker uit het stopcontact.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie Gebruik nooit zand-, soda-, zuur- of schuurmiddelhoudende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen, daar deze doffe plekken veroorzaken. Let erop dat er geen water in de elektronica, de verlichting of de ventilatieroosters terechtkomt. Zorg ervoor dat er geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater loopt. Gebruik geen stoomreiniger.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie Het reinigen van de deurdichtingen Behandel de deurdichtingen niet met olie of vet. Doet u dat wel dan worden de deurdichtingen in de loop van de tijd poreus. ^ Reinig de deurdichtingen regelmatig alleen met helder water en wrijf deze daarna met een doek grondig droog. Het reinigen van het metalen rooster aan de achterkant Het metalen rooster aan de achterkant van het apparaat (warmtewisselaar) moet minstens eenmaal in het jaar van stof worden ontdaan.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Wanneer dit niet gebeurt dan kan de gebruiker grote risico's lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. Wat moet u doen, wanneer . . . . . . u ongewone geluiden hoort nadat u de koel-vriescombinatie hebt ingeschakeld en vooral nadat u het apparaat voor het eerst in gebruik hebt genomen? ^ Schakel de koel-vriescombinatie uit en controleer of: – het apparaat stabiel en waterpas staat; . . .
Nuttige tips . . . de koel-vriescombinatie vaker en voor langere tijd aanslaat? . . . de ingevroren producten vastgevroren zijn? ^ Controleer of: ^ Maak de ingevroren producten met een stomp voorwerp, bijv. met een lepelsteel los.
Nuttige tips . . . de binnenverlichting in de koelzone niet meer functioneert? . . . de bodem van de koelruimte nat is? ^ Controleer of lichtcontactschakelaar klemt. De afvoeropening voor het dooiwater is verstopt. ^ Controleer of de temperatuurregelaar op een andere stand staat dan op 0. Is dat wel het geval, dan is het gloeilampje kapot. ^ Reinig het gootje en de afvoeropening voor het dooiwater.
Technische Dienst Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – met de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. De telefoonnummers van diverse afdelingen en het adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de Technische Dienst altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Het is het beste wanneer de contactdoos zich naast het apparaat bevindt en u er gemakkelijk bij kunt.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Zet geen apparaten op de koelvriescombinatie die warmte afgeven, zoals broodroosters of magnetrons. Doet u dat wel dan wordt er onnodig veel energie verbruikt. Dat heeft weer tot gevolg dat de temperaturen in het apparaat te hoog zijn. Dat kan er zelfs toe leiden dat de ingevroren producten beginnen te ontdooien.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Transportbeveiliging van de handvaten Het stellen van het apparaat Wanneer u de deuren voor het eerst opendoet, gaan de handvaten van de transportstand over in de gebruiksstand. Dit is door een klik te horen. Ze staan daarna iets meer van het apparaat af dan daarvoor. Het plaatsen van het apparaat ^ Haal eerst de kabelhouder van de achterkant van het apparaat af. ^ Controleer of alle delen aan de achterwand van het apparaat nergens tegenaan kunnen komen.
Het veranderen van de draairichting van de deur Het apparaat wordt geleverd met rechtsscharnierende deuren. Moeten de deuren linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting van de deuren. ^ Open de onderste deur van het apparaat. ^ Haal de stoppen a uit de deurscharnierblokken en steek ze er aan de andere kant weer in. ^ Haal de afdekking a er vanaf. ^ Sluit de onderste deur van het apparaat, schroef de onderste hoekscharnier b eraf, laat de deur iets zakken en haal hem eraf.
Het veranderen van de draairichting van de deur ^ Schuif de afdekkingen h op het apparaat en let er op dat ze goed vastklikken. ^ Hang de bovenste deur van het apparaat op de scharnierbout b en sluit de deur van het apparaat. ^ Draai de hoekscharnier a 180°, steek hem in het deurscharnierblok van de bovenste deur en schroef hem aan de ommanteling vast. ^ Hang de onderste deur d in de bovenste hoekscharnier a en sluit de onderste deur.
Het inbouwen van de koel-diepvriescombinatie De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden afgedekt of geblokkeerd. Bovendien moeten ze regelmatig stofvrij worden gemaakt. Wanneer het apparaat naast een muur d wordt opgesteld, is tussen wand en apparaat b aan de kant van de scharnieren een afstand van minstens 50 mm vereist, zodat de deur van het apparaat met het handvat helemaal open kan. Het apparaat kan in ieder keukenblok worden ingebouwd.
Wijzigingen voorbehouden / 3602 M.-Nr. 05 579 351 / V01 KT 3226 S, KT 3414 S, KT 3424 S, KT 3426 S Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.