Operation Manual
Het instellen van de tempe
-
ratuur
De temperaturen voor de koel- en diep
-
vrieszone kunt u centraal met behulp
van de temperatuurregelaar in de koel
-
zone instellen.
^
Draai de temperatuurregelaar op een
stand tussen de 1 en de 7.
Hoe hoger de stand aan de tempera
-
tuurregelaar, des te lager de tempera
-
tuur in het apparaat.
Wij adviseren één van de middelste
standen.
Wanneer er in de diepvrieszone diep-
vriesproducten liggen en de vereiste
lage temperaturen gewaarborgd moe-
ten blijven, is een instelling van 4 tot 7
aan te raden.
Deze instelling raden wij ook aan wan-
neer de deur van het apparaat zeer
vaak geopend wordt, grote hoeveelhe-
den levensmiddelen in de koelruimte
worden gelegd of de omgevingstempe
-
ratuur zeer hoog is.
De juiste temperatuur
12