Operation Manual

Controleer voordat het apparaat
wordt aangesloten of het onbescha
-
digd is. Neem nooit een defect ap
-
paraat in gebruik!
Het apparaat wordt standaard geleverd
met een aansluitkabel en een stekker
met randaarde, geschikt voor wissel
-
stroom 50 Hz, 220-240 V.
Aansluiting op een geaarde contact
-
doos en zekering met een 10 A-L-auto
-
maat of een trage zekering van 10 A.
Het apparaat mag uitsluitend worden
aangesloten op een contactdoos met
randaarde en op een huisinstallatie die
volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
Plaats het apparaat zo, dat de stekker
bereikbaar is.
Als de gebruiker niet meer bij het stop-
contact kan komen of als er sprake is
van een vaste aansluiting, moet het
apparaat via een schakelaar met alle
polen van de netspanning kunnen wor
-
den losgekoppeld.
De contactopening in uitgeschakelde
toestand moet minimaal 3 mm bedra
-
gen. Geschikte schakelaars zijn zelf-uit
-
schakelaars, zekeringen en relais
(EN 60335).
Ter verhoging van de veiligheid moet
de groep waarop het apparaat wordt
aangesloten voorzien zijn van een aard
-
lekschakelaar (30 mA).
Voor het aansluiten dient u de aansluit
-
gegevens (spanning en frequentie) op
het typeplaatje te vergelijken met de
waarden van het elektriciteitsnet. Deze
gegevens moeten beslist overeen
-
komen. Het typeplaatje bevindt zich
aan de achterkant van het apparaat.
Als de aansluitkabel beschadigd is,
moet deze door de Technische Dienst
worden vervangen of door een door de
fabrikant opgeleide vakman.
Elektrische aansluiting
49