Operation Manual

Dit apparaat voldoet aan de gelden
-
de veiligheidsbepalingen. Onjuist
gebruik echter kan persoonlijk letsel
of beschadiging van het apparaat
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiksaanwijzing
aandachtig door, voordat u het ap
-
paraat in gebruik neemt. In de ge
-
bruiksaanwijzing vindt u belangrijke
instructies met betrekking tot de in
-
bouw, de veiligheid, het gebruik en
het onderhoud.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorg
-
vuldig en geef deze door aan een
eventuele volgende eigenaar!
Verantwoord gebruik
Deze magnetron is uitsluitend be-
stemd voor huishoudelijk gebruik
en wel voor het ontdooien, verwarmen,
koken, grilleren en inmaken van voe-
dingsmiddelen. Gebruik voor andere
doeleinden is voor eigen risico en kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die wordt veroorzaakt door ge
-
bruik voor andere doeleinden dan hier
aangegeven of door foutieve bedie
-
ning.
Gebruik de magnetron nooit voor
het bewaren of drogen van ont
-
vlambare producten. Aanwezig water
verdampt en er ontstaat brandgevaar.
Kinderen mogen het apparaat al
-
leen zonder toezicht gebruiken als
ze weten hoe ze het apparaat veilig
moeten bedienen. De kinderen moeten
zich bewust zijn van de gevaren van
een foutieve bediening.
Technische veiligheid
Als de aansluitkabel beschadigd
is, moet deze door de Technische
Dienst worden vervangen of door een
door de fabrikant opgeleide vakman.
Gebruik de magnetron niet als
– de deur verbogen is.
– de deurscharnieren los zitten.
– er gaatjes of scheuren in de omman
-
teling, de deur, de deurdichting of de
binnenwanden van het apparaat zitten.
Als de magnetron wel wordt ingescha
-
keld, kunnen er microgolven vrijkomen
die gevaarlijk kunnen zijn voor de ge
-
bruiker.
Maak de ommanteling van het ap-
paraat nooit open. Als onder span-
ning staande delen worden aangeraakt
en/of als er iets aan de elektrische of
mechanische opbouw van het apparaat
wordt veranderd, kan de gebruiker ge-
vaar lopen (bijvoorbeeld een elek-
trische schok). Bovendien is het moge-
lijk dat het apparaat dan niet meer
goed functioneert.
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (span
-
ning en frequentie) op het typeplaatje
te vergelijken met de waarden van het
elektriciteitsnet. Deze gegevens moe
-
ten beslist overeenkomen om bescha
-
diging van het apparaat te voorkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8