Operation Manual

Stoomaansluiting
De stoomaansluiting mag uitsluitend worden gereali
-
seerd door een erkend installateur.
Om onnodige warmtespanning te voorkomen, moet
voor een gelijkmatige warmtetoevoer worden ge
-
zorgd (geen schoksgewijze stoomtoevoer). Bij stoom
-
toevoer mag de stoomkraan slechts heel langzaam
en in verschillende etappes verder opengedraaid
worden.
,
Als de kraan plotseling opengedraaid wordt,
raakt de mulde beschadigd.
Stoomleiding en condensleiding bij de mangel
Installatievoorstel
1 Kraan
2 Condensleiding
3 Vuilvanger
4 Kraan
5 Terugslagklep
Deze onderdelen dienen ter plaatse gemonteerd te
worden.
Leg de leidingen zo, dat de bedieningselementen
van de mangel bereikbaar blijven.
Isoleer de leidingen (is tevens contactbeveiliging).
Bescherm het isolatiemateriaal tegen vocht.
Aansluitflens aan de kant van het apparaat DIN 2635,
DN 32.
De minimale nominale diameter van de leiding
(DIN 2402) is DN 40.
Gebruik de bijgevoegde installatiehandleiding.
Externe aansluiting perslucht
De aansluiting (10 mm) voor de persluchtslang be
-
vindt zich vooraan in de rechter zijstaander. De door
-
voer achteraan op de rechter zijstaander.
De overdruk in het persluchtsysteem van het appa
-
raat moet bij beƫindiging van de functies constant
blijven.
Minimaal 6 tot maximaal 10 bar bij een verbruik van
80 l/uur.
De compressor moet een overcapaciteit van 20 -
30 % hebben.
Ontluchtingsleiding voor het oliereservoir
Aansluitflens aan de kant van het apparaat DIN 2633,
DN 32.
Aanwijzingen voor de installateur
27