Instructions
1.Bereid het wasgoed voor.
Niet alle textielsoorten mogen in een droogautomaat worden gedroogd. Houdt u zich daar-
om aan de aanwijzingen van de fabrikant op het wasetiket.
q = drogen op normale temperatuur
r = drogen op lage temperatuur
s = niet geschikt voor droogautomaten
^
Sorteer de was op vezel- en weefselsoort.
2.Schakel de machine in en doe het wasgoed in de automaat.
^
Druk op de schakelaar "I Aan".
^
Open de deur en doe het wasgoed in de trommel.
3.Kies met de programmaschakelaar een programma.
Standaardprogramma's: 1 Witte/bonte was droog + 0 %
2 Witte/bonte was droog 0 %
3 Witte/bonte was vochtig 20 %
4 Witte/bonte was vochtig 25 %
5 Witte/bonte was vochtig 40 %
6 Kreukherstellend droog 0 %
7 Kreukherstellend vochtig 10 %
8 Kreukherstellend vochtig 20 %
9 Wol 5 min.
10 Fijne was 20%
11 Tijdprogramma koud 15 min.
12 Tijdprogramma warm 20 min.
13 Impregneren
14 Outdoor
4.Druk op de toets "Start" en het gekozen programma wordt gestart.
5.Een zoemer geeft het programma-einde aan.
^
Open de deur en haal het wasgoed uit
de trommel.
6.Als u de machine daarna niet meer gebruikt:
^
Sluit de deur.
^
Schakel de automaat uit met de schakelaar "0 Uit".
^
Controleer de pluizenzeef en reinig deze eventueel.
Verkorte gebruiksaanwijzing PT 8257 / 8337 / 8407 / 8507 / 8807
35
2 Witte/bonte was droog
Programma-einde
Kreukbeveiliging Einde om 12:35
m FC Kf










