Operation Manual

Het drogen
De lucht die bij het drogen door het
wasgoed wordt geblazen, circuleert en
stroomt in de lengte door de conden
-
sor.
Vervolgens stroomt van buiten een
tweede, koele luchtstroom naar binnen.
Deze stroomt in de breedte door de
condensor en koelt de condensor.
Wanneer de condensor door de tweede
luchtstroom wordt gekoeld, conden-
seert het vocht in de lucht die voor het
drogen is gebruikt.
Het condenswater dat hierbij vrijkomt
wordt in het condenswaterreservoir op-
gevangen of naar buiten afgepompt.
Beide luchtstromen stromen apart van
elkaar door de condensor.
De pluizen op het wasgoed ontstaan
voornamelijk door wrijving tijdens het
dragen en worden opgevangen in de
pluizenfilters in de deur en in de vul-
opening.
Hygiënefilter voor de koele lucht
De lucht die voor het koelen van de
condensor nodig is wordt uit het vertrek
aangezogen en kan vuile deeltjes be
-
vatten.
Deze droogautomaat beschikt over een
hygiënefilter dat deze lucht moet fil
-
teren.
De lucht wordt nadat hij is gefilterd via
de achterkant van de droger weggebla
-
zen. De lucht is dan warm.
Wanneer het controlelampje Hygiënefil
-
ter gaat branden, moet het filter door
een nieuw worden vervangen.
De droogautomaat mag niet zonder
hygiënefilter worden gebruikt.
Zonder hygiënefilter zou er meer koele
lucht binnenstromen en zou de conden-
sor sterker afkoelen dan nodig is, waar-
door de droogtemperatuur zou dalen.
Een verlaagde droogtemperatuur is on-
geschikt om bijv. micro-organismen te
doden.
Bovendien stijgt het geluidsniveau bij
het droogproces.
Belangrijk is ook om te bedenken dat
het droogprogramma langer duurt dan
nodig is, wanneer het hygiënefilter niet
op tijd wordt vervangen.
Werking van deze droger
12