Operation Manual

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het buitenste deksel
naar de condenskast
sluit niet goed.
De condensor en/of het
deksel van de condens
-
kast (het binnenste dek
-
sel) zijn niet goed ge
-
plaatst en vergrendeld.
–
Controleer of dit het geval
is.
–
Controleer eveneens het
dichtingsrubber.
Nadat de condensor
is gereinigd loopt er
water uit de droog
-
automaat.
Op de bodem van de
condenskast zitten pluis
-
jes.
–
Verwijder zichtbare pluisjes
met een doek uit de con
-
denskast.
De ringverlichting
van de programma
-
keuzeschakelaar
brandt niet.
Dat is geen storing. De ringverlichting brandt wan
-
neer de droger werkt en gaat
uit kort na afloop van het
droogprogramma.
Controle- en foutmeldingen die door controlelampjes worden aangegeven
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het controlelampje
Kreukbeveiliging /
Einde begint tijdens
het droogprogram-
ma te knipperen.
De programmakeuze-
schakelaar is op een an-
der programma ge-
draaid. Het programma
verloopt echter normaal.
Draai de programmakeuze-
schakelaar op het programma
dat u eerst had ingesteld.
Het controlelampje gaat uit.
Het controlelampje
Vergrendeld begint
te knipperen nadat
het apparaat is inge
-
schakeld. Het pro
-
gramma dat u had
gekozen start niet.
De afsluitfunctie is geac-
tiveerd.
Wanneer u wilt drogen moet u
de geactiveerde afsluitfunctie
uitschakelen.
Zie hoofdstuk: "Elektronische
afsluitfunctie".
Nuttige tips
32