Gebruiksaanwijzing voor de wasautomaat W 149 Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw wasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig belast en kan worden hergebruikt. Afgedankte apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Zet uw apparaat daarom niet zomaar bij het grof vuil, maar informeer bij uw handelaar of het mogelijk is het apparaat terug te geven.
Inhoud Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Het verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Het afdanken van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Het apparaat in één oogopslag . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Programma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Programma-overzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Waskaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Extra functies . . . . . . . .
Inhoud Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Probleem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Het openen van het deksel bij stroomuitval. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Het controleren van de waterdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Technische dienst . . . . . . . . . . . .
Algemeen Het apparaat in één oogopslag a Elektrische aansluiting e Machinevoeten b Watertoevoerslang f Flexibele waterafvoerslang met draaibaar bochtstuk c Deksel met bedieningspaneel d Klepje van het pluizenfilter, het filterhuis en de noodontgrendeling 6
Algemeen Bedieningspaneel a Toets "I-Aan/0-Uit" Met deze toets kunt u de wasautomaat in- en uitschakelen en het programma onderbreken. e Toets "Centrifugeren" Met deze toets kunt u het centrifugetoerental, de spoelstop of "Zonder centrifugeren" instellen. b Toets "Deksel" Met deze toets kunt u het deksel van de wasautomaat openen. f Controlelampjes voor het gekozen centrifugetoerental c Toets "START" Met deze toets kunt u een wasprogramma starten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Lees eerst de gebruiksaanwijzing door voordat u uw wasautomaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar van de wasautomaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Dit in verband met gevaar voor bijvoorbeeld oververhitting. De watertoevoerslang is aan slijtage onderhevig, hoewel er veel zorg is besteed aan de productie ervan en er gebruik is gemaakt van het beste materiaal. Door scheuren, knikken, bobbels enz. kan de slang poreus worden en gaan lekken. Controleer de slang daarom regelmatig, zodat u ze tijdig kunt vervangen en zo waterschade voorkomen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wanneer u het wasmiddel op de juiste manier doseert is het niet nodig dat u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat het beslist moet worden ontkalkt, gebruik daar dan speciale ontkalkingsmiddelen voor die een anti-corrosiemiddel bevatten. Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw Miele-vakhandelaar of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. Volg de adviezen voor het gebruik van de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Tips om energie te besparen – Benut bij ieder programma dat u kiest de maximale beladingscapaciteit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, gerelateerd aan de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. – Was licht vervuild wasgoed met de extra functie Kort. – Gebruik hoogstens zoveel wasmiddel als op de wasmiddelverpakking staat aangegeven. – Was normaal en licht vervuild WIT en BONT WASGOED met een lagere temperatuur (75°C of 60°C).
Vóór de eerste wasbeurt Controleer voordat u uw wasautomaat voor het eerst in gebruik neemt of het apparaat volgens de regels is opgesteld en aangesloten. Zie hoofdstuk: "Plaatsen en aansluiten". Om veiligheidsredenen is het niet mogelijk om vóór de eerste wasbeurt te centrifugeren. Voor het activeren van het kogelventiel moet u een wasprogramma laten draaien zonder wasgoed en zonder wasmiddel. Het kogelventiel zorgt ervoor dat het wasmiddel voortaan volledig wordt gebruikt.
Zo wast u goed Korte handleiding Wanneer u een kort overzicht wilt hebben over hoe u de wasautomaat moet bedienen, kunt u de met cijfers aangeduide stappen (A, B, C,...) aanhouden. Voordat u gaat wassen ^ Zorg ervoor dat onderdelen van kleding, zoals bh-beugels, niet los kunnen raken. Losgeraakte onderdelen moeten eerst worden vastgemaakt of verwijderd. ^ Verwijder bij vitrage haakjes en loodband of wikkel ze in een doek.
Zo wast u goed B Schakel het apparaat in ^ door op de I-Aan/0-Uit - toets te drukken. C Open het buitenste deksel ^ door op de Deksel - toets te drukken ^ en het buitenste deksel tot de aanslag open te klappen. ^ Druk op het veiligheidsslot (zie zwarte pijl) en druk tegelijkertijd met de andere hand de voorste helft van de opening naar binnen totdat de opening ontgrendeld is (zie pijl). ^ Laat beide helften vervolgens langzaam naar boven komen. E Vul de wastrommel ^ Open het binnenste deksel.
Zo wast u goed F Sluit de wastrommel G Sluit het binnenste deksel ^ Druk eerst de voorste en daarna de achterste helft van de opening naar beneden, totdat de haken van de voorste helft in de gaten van de achterste helft grijpen en de helften duidelijk zichtbaar vastklikken. Doet u dat niet, dan kunnen apparaat en wasgoed beschadigd raken. Reinig regelmatig het rolletje aan de linker haak, zodat dit altijd soepel loopt.
Zo wast u goed Wanneer u het programma start – Wanneer de programmakeuzeschakelaar op "Einde" staat, dan brandt in het programmaverloop het controlelampje "Einde". A Kies het programma H Trek de wasmiddellade naar buiten I Doseer het wasmiddel Neem de doseeraanwijzingen op de wasmiddelverpakking in acht. – Wat u precies moet doen kunt u lezen in het hoofdstuk: "Wasmiddelen". Schuif de wasmiddellade weer naar binnen. Doet u dat niet, dan kan het buitenste deksel niet dicht.
Zo wast u goed B Kies eventueel (een) extra functie(s) C Kies het centrifugetoerental U kunt max. twee extra functies inschakelen, wanneer deze binnen het gekozen programma mogelijk zijn. Zie hoofdstuk: "Programma's", paragraaf: "Programma-overzicht". Van de extra functies "Inweken", "Voorwas" en "Kort" kunt u er altijd maar één kiezen. ^ door zo vaak op de toets "Centrifugeren" te drukken, totdat het controlelampje oplicht van het door u gewenste centrifugetoerental.
Zo wast u goed Nadat u heeft gewassen F Sluit het binnenste deksel A Open het buitenste deksel G Sluit het buitenste deksel ^ door op de Deksel - toets te drukken H Schakel het apparaat uit ^ en het buitenste deksel tot de aanslag open te klappen. ^ door op de I-Aan/O-Uit - toets te drukken. B Open het binnenste deksel C Open de wastrommel D Haal het wasgoed uit de trommel Kijk goed of er geen stukken wasgoed in de trommel zijn blijven liggen.
Zo wast u goed Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed uit de trommel In een paar gevallen kan het apparaat niet meer worden geopend, en wel wanneer U kunt bij alle programma's nog wasgoed in de trommel leggen of wasgoed uit de trommel halen, nadat u het programma heeft gestart. – de temperatuur van het sop boven de 55°C komt; ^ Druk 1 x op de Deksel - toets. – de programmafase "Centrifugeren" is bereikt. Nu draait de trommel in de positie waarin hij kan worden geopend.
Zo wast u goed Het wijzigen van het programmaverloop dan heeft dat geen invloed op het programmaverloop. Het controlelampje "Einde" begint te knipperen. Het onderbreken van een programma Wanneer u het programma weer wilt voortzetten, Het controlelampje gaat uit wanneer de programmakeuzeschakelaar weer op het programma of de temperatuur wordt gedraaid dat resp. die eerst was ingesteld. ^ druk dan nog een keer op de I-Aan/0-Uit - toets.
Wasmiddelen Het kiezen van wasmiddel U kunt alle moderne wasmiddelen gebruiken die geschikt zijn voor huishoudwasautomaten. Ook vloeibare, compacte (geconcentreerde) wasmiddelen en wasmiddelen met verschillende componenten. U kunt ook eventueel bijgevoegde doseerbolletjes of doseerzakjes gebruiken. Wasgoed van wol of wolmengweefsels kunt u het beste met een wolwasmiddel wassen. Tips voor het gebruik en de dosering van de wasmiddelen kunt u vinden op de wasmiddelverpakking.
Wasmiddelen Wasmiddelvakjes Wateronthardingsmiddel Wanneer het water harder is dan 10° d.H. kunt u een wateronthardingsmiddel gebruiken om wasmiddel te besparen. De juiste dosering vindt u op de verpakking. Doseer eerst het wasmiddel en dan pas het onthardingsmiddel. Het wasmiddel kunt u normaal toevoegen, d.w.z. in doseringen voor zacht of gemiddeld water tot 10° dH.
Wasmiddelen Automatisch spoelen met wasverzachter of stijfsel Apart spoelen met wasverzachter of synthetisch stijfsel ^ Doseer de wasverzachter of het synthetische stijfsel in vakje p . ^ Draai de programmakeuzeschakelaar op "Stijven". ^ Kies een centrifugetoerental. ^ Druk op de START - toets. Apart spoelen met stijfsel ^ Doseer het stijfsel en bereid het voor zoals op de verpakking beschreven staat. ^ Doseer de wasverzachter of het (synthetische) stijfsel. Doseer niet hoger dan de pijl.
Programma's Programma-overzicht Programma Textielsoort Temperatuur Max. omw/min WITTE WAS / BONTE WAS Wasgoed van katoen en linnen, bijv. beddengoed, tafellakens en servetten, badstof handdoeken, spijkerbroeken, T-shirts, ondergoed en babykleertjes 95°C tot 30°C 1200 BONTE WAS Wasgoed volgens wasetiket 60°C 1200 KREUKHERSTELLEND Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreukherstellend gemaakt katoen, bijv.
Programma's Max. belading 5 kg - Mogelijke extra functies Tips Inweken Voorwas Kort Extra water (Optie 1,2,3,4) Kies bij bijzonder sterk vervuild wasgoed de extra functie "Inweken" of "Voorwas". Was donkerkleurig wasgoed met een vloeibaar wasmiddel.
Programma's Programmaverloop WITTE WAS/ BONTE WAS1) KREUKHERSTELLEND1) FIJNE WAS Zijde WOL Inweken instelbaar instelbaar instelbaar - - Voorwas instelbaar instelbaar instelbaar - - ß ß ß ß ß programmeerbaar - - - - - vanaf 40°C - - - 3 of 42) Hoofdwas Afkoeling van het sop vanaf 75°C Pendelspoelen Aantal spoelgangen - normaal 3 3 2 2 - gedeeltelijke belading 2 2 - 2 - - kort 2 2 3 2 - Centrifugeren tussen de spoelgangen (omw/min) max. 1000 max.
Programma's MINIWAS 40°C Stijven Pompen / Extra spoelen Centrifugeren COMBINATIEWAS 1) Groot aandeel Groot aandeel kreukherstelkatoenen lend wasgoed wasgoed - - - - instelbaar instelbaar - ß - - instelbaar instelbaar ß - - - ß ß - - - - - - - - - - - ß 2 - - 2 3 of 42) 3 2 - - - 2 2 max. 500 - - - 2 max. 900 2 max. 500 max. 1200 max. 1200 max. 1200 max. 1200 max. 900 max.
Programma's Waskaart 28
Extra functies Het inschakelen van extra functies U kunt als aanvulling op een wasprogramma extra functies inschakelen. Dat kunt u doen door op de toetsen voor de extra functies te drukken. Wanneer u een extra functie inschakelt gaat het daarbij behorende controlelampje branden. Extra functies die binnen het gekozen basisprogramma niet mogelijk zijn, kunt u niet inschakelen. Wanneer u een toets van zo'n functie indrukt gaat het daarbij behorende controlelampje uit, zodra u de toets loslaat.
Extra functies Extra water Verhoogt de waterstand bij de programma's WITTE WAS / BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND, MINIWAS en COMBINATIEWAS. Centrifugeren Het wasgoed wordt na ieder basisprogramma gecentrifugeerd, wanneer er een centrifugetoerental is ingesteld. – Bij bijzonder fijne textielsoorten "Zonder centrifugeren" – Bij moeilijk in te spoelen wasmiddelen – Wanneer aan het spoelresultaat bijzondere eisen worden gesteld.
Extra functies Elektronische programmavergrendeling Met het inschakelen van de programmavergrendeling voorkomt u dat de wasautomaat tijdens het wassen wordt geopend. Tevens voorkomt u daarmee dat een wasprogramma dat nog bezig is, wordt afgebroken. Het inschakelen van de programmavergrendeling A Kies een programma zoals beschreven in het hoofdstuk: "Zo wast u goed". B Druk minstens 5 seconden op de START - toets. De programmavergrendeling is nu ingesteld.
Het programmeren van aanvullende functies U kunt een aantal aanvullende functies programmeren om het wasprogramma nog beter af te stemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt wassen. Een aanvullende functie blijft zo lang geprogrammeerd totdat ze weer wordt gewist. Optie 2 Verhoogt de waterstand in alle programmafases van de programma's WITTE WAS / BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND, MINIWAS, Zijde en COMBINATIEWAS. Deze optie is standaard ingesteld.
Het programmeren van aanvullende functies D Het wijzigen van de inweektijd U kunt een inweektijd van: – 30 min of – 1 h of F Afkoeling van het sop Aan het einde van de hoofdwas stroomt er ter afkoeling van het sop extra water in de trommel. – 2 h programmeren. Deze functie kunt u programmeren bij het programma WITTE WAS/BONTE WAS en wel bij een temperatuur van 95° C of 75° C.
Het programmeren van aanvullende functies Het programmeren van aanvullende functies De aanvullende functies worden geprogrammeerd met behulp van de toetsen voor de extra functies en met behulp van de programmakeuzeschakelaar. De toetsen van extra functies en programmakeuzeschakelaar hebben dus een tweede functie die niet op het paneel te zien is. Het gebeurt in vier stappen: 1. Het kiezen van de programmeermodus 2. Het kiezen van een aanvullende functie 3.
Het programmeren van aanvullende functies 3. Het activeren of deactiveren van de gekozen aanvullende functie Voor de aanvullende functies A, C, E, F, G G Door één keer op de START - toets te drukken kunt u de aanvullende functie activeren. In het programmaverloop brandt het controlelampje "Spoelen". Door nog één keer op de START toets te drukken kunt u de aanvullende functie deactiveren. In het programmaverloop gaat het controlelampje "Spoelen" uit.
Reiniging en onderhoud Trek vóór onderhoud en reiniging de stekker uit het stopcontact. Het reinigen van de wasmiddellade Gebruik geen schuurmiddelen en geen glas- of allesreinigers. Deze kunnen namelijk door hun chemische samenstelling enorme beschadigingen aan het kunststof oppervlakte veroorzaken. Het reinigen van de wasautomaat ^ Reinig de ommanteling, het buitenste en het binnenste deksel met een mild reinigingsmiddel of sopje. Wrijf deze daarna met een zachte doek droog.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van het pluizenfilter en het filterhuis ^ Zet een bak of schaal onder het klepje. Controleer het pluizenfilter in het begin na 3 à 4 wasbeurten. Zo kunt u nagaan hoe vaak u het filter moet reinigen. Bij een gewone reinigingsbeurt stroomt er 2 liter water weg. Wanneer de afvoer verstopt is, bevindt er zich een vrij grote hoeveelheid water in het apparaat (max. 25 l). Wees voorzichtig! Het water is heet, wanneer kort daarvoor op een hoge temperatuur is gewassen.
Reiniging en onderhoud ^ Wanneer er geen water meer uit de automaat loopt, draai het pluizenfilter er dan helemaal uit. ^ Reinig het pluizenfilter. ^ Verwijder eventuele voorwerpen zoals knoopjes en munten. ^ Controleer of de pompschoepvleugel gemakkelijk rond te draaien is. Is dat niet het geval, verwijder dan de voorwerpen en/of draden. ^ Reinig het filterhuis. In het schroefdraad van het pluizenfilter en het filterhuis mogen zich geen kalkaanslag en wasmiddelresten bevinden.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van het watertoevoerzeefje De wasautomaat heeft één zeefje ter bescherming van de watertoevoerkleppen. ^ Draai de waterkraan dicht. ^ Schroef de toevoerslang van de waterkraan. Het zeefje aan het vrije uiteinde van de watertoevoerslang moet u ongeveer 1 keer in het half jaar controleren. Als de watertoevoer vaak wordt onderbroken moet u misschien vaker controleren. ^ Trek het rubberen dichtingsringetje a uit de groef.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmensen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet dan kan de gebruiker grote risico's lopen. Probleem . . . Oorzaak . . . Het programma begint niet Er staat geen stroom op het apparaat. Het controlelampje "Einde" brandt niet of de START - toets knippert niet. Oplossing . . . Controleer of: – de deksels goed gesloten zijn; – de stekker goed in de contactdoos zit; – de zekering in orde is.
Nuttige tips Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . . Het controlelampje "Watertoevoer" knippert tijdens het programmaverloop, maar het wasprogramma verloopt normaal De watertoevoer is belemmerd. – – – – De waterkraan is niet ver genoeg opengedraaid. Er zitten knikken in de toevoerslang. De waterdruk is te laag. Het zeefje in de watertoevoerslang is verstopt. Reinig het zeefje. Het controlelampje "Watertoe- De watertoevoer is geblokkeerd.
Nuttige tips Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . . Het controlelampje "Centrifugeren" knippert Er is na de laatste spoelgang niet gecentrifugeerd. De wasautomaat is gehinderd geweest door een te grote onbalans. – Haal het gepropte wasgoed uit elkaar. – Draai de programmakeuzeschakelaar op "Centrifugeren". – Let op het juiste centrifugetoerental van het gekozen programma.
Nuttige tips Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . . Stel de wasautomaat stevig zoals beschreven in het hoofdstuk: "Plaatsen en aansluiten". De wasautomaat trilt tijdens het centrifugeren Het wasgoed is niet normaal gecentrifugeerd Het ingestelde centrifugetoeren- Kies bij de volgende wasbeurt tal was te laag. een hoger centrifugetoerental. Stop daarom altijd én grote én Het wasgoed heeft zich in de trommel niet goed genoeg kun- kleine stukken wasgoed in de trommel. nen verdelen.
Nuttige tips Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . . In de wasmiddellade blijft vrij veel wasmiddel achter Er staat onvoldoende druk op het water. – – Reinig het zeefje in de watertoevoer. Druk eventueel toets "Extra water" in. Poedervormige wasmiddelen in combinatie met onthardingsmiddelen hebben de neiging te gaan plakken. Doseer voortaan eerst het wasmiddel en dan pas het onthardingsmiddel in de wasmiddellade.
Nuttige tips Het openen van het deksel bij stroomuitval ^ Schakel de wasautomaat uit. ^ Open het binnenste deksel. ^ Open het klepje van het pluizenfilter en laat het water eruitlopen zoals beschreven in hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud", paragraaf: " Het reinigen van het pluizenfilter en het filterhuis". Controleer steeds of de trommel stilstaat wanneer u het wasgoed uit de automaat wilt halen. Wanneer u uw hand in een nog draaiende trommel steekt, loopt u het risico zich te verwonden.
Technische dienst Reparaties Voor reparaties dient u – uw Miele-vakhandelaar of – de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. te waarschuwen. Het adres en de telefoonnummers van Miele Nederland B.V. en de diverse afdelingen vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling is het noodzakelijk dat de Technische Dienst weet welk type wasautomaat u heeft en welk nummer deze heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van het apparaat.
Plaatsen en aansluiten Plaats van opstelling Als plaats van opstelling is een betonnen vloer het meest geschikt. In tegenstelling tot een houten of een zachte vloer trilt deze nauwelijks mee als de wasautomaat centrifugeert. ^ Verwijder de transportbeveiliging. Zie volgende bladzijde. De wasautomaat moet waterpas staan, zodat een optimale werking gewaarborgd is. Let bij het plaatsen van uw apparaat op het volgende: ^ Plaats de automaat waterpas en stabiel.
Plaatsen en aansluiten Het verwijderen van de transportbeveiliging ^ Sluit de 4 grote gaten met de bijgevoegde dopjes af. ^ Draai de 4 buitenste schroeven A helemaal los. ^ Draai de 4 schroeven B helemaal los. Deze schroeven blijven aan de transportstangen zitten. Bewaar de transportstangen en de schroeven. Wanneer de automaat moet worden getransporteerd (bijv. bij een verhuizing) dan moeten de transportstangen weer worden gemonteerd.
Plaatsen en aansluiten Het aansluiten van de watertoevoer De automaat mag zonder terugslagklep op het waterleidingnet worden aangesloten, omdat hij gebouwd is volgens EU-normen. Voor de aansluiting op de waterleiding is een kraan met 3/4" schroefkoppeling vereist. Is zo'n kraan niet aanwezig, dan mag de automaat uitsluitend door een erkend installateur op de waterleiding worden aangesloten. De ca. 2,5 m lange slang 3/8" met 3/4" schroefkoppeling wordt op de kraan aangesloten.
Plaatsen en aansluiten Het aansluiten van de waterafvoer Het sop wordt afgepompt m.b.v. een afvoerpomp met een opvoerhoogte van 1 m. De waterafvoerslang is 1,5 m lang. Het water moet ongehinderd weg kunnen stromen en daarom mogen er geen knikken in de slang zitten. Het bochtstuk aan het eind van de slang is draaibaar en kan indien nodig worden verwijderd. Het water kan op de volgende manieren worden afgevoerd ^ Hang de slang in een wasbak, wastafel of gootsteen.
Plaatsen en aansluiten Elektrische aansluiting De wasautomaat mag alleen door een erkend installateur op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze wasautomaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met beschermingscontact (randaarde), geschikt voor aansluiting op ~230 V 50 Hz. Deze wasautomaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met beschermingscontact (randaarde) of een daarvoor geschikte 2-polige schakelaar, bijv. voor in de badkamer.
Verbruiksgegevens Programma (Zonder gebruik van extra functies en aanvullende functies) Belading kg Verbruiksgegevens Energie Water Duur kWh l h min WITTE WAS / BONTE WAS 95°C 5,0 1,70 52 1 54 60°C* 5,0 0,95 52 1 58 40°C KREUKHERSTELLEND 5,0 0,55 52 1 58 40°C 2,5 0,45 58 1 20 1,0 0,40 75 0 58 2,0 0,23 35 0 39 1,0 0,25 39 0 36 FIJNE WAS 30°C WOL 30°C Zijde 30°C * Volgens EN 60456 De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar gelang de waterdr
Technische gegevens Hoogte 90 cm Hoogte bij geopend deksel 139 cm Breedte 45 cm Diepte 60 cm Gewicht zonder belading 97 kg Beladingscapaciteit 5 kg droog wasgoed Aansluitspanning Zie typeplaatje Aansluitwaarde Zie typeplaatje Zekering Zie typeplaatje Lengte van de aansluitkabel 2,40 m Lengte van de toevoerslang 2,50 m Lengte van de afvoerslang 1,50 m Waterdruk 1 bar - 10 bar Maximale opvoerhoogte 1m Maximale afpomplengte 5m Keurmerk KEMA 53
Wijzigingen voorbehouden / 4602 M.-Nr. 05 681 840 / V00 Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.