Operation Manual
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoor
-
beeld oververhitting.
De watertoevoerslang is aan slijta
-
ge onderhevig, hoewel er veel zorg
is besteed aan de productie ervan en
er gebruik is gemaakt van het beste
materiaal. Door scheuren, knikken,
bobbels enz. kan de slang poreus wor
-
den en gaan lekken.
Controleer de slang daarom regelmatig,
zodat u ze tijdig kunt vervangen en zo
waterschade voorkomen.
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze
Miele-onderdelen kunnen wij garande-
ren, dat zij volledig voldoen aan de vei-
ligheidseisen die wij stellen aan onze
apparaten en onderdelen daarvan.
Wanneer de aansluitkabel bescha-
digd is, moet de kabel door een
speciale Miele-kabel worden vervan-
gen.
Gebruik
Plaats uw wasautomaat niet in
vorstgevoelige ruimten.
Bevroren slangen kunnen scheuren of
barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door tem
-
peraturen onder het vriespunt afnemen.
Verwijder voordat u de wasauto
-
maat in gebruik neemt de trans
-
portbeveiliging aan de achterzijde van
het apparaat.
Zie hoofdstuk: "Plaatsen en aansluiten".
Wanneer u de transportbeveiliging niet
verwijdert kan dat bij het centrifugeren
schade veroorzaken aan uw wasauto
-
maat en aan de meubels/apparaten die
ernaast staan.
Sluit de kraan af wanneer u langere
tijd afwezig bent (bijv. tijdens va
-
kanties), zeker wanneer er zich in de
buurt van de wasautomaat geen afvoer
in de vloer (bijv. een putje) bevindt.
Denk eraan dat er water kan over-
stromen.
Controleer daarom vóórdat u de water-
afvoerslang in een wastafel of wasbak
hangt, of het water snel genoeg weg-
stroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoer-
slang niet weg kan glijden. Wanneer de
slang niet goed vastzit kan hij door de
kracht van het wegstromende water uit
de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals
spijkers, naalden, munten en pa
-
perclips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van
de wasautomaat beschadigen (bijv.
kuip, wastrommel).
Beschadigde onderdelen kunnen op
hun beurt weer schade aan het was
-
goed veroorzaken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10