Gebruiksaanwijzing voor de wasautomaat W 155 F Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruikt neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig belast en kan worden hergebruikt. Afgedankte apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Zet uw apparaat daarom niet zomaar bij het grof vuil, maar informeer bij uw handelaar of het mogelijk is het apparaat terug te geven.
Inhoud Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Het verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Het afdanken van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Het apparaat in één oogopslag . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Automatisch spoelen met wasverzachter of stijfsel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Apart spoelen met wasverzachter of synthetisch stijfsel . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Apart spoelen met stijfsel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Programma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Programma-overzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Het programmeren van aanvullende functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 1. Het kiezen van de programmeermodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 2. Het kiezen van een aanvullende functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 3. Het activeren of deactiveren van de gekozen aanvullende functie . . . . . . . 39 4. Het opslaan van de gekozen aanvullende functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Reiniging en onderhoud . . . .
Algemeen Het apparaat in één oogopslag a Elektrische aansluiting e Hendel voor verrijdbaar onderstel b Watertoevoerslang f Machinevoeten c Deksel met bedieningspaneel g Flexibele waterafvoerslang met draaibaar bochtstuk d Klepje van het pluizenfilter, het filterhuis en de noodontgrendeling 6
Algemeen Bedieningspaneel a Toets "I-Aan/0-Uit" Met deze toets kunt u de wasautomaat in- en uitschakelen en het programma onderbreken. b Toets "Deksel" Met deze toets kunt u het deksel van de wasautomaat openen. c Toets "Voorkeuze" Met deze toets kunt u het tijdstip dat het door u gekozen programma start minimaal 30 min. en maximaal 24 h 00 min. van te voren instellen. d Toets "START" Met deze toets kunt u een wasprogramma starten. e Display Dit kan verschillende dingen aangeven.
Algemeen Verrijdbaar onderstel Deze wasautomaat is voorzien van een verrijdbaar onderstel. Daarmee kan het apparaat zonder problemen op een andere plaats worden gezet. Wanneer de wasautomaat moet worden verplaatst zit de hendel rechts. Wanneer de wasautomaat in gebruik is zit de hendel links. De hendel van het verrijdbaar onderstel moet zich in de linker positie bevinden als de wasautomaat in gebruik is. Alleen dan is de stabiliteit van het apparaat gewaarborgd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Lees eerst de gebruiksaanwijzing door voordat u uw wasautomaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar van de wasautomaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Dit in verband met gevaar voor bijvoorbeeld oververhitting. De watertoevoerslang is aan slijtage onderhevig, hoewel er veel zorg is besteed aan de productie ervan en er gebruik is gemaakt van het beste materiaal. Door scheuren, knikken, bobbels enz. kan de slang poreus worden en gaan lekken. Controleer de slang daarom regelmatig, zodat u ze tijdig kunt vervangen en zo waterschade voorkomen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het is absoluut noodzakelijk de hendel van het verrijdbaar onderstel naar links te draaien, voordat u gaat wassen. Alleen dan staat uw wasautomaat stabiel. Wanneer u het wasmiddel op de juiste manier doseert is het niet nodig dat u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat het beslist moet worden ontkalkt, gebruik daar dan speciale ontkalkingsmiddelen voor die een anti-corrosiemiddel bevatten.
Tips om energie te besparen – Benut bij ieder programma dat u kiest de maximale beladingscapaciteit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, gerelateerd aan de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. – Was licht vervuild wasgoed met de extra functie Kort. – Gebruik hoogstens zoveel wasmiddel als op de wasmiddelverpakking staat aangegeven. – Was normaal en licht vervuild WIT en BONT WASGOED met een lagere temperatuur (75°C of 60°C).
Vóór de eerste wasbeurt Controleer voordat u uw wasautomaat voor het eerst in gebruik neemt of het apparaat volgens de regels is opgesteld en aangesloten. Zie hoofdstuk: "Plaatsen en aansluiten". Om veiligheidsredenen is het niet mogelijk om vóór de eerste wasbeurt te centrifugeren. Voor het activeren van het kogelventiel moet u een wasprogramma laten draaien zonder wasgoed en zonder wasmiddel. Het kogelventiel zorgt ervoor dat het wasmiddel voortaan volledig wordt gebruikt.
Zo wast u goed Korte handleiding Wanneer u een kort overzicht wilt hebben over hoe u de wasautomaat moet bedienen, kunt u de met cijfers aangeduide stappen (A, B, C,...) aanhouden. Voordat u gaat wassen A Inspecteer en sorteer het wasgoed en behandel het voor ^ Zorg ervoor dat onderdelen van kleding, zoals bh-beugels, niet los kunnen raken. Losgeraakte onderdelen moeten eerst worden vastgemaakt of verwijderd. ^ Verwijder bij vitrage haakjes en loodband of wikkel ze in een doek.
Zo wast u goed B Schakel het apparaat in ^ door op de I-Aan/0-Uit - toets te drukken. C Open het buitenste deksel ^ door op de Deksel - toets te drukken ^ en het buitenste deksel tot de aanslag open te klappen. ^ Druk op het veiligheidsslot (zie zwarte pijl) en druk tegelijkertijd met de andere hand de voorste helft van de opening naar binnen totdat de opening ontgrendeld is (zie pijl). ^ Laat beide helften vervolgens langzaam naar boven komen. E Vul de wastrommel ^ Open het binnenste deksel.
Zo wast u goed F Sluit de wastrommel G Sluit het binnenste deksel ^ Druk eerst de voorste en daarna de achterste helft van de opening naar beneden, totdat de haken van de voorste helft in de gaten van de achterste helft grijpen en de helften duidelijk zichtbaar vastklikken. Doet u dat niet, dan kunnen apparaat en wasgoed beschadigd raken. Reinig regelmatig het rolletje aan de linker haak, zodat dit altijd soepel loopt.
Zo wast u goed Wanneer u het programma start – Wanneer de programmakeuzeschakelaar op "Einde" staat, dan brandt in het programmaverloop het controlelampje "Einde". – Wanneer de programmakeuzeschakelaar op een programma is gedraaid, dan staat in het display de programmaduur aangegeven en brandt het controlelampje van de START - toets. H Trek de wasmiddellade naar buiten I Doseer het wasmiddel Neem de doseeraanwijzingen op de wasmiddelverpakking in acht.
Zo wast u goed B Kies eventueel (een) extra functie(s) ^ door op de toets(en) van de gewenste extra functie(s) te drukken. Wanneer u een extra functie inschakelt gaat het daarbij behorende controlelampje aan. Een gekozen extra functie kunt u uitschakelen door nog een keer op de desbetreffende toets te drukken. Wanneer u een extra functie weer uitschakelt gaat het daarbij behorende controlelampje uit. Een uitzondering vormt daarop de extra functie "Inweken".
Zo wast u goed Voorkeuze E Start het programma D Stel eventueel een voorkeuze in ^ door op de START - toets te drukken. Nadat u een programma hebt gekozen, kunt u met de Voorkeuze - toets het tijdstip dat het door u gekozen programma start minimaal 30 min. en maximaal 24 h 00 min. voorprogrammeren. Aan het begin van het wasprogramma hoort u een kort krakend geluid. Dat betekent dat de trommel wordt ontgrendeld.
Zo wast u goed Nadat u heeft gewassen A Open het buitenste deksel ^ door op de Deksel - toets te drukken ^ en het buitenste deksel tot de aanslag open te klappen. ^ Open het binnenste deksel. B Open de wastrommel C Haal het wasgoed uit de trommel Kijk goed of er geen stukken wasgoed in de trommel zijn blijven liggen. Anders loopt u het risico dat ze bij de volgende wasbeurt krimpen of afgeven.
Zo wast u goed Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed uit de trommel In een paar gevallen kan het apparaat niet meer worden geopend, en wel wanneer U kunt bij alle programma’s nog wasgoed in de trommel leggen of wasgoed uit de trommel halen, nadat u het programma heeft gestart. – de temperatuur van het sop boven de 55°C komt; ^ Druk 1 x op de Deksel - toets. – de programmafase "Centrifugeren" is bereikt. Nu draait de trommel in de positie waarin hij kan worden geopend.
Zo wast u goed Het wijzigen van het programmaverloop dan heeft dat geen invloed op het programmaverloop. Het controlelampje "Einde" begint te knipperen. Het onderbreken van een programma Wanneer u het programma weer wilt voortzetten, Het controlelampje gaat uit wanneer de programmakeuzeschakelaar weer op het programma of de temperatuur wordt gedraaid dat resp. die eerst was ingesteld. ^ druk dan nog een keer op de I-Aan/0-Uit - toets.
Wasmiddelen Het kiezen van wasmiddel U kunt alle moderne wasmiddelen gebruiken die geschikt zijn voor huishoudwasautomaten. Ook vloeibare, compacte (geconcentreerde) wasmiddelen en wasmiddelen met verschillende componenten. U kunt ook eventueel bijgevoegde doseerbolletjes of doseerzakjes gebruiken. Wasgoed van wol of wolmengweefsels kunt u het beste met een wolwasmiddel wassen. Tips voor het gebruik en de dosering van de wasmiddelen kunt u vinden op de wasmiddelverpakking.
Wasmiddelen Wasmiddelvakjes Wateronthardingsmiddel Wanneer het water harder is dan 10° d.H. kunt u een wateronthardingsmiddel gebruiken om wasmiddel te besparen. De juiste dosering vindt u op de verpakking. Doseer eerst het wasmiddel en dan pas het onthardingsmiddel. Het wasmiddel kunt u normaal toevoegen, d.w.z. in doseringen voor zacht of gemiddeld water tot 10° dH.
Wasmiddelen Automatisch spoelen met wasverzachter of stijfsel Apart spoelen met wasverzachter of synthetisch stijfsel ^ Doseer de wasverzachter of het synthetische stijfsel in vakje p . ^ Draai de programmakeuzeschakelaar op "Stijven". ^ Kies een centrifugetoerental. ^ Druk op de START - toets. Apart spoelen met stijfsel ^ Doseer het stijfsel en bereid het voor zoals op de verpakking beschreven staat. ^ Doseer de wasverzachter of het (synthetische) stijfsel. Doseer niet hoger dan de pijl.
Programma's Programma-overzicht Programma Textielsoort Temperatuur Max. omw/min WITTE WAS / BONTE WAS Wasgoed van katoen en linnen, bijv. beddengoed, tafellakens en servetten, badstof handdoeken, spijkerbroeken, T-shirts, ondergoed en babykleertjes 95°C tot 30°C 1400 BONTE WAS Wasgoed volgens wasetiket 60°C 1400 KREUKHERSTELLEND Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreukherstellend gemaakt katoen, bijv.
Programma's Max. belading 5 kg - Mogelijke extra functies Tips Inweken Voorwas Kort Extra water (Optie 1,2,3,4) Kies bij bijzonder sterk vervuild wasgoed de extra functie "Inweken" of "Voorwas". Was donkerkleurig wasgoed met een vloeibaar wasmiddel.
Programma's Programmaverloop WITTE WAS/ BONTE WAS1) KREUKHERSTELLEND1) FIJNE WAS Zijde WOL Inweken instelbaar instelbaar instelbaar - - Voorwas instelbaar instelbaar instelbaar - - ß ß ß ß ß programmeerbaar - - - - - vanaf 40°C - - - 3 of 42) Hoofdwas Afkoeling van het sop vanaf 75°C Pendelspoelen Aantal spoelgangen - normaal 3 3 2 2 - gedeeltelijke belading 2 2 - 2 - - kort 2 2 3 2 - Centrifugeren tussen de spoelgangen (omw/min) max. 1000 max.
Programma's MINIWAS 40°C Stijven Pompen / Extra spoelen Centrifugeren COMBINATIEWAS 1) Groot aandeel Groot aandeel kreukherstelkatoenen lend wasgoed wasgoed - - - - instelbaar instelbaar - ß - - instelbaar instelbaar ß - - - ß ß - - - - - - - - - - - ß 2 - - 2 3 of 42) 3 2 - - - 2 2 max. 500 - - - 2 max. 900 2 max. 500 max. 1400 max. 1400 max. 1400 max. 1200 max. 900 max.
Programma's Waskaart 30
Extra functies Het inschakelen van extra functies U kunt als aanvulling op een wasprogramma extra functies inschakelen. Dat kunt u doen door op de toetsen voor de extra functies te drukken. Wanneer u een extra functie inschakelt gaat het daarbij behorende controlelampje branden. Extra functies die binnen het gekozen basisprogramma niet mogelijk zijn, kunt u niet inschakelen. Wanneer u een toets van zo’n functie indrukt gaat het daarbij behorende controlelampje uit zodra u de toets loslaat.
Extra functies Extra water Verhoogt de waterstand in de hoofdwas en/of bij het spoelen en/of er wordt een keer extra gespoeld. Centrifugeren Het wasgoed wordt na ieder basisprogramma gecentrifugeerd, wanneer er een centrifugetoerental is ingesteld. – Bij bijzonder fijne textielsoorten – Bij moeilijk in te spoelen wasmiddelen – Wanneer aan het spoelresultaat bijzondere eisen worden gesteld.
Extra functies Elektronische programmavergrendeling Met het inschakelen van de programmavergrendeling voorkomt u dat de wasautomaat tijdens het wassen wordt geopend. Tevens voorkomt u daarmee dat een wasprogramma dat nog bezig is, wordt afgebroken. Het inschakelen van de programmavergrendeling A Kies een programma zoals beschreven in het hoofdstuk: "Zo wast u goed". B Druk zo lang op de START - toets (minstens 4 seconden), totdat het controlelampje "Vergrendeling" brandt.
Extra functies Elektronische afsluitfunctie Met het inschakelen van de elektronische afsluitfunctie voorkomt u dat uw apparaat door vreemden kan worden gebruikt. Wanneer deze afsluitfunctie is ingeschakeld kan: – het apparaat niet worden geopend; – er geen programma worden gekozen; – er geen programma worden gestart. Het inschakelen van de afsluitfunctie A Sluit het apparaat. Draai de programmakeuzeschakelaar op "Einde". B Schakel het apparaat in.
Display Het display kan verschillende dingen aangeven. – Wanneer u een programma kiest geeft het de tijd aan die een gekozen programma nog gaat duren, de zgn. resttijd. – Wanneer u een inweektijd kiest geeft het een tijd aan die een optelsom is van de ingestelde inweektijd en de resttijd. – Wanneer u gebruik maakt van de voorkeuze geeft het de tijd aan die het nog duurt voordat het gekozen programma begint, de zgn. voorgeprogrammeerde tijd.
Het programmeren van aanvullende functies U kunt een aantal aanvullende functies programmeren om het wasprogramma nog beter af te stemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt wassen. Een aanvullende functie blijft zo lang geprogrammeerd totdat ze weer wordt gewist. P2 = Systeem extra water De toets "Extra water" bezit vier opties, die de waterstand verhogen en/ of een keer extra spoelen.
Het programmeren van aanvullende functies P4 = Het activeren van vakjei In de hoofdwas van het programma WITTE WAS / BONTE WAS stroomt het water in de eerste 10 seconden via vakje i in de trommel. Soms is de capaciteit van vakje j niet voldoende voor de hoeveelheid wasmiddel dat voor de hoofdwas moet worden gedoseerd en wel wanneer: – het water zeer hard is (hardheidsgraad III) en – het wasgoed sterk vervuild is. In deze gevallen kan ook vakje i voor de dosering van het wasmiddel worden geactiveerd.
Het programmeren van aanvullende functies Het programmeren van aanvullende functies De aanvullende functies worden geprogrammeerd met behulp van de toetsen voor de extra functies en met behulp van de programmakeuzeschakelaar. De toetsen van de extra functies en de programmakeuzeschakelaar hebben dus een tweede functie die niet op het paneel te zien is. Het programmeren gebeurt in vier stappen: 1. Het kiezen van de programmeermodus 2. Het kiezen van een aanvullende functie 3.
Het programmeren van aanvullende functies 3. Het activeren of deactiveren van de gekozen aanvullende functie Voor de aanvullende functies PI, P4, P9, PI0, PII G Door één keer op de START - toets te drukken kunt u overschakelen van: – "0" op "I", waarmee u de aanvullende functie activeert; 4. Het opslaan van de gekozen aanvullende functie H Schakel het apparaat met de I-Aan/0-Uit - toets uit. U kunt nu het gewenste wasprogramma starten.
Reiniging en onderhoud Trek vóór onderhoud en reiniging de stekker uit het stopcontact. Het reinigen van de wasmiddellade Gebruik geen schuurmiddelen en geen glas- of allesreinigers. Deze kunnen namelijk door hun chemische samenstelling enorme beschadigingen aan het kunststof oppervlakte veroorzaken. Het reinigen van de wasautomaat ^ Reinig de ommanteling, het buitenste en het binnenste deksel met een mild reinigingsmiddel of sopje. Wrijf deze daarna met een zachte doek droog.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van het pluizenfilter en het filterhuis ^ Zet een bak of schaal onder het klepje. Controleer het pluizenfilter in het begin na 3 à 4 wasbeurten. Zo kunt u nagaan hoe vaak u het filter moet reinigen. Bij een gewone reinigingsbeurt stroomt er 2 liter water weg. Wanneer de afvoer verstopt is, bevindt er zich een vrij grote hoeveelheid water in het apparaat (max. 25 l). Wees voorzichtig! Het water is heet, wanneer kort daarvoor op een hoge temperatuur is gewassen.
Reiniging en onderhoud ^ Wanneer er geen water meer uit de automaat loopt, draai het pluizenfilter er dan helemaal uit. ^ Reinig het pluizenfilter. ^ Verwijder eventuele voorwerpen zoals knoopjes en munten. ^ Controleer of de pompschoepvleugel gemakkelijk rond te draaien is. Is dat niet het geval, verwijder dan de voorwerpen en/of draden. ^ Reinig het filterhuis. In het schroefdraad van het pluizenfilter en het filterhuis mogen zich geen kalkaanslag en wasmiddelresten bevinden.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van het watertoevoerzeefje De wasautomaat heeft één zeefje ter bescherming van de watertoevoerkleppen. ^ Draai de waterkraan dicht. ^ Schroef de toevoerslang van de waterkraan. Het zeefje aan het vrije uiteinde van de watertoevoerslang moet u ongeveer 1 keer in het half jaar controleren. Als de watertoevoer vaak wordt onderbroken moet u misschien vaker controleren. ^ Trek het rubberen dichtingsringetje a uit de groef.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmensen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet dan kan de gebruiker grote risico’s lopen. Probleem . . . Oorzaak . . . Het programma begint niet Er staat geen stroom op het apparaat. Het controlelampje "Einde" brandt niet of de START - toets knippert niet. Oplossing . . . Controleer of: – de deksels goed gesloten zijn; – de stekker goed in de contactdoos zit; – de zekering in orde is.
Nuttige tips Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . Het controlelampje "Watertoevoer" knippert tijdens het programmaverloop, maar het wasprogramma verloopt normaal De watertoevoer is belemmerd. – De waterkraan is niet ver genoeg opengedraaid. – Er zitten knikken in de toevoerslang. – – De waterdruk is te laag. De watertoevoer is geblokkeerd. Het controlelampje "Watertoevoer" knippert, de zoemer klinkt constant en het wasprogramma is niet normaal verlopen – – Draai de waterkraan open.
Nuttige tips Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . . Het controlelampje "Vergrendeld" brandt De programmavergrendeling is ingeschakeld. Schakel de programmavergrendeling uit. Het controlelampje "Vergrendeld" knippert Die afsluitfunctie is ingeschakeld. Schakel de afsluitfunctie uit. Het controlelampje "Centrifugeren" knippert Er is na de laatste spoelgang niet gecentrifugeerd. De wasautomaat is gehinderd geweest door een te grote onbalans. – Haal het gepropte wasgoed uit elkaar.
Nuttige tips Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . . De ringverlichting brandt niet Dat is geen storing. Zie hoofdstuk: "Algemeen". De wasautomaat trilt tijdens het centrifugeren Het verrijdbaar onderstel is niet vastgezet. De hendel van het verrijdbaar onderstel moet zich in de linker positie bevinden. Het wasgoed is niet normaal gecentrifugeerd Het ingestelde centrifugetoeren- Kies bij de volgende wasbeurt tal was te laag. een hoger centrifugetoerental.
Nuttige tips Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . . In de wasmiddellade blijft vrij veel wasmiddel achter Er staat onvoldoende druk op het water. – – Reinig het zeefje in de watertoevoer. Druk eventueel toets "Extra water" in. Poedervormige wasmiddelen in combinatie met onthardingsmiddelen hebben de neiging te gaan plakken. Doseer voortaan eerst het wasmiddel en dan pas het onthardingsmiddel in de wasmiddellade.
Nuttige tips Het openen van het deksel bij stroomuitval ^ Schakel de wasautomaat uit. ^ Open het binnenste deksel. ^ Open het klepje van het pluizenfilter en laat het water eruitlopen zoals beschreven in hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud", paragraaf: " Het reinigen van het pluizenfilter en het filterhuis". Controleer steeds of de trommel stilstaat wanneer u het wasgoed uit de automaat wilt halen. Wanneer u uw hand in een nog draaiende trommel steekt, loopt u het risico zich te verwonden.
Technische dienst Reparaties Voor reparaties dient u – uw Miele-vakhandelaar of – de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. te waarschuwen. Het adres en de telefoonnummers van Miele Nederland B.V. en de diverse afdelingen vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling is het noodzakelijk dat de Technische Dienst weet welk type wasautomaat u heeft en welk nummer deze heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van het apparaat.
Plaatsen en aansluiten Plaats van opstelling Als plaats van opstelling is een betonnen vloer het meest geschikt. In tegenstelling tot een houten of een zachte vloer trilt deze nauwelijks mee als de wasautomaat centrifugeert. Let bij het plaatsen van uw apparaat op het volgende: ^ Plaats de automaat waterpas en stabiel. ^ Plaats de automaat niet op een zachte vloerbedekking omdat hij anders tijdens het centrifugeren gaat trillen.
Plaatsen en aansluiten Het verwijderen van de transportbeveiliging ^ Sluit de 4 grote gaten met de bijgevoegde dopjes af. ^ Draai de 4 buitenste schroeven A helemaal los. ^ Draai de 4 schroeven B helemaal los. Deze schroeven blijven aan de transportstangen zitten. Bewaar de transportstangen en de schroeven. Wanneer de automaat moet worden getransporteerd (bijv. bij een verhuizing) dan moeten de transportstangen weer worden gemonteerd.
Plaatsen en aansluiten Het aansluiten van de watertoevoer De automaat mag zonder terugslagklep op het waterleidingnet worden aangesloten, omdat hij gebouwd is volgens EU-normen. Voor de aansluiting op de waterleiding is een kraan met 3/4" schroefkoppeling vereist. Is zo'n kraan niet aanwezig, dan mag de automaat uitsluitend door een erkend installateur op de waterleiding worden aangesloten. De ca. 2,5 m lange slang 3/8" met 3/4" schroefkoppeling wordt op de kraan aangesloten.
Plaatsen en aansluiten Het aansluiten van de waterafvoer Het sop wordt afgepompt m.b.v. een afvoerpomp met een opvoerhoogte van 1 m. De waterafvoerslang is 1,5 m lang. Het water moet ongehinderd weg kunnen stromen en daarom mogen er geen knikken in de slang zitten. Het bochtstuk aan het eind van de slang is draaibaar en kan indien nodig worden verwijderd. Het water kan op de volgende manieren worden afgevoerd ^ Hang de slang in een wasbak, wastafel of gootsteen.
Plaatsen en aansluiten Elektrische aansluiting De wasautomaat mag alleen door een erkend installateur op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze wasautomaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met beschermingscontact (randaarde), geschikt voor aansluiting op ~230 V 50 Hz. Deze wasautomaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met beschermingscontact (randaarde) of een daarvoor geschikte 2-polige schakelaar, bijv. voor in de badkamer.
Verbruiksgegevens Programma (Zonder gebruik van extra functies en aanvullende functies) Belading Verbruiksgegevens Energie Water Duur kg kWh l h min 95°C 5,0 1,70 49 1 56 60°C* 5,0 0,95 49 2 00 40°C KREUKHERSTELLEND 5,0 0,55 49 2 00 40°C 2,5 0,45 58 1 20 1,0 0,40 75 0 58 2,0 0,23 35 0 39 1,0 0,25 39 0 36 WITTE WAS / BONTE WAS FIJNE WAS 30°C WOL 30°C Zijde 30°C * Volgens EN 60456 De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar gelang de water
Technische gegevens Hoogte 90 cm Hoogte bij geopend deksel 139 cm Breedte 45 cm Diepte 60 cm Gewicht zonder belading 97 kg Beladingscapaciteit 5 kg droog wasgoed Aansluitspanning Zie typeplaatje Aansluitwaarde Zie typeplaatje Zekering Zie typeplaatje Lengte van de aansluitkabel 2,40 m Lengte van de toevoerslang 2,50 m Lengte van de afvoerslang 1,50 m Waterdruk 1 bar - 10 bar Maximale opvoerhoogte 1m Maximale afpomplengte 5m Keurmerk KEMA 57
Wijzigingen voorbehouden/ 4602 M.-Nr. 05 682 080 / V00 Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.