Gebruiksaanwijzing voor de wasautomaat W 173 Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw wasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Afgedankte apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Zet uw apparaat daarom niet zomaar bij het grof vuil, maar informeer bij uw handelaar of het mogelijk is om het apparaat terug te geven. Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de gemeente of bij een grondstoffenhandelaar naar mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal (bijv.
Inhoud Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Het verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Het afdanken van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Extra functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Na afloop van het programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Verrijdbaar onderstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed uit de trommel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Het wasprogramma verloopt normaal, maar er volgt een foutmelding . . . . . . . . . 42 Algemene problemen of een tegenvallend resultaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Problemen met openen en sluiten of krakende geluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Het openen van het deksel bij verstopte afvoer en/of stroomuitval. . . . . . . . . . . . 47 Verstopte afvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Lees eerst de gebruiksaanwijzing door voordat u uw wasautomaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar van de automaat. Efficiënt gebruik Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Dit in verband met gevaar voor bijvoorbeeld oververhitting. De wasautomaat mag alleen met een nieuwe slangenset met toebehoren op de waterleiding worden aangesloten. Een oude slangenset mag niet opnieuw worden gebruikt. Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Voordat u gaat wassen dient u de hendel van het verrijdbare onderstel naar links te draaien. Alleen dan staat uw wasautomaat stabiel. Als u het wasmiddel op de juiste manier doseert is het niet nodig dat u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat het beslist moet worden ontkalkt, gebruik daar dan speciale ontkalkingsmiddelen voor die een anti-corrosiemiddel bevatten.
Algemeen Specifieke kenmerken Speciale programma's (Zijde /, Wol /, Miniwas, Combinatiewas, Extra spoelen) – Zijde / In dit programma kan met de hand wasbaar, kreukgevoelig textiel worden gewassen waar geen wol in zit. – Wol / In dit programma kan met de hand wasbaar textiel van wol of wolmengweefsels worden gewassen. – Miniwas Licht strijken in de programma's Fijne was en Zijde / In deze programma's wordt het wasgoed bijzonder behoedzaam gewassen en gecentrifugeerd.
Algemeen Programmaduur (resttijd) Programma-actualisering (Update) Wanneer u een programma start geeft het display in uren en minuten aan hoelang dit programma maximaal gaat duren. Daarna wordt de tijd per minuut afgeteld. Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten en wasvoorschriften zullen in de toekomst veranderingen ondergaan.
Algemeen Bedieningspaneel a Display Dit kan verschillende dingen aangeven. Zie volgende bladzijde. b Toets Start Met deze toets kunt u een wasprogramma starten. c Toetsen voor de extra functies Met deze toetsen kunt u extra functies in- of uitschakelen. Met de bovenste toets kunt u óf Intensief óf Voorwas óf Inweken óf combinaties daarvan kiezen. Met de onderste toets kunt u Extra water kiezen. Wanneer het controlelampje van een functie brandt, is deze functie ingeschakeld.
Algemeen Programmaduur (resttijd) Nadat u een programma heeft gekozen en gestart, geeft het display in uren en minuten aan hoelang dit programma maximaal gaat duren. In de programma's: – Witte was/Bonte was – Kreukherstellend – Combinatiewas berekent de wasautomaat hoelang het duurt voordat het wasgoed het water heeft opgenomen. De automaat berekent op grond hiervan tijdens de eerste 10 minuten de belading. Wanneer de automaat merkt dat hij niet maximaal beladen is, verkort hij de programmaduur.
Algemeen Belangrijke bedieningselementen Programmakeuzeschakelaar Met deze schakelaar kunt u een basisprogramma en een daarbij behorende temperatuur kiezen. Uit oogpunt van energiebesparing gaat de ringverlichting een paar minuten na afloop van het programma uit. Toetsen voor de extra functies Met deze toetsen kunt u extra functies in- en uitschakelen. De extra functies dienen ter aanvulling van de basiswasprogramma's.
Vóór de eerste wasbeurt Iedere wasautomaat wordt in de fabriek op zijn werking getest. Het is mogelijk dat er als gevolg van deze tests wat water in het apparaat achterblijft. Controleer voordat u uw wasautomaat voor het eerst gebruikt of het apparaat volgens de regels is geplaatst en aangesloten. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat". Om veiligheidsredenen is het niet mogelijk om meteen bij de eerste wasbeurt te centrifugeren.
Tips om energie te besparen Energie- en waterverbruik Wasmiddelen – Benut bij ieder programma dat u kiest de maximale beladingscapaciteit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, gerelateerd aan de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. – Gebruik hoogstens zoveel wasmiddel als op de wasmiddelverpakking aangegeven staat. – Gebruik de programma's Combinatiewas of Miniwas voor kleinere hoeveelheden wasgoed.
Zo wast u goed Korte handleiding Q Open de trommel. Tip: Het is belangrijk dat u zich met de bediening van de automaat vertrouwd maakt. Lees daarom de uitgebreide paragrafen: "Voordat u gaat wassen", "Het vullen van de trommel en het doseren van wasmiddel", "Het kiezen van een programma" en "Na afloop van het programma" in dit hoofdstuk. R Haal het wasgoed er uit.
Zo wast u goed Programma-overzicht Witte was/Bonte was 9ö876 Textielsoort Wasgoed van katoen en linnen, bijv. beddengoed, tafellakens en servetten, badstof handdoeken, spijkerbroeken, T-shirts, ondergoed en babykleertjes Extra functies Inweken / Voorwas / Intensief / Extra water Bijzondere tips – Gebruik Witte was/Bonte was 95°C alleen voor geïnfecteerd of sterk vervuild wasgoed. – Gebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed de extra functie Intensief.
Zo wast u goed Fijne was ac Textielsoort Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels, kunstzijde of kreukherstellend gemaakt katoen, bijv. overhemden of blouses Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan worden gewassen. Extra functies Inweken / Voorwas / Intensief Bijzondere tips – Gebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed de extra functie Intensief. – In dit programma kreukt het wasgoed minder ("Licht strijken").
Zo wast u goed Miniwas 7 Textielsoort Licht vervuild wasgoed dat in het programma voor de bonte was mag worden gewassen Extra functie Extra water Bijzondere tip – Doseer minder waspoeder. Dit programma heeft namelijk een halve belading. Wasmiddelen Universele wasmiddelen en Color-wasmiddelen Max.
Zo wast u goed Voordat u gaat wassen Het sorteren van het wasgoed A Inspecteer en sorteer het wasgoed en behandel het voor ^ Sorteer het wasgoed naar kleur en naar de symbolen in het wasetiket, dat zich in de kraag of in de zijnaad bevindt. Het inspecteren van het wasgoed ^ Was geen textiel dat volgens het wasetiket niet in de wasautomaat kan worden gewassen. Het symbool daarvoor is: h. ^ Donkergekleurd wasgoed geeft bij de eerste wasbeurten vaak iets af. Was licht en donker wasgoed daarom apart.
Zo wast u goed Het vullen van de trommel en het doseren van wasmiddel B Schakel de wasautomaat in ^ door op de I-Aan/0-Uit - toets te drukken. C Open het buitendeksel E Open de trommel ,Attentie! Beide helften van de trommelopening staan onder druk. ^ Houd met de ene hand de achterste helft van de opening licht tegen. ^ door op de Deksel - toets te drukken en het buitendeksel open te klappen totdat u weerstand voelt.
Zo wast u goed F Vul de trommel G Sluit de trommel ^ door het wasgoed ontvouwd en losjes in de trommel te leggen. Leg stukken wasgoed van verschillende grootte in de trommel. Daardoor wordt een beter wasresultaat bereikt en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen. Benut bij ieder programma dat u kiest de maximale beladingscapaciteit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, gerelateerd aan de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst.
Zo wast u goed H Sluit het binnendeksel Let er op dat er geen wasgoed tussen de helften van de trommelopening vast komt te zitten. ^ door de sluiting a van dit deksel naar voren te trekken . . . ^ . . . en ervoor te zorgen dat deze goed vastklikt b. Wanneer u het binnenste deksel niet goed sluit dan kunt u geen programma starten en gaat het controlelampje Overdosering snel knipperen.
Zo wast u goed I Doseer het wasmiddel Het is belangrijk om niet te weinig en niet te veel te doseren, want . . . . . . te weinig wasmiddel heeft tot gevolg dat: – het wasgoed niet schoon en in de loop van de tijd grauw en hard wordt; – er vetbolletjes in het wasgoed blijven zitten; – er zich kalk in de kuip afzet. . . .
Zo wast u goed Wanneer u gaat wassen K Kies een programma programma mogelijk is, accepteert de automaat dat niet. Extra functies M Kies eventueel (een) extra functie(s) Met de toetsen voor de extra functies kunt u extra functies inschakelen, als deze binnen het gekozen basisprogramma mogelijk zijn. U kunt ze met deze toetsen ook weer uitschakelen. ^ door de programmakeuzeschakelaar op de gewenste stand te zetten. Het display geeft in uren en minuten de maximale programmaduur aan.
Zo wast u goed Intensief Voor normaal tot sterk vervuild wasgoed Wanneer u deze functie hebt ingeschakeld, duurt de hoofdwas langer. Voorwas Voor wasgoed waar veel stof of zand in zit Inweken Voor wasgoed dat bijzonder sterk is vervuild door eiwithoudende vlekken (bijv. bloed, vet, cacao) Wanneer u deze functie hebt ingeschakeld, dan gaat aan het eigenlijke wasprogramma een inweekprogramma vooraf. – Op de toets Inweken kan een inweektijd worden geprogrammeerd van minimaal 30 minuten en maximaal 2 uur.
Zo wast u goed Na afloop van het programma Verrijdbaar onderstel O Open het buitendeksel U kunt de wasautomaat na het wassen naar een andere plek verplaatsen. ^ door op de Deksel - toets te drukken ^ en het buitendeksel open te klappen totdat u weerstand voelt. P Open het binnendeksel Q Open de trommel R Haal het wasgoed er uit Kijk goed of er geen stukken wasgoed in de trommel zijn blijven liggen. Anders loopt u het risico dat ze bij de volgende wasbeurt krimpen of afgeven.
Zo wast u goed Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed uit de trommel U kunt bij alle programma's nog wasgoed in de trommel leggen of wasgoed uit de trommel halen, nadat u het programma heeft gestart. ^ Druk 1 x op de Deksel - toets. Nu draait de trommel in de positie waarin hij makkelijk kan worden geopend (automatische trommelpositionering). Daarbij knipperen afwisselend het controlelampje Spoelstop en het controlelampje Zonder centrifugeren.
Zo wast u goed Het onderbreken van een programma ^ Schakel de wasautomaat met de I-Aan/0-Uit - toets uit. Het controlelampje gaat uit wanneer de programmakeuzeschakelaar weer op het programma wordt gedraaid dat eerst was ingesteld. Wanneer u het programma weer wilt voortzetten, Het overslaan van een programmafase ^ schakel de wasautomaat dan met de I-Aan/0-Uit - toets weer in. ^ Draai de programmakeuzeschakelaar op Einde.
Zo wast u goed Programmaverloop De wasautomaat beschikt over een volledig elektronische besturing met beladingsautomaat. Tijdens een wasprogramma zuigt het wasgoed water op. Om hoeveel water het gaat hangt af van de hoeveelheid wasgoed en het soort textiel. Hoe groter het absorptievermogen van het wasgoed is, des te meer water er moet worden bijgepompt. De elektronica van de wasautomaat kan de hoeveelheid water meten die het wasgoed opneemt en die moet worden bijgepompt.
Zo wast u goed Wol / Hoofdwas Waterstand: gemiddeld Wasritme: wol Spoelen Waterstand: gemiddeld Spoelgangen: 2 Centrifugeren Centrifugeren tussen de spoelgangen2): ja Eindcentrifugeren: ja Stijven Waterstand: laag Wasritme: normaal Eindcentrifugeren: ja Extra spoelen Waterstand: hoog Spoelgangen: 2 Eindcentrifugeren: ja Miniwas Hoofdwas Waterstand: laag Wasritme: normaal Spoelen Waterstand: gemiddeld Spoelgangen: 2 Centrifugeren Centrifugeren tussen de spoelgangen2): ja Eindcentrifugeren: ja – er teveel
Zo wast u goed Textielbehandelingssymbolen 32
Zo wast u goed In het wasgoed bevindt zich een etiket met textielbehandelingssymbolen. Dit etiket doet aanbevelingen voor de juiste behandeling van het artikel waarop het is aangebracht. Het mag niet worden verward met een garantie hoe het textiel zich in het gebruik zal gedragen. Het behandelingsetiket waarborgt dat het textielproduct bij de aanbevolen behandeling geen schade lijdt.
Wasmiddelen Het kiezen van wasmiddel U kunt alle moderne wasmiddelen gebruiken die geschikt zijn voor huishoudwasautomaten. Ook vloeibare, compacte (geconcentreerde) wasmiddelen, tabletten en wasmiddelen met verschillende componenten. U kunt ook eventueel bijgevoegde doseerbolletjes of doseerzakjes gebruiken. Wasgoed van wol of wolmengweefsels kunt u het beste met een wolwasmiddel wassen. Tips voor het gebruik en voor de dosering van de wasmiddelen bij volle belading kunt u vinden op de wasmiddelverpakking.
Wasmiddelen Wasverzachters en stijfsels Met wasverzachters wordt uw wasgoed extra zacht en minder statisch. Met synthetische stijfsels krijgt u het wasgoed beter in model. Met andere stijfsels wordt wasgoed stijf. ^ Doseer de middelen volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Automatisch spoelen met wasverzachter of stijfsel ^ Doseer de wasverzachter of het (synthetische) stijfsel in vakje p. Doseer niet hoger dan de pijl.
Bedieningsfuncties Elektronische programmavergrendeling Met het inschakelen van de programmavergrendeling voorkomt u dat de wasautomaat tijdens het wassen wordt geopend en dat het wasprogramma wordt afgebroken. Het inschakelen van de programmavergrendeling ^ Druk na het starten van het programma minstens 4 seconden op de Start - toets totdat het controlelampje Vergrendeling brandt. Dit lampje bevindt zich rechts onder op het bedieningspaneel. De programmavergrendeling is nu ingesteld.
Bedieningsfuncties Elektronische afsluitfunctie Met het inschakelen van de elektronische afsluitfunctie voorkomt u dat uw apparaat door vreemden kan worden gebruikt. F Laat de toets voor de extra functies Intensief, Voorwas en Inweken los. G Draai de programmakeuzeschakelaar op stand Einde. H Schakel de wasautomaat met de I-Aan/0-Uit - toets uit. Wanneer deze afsluitfunctie is ingeschakeld kan er geen programma worden gestart.
Reiniging en onderhoud ,Haal vóórdat u de wasautomaat een reinigings- of onderhoudsbeurt geeft de spanning van het apparaat. Het reinigen van de wasautomaat ^ Reinig de wasautomaat met een mild reinigingsmiddel of sopje. Wrijf de automaat daarna met een zachte doek droog. ^ Reinig de wastrommel met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal. Het reinigen van de wasmiddellade Verwijder eventuele resten wasmiddel regelmatig.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van het watertoevoerzeefje De wasautomaat heeft één zeefje ter bescherming van de watertoevoerklep. ^ Draai de waterkraan dicht. ^ Schroef de toevoerslang van de waterkraan. Dit zeefje aan het vrije uiteinde van de watertoevoerslang moet u ongeveer 1 keer in het half jaar controleren. Wanneer de watertoevoer vaak wordt onderbroken moet u misschien vaker controleren. ^ Trek het rubberen dichtingsringetje 1 uit de groef.
Nuttige tips Het oplossen van problemen . . . De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen krijgen kunt u zelf oplossen. In al die gevallen hoeft u de Technische Dienst niet te bellen en kunt u tijd en kosten besparen. De volgende tabellen helpen u om de oorzaken van een probleem te vinden en uit de wereld te helpen. Bedenk echter: ,Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmensen worden uitgevoerd.
Nuttige tips Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding Oplossing A Reinig het pluizenfilter en het filterhuis zoals beschreven in het hoofdstuk: "Nuttige tips", paragraaf: "Het openen van het deksel bij verstopte afvoer en/of stroomuitval." De waterafvoerslang ligt De maximale opvoerhoogte is te hoog. 1 m. De watertoevoer is geDraai de waterkraan open. blokkeerd. Het zeefje in de waterReinig het zeefje. toevoerslang is verstopt.
Nuttige tips Het wasprogramma verloopt normaal, maar er volgt een foutmelding Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing A Het controlelampje De waterafvoer is Reinig het pluizenfilter en het filWaterafvoer knippert. belemmerd. terhuis zoals beschreven in het hoofdstuk: "Nuttige tips", paragraaf: "Het openen van het deksel bij verstopte afvoer en/of stroomuitval." Het controlelampje De watertoevoer is Controleer of Watertoevoer knipbelemmerd. – de waterkraan ver genoeg is pert.
Nuttige tips Algemene problemen of een tegenvallend resultaat Probleem De wasautomaat trilt tijdens het centrifugeren. Het wasgoed is niet normaal gecentrifugeerd. Mogelijke oorzaak De hendel van het verrijdbare onderstel is niet naar links gedraaid. Het ingestelde centrifugetoerental was te laag. De wasautomaat maakt een pompend geluid. De ringverlichting brandt niet. Dat is geen storing. Wanneer het water wordt weggepompt zijn dit soort geluiden normaal.
Nuttige tips Probleem Het wasgoed wordt met een vloeibaar wasmiddel niet schoon. Op het gewassen wasgoed zijn grijze elastische bolletjes achtergebleven (vetbolletjes). Op het gewassen wasgoed zitten witte, wasmiddelachtige bestanddelen. Er komt schuim uit de voorkant van de wasautomaat. 44 Mogelijke oorzaak Oplossing In vloeibare wasmidde- – Gebruik poedervormige waslen zitten geen bleekmiddelen met een bleekmidmiddelen. del.
Nuttige tips Problemen met openen en sluiten of krakende geluiden Probleem De trommelopening zit niet aan de bovenkant. Mogelijke oorzaak Het wasgoed heeft zich in de trommel niet goed kunnen verdelen. Daardoor is onbalans ontstaan en is de trommel niet automatisch in de juiste positie gedraaid. Oplossing Draai de trommel met de hand in de juiste positie. Leg voortaan stukken wasgoed van verschillende grootte in de trommel. Dan kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen.
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak Het buitendeksel kan niet Er is 1 x op de Deksel open en er is een krakend toets gedrukt. Nu draait geluid te horen. De conde trommel automatisch trolelampjes Spoelstop en in de positie waarin hij Zonder centrifugeren kan worden geopend. gaan afwisselend knipperen. Het controlelampje Overdosering gaat snel knipperen en het programma start niet.
Nuttige tips Het openen van het deksel bij verstopte afvoer en/of stroomuitval ^ Schakel de wasautomaat uit. ^ Draai het pluizenfilter zover los totdat het water eruit stroomt. ^ Open het klepje van het pluizenfilter met de gele spatel. Verstopte afvoer ^ Draai telkens wanneer de bak of de schaal volraakt, het deksel van het pluizenfilter vast en maak de bak of schaal leeg.
Nuttige tips ^ Reinig het pluizenfilter grondig. Het openen van het deksel ,Controleer steeds of de trommel stilstaat wanneer u het wasgoed uit de automaat wilt halen. Wanneer u uw hand in een nog draaiende trommel steekt, loopt u het risico zich te verwonden. ^ Controleer of de pompschoepvleugel gemakkelijk rond te draaien is. ^ Is dat niet het geval, verwijder dan de voorwerpen en/of draden. ^ Reinig het filterhuis. ^ Zet het pluizenfilter weer in het filterhuis. ^ Draai het filter weer vast.
Nuttige tips Technische Dienst Reparaties Voor reparaties dient u – uw Miele-vakhandelaar of – de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. te waarschuwen. Het adres en de telefoonnummers van Miele Nederland B.V. en de diverse afdelingen vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling is het noodzakelijk dat de Technische Dienst weet welk model wasautomaat u heeft en welk nummer deze heeft.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat Het apparaat in één oogopslag a Elektrische aansluiting b Watertoevoerslang c Deksel met bedieningspaneel d Klepje van het pluizenfilter, het filterhuis en de noodontgrendeling 50 e Hendel voor het verrijdbare onderstel f Machinevoeten g Waterafvoerslang met draaibaar en verwijderbaar bochtstuk met verschillende mogelijkheden voor waterafvoer
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat Verrijdbaar onderstel Deze wasautomaat is voorzien van een verrijdbaar onderstel. Daarmee kan het apparaat makkelijk naar een andere plek worden verplaatst. Hendel rechts = Klaar voor verplaatsen ,Rijd het apparaat niet met kracht Hendel links = Klaar voor wassen Voordat u gaat wassen dient u de hendel van het verrijdbare onderstel naar links te draaien. Alleen dan staat uw wasautomaat stabiel.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat Het verwijderen van de transportbeveiliging ^ Sluit de 4 grote gaten met de bijgevoegde stopjes. ^ Draai de 4 buitenste schroeven A er uit. ^ Draai de 4 schroeven B helemaal los, maar draai ze er niet uit. Deze schroeven blijven aan de transportstangen zitten. Bewaar de transportstangen en de schroeven. De stangen moeten voor ieder transport van de automaat (bijv. bij een verhuizing) weer worden gemonteerd.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat Het plaatsen van de wasautomaat ^ Verwijder de transportbeveiliging, zoals beschreven op de vorige bladzijde. ^ Plaats de automaat. De wasautomaat moet waterpas en gelijkmatig op alle vier de machinevoeten staan. Alleen dan is een optimale werking gewaarborgd. Plaats van opstelling Wanneer u de wasautomaat op een houten vloer plaatst, let dan op het volgende. – Plaats het apparaat op een multiplex plaat van tenminste 3 cm dik.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat Het Miele waterbeveiligingssysteem Het Miele waterbeveiligingssysteem biedt een volledige bescherming tegen waterschade door de wasautomaat. Het systeem bestaat hoofdzakelijk uit drie onderdelen: 1) de watertoevoerslang 2) de elektronica en de ommanteling 3) de waterafvoerslang 1) De watertoevoerslang – De watertoevoerslang is bestand tegen een druk van minstens 70 bar. Barsten worden daarmee voorkomen.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat Het aansluiten van de watertoevoer De automaat mag zonder terugslagklep op het waterleidingnet worden aangesloten, omdat hij gebouwd is volgens EU-normen. Het zeefje in de schroefkoppeling van het vrije uiteinde van de watertoevoerslang mag niet worden verwijderd. De waterdruk moet minstens 1 bar en mag niet meer dan 10 bar bedragen. Is de druk hoger dan 10 bar dan moet er een drukreduceerventiel in de waterleiding worden ingebouwd.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat Het aansluiten van de waterafvoer Het sop wordt afgepompt m.b.v. een afvoerpomp met een opvoerhoogte van 1 m. Het water moet ongehinderd weg kunnen stromen en daarom mogen er geen knikken in de slang zitten. Het bochtstuk aan het eind van de slang is draaibaar en kan indien nodig worden verwijderd. De waterafvoerslang kan op de volgende manieren worden aangebracht 1.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat Elektrische aansluiting De wasautomaat mag alleen door een erkend installateur op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze wasautomaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met beschermingscontact (randaarde), geschikt voor aansluiting op ~230 V 50 Hz. Deze wasautomaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met beschermingscontact (randaarde) of een daarvoor geschikte 2-polige schakelaar, bijv. voor in de badkamer.
Verbruiksgegevens Belading Verbruiksgegevens Energie Water in kWh in l Programmaduur normaal intensief Witte was / Bonte was 95°C 5,0 kg 1,70 45 60°C1) 60°C 5,0 kg 0,95 45 1 h 38 min 1 h 53 min 5,0 kg 0,95 45 40°C1) 5,0 kg 0,50 45 40°C 5,0 kg 0,50 45 40°C1) 2,5 kg 0,45 49 40°C 2,5 kg 0,45 49 1 h 01 min 1 h 16 min 1,0 kg 0,35 65 49 min 59 min 1,0 kg 0,24 39 37 min - 2,0 kg 0,23 35 40 min - 1 h 59 min1) 1 h 29 min 1 h 59 min 1 h 59 min1) 1 h 29 min 1 h
Technische gegevens Hoogte 90 cm Hoogte bij geopend deksel 139 cm Breedte 45 cm Diepte 60 cm Gewicht zonder belading 99 kg Beladingscapaciteit 5 kg droog wasgoed Aansluitspanning Zie typeplaatje Aansluitwaarde Zie typeplaatje Zekering Zie typeplaatje Verbruiksgegevens Zie hoofdstuk: "Verbruiksgegevens".
Programmeerfuncties voor de wijziging van standaardwaarden
Het programmeren van aanvullende functies U kunt een aantal aanvullende functies programmeren om het wasprogramma nog beter af te stemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt wassen. "Systeem extra water" biedt vier mogelijkheden: Systeem extra water Variant 2: Meer water bij het wassen en bij het spoelen in de genoemde programma's In deze variant wordt het apparaat geleverd.
Het programmeren van aanvullende functies Het programmeren van de aanvullende functie gebeurt met de stappen A tot en met G: F Door op de Start - toets te drukken kunt u tussen de verschillende varianten kiezen. De aanvullende functies worden geprogrammeerd met behulp van de Start toets en met behulp van de programmakeuzeschakelaar. Deze bedieningselementen hebben dus een tweede functie die niet op het paneel te zien is.
Het programmeren van aanvullende functies Behoedzaam wassen Wanneer de functie "Behoedzaam wassen" is geprogrammeerd, wordt het aantal trommelbewegingen gereduceerd. Zo kan licht vervuild wasgoed behoedzamer worden gewassen. "Behoedzaam wassen" kan worden gebruikt in de programma's Witte was/Bonte was, Miniwas, Stijven en Combinatiewas. Met deze functie wordt in bovengenoemde programma's bij iedere wasbeurt met het behoedzame ritme gewassen.
Het programmeren van aanvullende functies Afkoeling van het sop Wanneer de functie "Afkoeling van het sop" is geactiveerd, stroomt er aan het einde van de hoofdwas ter afkoeling van het sop extra water in de trommel. "Afkoeling van het sop" kan worden gebruikt bij het programma Witte was / Bonte Was en wel bij de temperaturen 95°C en 75°C.
Het programmeren van aanvullende functies Memory Wanneer de functie "Memory" is geactiveerd, slaat de wasautomaat het centrifugetoerental dat bij een programma wordt gekozen en eventuele extra functies die bij datzelfde programma worden ingesteld, bij de start van het programma op. Wanneer u de volgende keer hetzelfde basiswasprogramma kiest, geeft de wasautomaat het opgeslagen centrifugetoerental en de eventueel opgeslagen extra functie(s) weer aan.
Het programmeren van aanvullende functies Inweektijd Wanneer de extra functie Inweken is ingeschakeld, gaat aan het eigenlijke wasprogramma een inweekprogramma vooraf. Daarbij zijn vier varianten mogelijk. De variant die u wilt hebben kunt u programmeren via "Inweektijd". A Druk op de Start - toets en blijf daar gedurende de stappen B en C op drukken. B Schakel de wasautomaat met behulp van de I-Aan/0-Uit - toets in. C Wacht totdat het controlelampje van de Start - toets gaat branden. . .
Wijzigingen voorbehouden/0204 M.-Nr.