Operation Manual

Deze wasautomaat kan óf alleen met
drinkwater óf met drinkwater samen
met een alternatieve watersoort worden
gebruikt. Het drinkwater-, wasmiddel-
en energieverbruik kan op deze manier
worden gereduceerd.
Om hygiënische en functionele rede
-
nen kan men niet zonder drinkwater.
Voorwaarden voor het gebruik van de
alternatieve watersoorten
1. Het water moet om hygiënische re
-
denen minstens de kwaliteit van
badwater hebben.
2. Het water moet de volgende onder-
delen bevatten:
IJzer ß 0,10 mg/l
Mangaan ß 0,05 mg/l
Koper ß 0,10 mg/l
Zink ß 1,50 mg/l
Chloride ß 200,00 mg/l
pH-waarde tussen de 5 - 9,5
Waterhardheid 0 5°d
Watertemperatuur ß 60°C
3. De chemische samenstelling van het
water mag de werking van de water-
installatie niet nadelig beïnvloeden.
4. In het water mogen geen vaste stof
-
fen zitten zoals zand. Aan te raden is
het gebruik van een fijn filter met een
doorlaatwijdte van 0,1 mm.
De gebruiker is er verantwoordelijk
voor dat de waterkwaliteit voldoende
is.
Alternatieve watersoorten zijn:
Warm water
Het water zou eigenlijk met behulp van
goedkope primaire energie zoals gas,
zonne-energie en olie moeten worden
verwarmd. De temperatuur moet onder
de 60°C liggen.
Onthard water
Met onthard water is het mogelijk om
zeep als wasmiddel te gebruiken en
minder wasmiddel te doseren (voor
hardheidsgraad I). De waterhardheid
moet echter minstens 5°dH bedragen.
Andere soorten dan drinkwater: regen-
water, bronwater en oppervlaktewater
Met deze soorten water wordt er op
drinkwater bespaard. Bovendien kan er
bij gebruik van zeer zacht water (bijv.
regenwater) op wasmiddel worden be-
spaard.
De programmering van de elektroni-
ca van de wasautomaat moet op de
alternatieve watersoort worden afge
-
stemd. De volgende tabel geeft infor
-
matie over de mogelijkheden van
programmering en over het soort wa
-
ter dat voor het wassen en spoelen
wordt gebruikt.
AllWater-functie
72