Operation Manual

Het programmeren van
besturingsvarianten
De elektronica van de wasautomaat
moet op de alternatieve watersoort
worden afgestemd. Daarom moet de
juiste besturingsvariant worden ge
-
programmeerd.
Er zijn 5 besturingsvarianten.
Wanneer de wasautomaat wordt gele
-
verd is besturingsvariant 2 geprogram
-
meerd.
Het programmeren van de gewenste
variant doet u met de stappen A tot
en met G
en wel met behulp van de
Start
- toets
en de programmakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar-
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De wasautomaat moet gesloten zijn.
De programmakeuzeschakelaar
moet op stand d
Einde
staan.
A Druk op de
Start
- toets en blijf daar
gedurende de stappen B en C op
drukken.
B Schakel de wasautomaat met behulp
van de
I-Aan/0-Uit
- toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
de
Start
- toets gaat branden. . .
D . . . en laat de
Start
- toets daarna
los.
E Draai de programmakeuzeschake
-
laar op stand
Kreukherstellend 50°C
.
In het display gaat de letter P knipperen
in afwisseling met het cijfer 1, 2, 3, 4 of
5.
F Door op de
Start
- toets te drukken
kunt u tussen de verschillende
varianten kiezen.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
1 = dan is besturingsvariant 1
gekozen;
2 = dan is besturingsvariant 2
gekozen;
3 = dan is besturingsvariant 3
gekozen;
4 = dan is besturingsvariant 4
gekozen.
5 = dan is besturingsvariant 5
gekozen.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
- toets uit.
De gekozen variant is nu geprogram
-
meerd en blijft dat totdat er een andere
variant wordt gekozen en geprogram
-
meerd.
AllWater-functie
74