Operation Manual

I Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en
niet te veel te doseren, want . . .
. . . te weinig wasmiddel heeft tot ge
-
volg dat:
het wasgoed niet schoon en in de
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er vetbolletjes en het wasgoed blij
-
ven zitten;
er zich kalk in de kuip afzet.
. . . te veel wasmiddel heeft tot gevolg
dat:
er sterke schuimvorming optreedt,
de waswerking daardoor gering en
het reinigings-, spoel- en centrifu-
geerresultaat niet optimaal is;
er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water
wordt verbruikt:
het milieu extra wordt belast.
^
Trek de wasmiddellade naar buiten
en doseer het wasmiddel in de vak-
jes.
i = Vakje voor de voorwas
Wanneer u de extra functie
Voorwas
hebt gekozen, neem dan
1
/
4
dan de totale aanbevolen was-
middelhoeveelheid.
j = Vakje voor de hoofdwas
en voor het inweken, wanneer u
deze extra functie gekozen hebt.
§ = Vakje voor wasverzachter, synthe-
tische of vloeibare stijfsels
Nadere bijzonderheden over wasmid
-
delen en de dosering daarvan treft u
aan in het hoofdstuk: “Wasmiddelen”.
J Draai de waterkraan open
Zo wast u goed
21