Gebruiksaanwijzing voor de wasautomaat W 397 met beladingsweergave en doseeradvies Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw wasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Afgedankte apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Zet uw apparaat daarom niet zomaar bij het grof vuil, maar informeer bij uw handelaar of het mogelijk is om het apparaat terug te geven. Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de gemeente of bij een grondstoffenhandelaar naar mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal (bijv.
Inhoud Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Het afdanken van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Algemeen Specifieke kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Wanneer u gaat wassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Extra functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Voorkeuze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Nadat u heeft gewassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Het bijvullen van de trommel . . . . . .
Inhoud Nuttige tips Het oplossen van problemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Het programma begint niet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding . . . . . . . . . . . . . . 41 Het wasprogramma verloopt normaal, maar er volgt een foutmelding . . . . . . . . . 42 Problemen bij de beladingsweergave en het doseeradvies . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Lees eerst de gebruiksaanwijzing door voordat u uw wasautomaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar van de automaat. Efficiënt gebruik Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Dit in verband met gevaar voor bijvoorbeeld oververhitting. De wasautomaat mag alleen met een nieuwe slangenset met toebehoren op de waterleiding worden aangesloten. Een oude slangenset mag niet opnieuw worden gebruikt. Controleer de slang met toebehoren regelmatig, zodat u deze wanneer dat nodig is kunt vervangen en zo waterschade voorkomen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wanneer u het wasmiddel op de juiste manier doseert is het niet nodig dat u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat het beslist moet worden ontkalkt, gebruik daar dan speciale ontkalkingsmiddelen voor die een anti-corrosiemiddel bevatten. Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw Miele-vakhandelaar of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. Volg de adviezen voor het gebruik van de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Algemeen Specifieke kenmerken Speciale programma’s (Zijde /, WOL /, Miniwas, Combinatiewas, Extra spoelen) – Zijde / In dit programma kan met de hand wasbaar, kreukgevoelig textiel worden gewassen waar geen wol in zit. – WOL / In dit programma kan met de hand wasbaar textiel van wol of wolmengweefsels worden gewassen. – Miniwas In dit programma kan een kleine hoeveelheid licht vervuild textiel worden gewassen dat anders met de bonte was meegaat.
Algemeen Voorkeuze h/min Programma-actualisering (Update) Met de Voorkeuze - toets kunt u het tijdstip dat het door u gekozen programma start minimaal 30 minuten en maximaal 24 uur van te voren instellen. Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten en wasvoorschriften zullen in de toekomst veranderingen ondergaan. Programmaduur (resttijd) Wanneer u een programma start geeft het display in uren en minuten aan hoelang dit programma maximaal gaat duren. Daarna wordt de tijd per minuut afgeteld.
Algemeen Bedieningspaneel a Weergave van het beladingspercentage, het te doseren wasmiddelpercentage en de programmaduur (resttijd) Voor meer informatie zie volgende bladzijde. b Toets “START” Met deze toets kunt u een wasprogramma starten. c Toets “Voorkeuze” Met deze toets kunt u het tijdstip dat het door u gekozen programma start van te voren instellen. d Toetsen voor de extra functies Met deze toetsen kunt u extra functies kiezen.
Algemeen Weergave van het beladingspercentage, het te doseren wasmiddelpercentage en de programmaduur (resttijd) – Hoeveel wasmiddel bij het gekozen programma voor de gemeten hoeveelheid wasgoed nodig is. De hoeveelheid wasmiddel wordt aangegeven met 40/50/60/75/100% en slaat op de doseeraanwijzingen van de wasmiddelfabrikant. – De resttijd in uren en minuten. Deze is afhankelijk van het programma en de belading.
Algemeen Belangrijke bedieningselementen Programmakeuzeschakelaar Met de programmakeuzeschakelaar kunt u een basisprogramma en een daarbij behorende temperatuur instellen. De ringverlichting gaat om energie te besparen enkele minuten na het einde van het programma uit. Toetsen voor de extra functies Met deze toetsen kunt u extra functies in- en uitschakelen. De extra functies dienen ter aanvulling van de basiswasprogramma’s. Een extra functie kunt u inschakelen door op de desbetreffende toets te drukken.
Vóór de eerste wasbeurt Iedere wasautomaat wordt in de fabriek op zijn werking getest. Het is mogelijk dat er als gevolg van deze tests wat water in het apparaat achterblijft. Controleer voordat u uw wasautomaat voor het eerst gebruikt of het apparaat volgens de regels is geplaatst en aangesloten. Zie hoofdstuk: “Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat”. Het instellen van het nulpunt F Open de deur door op de Deur toets te drukken. G Draai de trommel een keer rond. De trommel moet leeg zijn.
Tips om energie te besparen – Benut bij ieder programma dat u kiest de maximale beladingscapaciteit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, gerelateerd aan de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. – Was licht vervuild wasgoed met de extra functie Kort. – Gebruik hoogstens zoveel wasmiddel als op de wasmiddelverpakking staat aangegeven. – Was normaal en licht vervuild WIT en BONT WASGOED met een lagere temperatuur (75°C of 60°C).
Zo wast u goed Korte handleiding Tip: Het is belangrijk dat u zich met de bediening van de automaat vertrouwd maakt. Lees daarom de uitgebreide paragrafen: “Voordat u gaat wassen”, “Wanneer u gaat wassen” en “Nadat u heeft gewassen” in dit hoofdstuk. Voordat u gaat wassen A Inspecteer en sorteer het wasgoed en behandel het voor. Wanneer u gaat wassen B Schakel de wasautomaat in. C Open de deur. D Kies een programma. E Vul de trommel. F Sluit de deur. G Doseer het wasmiddel.
Zo wast u goed Programma-overzicht WITTE WAS / BONTE WAS 9ö876 Textielsoort Wasgoed van katoen en linnen, bijv. beddengoed, tafellakens en servetten, badstof handdoeken, spijkerbroeken, T-shirts, ondergoed en babykleertjes Extra functies Inweken / Voorwas / Kort / Extra water Bijzondere tips – Gebruik WITTE WAS / BONTE WAS 95°C alleen voor geïnfecteerd of sterk vervuild wasgoed. – Gebruik voor sterk vervuild wasgoed de extra functie Inweken of Voorwas.
Zo wast u goed FIJNE WAS ac Textielsoort Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels, kunstzijde of kreukherstellend gemaakt katoen, bijv. overhemden of blouses Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan worden gewassen. Extra functies Bijzondere tips Wasmiddelen Inweken / Voorwas / Kort – In dit programma kreukt het wasgoed minder ("Licht strijken"). – Vitrage trekt veel stof aan en zal daarom vaak in een programma met de extra functie "Voorwas" moeten worden gewassen.
Zo wast u goed Miniwas 7 Textielsoort Extra functie Wasmiddelen Max. belading Licht vervuild wasgoed dat in het programma voor de bonte was mag worden gewassen Extra water Universele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en vloeibare wasmiddelen 2,5 kg Combinatiewas 72 Textielsoort Wasgoed van katoenen en kreukherstellend textiel dat naar kleur is gesorteerd Extra functies Inweken / Voorwas / Kort / Extra water Wasmiddelen Max.
Zo wast u goed Voordat u gaat wassen A Inspecteer en sorteer het wasgoed en behandel het voor Het inspecteren van het wasgoed ^ Keer gebreid of tricot wasgoed binnenstebuiten als de fabrikant dat adviseert. Het sorteren van het wasgoed ^ Sorteer het wasgoed naar kleur en naar de symbolen in het wasetiket, dat zich in de kraag of in de zijnaad bevindt. ^ Was geen textiel dat volgens het wasetiket niet in de wasautomaat kan worden gewassen. Het symbool daarvoor is: h.
Zo wast u goed Wanneer u gaat wassen Om met behulp van de sensor de wasmiddelhoeveelheid beter te kunnen doseren, moet u eerst de volgende 3 stappen nemen, voordat u het wasgoed in de trommel legt. B Schakel de wasautomaat in ^ door op de I-Aan/O-Uit - toets te drukken. ^ Draai de waterkraan open. C Open de deur ^ door op de Deur - toets te drukken en de deur open te klappen. De wasautomaat is ingeschakeld.
Zo wast u goed G Doseer het wasmiddel In het display staat een percentage aangegeven. Van de door de wasmiddelfabrikant aanbevolen hoeveelheid wasmiddel kunt u het beste dit percentage doseren. Staat er in het display: 40 Doseer dan 40 procent . . . (iets minder dan de helft) 50 Doseer dan 50 procent . . . (de helft ) 60 Doseer dan 60 procent . . . (iets meer dan de helft) 75 Doseer dan 75 procent . . . (drievierde) ^ Trek de wasmiddellade naar buiten en doseer het wasmiddel in de vakjes.
Zo wast u goed Extra functies I Kies eventueel (een) extra functie(s) De tijd die in het display verschijnt is een optelsom van de gekozen inweektijd en de tijd die het gekozen basisprogramma duurt. Het wissen van de inweektijd ^ Druk zo vaak op de Inweken - toets totdat het controlelampje uitgaat. Voorwas Voor sterk vervuild wasgoed Kort Voor licht vervuild wasgoed ^ door op de toets(en) van de gewenste extra functie(s) te drukken.
Zo wast u goed J Kies een centrifugetoerental Voorkeuze K Schakel eventueel een voorkeuze in ^ door zo vaak op de Centrifugeren toets te drukken totdat het controlelampje oplicht van het door u gewenste centrifugetoerental. Met deze toets kunt u ook Spoelstop of Zonder centrifugeren kiezen. Het maximale centrifugetoerental kan van programma tot programma verschillen. Wanneer u een hoger centrifugetoerental kiest dan binnen het gekozen wasprogramma mogelijk is, accepteert de automaat dat niet.
Zo wast u goed Nadat u heeft gewassen L Open de deur ^ door op de Deur - toets te drukken en de deur open te klappen. M Haal het wasgoed uit de automaat N Schakel de wasautomaat uit ^ door op de I-Aan/0-Uit - toets te drukken. O Draai de programmakeuzeschakelaar op Einde P Sluit de deur Anders bestaat het gevaar dat er voorwerpen per vergissing in de trommel terechtkomen, worden meegewassen en het wasgoed beschadigen. Draai de waterkraan dicht.
Zo wast u goed Het bijvullen van de trommel U kunt bij de volgende programma’s nog wasgoed in de trommel leggen of wasgoed uit de trommel halen, nadat u het programma heeft gestart: In een paar gevallen kan de deur niet meer worden geopend, en wel wanneer – de temperatuur van het sop boven de 55°C komt; – WITTE WAS / BONTE WAS – de waterstand te hoog is; – KREUKHERSTELLEND – de programmavergrendeling is ingeschakeld; – Miniwas – Combinatiewas – Stijven ^ Druk op de Deur - toets totdat de deur openspri
Zo wast u goed Het onderbreken van een programma ^ Schakel de wasautomaat met de I-Aan/0-Uit - toets uit. Het controlelampje gaat uit wanneer de programmakeuzeschakelaar weer op het programma wordt gedraaid dat eerst was ingesteld. Wanneer u het programma weer wilt voortzetten, Het overslaan van een programmafase ^ schakel de wasautomaat dan met de I-Aan/0-Uit - toets weer in. ^ Draai de programmakeuzeschakelaar op Einde.
Zo wast u goed Programmaverloop KREUKHERSTELLEND Hoofdwas Waterstand: laag Wasritme: normaal Spoelen Waterstand: gemiddeld Spoelgangen: 3 Pendelspoelen3): vanaf 40°C Centrifugeren Centrifugeren tussen de spoelgangen2): ja Eindcentrifugeren: ja De wasautomaat beschikt over een volledig elektronische besturing met beladingsautomaat. Tijdens een wasprogramma zuigt het wasgoed water op. Om hoeveel water het gaat hangt af van de hoeveelheid wasgoed en de aard van het textiel.
Zo wast u goed WOL / Hoofdwas Waterstand: gemiddeld Wasritme: wol Spoelen Waterstand: gemiddeld Spoelgangen: 2 Centrifugeren Centrifugeren tussen de spoelgangen2): ja Eindcentrifugeren: ja Miniwas Hoofdwas Waterstand: laag Wasritme: normaal Spoelen Waterstand: gemiddeld Spoelgangen: 2 Centrifugeren Centrifugeren tussen de spoelgangen2): ja Eindcentrifugeren: ja Combinatiewas Hoofdwas Waterstand: laag Wasritme: normaal Spoelen Waterstand: gemiddeld Spoelgangen: 3 Stijven Waterstand: laag Wasritme: normaal E
Zo wast u goed Waskaart 30
Zo wast u goed In het wasgoed bevindt zich een etiket met textielbehandelingssymbolen. Dit etiket doet aanbevelingen voor de juiste behandeling van het artikel waarop het is aangebracht. Het mag niet worden verward met een garantie hoe het textiel zich in het gebruik zal gedragen. Het behandelingsetiket waarborgt dat het textielproduct bij de aanbevolen behandeling geen schade lijdt.
Wasmiddelen Het kiezen van wasmiddel U kunt alle moderne wasmiddelen gebruiken die geschikt zijn voor huishoudwasautomaten. Ook vloeibare, compacte (geconcentreerde) wasmiddelen, tabletten en wasmiddelen met verschillende componenten. U kunt ook eventueel bijgevoegde doseerbolletjes of doseerzakjes gebruiken. Wasgoed van wol of wolmengweefsels kunt u het beste met een wolwasmiddel wassen. Tips voor het gebruik en voor de dosering van de wasmiddelen bij volle belading kunt u vinden op de wasmiddelverpakking.
Wasmiddelen Wasverzachters en stijfsels Met wasverzachters wordt uw wasgoed extra zacht en minder statisch. Met synthetische stijfsels krijgt u het wasgoed beter in model. Met andere stijfsels wordt wasgoed stijf. ^ Doseer de middelen volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Automatisch spoelen met wasverzachter of stijfsel Wanneer u verschillende keren automatisch met stijfsel heeft gespoeld, reinig dan de wasmiddellade. Reinig vooral het kanaal voor de wasverzachter en de zuighevel.
Bedieningsfuncties Elektronische programmavergrendeling Met het inschakelen van de programmavergrendeling voorkomt u dat de wasautomaat tijdens het wassen wordt geopend en dat het wasprogramma wordt afgebroken. Het inschakelen van de programmavergrendeling Het uitschakelen van de programmavergrendeling ^ Druk minstens 4 seconden op de START - toets totdat het controlelampje Vergrendeling uitgaat.
Bedieningsfuncties Elektronische afsluitfunctie Met het inschakelen van de elektronische afsluitfunctie voorkomt u dat uw apparaat door vreemden kan worden gebruikt. F Laat de toets Voorwas los. G Draai de programmakeuzeschakelaar op stand Einde. H Schakel de wasautomaat met de I-Aan/0-Uit - toets uit. Wanneer deze afsluitfunctie is ingeschakeld kan: Het uitschakelen van de afsluitfunctie – de deur niet met de Deur - toets worden geopend; ^ Herhaal de stappen A tot en met F.
Reiniging en onderhoud ,Haal vóórdat u de wasautomaat een reinigings- of onderhoudsbeurt geeft de spanning van het apparaat. ^ Reinig de wasmiddellade met warm water. Het reinigen van de zuighevel Het reinigen van de wasautomaat ^ Reinig de wasautomaat met een mild reinigingsmiddel of sopje. Wrijf de automaat daarna met een zachte doek droog. ^ Reinig de wastrommel met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal. Het reinigen van de wasmiddellade Verwijder eventuele resten wasmiddel regelmatig.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van pluizenfilter en filterhuis Controleer het pluizenfilter in het begin na 3 à 4 wasbeurten. Zo kunt u nagaan hoe vaak u het filter moet reinigen. Bij een gewone reinigingsbeurt stroomt er 2 l water weg. Wanneer de afvoer is verstopt, bevindt zich een vrij grote hoeveelheid water in de automaat (max. 25 l). ,Wees voorzichtig! Het water is heet, wanneer kort daarvoor op een hoge temperatuur is gewassen. U kunt zich aan het water branden! ^ Open daarmee het klepje.
Reiniging en onderhoud Wanneer er geen water meer uit de automaat loopt, ^ Reinig de schroefdraad in het filterhuis en aan het pluizenfilter. Aan de schroefdraad mogen zich geen kalkaanslag en wasmiddelresten bevinden. ^ Zet het pluizenfilter weer in het filterhuis en draai het vast. ,Wordt het pluizenfilter niet teruggezet en vastgedraaid, dan loopt er water uit het apparaat. Attentie: ^ draai het pluizenfilter er dan helemaal uit. ^ Reinig het filter grondig.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van de watertoevoerzeefjes De automaat heeft twee zeefjes ter bescherming van de watertoevoerkleppen. Deze zeefjes moet u ongeveer 1 keer in het half jaar controleren. Wanneer de watertoevoer vaak wordt onderbroken moet u misschien vaker controleren. Het reinigen van het zeefje in de watertoevoerslang ^ Draai de waterkraan dicht. ^ Schroef de toevoerslang van de waterkraan. ^ Trek het rubberen dichtingsringetje 1 uit de groef.
Nuttige tips Het oplossen van problemen . . . De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen krijgen kunt u zelf oplossen. In al die gevallen hoeft u de Technische Dienst niet te bellen en kunt u tijd en kosten besparen. De volgende tabellen helpen u om de oorzaken van een probleem te vinden en uit de wereld te helpen. Bedenk echter: ,Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmensen worden uitgevoerd.
Nuttige tips Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding Foutmelding De zoemer klinkt en het controlelampje Waterafvoer knippert. In het display verschijnt: “- - -”. Mogelijke oorzaak Oplossing De waterafvoer is geblok- Reinig het pluizenfilter en keerd. het filterhuis. De waterafvoerslang ligt te hoog. De maximale opvoerhoogte is 1m. De zoemer klinkt en het De watertoevoer is gecontrolelampje Waterblokkeerd. toevoer knippert. In het display verschijnt: “- - -”.
Nuttige tips Het wasprogramma verloopt normaal, maar er volgt een foutmelding Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing Het controlelampje Waterafvoer knippert. De waterafvoer is belemmerd. Reinig het pluizenfilter of het filterhuis. Het controlelampje Watertoevoer knippert. De watertoevoer is belemmerd. Controleer of – de waterkraan ver genoeg is opengedraaid; – er knikken in de toevoerslang zitten. Reinig het zeefje. Het controlelampje Overdosering brandt.
Nuttige tips Problemen bij de beladingsweergave en het doseeradvies Probleem Het display geeft geen beladingshoeveelheid aan. Mogelijke oorzaak Oplossing De wasautomaat is niet Schakel de wasautomaat in. ingeschakeld en/of er is Kies een wasprogramma. geen programma gekozen. Leg het wasgoed in de trommel. In de trommel bevindt zich Zodra de 25 % is bereikt geeft minder dan 25% van de het display de beladingshoemaximale hoeveelheid veelheid aan. wasgoed, die voor het gekozen wasprogramma is toegestaan.
Nuttige tips Algemene problemen of een tegenvallend resultaat Probleem De wasautomaat trilt tijdens het centrifugeren. Mogelijke oorzaak Oplossing De stelvoeten staan niet Stel de wasautomaat stevig gelijk en zijn niet met een en schroef de stelvoeten met contramoer vastgeeen contramoer vast. schroefd. Het wasgoed is niet Het ingestelde centrifuKies bij de volgende wasbeurt normaal gecentrifu- getoerental was te laag. een hoger centrifugetoerental. geerd. Dat is geen storing.
Nuttige tips Probleem Het wasgoed wordt met een vloeibaar wasmiddel niet schoon. Op het gewassen wasgoed zijn grijze elastische bolletjes achtergebleven (vetbolletjes). Op het gewassen wasgoed zitten witte, wasmiddelachtige bestanddelen. Mogelijke oorzaak Oplossing In vloeibare wasmidde- – Gebruik poedervormige waslen zitten geen bleekmiddelen met een bleekmidmiddelen. del. Fruit-, koffie- of theevlek- – Doseer vlekkenzout in vakje ken zijn er moeilijk uit te j en het vloeibare wasmidkrijgen.
Nuttige tips De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend. Probleem De wasautomaat is niet elektrisch aangesloten. De wasautomaat is niet ingeschakeld. De elektronische programmavergrendeling is ingeschakeld. De elektronische afsluitfunctie is ingeschakeld. Oplossing Stop de stekker in het stopcontact. Schakel de wasautomaat met de I-Aan/0-Uit - toets in. Schakel de programmavergrendeling uit zoals beschreven in het hoofdstuk: “Bedieningsfuncties”.
Nuttige tips Het openen van de deur bij stroomuitval ^ Schakel de wasautomaat uit. Aan de binnenkant van het front van de wasmiddellade bevindt zich een gele opener warmee u het klepje van het pluizenfilter kunt openen. ^ Laat het water er uitlopen, zoals beschreven in het hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud", paragraaf: "Het reinigen van pluizenfilter en filterhuis". ,Controleer steeds of de trommel stilstaat als u het wasgoed uit de automaat wilt halen.
Nuttige tips Technische Dienst Voor reparaties dient u – uw Miele-vakhandelaar of – de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. te waarschuwen. Het adres en de telefoonnummers van Miele Nederland B.V. en de diverse afdelingen vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling is het noodzakelijk dat de Technische Dienst weet welk model wasautomaat u heeft en welk nummer deze heeft.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat Het apparaat van voren a Watertoevoerslang (bestand tegen een druk van maximaal 70 bar) g Bedieningspaneel b Elektrische aansluiting i Deur c - f Waterafvoerslang (met draaibaar en verwijderbaar bochtstuk) met verschillende mogelijkheden voor waterafvoer j Klepje voor het pluizenfilter, het filterhuis en de noodontgrendeling h Wasmiddellade k Handgrepen voor het transport l Vier stelvoeten 49
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat Het apparaat van achteren a Rand van het bovenblad Hier kunt u het apparaat vastpakken wanneer u het wilt verplaatsen.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat Plaats van opstelling Als plaats van opstelling is een betonnen vloer het meest geschikt. In tegenstelling tot een houten of een zachte vloer trilt deze nauwelijks mee als de wasautomaat aan het centrifugeren is. Let bij het plaatsen van uw automaat op het volgende: ^ Plaats het apparaat waterpas en stabiel. ^ Plaats het apparaat niet op een zachte vloerbedekking omdat het in dat geval tijdens het centrifugeren gaat trillen.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat ^ Draai de linker transportstang met de bijgevoegde steeksleutel 90° en ^ Draai de rechter transportstang 90° en ^ trek de stang eruit. ^ trek de stang eruit.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat ,De wasautomaat mag zonder transportbeveiliging niet worden getransporteerd. Bewaar de transportbeveiliging. Wanneer de wasautomaat moet worden getransporteerd (bijv. bij een verhuizing) moet de beveiliging weer worden gemonteerd. Het monteren van de transportbeveiliging ^ Sluit de gaten met de draaibeveiligingen en de daaraan bevestigde dopjes af. Het monteren van de transportbeveiliging gebeurt in omgekeerde volgorde.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat Het stellen van de wasautomaat Het naar buiten draaien en vastzetten van de stelvoeten De wasautomaat moet waterpas en gelijkmatig op de vloer staan. Alleen dan is een optimale werking gewaarborgd. ^ Draai contramoer 2 met de bijgevoegde steeksleutel los en wel met de wijzers van de klok mee. Schroef de contramoer samen met stelvoet 1 naar buiten.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat De wasautomaat is minder geschikt om te worden ondergebouwd. Was-droogzuil Op deze wasautomaat kan een Miele-droogautomaat worden geplaatst. Daarvoor is een tussenstuk (WTV) noodzakelijk, dat verkrijgbaar is bij de Miele-vakhandel en bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. Nadat de wasautomaat is geplaatst en aangesloten, moet het nulpunt van de beladingssensor worden ingesteld. Zie hoofdstuk: "Vóór de eerste wasbeurt".
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat Het aansluiten van de watertoevoer Slangen van 2,5 of 4,0 m lengte zijn als extra toebehoren leverbaar. De automaat mag zonder terugslagklep op het waterleidingnet worden aangesloten, omdat hij gebouwd is volgens EU-normen (zie het keurmerk op het typeplaatje). De waterdruk moet tussen de 1 en 10 bar liggen. Is de druk hoger dan 10 bar dan moet er een drukreduceerventiel in de waterleiding worden ingebouwd.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat Het aansluiten van de waterafvoer Het sop wordt afgepompt m.b.v. een afvoerpomp met een opvoerhoogte van 1 m. Het water moet ongehinderd weg kunnen stromen en daarom mogen er geen knikken in de slang zitten. Het bochtstuk aan het eind van de slang is draaibaar en kan indien nodig worden verwijderd. Indien noodzakelijk kan de afvoerslang tot max. 5 m worden verlengd.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat Elektrische aansluiting De wasautomaat mag alleen door een erkend installateur op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze wasautomaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met beschermingscontact (randaarde), geschikt voor aansluiting op ~230 V 50 Hz. Deze wasautomaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met beschermingscontact (randaarde) of een daarvoor geschikte 2-polige schakelaar, bijv. voor in de badkamer.
Verbruiksgegevens Programma Belading Verbruiksgegevens Energie Water in kWh in l Programmaduur normaal kort WITTE WAS / BONTE WAS 95°C 5,0 kg 1,70 49 1 h 54 min 1 h 22 min 60°C1) 5,0 kg 0,95 49 1 h 57 min 1 h 13 min 40°C 5,0 kg 0,50 49 1 h 57 min 1 h 03 min 2,5 kg 0,45 58 1 h 22 min 47 min 1,0 kg 0,35 65 57 min 45 min 1,0 kg 0,25 39 37 min 27 min 2,0 kg 0,23 35 40 min KREUKHERSTELLEND 40°C FIJNE WAS 30°C Zijde / 30°C WOL / 30°C 1) Testprogramma volgens N 60456
Technische gegevens Hoogte 85,0 cm Breedte 59,5 cm Diepte 58,0 cm Diepte bij geopende deur 94,5 cm Gewicht 93 kg Maximale belasting van de vloer 1600 Newton (ca.
Te programmeren functies voor de wijziging van standaardwaarden
Het programmeren van aanvullende functies U kunt een aantal aanvullende functies programmeren om het wasprogramma nog beter af te stemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt wassen. “Systeem extra water” biedt vier mogelijkheden: Systeem extra water – Variant 2: Meer water bij de hoofdwas en bij het spoelen bij de genoemde programma’s In deze variant wordt het apparaat geleverd.
Het programmeren van aanvullende functies Het programmeren van de aanvullende functie gebeurt met de stappen tot en met : De aanvullende functies worden geprogrammeerd met behulp van de toetsen voor de extra functies en met behulp van de programmakeuzeschakelaar. Deze bedieningselementen hebben dus een tweede functie die niet op het paneel te zien is. Eerst moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: – De wasautomaat moet uitgeschakeld zijn. – De deur moet gesloten zijn.
Het programmeren van aanvullende functies Behoedzaam wassen Wanneer de functie “Behoedzaam wassen” is geprogrammeerd, wordt het aantal trommelbewegingen gereduceerd. Zo kan licht vervuild wasgoed behoedzamer worden gewassen. “Behoedzaam wassen” kan worden gebruikt in de programma’s WITTE WAS / BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND, Miniwas, Stijven en Combinatiewas. Met deze functie wordt in bovengenoemde programma’s bij iedere wasbeurt met het behoedzame ritme gewassen.
Het programmeren van aanvullende functies Afkoeling van het sop Wanneer de functie “Afkoeling van het sop” is geprogrammeerd, stroomt er aan het einde van de hoofdwas extra water in de trommel. Het sop koelt af zodat het geen kunststof afvoerbuizen kan beschadigen. “Afkoeling van het sop” kan worden gebruikt in het programma WITTE WAS / BONTE WAS en wel bij de temperaturen 95°C en 75°C. De functie is, wanneer de wasautomaat wordt geleverd, niet geprogrammeerd.
Het programmeren van aanvullende functies Memory Wanneer de functie “Memory” is geprogrammeerd, slaat de wasautomaat het centrifugetoerental dat bij een programma wordt gekozen en eventuele extra functies die bij datzelfde programma worden ingesteld, bij de start van het programma op. Wanneer u de volgende keer hetzelfde basiswasprogramma kiest, geeft de wasautomaat het opgeslagen centrifugetoerental en/of de opgeslagen extra functie(s) weer aan.
Het programmeren van aanvullende functies Zoemer Wanneer de functie “Zoemer” is geprogrammeerd, klinkt er aan het einde van een programma of in “Spoelstop” een akoestisch signaal. De zoemer gaat maximaal één uur na het einde van een programma. De “Zoemer”-functie is, wanneer de wasautomaat wordt geleverd, niet geprogrammeerd.
Wijzigingen voorbehouden/001 2701 Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.