Operation Manual

Het programmeren van de aanvul
-
lende functie gebeurt met de stappen
A tot en met G:
De aanvullende functies worden gepro
-
grammeerd met behulp van de toetsen
voor de extra functies en met behulp
van de programmakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
-
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De deur moet gesloten zijn.
De programmakeuzeschakelaar
moet op de stand
Einde
staan.
A Druk de toetsen van de extra func-
ties
Intensief
en
Extra water
tegelijk
in en houd ze ingedrukt.
B Schakel de wasautomaat met behulp
van de
I-Aan/0-Uit
- toets in.
C Laat alle toetsen los.
In het display verschijnt: P 0.
D Draai de programmakeuzeschake
-
laar op de stand FIJNE WAS 30°C.
E In het display gaan afwisselend
de
letter P en het cijfer 2 knipperen.
Daarbij verschijnt rechts een:
1, 2, 3 of 4.
F Door op de START - toets te drukken
kunt u tussen de verschillende
varianten kiezen.
Verschijnt rechts een
1 = dan is variant 1
gekozen
en wel meer water bij het spoelen;
2 = dan is variant 2
gekozen
en wel meer water bij het wassen
en bij het spoelen;
3 = dan is variant 3
gekozen
en wel een extra spoelgang in de
programma's WITTE WAS/BONTE
WAS en KREUKHERSTELLEND;
4 = dan is variant 4
gekozen
en wel een combinatie van de
varianten 2 en 3.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
- toets uit.
Op de toets
Extra water
is de gekozen
variant nu geprogrammeerd en blijft dat
totdat er een andere variant wordt ge-
kozen, geactiveerd en opgeslagen.
Het programmeren van aanvullende functies
61