Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Een bij dra ge aan de be scher ming van ons mi li eu
- Al ge meen
- Vei lig heids in struc ties en waar schu wingen 8
- Tips om ener gie te be spa ren 11
- Vóór de eerste was beur t
- Zo wast u goed
- Was mid de len
- Programma™s
- Ex tra func ties
- Het pro gram me ren van aan vul lende func ties
- Rei ni ging en on der houd
- Nut ti ge tips
- Het op los sen van pro ble men . . . 39
- Het pro gram ma be gint niet 39
- Het was pro gram ma is af ge bro ken en er volgt een fout mel din g 40
- Het was pro gram ma ver loopt nor maal, maar er volgt een fout mel din g 41
- Al ge me ne pro ble men of een te gen val lend re sul taat 42
- Het ope nen van de deur bij stroom uit val 45
- Het con tro le ren van de wa ter druk 45
- Tech ni sche Dienst
- Plaat sen en aan slui ten
- Ver bruiks ge ge vens 54
- Tech ni sche ge ge vens 55

Het kiezen van wasmiddel
U kunt alle moderne wasmiddelen ge
-
bruiken die geschikt zijn voor huishoud
-
wasautomaten. Ook vloeibare, compac
-
te (geconcentreerde) wasmiddelen en
wasmiddelen met verschillende compo
-
nenten.
U kunt ook eventueel bijgevoegde do
-
seerbolletjes of doseerzakjes ge
-
bruiken.
Wasgoed van wol of wolmengweefsels
kunt u het beste met een wolwasmiddel
wassen.
Tips voor het gebruik en de dosering
van de wasmiddelen kunt u vinden op
de wasmiddelverpakking.
Het doseren van wasmiddel
De dosering is van verschillende facto-
ren afhankelijk.
– De hoeveelheid wasgoed
– De mate waarin dit is vervuild
Licht vervuild
Er zijn geen vuile vlekken te zien,
maar de kledingsstukken ruiken niet
meer zo fris.
Normaal vervuild
Er zijn lichte vlekken te zien.
Vrij sterk vervuild
Er zijn donkere vlekken te zien.
–
De waterhardheid
Wanneer u de hardheidsgraad in uw
regio niet weet, informeer daar dan
naar bij uw waterleidingbedrijf.
Waterhardheid
Hardheids
-
graad
Eigenschap
van het water
Duitse hard
-
heid
°dH
I zacht 0 - 10
II gemiddeld 10 - 16
III hard > 16
De hoeveelheid wasmiddel
. . . te weinig wasmiddel heeft tot ge
-
volg dat:
–
het wasgoed niet schoon en in de
loop van de tijd grauw en hard wordt;
– er vetbolletjes in het wasgoed blijven
zitten;
– er zich kalk in de kuip afzet (verwar-
mingselementen, trommel).
. . . te veel wasmiddel heeft tot gevolg
dat:
– er sterke schuimvorming optreedt;
– de waswerking gering is;
–
het reinigings- en spoelresultaat niet
optimaal is;
–
er door de extra spoelgang meer wa
-
ter wordt verbruikt;
–
het milieu extra wordt belast.
Wasmiddelen
19