Operation Manual
Als er een aanvullende functie is geprogrammeerd
Controleren of een aanvullen-
de functie is geprogrammeerd
Voer de stappen 1 tot en met 6 uit.
Als het controlelampje "Spoelen/Spoel-
stop" brandt, is de aanvullende functie
geprogrammeerd.
Druk de toets "j k" in.
De controle is daarmee voltooid.
Het wissen van een gepro-
grammeerde aanvullende func-
tie
Herhaal de stappen 1 tot en met
9.
– Bij stap
7 gaat het controlelampje
"Spoelen/Spoelstop" uit.
– Met stap
9 ("Druk toets "j k" in") is
de geprogrammeerde aanvullende
functie gewist.
Als er een aanvullende functie is geprogrammeerd
44