Gebruiksaanwijzing Wasautomaat Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, in‐ stalleert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl-NL M.-Nr.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van een apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak‐ kingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig belast en kan worden hergebruikt. Oude elektrische en elektronische ap‐ paraten bevatten meestal nog waarde‐ volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn ge‐ weest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Inhoud Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................... 2 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ........................................................ 6 Bediening van de wasautomaat ......................................................................... 13 Bedieningspaneel .................................................................................................. 13 Display ...........................................................................
Inhoud Programmaverloop wijzigen ............................................................................... 31 Afbreken................................................................................................................. 31 Trommel leeghalen na afbreken programma .................................................... 31 Onderbreken .......................................................................................................... 31 Wijzigen.............................................
Inhoud Afdeling Klantcontacten...................................................................................... 48 Reparaties .............................................................................................................. 48 Garantietermijn en garantievoorwaarden ............................................................... 48 Na te bestellen accessoires ................................................................................... 48 Plaatsen en aansluiten .......................
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Ondeskundig gebruik echter kan persoonlijk letsel en schade aan het apparaat veroorzaken. Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voor‐ dat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrij‐ ke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wanneer er kinderen in huis zijn Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de was‐ automaat komen als ze constant onder toezicht staan. Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen dan zon‐ der toezicht gebruiken, als ze weten hoe ze het apparaat veilig moe‐ ten bedienen en als ze weten wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het niet goed bedienen. Kinderen mogen de wasautomaat niet zonder toezicht reinigen of onderhouden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag niet worden ge‐ plaatst en niet in gebruik genomen. Vergelijk vòòrdat u de wasautomaat aansluit de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Reparaties aan de wasautomaat mogen alleen door vakmensen van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de gebruiker opleveren, waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld. Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet de kabel door een erkend vakman / vakvrouw worden vervangen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Nog meer aanwijzingen voor het gebruik De maximale beladingscapaciteit bedraagt 7 kg (droog wasgoed), maar sommige programma's hebben een lagere beladingscapaciteit. Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht". Plaats uw wasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Als u het wasmiddel op de juiste manier doseert, is het niet nodig dat u de wasautomaat ontkalkt. Mocht dat toch nodig zijn, gebruik daar dan een speciaal ontkalkingsmiddel voor op basis van natuur‐ lijk citroenzuur. Miele adviseert het Miele-ontkalkingsmiddel. Dit is verkrijgbaar op internet onder www.miele-shop.nl, bij uw Miele-vak‐ handelaar of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland. Volg de adviezen voor het gebruik van ontkalkingsmiddelen strikt op.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Accessoires Alleen originele Miele-accessoires mogen worden aan- of inge‐ bouwd. Worden er andere accessoires aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en pro‐ ductaansprakelijkheid. Droog- en wasautomaten van Miele kunnen als was-droogzuil worden geplaatst. Hiervoor is een specifiek tussenstuk (WTV) nodig dat kan worden nabesteld.
Bediening van de wasautomaat Bedieningspaneel a Display Meer informatie op de volgende bladzijde. b Start - toets Wasprogramma starten f Controlelampjes voor het pro‐ grammaverloop Weergave bereikte fase in het pro‐ grammaverloop g Service-/Storingslampjes – Zie hoofdstuk: "Nuttige tips". c Toetsen voor de extra functies – Het storingslampje dat met PC is Extra functies in- of uitschakelen aangeduid heeft nog een functie.
Bediening van de wasautomaat Display In het display verschijnt: – de programmaduur (resttijd) – de programmeerfuncties Programmeerfuncties U kunt een aantal varianten instellen om het wasprogramma nog beter af te stemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt wassen. De va‐ rianten zijn daarbij in het display te zien.
Ingebruikneming van het apparaat Controleer voordat u uw wasau‐ tomaat voor het eerst gebruikt of het apparaat volgens de regels is ge‐ plaatst en aangesloten. Zie hoofd‐ stuk: "Plaatsen en aansluiten". Iedere wasautomaat wordt in de fa‐ briek op zijn werking getest. Het is mogelijk dat er als gevolg van deze tests wat water in de trommel achter‐ blijft. Om veiligheidsredenen is het niet mo‐ gelijk om meteen bij de eerste wasbeurt te centrifugeren.
Tips om energie en water te besparen Energie- en waterverbruik Gebruik van wasmiddelen – Maak bij ieder programma dat u kiest gebruik van de maximale beladings‐ capaciteit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. – Gebruik hoogstens zoveel wasmiddel als op de wasmiddelverpakking staat aangegeven.
1. Het wasgoed onder de loep Tip: Tips voor het verwijderen van thee-, koffie-, ei- en bloedvlekken kunt u vinden in de vlekkenwijzer op www.miele.nl. Wanneer u het wasgoed van te voren met een oplosmiddelhoudend reinigingsmiddel, bijv. reinigingsben‐ zine, behandelt, let er dan op dat het middel niet met kunststof onderdelen in aanraking komt. Maak de zakken leeg. Voorwerpen zoals spijkers, mun‐ ten en paperclips kunnen wasgoed en onderdelen beschadigen.
2. Programma kiezen Wasautomaat inschakelen Druk op de - toets. Programmakeuze Draai de programmakeuzeschakelaar op het gewenste programma. Het display geeft de vermoedelijke pro‐ grammaduur aan. Tijdens de eerste 10 minuten berekent de wasautomaat hoelang het duurt voordat het wasgoed het water heeft opgenomen en berekent op grond hier‐ van de belading. Het is mogelijk dat het programma daardoor langer of korter gaat duren.
3. Trommel vullen Deur openen Open de deur met de Deur - toets. Leg de was uitgevouwen en losjes in de trommel. Deur sluiten Let erop dat er niets tussen deur en manchet beklemd raakt. Leg stukken wasgoed van verschillen‐ de grootte in de trommel. Daardoor wordt een beter wasresultaat bereikt en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen. Houdt u zich aan de maximale bela‐ dingscapaciteit van de verschillende wasprogramma's.
4. Programma-instellingen kiezen Extra functies kiezen Met de bovenste toets kunt u de extra functie Inweken, Voorwas of Kort in‐ schakelen (in die volgorde) of geen functie inschakelen. Centrifugetoerental instellen U kunt een eerder ingesteld toerental van een wasprogramma wijzigen. Met de onderste toets kunt u de extra functie Extra water inschakelen. Druk zo vaak op de centrifugeertoets, totdat het controlelampje van het ge‐ wenste toerental gaat branden. Schakel de gewenste extra functie in.
5. Wasmiddel doseren Het is belangrijk om niet te weinig en niet te veel wasmiddel te doseren. . . . Te weinig wasmiddel heeft tot ge‐ volg dat – het wasgoed niet schoon en na ver‐ loop van tijd grauw en hard wordt; – er zich vetbolletjes in het wasgoed vormen; – er zich kalk op de verwarmingsele‐ menten vormt. . . .
6. Programma starten - Einde van het programma Programma starten Druk op de Start - toets, die al aan het knipperen is. Einde van het programma Controleer of de trommel leeg is. Achtergebleven stukken wasgoed kunnen bij de volgende wasbeurt krimpen of afgeven. Wanneer in het programmaverloop het controlelampje Kreukbeveiliging/Einde brandt en in het display 0 verschijnt, is het programma afgelopen. 15 minuten na afloop van de kreukbe‐ veiliging wordt de wasautomaat auto‐ matisch uitgeschakeld.
Extra functies Met de extra functies kunt u het geko‐ zen programma nog beter afstemmen op uw wasgoed. Kort Van de extra functies Kort, Voorwas en Inweken kunt u er altijd maar èèn kie‐ zen. Kort Voorwas Inweken Extra water Voor licht verontreinigd wasgoed zon‐ der zichtbare vlekken. Welke extra functies bij welke wasprogramma’s? Voor wasgoed dat door stof en zand sterk is verontreinigd.
Centrifugeren Maximaal centrifugetoerental Programma Omw/min Katoen 1400 Kreukherstellend 1200 Automatic extra 1200 Donker wasgoed / Jeans 1200 Express 20 1400 Overhemden 600 Wol 1200 Fijne was 600 Pompen/Centrifugeren 1400 Extra spoelen / Stijven 1400 Het maximale centrifugetoerental kan van programma tot programma ver‐ schillen. U kunt een lager toerental in‐ stellen.
Programma-overzicht Katoen 90°C tot 30°C Maximaal 7,0 kg Textiel‐ soort Wasgoed van katoen, linnen of mengweefsels; t-shirts, ondergoed, tafellakens en servetten Let op Kies voor wasgoed dat aan bijzonder hoge hygiënische eisen moet voldoen een temperatuur van 90°C. Katoen / Maximaal 7,0 kg Textiel‐ soort Normaal verontreinigd wasgoed van katoen of linnen Let op – Deze instellingen zijn vanuit energie- en wateroogpunt voor het wassen van bovenstaand wasgoed het efficiëntst.
Programma-overzicht Donker wasgoed / Jeans 40°C Maximaal 3,0 kg Textiel‐ soort Zwart en ander donker wasgoed van katoen, mengweefsels of jeansstof Let op – Was dit wasgoed binnenstebuiten. – Jeansstoffen geven vaak iets af wanneer ze de eerste paar keer worden gewassen. Was lichte en donkere jeansstoffen daarom apart. Express 20 40°C Maximaal 3,5 kg Textiel‐ soort Katoenen wasgoed dat nauwelijks gedragen of vrijwel niet vuil is. Let op De extra functie Kort is automatisch ingesteld.
Programma-overzicht Pompen/Centrifugeren Let op – – Alleen pompen: Kies . – Centrifugeren: Stel een centrifugetoerental in. Extra spoelen / Stijven Maximaal 7,0 kg Textiel‐ soort – Wasgoed dat met de hand is gewassen en moet worden gespoeld Let op – Let bij kreukgevoelig wasgoed op het eindcentrifugetoerental. – Tafellakens, servetten en beroepskleding die moeten worden ge‐ steven – Het te stijven wasgoed moet net gewassen, maar mag niet met wasverzachter nabehandeld zijn.
Programmaverloop Hoofdwas Spoelen Centrifu‐ geren Water‐ stand Wasritme Water‐ stand Spoel‐ gangen Katoen 2-41)2) Kreukherstellend 2-33) Automatic extra 2-33) Donker wasgoed / Jeans 3 Express 20 1-33) Overhemden 2 Wol 2 Fijne was 3 Pompen/Centrifugeren – – – – Extra spoelen / Stijven – 1 Voor de legenda zie de volgende bladzijde.
Programmaverloop = Lage waterstand = Middelste waterstand = Hoge waterstand = Intensief ritme = Normaal ritme = Behoedzaam ritme = Sensitief ritme = Schommelritme = Handwasritme = Wordt uitgevoerd – = Wordt niet uitgevoerd De automaat beschikt over een volledig elektronische besturing met beladings‐ automaat. Tijdens een wasprogramma zuigt het wasgoed water op. Om hoe‐ veel water het gaat hangt af van de hoeveelheid wasgoed en het soort tex‐ tiel.
Textielbehandelingssymbolen Wassen Het getal in de wastobbe geeft de maximale wastemperatuur aan. Drogen De punten geven de globale tempera‐ tuur aan.
Programmaverloop wijzigen Afbreken Onderbreken U kunt een wasprogramma ieder mo‐ ment afbreken, nadat u het heeft ge‐ start. Schakel de wasautomaat met de - toets uit. Draai de programmaschakelaar op stand Einde. Het water wordt afgepompt. Zodra in het programmaverloop het controle‐ lampje Kreukbeveiliging/Einde brandt en in het display verschijnt, is het pro‐ gramma afgebroken.
Programmaverloop wijzigen Trommel bijvullen of wasgoed voortijdig verwijderen Druk op de Deur - toets, zodat de deur openspringt. Leg wasgoed in de trommel of haal er wasgoed uit. Sluit de deur. Het programma wordt automatisch voortgezet. Let op het volgende: Nadat de wasautomaat een programma eenmaal heeft gestart, kan hij in de hoeveelheid wasgoed geen wijzigingen meer vaststellen.
Wasmiddelen Het juiste wasmiddel Doseerhulp U kunt alle wasmiddelen gebruiken die geschikt zijn voor huishoudwasautoma‐ ten. Tips voor het gebruik en voor de dosering van de wasmiddelen kunt u vinden op de wasmiddelverpakking. Gebruik voor het doseren van het was‐ middel de attributen die door de was‐ middelfabrikant als hulp bij het doseren zijn geleverd, bijv. doseerbolletjes. Ge‐ bruik die vooral bij vloeibare wasmidde‐ len.
Wasmiddelen Aanbevelingen voor Miele wasmiddelen De Miele wasmiddelen zijn door Miele speciaal voor de Miele wasautomaat ont‐ wikkeld. De Miele wasmiddelen zijn verkrijgbaar op internet onder www.mieleshop.nl, bij de afdeling "Onderdelen" van Miele en bij uw Miele vakhandelaar.
Wasmiddelen Wasmiddeladviezen conform verordening (EU) Nr. 1015/2010 De adviezen gelden voor de temperaturen zoals aangegeven in het hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Wasmiddelen Na afloop van het waspro‐ Apart spoelen met wasver‐ gramma wasverzachter of stijf‐ zachter, appreteermiddel of sel doseren stijfsel Stijfsel moet zijn voorbereid zoals be‐ schreven op de verpakking. Doseer wasverzachter in het vakje . Doseer vloeibaar stijfsel/appreteer‐ middel in vakje en poedervormig of half-vloeibaar stijfsel/appreteer‐ middel in vakje . Kies het programma Extra spoelen/ Stijven. Doseer één van bovenstaande pro‐ ducten in vakje . Doseer niet ho‐ ger dan de pijl.
Reiniging en onderhoud Trommel reinigen Wasmiddellade reinigen Wanneer er met lage temperaturen en / of een vloeibaar wasmiddel wordt ge‐ wassen, bestaat het gevaar dat er in de wasautomaat ziektekiemen en geurtjes ontstaan. Draai om dit te voorkomen een wasprogramma op minstens 60°C met een universeel, poedervormig was‐ middel. Doe dit eenmaal in de maand of iedere keer wanneer het servicelampje Hygiëne Info gaat branden. De vakken voor de voorwas en de hoofdwas zijn zelfreinigend.
Reiniging en onderhoud Zuighevel reinigen Wasmiddelladekast reinigen Reinig ook het gedeelte waar de was‐ middellade zit. Verwijder de wasmid‐ delresten en kalkaanslag en gebruik daarvoor een flessenborstel. 1. Trek de zuighevel uit vakje en reinig de hevel onder de warme kraan. Reinig ook het buisje waar de zuighevel overheen wordt gestoken. 2. Zet de zuighevel weer terug. Wanneer u verschillende keren vloei‐ baar stijfsel hebt gebruikt, reinig de zuighevel dan extra goed.
Reiniging en onderhoud Watertoevoerzeefje reinigen De wasautomaat heeft twee zeefjes ter bescherming van de watertoevoerklep. Deze zeefjes moet u ongeveer 1 keer per halfjaar controleren. Wanneer de watertoevoer vaak wordt onderbroken moet u vaker controleren. Zeefje in het koppelstuk van de wa‐ tertoevoerklep reinigen Schroef de geribbelde kunststof moer voorzichtig met een tang van het koppelstuk af. Zeefje in de toevoerslang reinigen Draai de kraan dicht. Schroef de toevoerslang van de kraan.
Wat moet u doen, wanneer . . . Hulp bij problemen De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen krijgen kunt u zelf oplossen. In al die gevallen hoeft u de afdeling Klantcontacten niet in te schakelen en kunt u tijd en kosten besparen. De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te verhelpen. Bedenk echter het volgende: Reparaties mogen uitsluitend door erkende vakmensen worden uitgevoerd.
Wat moet u doen, wanneer . . . Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding Probleem Oorzaak en oplossing Het storingslampje Wa‐ De waterafvoer is geblokkeerd. terafvoer knippert en in Reinig pluizenfilter en filterhuis zoals beschreven in het display verschijnt paragraaf: "Deur openen bij verstopte afvoer en/of een storingsnummer. stroomuitval". De waterafvoerslang ligt te hoog. Bedenk dat de maximale opvoerhoogte 1 m is.
Wat moet u doen, wanneer . . . Het wasprogramma verloopt normaal, maar er volgt een service- of storingsmelding. Probleem Oorzaak en oplossing Het servicelampje Hygi‐ Er is al langere tijd geen wasprogramma met een ene info gaat branden temperatuur van boven de 60°C gedraaid. Start het programma Katoen 90°C en gebruik daarvoor een poedervormig universeel wasmiddel. Zo voorkomt u dat zich in de wasautomaat ziekte‐ kiemen en geurtjes ontwikkelen. Het servicelampje "Overdosering" gaat branden.
Wat moet u doen, wanneer . . . Algemene problemen met de wasautomaat Probleem Oorzaak en oplossing De wasautomaat trilt tij‐ De stelvoeten staan niet gelijk en zijn niet met een dens het centrifugeren. contramoer vastgeschroefd. Stel de wasautomaat stevig en schroef de stelvoe‐ ten met een contramoer vast. De wasautomaat heeft het wasgoed niet nor‐ maal gecentrifugeerd en het wasgoed is nog nat.
Wat moet u doen, wanneer . . . Een tegenvallend wasresultaat Probleem Oorzaak en oplossing Het wasgoed wordt met In vloeibare wasmiddelen zitten geen bleekmiddelen. een vloeibaar wasmid‐ Fruit-, koffie- of theevlekken zijn er dan moeilijk uit te del niet schoon. krijgen. Gebruik poedervormige wasmiddelen met een bleekmiddel. Strooi vlekkenzout in het wasmiddelvakje . Doseer vloeibaar wasmiddel en vlekkenzout nooit bij elkaar in het wasmiddelvakje.
Wat moet u doen, wanneer . . . De deur kan niet open. Probleem Oorzaak en oplossing De deur kan met de Deur - toets niet wor‐ den geopend. De wasautomaat is niet elektrisch aangesloten en / of is niet ingeschakeld. Steek de stekker in het stopcontact en / of schakel de wasautomaat met de - toets in. Stroomuitval Open de deur zoals beschreven in de volgende paragraaf: "Deur openen bij verstopte afvoer en/of stroomuitval". De deur is niet goed dichtgegaan.
Wat moet u doen, wanneer . . . Deur openen bij verstopte af‐ voer en/of stroomstoring Schakel de wasautomaat uit. Aan de achterkant van het front van de wasmiddellade bevindt zich een opener voor het klepje van het pluizenfilter. Verstopte afvoer Wanneer de afvoer is verstopt, kan zich een vrij grote hoeveelheid water (max. 25 l) in de automaat bevinden. Wees voorzichtig! Het water is heet, wanneer kort daarvoor op een hoge temperatuur is gewassen.
Wat moet u doen, wanneer . . . Wanneer er geen water meer uit de au‐ tomaat loopt, Wordt het filter niet terugge‐ plaatst en vastgedraaid, dan loopt er water uit de automaat. Om te voorkomen dat wasmiddel verlo‐ ren gaat, kunt u de wasmiddellade na het reinigen van het pluizenfilter het beste met ca. 2 l water doorspoelen. Overtollig water wordt vòòr een volgen‐ de wasbeurt automatisch afgepompt. Deur openen Controleer steeds of de trommel draai het filter er dan helemaal uit.
Afdeling Klantcontacten Reparaties Voor storingen die u niet zelf kunt ver‐ helpen, waarschuwt u – de Miele-vakhandel of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Adres, telefoonnummer en website van Miele Nederland vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwij‐ zing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet en onze technici het type en het serienummer van uw apparaat weten. Beide gegevens vindt u op het typepla‐ tje boven het deurglas.
Plaatsen en aansluiten Voorkant a Watertoevoerslang (bestand tegen een druk van maximaal 7.
Plaatsen en aansluiten Achterkant a Draagpunten onder rand van het bo‐ e Transporthouder voor de watertoe‐ venblad voor transportdoeleinden voer- en waterafvoerslang b Elektrische aansluiting c Watertoevoerslang (drukbestendig tot maximaal 7.
Plaatsen en aansluiten Plaats van opstelling Wasautomaat plaatsen Als plaats van opstelling is een beton‐ nen vloer het meest geschikt. In tegen‐ stelling tot een houten of een zachte vloer trilt deze nauwelijks mee als de wasautomaat aan het centrifugeren is. Wanneer u het apparaat van de verpak‐ kingsbodem tilt en op de plaats neerzet waar het moet staan, pak het dan aan de voorkant bij de handgrepen en aan de achterkant bij de rand van het bo‐ venblad vast.
Plaatsen en aansluiten Draai de linker transportstang met de bijgevoegde steeksleutel 90° en Draai de rechter transportstang 90° en trek de stang eruit. trek de stang eruit.
Plaatsen en aansluiten Sluit de gaten na het verwijderen van de transportbeveiliging af om te voorkomen dat u zich bezeert. Bevestig de transportstangen aan de achterwand van de wasautomaat. Let er daarbij op dat het bovenste haakje boven de houder ligt. Sluit de gaten met de bijgeleverde stopjes af. Bewaar de transportstangen. Moet de wasautomaat weer worden getransporteerd (bijv. bij een verhui‐ zing), dan moet de transportbeveili‐ ging weer worden gemonteerd.
Plaatsen en aansluiten Wasautomaat stellen Om optimaal te kunnen functioneren, moet de automaat stevig en waterpas staan. Wanneer een wasautomaat verkeerd wordt geplaatst, wordt er meer water en energie verbruikt dan nodig is en kan het apparaat gaan schuiven. Stelvoeten naar buiten draaien en vastzetten Het stellen van de automaat gebeurt met behulp van de vier machine- of stelvoeten. Wanneer het apparaat wordt geleverd, zijn alle stelvoeten naar bin‐ nen gedraaid.
Plaatsen en aansluiten Was-droogzuil Let op het volgende: Op de wasautomaat kan een Mieledroogautomaat worden geplaatst. Hier‐ voor is een tussenstuk* (WTV) nodig. Alle met * aangeduide onderdelen zijn verkrijgbaar bij Miele Nederland B.V. Onder een werkblad plaatsen De onderbouwset* moet door een vakman / vakvrouw worden gemon‐ teerd en gedemonteerd. – Een onderbouwset* is vereist. Bij de onderbouwset* wordt een afdekplaat geleverd.
Plaatsen en aansluiten Het waterbeveiligingssysteem De elektronica en de ommanteling Het Miele-waterbeveiligingssysteem biedt volledige bescherming tegen wa‐ terschade door de wasautomaat. – De bodemplaat Wanneer de wasautomaat lekt, wordt het overtollige water in de bodem‐ plaat opgevangen en wordt het waterinlaatventiel door de vlotterscha‐ kelaar uitgeschakeld. De watertoe‐ voer is vanaf dat moment geblok‐ keerd. Het water dat zich in de kuip bevindt wordt afgepompt.
Plaatsen en aansluiten Watertoevoer Onderhoud De wasautomaat mag zonder terug‐ slagklep op het waterleidingnet worden aangesloten, omdat hij gebouwd is vol‐ gens EU-normen. Wanneer u de slang vervangt, gebruik dan uitsluitend een Miele-slang die bestand is tegen een druk van meer dan 7.000 kPa. De waterdruk moet minstens 100kPa en mag niet meer dan 1.000kPa bedragen. Is de druk hoger dan 1.000kPa, dan moet er een drukreduceerventiel in de waterleiding worden ingebouwd.
Plaatsen en aansluiten Waterafvoer Het sop wordt afgepompt m.b.v. een afvoerpomp met een opvoerhoogte van 1 m. Het water moet ongehinderd weg kunnen stromen en daarom mogen er geen knikken in de slang zitten. Het bochtstuk aan het eind van de slang is afneembaar. De slang kan indien nodig tot 5 m wor‐ den verlengd. Het toebehoren is ver‐ krijgbaar bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling Onderdelen van Miele Ne‐ derland B.V.
Plaatsen en aansluiten Elektrische aansluiting De wasautomaat is standaard voorzien van een aansluitkabel met stekker met beschermingscontact (randaarde), ge‐ schikt voor aansluiting op een stopcon‐ tact met beschermingscontact (rand‐ aarde). De wasautomaat moet zo wor‐ den geplaatst dat men altijd zonder problemen bij het stopcontact kan komen. Gebruik om veiligheidsrede‐ nen geen verlengsnoer of stekkerdo‐ zen of iets dergelijks.
Technische gegevens Hoogte 850 mm Breedte 595 mm Diepte 610 mm Diepte bij geopende deur 987 mm Hoogte voor onderbouw 820 mm Breedte voor onderbouw 600 mm Diepte voor onderbouw 600 mm Gewicht Ca. 94 kg Beladingscapaciteit 7 kg droog wasgoed Aansluitspanning Zie typeplaatje Aansluitwaarde Zie typeplaatje Zekering Zie typeplaatje Verbruiksgegevens Zie hoofdstuk: "Verbruiksgegevens". Minimale waterdruk 100 kPa Maximale waterdruk 1.
Verbruiksgegevens Belading Katoen Verbruiksgegevens Energie Water in kWh in l Programma‐ duur Rest‐ vocht 90°C 7,0 kg 2,20 52 2 h 29 min 52% 60°C 7,0 kg 1,33 52 1 h 59 min 52% 60°C 3,5 kg 1,00 45 1 h 59 min 52% * 7,0 kg 0,94 52 2 h 59 min 52% * 3,5 kg 0,82 45 2 h 59 min 52% 40°C 7,0 kg 0,87 67 2 h 29 min 52% 40°C 3,5 kg 0,76 45 2 h 29 min 52% * 3,5 kg 0,58 45 2 h 59 min 52% Kreukherstellend 40°C 3,5 kg 0,60 49 1 h 59 min 30% Automatic extra
Programmeerfuncties Met de programmeerfuncties kunt u de elektronica van de wasautomaat aanpassen aan uw wasgoed en de manier waarop u dit wilt wassen. U kunt de ingestelde varianten ieder mo‐ ment wijzigen. Systeem extra water Wanneer u de extra functie "Extra wa‐ ter" inschakelt, wordt er bij de pro‐ gramma's meer water gebruikt. Met de programmeerfunctie Systeem extra water kunt u 3 varianten instellen.
Programmeerfuncties Behoedzaam wassen Met bovengenoemde programmeer‐ functie kunt u voor licht verontreinigd wasgoed een behoedzaam wasritme in- en weer uitschakelen. Is deze func‐ tie ingeschakeld, wordt het aantal trommelbewegingen gereduceerd. Druk op de Start - toets en blijf daar gedurende de stappen en op drukken. Schakel de wasautomaat daarna met de - toets in. Wacht totdat het controlelampje van de Start - toets gaat branden . . .
Programmeerfuncties Afkoeling van het waswater Met bovengenoemde programmeer‐ functie kunt u de waswaterafkoeling in- en weer uitschakelen. Is deze func‐ tie ingeschakeld, stroomt er aan het einde van de hoofdwas extra water in de trommel. Druk op de Start - toets en blijf daar gedurende de stappen en op drukken. Schakel de wasautomaat daarna met de - toets in. Wacht totdat het controlelampje van de Start - toets gaat branden . . . Het gaat om het programma "Katoen 90°C". . . .
Programmeerfuncties Memory Met bovengenoemde programmeer‐ functie kunt u de memory in- en weer uitschakelen. Is deze functie inge‐ schakeld, worden het centrifugetoe‐ rental en eventuele extra functies die u bij een programma heeft ingesteld, bij de start van het programma opgesla‐ gen. Wanneer u de volgende keer hetzelfde wasprogramma kiest, geeft de wasau‐ tomaat deze instellingen weer aan. De memory is, wanneer de wasauto‐ maat wordt geleverd, niet ingescha‐ keld.
Programmeerfuncties Inweektijd Wanneer u de extra functie "Inweken" inschakelt, gaat aan het eigenlijke wasprogramma een inweekprogram‐ ma vooraf. Met de programmeerfunc‐ tie "Inweektijd" kunt u een inweektijd instellen van 2 uur, anderhalf uur, 1 uur of 30 minuten. De ingestelde tijd wordt, wanneer u de extra functie "Inweken" inschakelt, bij het programma opgeteld. Vanuit de fabriek is een inweektijd van 2 uur ingesteld.
Na te bestellen accessoires Voor deze wasautomaat zijn wasmidde‐ len, additieven en onderhoudsmiddelen voor textiel en apparaat beschikbaar. Al deze producten zijn op de Miele-was‐ automaten afgestemd. U kunt deze en vele andere interessante producten via internet (www. mieleshop.com), bij Miele (zie omslag) of bij uw Miele-vakhandelaar bestellen.
Na te bestellen accessoires Textielonderhoudsmiddelen Deze middelen zijn verkrijgbaar in een praktische doseerfles of als capsule waarmee u per wasbeurt kunt doseren. Reinigings- en onderhouds‐ middelen voor het apparaat Reinigingsmiddelen voor het appa‐ raat Impregneermiddelen – Reinigt de wasautomaat grondig. – Voor het impregneren van textiel van microvezels zoals regenkleding – Verwijdert vetten, bacteriën en daar‐ door geurtjes. – Behoudt de ademingsactiviteit van het textiel.
Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl. Snel en gemakkelijk. Bezoek op www.miele.nl ook de Miele Shop voor een compleet overzicht van alle accessoires, toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten voor uw Miele-apparaat. U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten, bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88. Miele Nederland B.V. Postbus 166 4130 ED VIANEN (0347) 37 88 88 Bezoek het Miele Inspirience Centre: De Limiet 2 4131 NR VIANEN Duitsland - Miele & Cie.
WDA 100 nl-NL M.-Nr.