Operation Manual

Milieuvriendelijk wassen
18
Energie- en waterverbruik
Maak bij ieder programma dat u kiest
gebruik van de maximale beladings-
capaciteit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
vergeleken met de totale hoeveelheid
wasgoed, het laagst.
Bedenk dat het toestel dankzij de be-
ladingsautomaat bij een geringe bela-
ding minder water en energie ver-
bruikt.
Gebruik het programma Express 20
voor kleinere hoeveelheden was-
goed.
Moderne wasmiddelen maken het
mogelijk om op lagere temperaturen
te wassen, (bijv. 20°C). Maak gebruik
van deze mogelijkheid als u energie
wilt besparen.
Voor de hygiëne in de wasmachine
adviseren wij u om zo nu en dan een
programma met een temperatuur van
minstens 60°C te starten. Met het
controlelampje in het display her-
innert de wasmachine u daaraan.
Wasmiddelverbruik
Gebruik telkens maar zoveel wasmid-
del als op de verpakking staat aange-
geven.
Houd voor de dosering rekening met
de vervuilingsgraad van het was-
goed.
Gebruik bij kleinere ladingen minder
wasmiddel (ca. ⅓ minder wasmiddel
bij een halve lading).
Kies de juiste extra functie (Kort, In-
weken, Voorwas)
Kies voor:
lichtjes vuil wasgoed zonder zichtba-
re vlekken een wasprogramma met
het Extra Kort.
normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een waspro-
gramma zonder extra functie.
heel sterk vervuild wasgoed een was-
programma met de extra functie In-
weken.
wasgoed met een grote hoeveelheid
vuil (bijv. stof, zand ) het Extra Voor-
was.
Tip bij aansluitend machinaal drogen
Kies het hoogst mogelijke centrifugeer-
toerental dat het wasprogramma te bie-
den heeft. Zo bespaart u achteraf
stroom bij het drogen.