Gebruiksaanwijzing Wasautomaat Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, in‐ stalleert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl-NL M.-Nr.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van een apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak‐ kingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig belast en kan worden hergebruikt. Oude elektrische en elektronische ap‐ paraten bevatten meestal nog waarde‐ volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn ge‐ weest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Inhoud Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................... 2 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ........................................................ 6 Bediening van de wasautomaat ......................................................................... 13 Bedieningspaneel .................................................................................................. 13 Voorbeelden voor de bediening .....................................................
Inhoud Programmaverloop wijzigen ............................................................................... 39 Afbreken................................................................................................................. 39 Onderbreken .......................................................................................................... 39 Wijzigen..................................................................................................................
Inhoud Wasautomaat stellen.............................................................................................. 64 Stelvoeten naar buiten draaien en vastzetten................................................... 64 Onder een werkblad plaatsen........................................................................... 65 Was-droogzuil................................................................................................... 65 Het waterbeveiligingssysteem ......................................
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Ondeskundig gebruik echter kan persoonlijk letsel en schade aan het apparaat veroorzaken. Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voor‐ dat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrij‐ ke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wanneer er kinderen in huis zijn Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de was‐ automaat komen als ze constant onder toezicht staan. Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen dan zon‐ der toezicht gebruiken, als ze weten hoe ze het apparaat veilig moe‐ ten bedienen en als ze weten wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het niet goed bedienen. Kinderen mogen de wasautomaat niet zonder toezicht reinigen of onderhouden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De elektrische veiligheid van de wasautomaat is uitsluitend ge‐ waarborgd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspecteren. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die het ge‐ volg is van een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wanneer er een storing wordt verholpen en wanneer de wasauto‐ maat wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische spanning op de wasautomaat staan. Dat is het geval, als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: – als de stekker uit de contactdoos is getrokken of – als de desbetreffende zekering van de huisinstallatie is uitgescha‐ keld of – als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Nog meer aanwijzingen voor het gebruik Plaats uw wasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen. Verwijder voordat u de wasautomaat in gebruik neemt de trans‐ portbeveiliging aan de achterzijde van het apparaat. Zie hoofdstuk: "Plaatsen en aansluiten", paragraaf: "Transportbeveiliging verwijde‐ ren".
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wees voorzichtig bij het openen van de deur wanneer u de stoomfunctie heeft gebruikt. U loopt het risico zich te verbranden door vrijkomende stoom en door hoge temperaturen aan het trommeloppervlak en het glas. Doe een stapje terug en wacht totdat de stoom is weggetrokken. De maximale beladingscapaciteit bedraagt 8 kg (droog wasgoed), maar sommige programma's hebben een lagere beladingscapaciteit. Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Ontkleuringsmiddelen kunnen door hun chemische samenstelling corrosie veroorzaken en mogen daarom niet in de wasautomaat worden gebruikt. Komt er vloeibaar wasmiddel in de ogen terecht, spoel de ogen dan met veel water schoon. Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt, neem dan direct contact op met een arts. Personen die een gevoeli‐ ge of beschadigde huid hebben, kunnen het vloeibaar wasmiddel maar beter niet aanraken.
Bediening van de wasautomaat Bedieningspaneel a Display met sensortoetsen f Optietoetsen Nadere bijzonderheden over het dis‐ Met deze toetsen kunt u (een) op‐ play kunt u op de volgende bladzij‐ tie(s) in- of uitschakelen. den vinden. g Programmakeuzeschakelaar b Start/Stop - toets Met deze schakelaar kunt u een was‐ Met deze toets kunt u het gekozen programma kiezen. wasprogramma starten en een ge‐ h Optische interface PC start programma afbreken.
Bediening van de wasautomaat Basisdisplay Het display geeft van links naar rechts het volgende aan: 2:59 1600 – De programmaduur – De gekozen wastemperatuur – Het gekozen centrifugetoerental Programmaduur j Sensortoets Hiermee kunt u door een lijst naar beneden lopen en waarden verla‐ gen. k Sensortoets OK Hiermee kunt u een gekozen tekst of waarde bevestigen en een submenu openen. l Sensortoets Hiermee kunt u door een lijst naar boven lopen en waarden verhogen.
Bediening van de wasautomaat Voorbeelden voor de bediening Waarden verlagen of verhogen Scrollen door een keuzemenu Start over De pijlen in het display geven aan dat een keuzemenu ter beschikking staat. Taal Door het aantippen van de sensortoets loopt u in het menu naar beneden en door het aantippen van de sensortoets loopt u in het menu naar boven. Door het aantippen van de sensortoets OK bevestigt u uw keuze in het display.
Ingebruikneming van het apparaat Controleer voordat u uw wasau‐ tomaat voor het eerst gebruikt of het apparaat volgens de regels is ge‐ plaatst en aangesloten. Zie hoofd‐ stuk: "Plaatsen en aansluiten". Beschermfolie en sticker ver‐ wijderen Verwijder – de beschermfolie van de deur – en alle stickers van de voorkant en van het bovenblad (indien aanwezig). Stickers die u na het openen van de deur ziet zitten, bijv. het type‐ plaatje, mag u niet verwijderen.
Ingebruikneming van het apparaat Meldingen Eerste wasprogramma starten Er volgen nog twee meldingen. Deze hebben betrekking op het verwijderen van de transportbeveiliging en op de verdere gang van zaken bij de inge‐ bruikneming van het apparaat. Draai de kraan open. Bevestig deze meldingen met de sen‐ sortoets OK. Draai de programmakeuzeschakelaar op Katoen. In het display verschijnt: Belading 1-8 kg Daarna verschijnt in het display een scherm met de basisweergave.
Tips om energie en water te besparen Energie- en waterverbruik Gebruik van wasmiddelen – Maak bij ieder programma dat u kiest gebruik van de maximale beladings‐ capaciteit van de trommel. Het energie- en waterverbruik is dan, vergeleken met de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. – Gebruik hoogstens zoveel wasmiddel als op de wasmiddelverpakking staat aangegeven.
1. Het wasgoed onder de loep Tip: Tips voor het verwijderen van thee-, koffie-, ei- en bloedvlekken kunt u vinden in de vlekkenwijzer op www.miele.nl. Wanneer u het wasgoed vooraf met een oplosmiddelhoudend reini‐ gingsmiddel, bijv. reinigingsbenzine, behandelt, let er dan op dat het mid‐ del niet met kunststof onderdelen in aanraking komt. Maak de zakken leeg. Voorwerpen zoals spijkers, mun‐ ten en paperclips kunnen wasgoed en onderdelen beschadigen.
2. Programma kiezen Wasautomaat inschakelen Druk op de - toets. Programmakeuze Draai de programmakeuzeschakelaar op het gewenste programma. In het display verschijnt de beladings‐ capaciteit van het gekozen programma. Daarna springt het display weer terug naar het basisscherm.
3. Trommel vullen Deur openen Deur sluiten Leg uw hand in de greep van de deur en trek de deur open. Let erop dat er niets tussen deur en manchet beklemd raakt. Leg de was uitgevouwen en losjes in de trommel. Leg wasgoed van verschillende groot‐ te in de trommel. Daardoor wordt een beter wasresultaat bereikt en kan het wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter verdelen. Gebruik de maximale belading. Deze wordt in het display aangegeven.
4. Programma-instellingen kiezen Vuilgraad Licht vervuild Er zijn geen vuile vlekken te zien, maar de kledingstukken ruiken niet meer zo fris. Normaal vervuild Er zijn lichte vlekken te zien. Sterk vervuild Er zijn donkere vlekken te zien. Tip: Via de instellingen kunt u de inge‐ voerde vuilgraad opvragen en wijzigen. Zie hoofdstuk: "Instellingen", paragraaf: "Vuilgraad". Heeft u de vuilgraad opgevraagd, dan staat in het display: – Het programmaverloop.
4. Programma-instellingen kiezen Centrifugetoerental instellen U kunt een eerder ingesteld toerental van een wasprogramma wijzigen. Druk op de toets Centrifugetoerental. In het display verschijnt: Toerental 1600 Voorprogrammeren U kunt het door u gekozen programma eerder laten starten: minimaal 15 minu‐ ten en maximaal 24 uur. Dat kunt u bij‐ voorbeeld doen om gebruik te maken van het nachttarief. Zie hoofdstuk: "Voorprogrammering". o/min Verlaag, resp. verhoog het toerental met sensortoets , resp.
5. Wasmiddel doseren De wasautomaat biedt u verschillende mogelijkheden om wasmiddel te dose‐ ren. Wasmiddellade Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg dat – het wasgoed niet schoon en na ver‐ loop van tijd grauw en hard wordt; – er zich vetbolletjes in het wasgoed vormen; – er zich kalk op de verwarmingsele‐ menten vormt. Te veel wasmiddel heeft tot gevolg dat Trek de wasmiddellade naar buiten en doseer het wasmiddel in de vak‐ jes.
5. Wasmiddel doseren Capsuledosering Capsule plaatsen Er zijn capsules met drie verschillende soorten inhoud: Open de wasmiddellade. = Textielonderhoudsmiddelen (bijv. wasverzachters, impreg‐ neermiddelen) = Additieven (bijv. wasmiddel‐ versterkers) = Wasmiddelen (alleen voor de hoofdwas) Een capsule bevat altijd de juiste hoe‐ veelheid voor één wasbeurt. Deze capsules zijn verkrijgbaar via in‐ ternet (www. miele-shop.
5. Wasmiddel doseren De inhoud van een capsule wordt op het juiste tijdstip toegevoegd. Het water stroomt bij capsuledose‐ ring uitsluitend via de capsule in het vakje . Wanneer u een capsule gebruikt, mag u niet óók nog eens een was‐ verzachter in vakje doseren. Verwijder de capsule na afloop van het wasprogramma. Sluit het klepje en druk het stevig dicht. Sluit de wasmiddellade. De capsule gaat open zodra deze in de wasmiddellade is geplaatst.
6. Programma starten - Einde van het programma Programma starten Druk op de Start/Stop - toets, die in‐ middels is gaan knipperen. De deur wordt vergrendeld (dit ziet u aan symbool in het display) en het wasprogramma wordt gestart. Heeft u de start voorgeprogrammeerd, dan geeft het display aan hoelang het nog duurt voordat het gekozen pro‐ gramma begint. Deze voorgeprogram‐ meerde tijd wordt in het display afge‐ teld.
Centrifugeren Maximaal centrifugetoerental Programma Omw/min Katoen 1600 Kreukherstellend 1200 Wol 1200* Alleen spoelen / Stijven 1600* Fijne was 900 Express 20 1200 Donker wasgoed / Jeans 1200 Overhemden 900 Pompen/Centrifugeren 1600 Eindcentrifugetoerental Wanneer u een programma kiest, ver‐ schijnt in het display altijd het optimale centrifugetoerental voor dit programma.
Centrifugeren Spoelstop kiezen Stel met de toets Centrifugetoerental de Spoelstop () in. Het wasgoed blijft na de laatste spoelgang in het water liggen. Dat heeft het voordeel dat het wasgoed minder kreukt wan‐ neer u het niet direct uit de trommel haalt. – Toch eindcentrifugeren: De wasautomaat biedt u het voor het gekozen programma maximaal toe‐ laatbare centrifugetoerental aan. U kunt een lager toerental kiezen. Druk op de Start/Stop - toets, waarna het apparaat met centrifugeren begint.
Voorprogrammering U kunt de start van het door u gekozen programma minimaal 15 minuten en maximaal 24 uur vertragen. Dat kunt u bijvoorbeeld doen om gebruik te maken van het nachttarief. Kiezen Druk op de toets Voorprogramme‐ ring. In het display verschijnt: Start over 00 :00 h Voer de uren met de sensortoetsen en in en bevestig uw keuze met sensortoets OK. Het scherm wisselt: Start over Druk op de toets Voorprogramme‐ ring. Tijd wijzigen Tip sensortoets OK aan.
Programma-overzicht Katoen 90 °C tot koud Maximaal 8,0 kg Wasgoed Wasgoed van katoen, linnen of mengweefsels; t-shirts, ondergoed, tafellakens en servetten Let op De instellingen 60 °C/40 °C onderscheiden zich van / daarin dat: – de programma's korter duren; – de temperatuurstops langer worden aangehouden; – het energieverbruik hoger is. Voor wasgoed dat aan bijzonder hoge hygiënische eisen moet vol‐ doen is een temperatuur van 60 °C of hoger geschikt.
Programma-overzicht 40 °C tot koud Wol Maximaal 2,0 kg Wasgoed Wasgoed van wol en wasgoed waar o.a. wol in zit Let op Let bij kreukgevoelig wasgoed op het eindcentrifugetoerental. Alleen spoelen / Stijven Wasgoed Maximaal 8,0 kg – Wasgoed dat met de hand is gewassen en moet worden gespoeld – Tafellakens, servetten en beroepskleding die moeten worden ge‐ steven Tip – Let bij kreukgevoelig wasgoed op het eindcentrifugetoerental.
Programma-overzicht Express 20 40 °C tot koud Maximaal 3,5 kg Wasgoed Katoenen wasgoed dat nauwelijks gedragen of vrijwel niet vuil is. Let op De optie Kort is automatisch ingeschakeld. Donker wasgoed / Jeans 60 °C tot koud Maximaal 3,0 kg Wasgoed Zwart en ander donker wasgoed van katoen, mengweefsels of jeansstof Let op – Was dit wasgoed binnenstebuiten. – Jeansstoffen geven vaak iets af wanneer ze de eerste paar keer worden gewassen. Was lichte en donkere jeansstoffen daarom apart.
Opties U kunt een aantal opties inschakelen om het programma dat u heeft gekozen nog beter af te stemmen op uw was‐ goed en de manier waarop u dit wilt wassen. Dat doet u via de optietoetsen en het display. Kort Voor licht verontreinigd wasgoed zon‐ der zichtbare vlekken. De wastijd wordt verkort. Extra water De waterstand wordt bij het was- en spoelproces verhoogd en in het pro‐ gramma "Alleen spoelen / Stijven" wordt een tweede spoelgang uitge‐ voerd.
Opties Welke opties kunnen bij welke programma's worden gekozen? Bij programma's die hier niet zijn genoemd kan geen van onderstaande opties worden ingeschakeld. Voorwas1) Voorstrijken Kort Extra water Katoen X X X X Kreukherstellend X X X X Alleen spoelen / Stijven – – – X Fijne was X X X X Express 20 – X X2) – Donker wasgoed/ Jeans X X X X Overhemden X X2) X X X = Deze functie kan worden gekozen.
Programmaverloop Hoofdwas Spoelen Centrifu‐ geren Water‐ stand Wasritme Water‐ stand Spoel‐ gangen Katoen 2-51)2)3) Kreukherstellend 2-42)3) Wol 2 Alleen spoelen / Stijven 0-15) Fijne was 2-42)3) Express 20 1 Donker wasgoed / Jeans 3-52)3) – – – – Pompen/Centrifugeren Voor de legenda zie de volgende bladzijde.
Programmaverloop = Lage waterstand = Gemiddelde waterstand = Hoge waterstand = Intensief ritme = Normaal ritme = Sensitief ritme = Schommelritme = Handwasritme – = Wordt uitgevoerd = Wordt niet uitgevoerd De automaat beschikt over een volledig elektronische besturing met beladings‐ automaat. Tijdens een wasprogramma zuigt het wasgoed water op. Om hoe‐ veel water het gaat hangt af van de hoeveelheid wasgoed en het soort tex‐ tiel.
Textielbehandelingssymbolen Wassen Het getal in de wastobbe geeft de maximale wastemperatuur aan. Drogen De punten geven de globale tempera‐ tuur aan.
Programmaverloop wijzigen Afbreken Wijzigen U kunt een wasprogramma ieder mo‐ ment afbreken, nadat u het heeft ge‐ start. Programma Druk op de Start/Stop-toets. In het display verschijnt: Programma afbreken Tip sensortoets OK aan. De wasautomaat pompt het water weg. In het display verschijnt: Progr. afgebroken Open de deur. Haal het wasgoed uit de trommel. Wilt u een ander programma kiezen, doe dan het volgende. Sluit de deur. Kies het gewenste programma.
Programmaverloop wijzigen Trommel bijvullen of wasgoed voortijdig verwijderen Druk op de Start/Stop-toets. In het display verschijnt: Programma afbreken Loop met de sensortoetsen of door de lijst: Trommel bijvullen Tip sensortoets OK aan. Als deze melding niet op het display verschijnt, kan de trommel niet wor‐ den bijgevuld. Het wasprogramma stopt en de deur wordt ontgrendeld. Open de deur. Leg wasgoed in de trommel of haal er wasgoed uit. Sluit de deur.
Programmaverloop wijzigen Kinderbeveiliging Kinderbeveiliging uitschakelen Met het inschakelen van de kinderbe‐ veiliging voorkomt u dat de deur van de wasautomaat tijdens het wassen wordt geopend of dat het programma wordt afgebroken. Volg dezelfde procedure als bij het in‐ schakelen van de kinderbeveiliging. In het display staat: Kinderb. deactiveren Kinderbeveiliging inschakelen Tip sensortoets OK aan. Druk op de Start/Stop - toets. De kinderbeveiliging is nu uitgescha‐ keld.
Wasmiddelen Het juiste wasmiddel Doseerhulp U kunt alle wasmiddelen gebruiken die geschikt zijn voor huishoudwasautoma‐ ten. Tips voor het gebruik en voor de dosering van de wasmiddelen kunt u vinden op de wasmiddelverpakking. Gebruik voor het doseren van het was‐ middel de attributen die door de was‐ middelfabrikant als hulp bij het doseren zijn geleverd, bijv. doseerbolletjes. Ge‐ bruik die vooral bij vloeibare wasmidde‐ len.
Wasmiddelen Aanbevelingen voor Miele-wasmiddelen De Miele-wasmiddelen zijn door Miele speciaal voor de Miele-wasautomaat ont‐ wikkeld. De Miele-wasmiddelen zijn verkrijgbaar op internet onder www.mieleshop.nl, bij de afdeling "Onderdelen" van Miele en bij uw Miele-vakhandelaar.
Wasmiddelen Wasmiddeladviezen conform verordening (EU) Nr. 1015/2010 De adviezen gelden voor de temperaturen zoals aangegeven in het hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Wasmiddelen Apart spoelen met wasverzachter of Na afloop van het waspro‐ gramma wasverzachter of stijf‐ stijfsel Stijfsel moet zijn voorbereid zoals be‐ sel doseren schreven op de verpakking. Tip: Bij het spoelen met wasverzachter de optie Extra water inschakelen. Doseer wasverzachter in vakje of plaats een capsule met wasverzach‐ ter. Doseer vloeibaar stijfsel in vakje en poedervormig of half-vloeibaar stijfsel in vakje . Kies het programma Alleen spoelen / Stijven.
Reiniging en onderhoud Trommel reinigen (Hygiëne Info) Wanneer er regelmatig met lage tempe‐ raturen en/of een vloeibaar wasmiddel wordt gewassen, bestaat het gevaar dat zich in de wasautomaat ziektekie‐ men en geurtjes ontwikkelen. Draai om dit te voorkomen regelmatig het pro‐ gramma Katoen 75°C. Doe dit in ieder geval iedere keer wanneer de melding Hygiëne-info in het display verschijnt.
Reiniging en onderhoud Zuighevel en kanaal reinigen Wanneer u verschillende keren vloei‐ baar stijfsel heeft gebruikt, reinig de zuighevel dan extra goed. Vloeibare stijfsels klonteren snel. Wasmiddelladekast reinigen Zuighevel reinigen 1. Trek de zuighevel uit vakje en rei‐ nig de hevel onder de warme kraan. Reinig ook het buisje waar de zuig‐ hevel overheen wordt gestoken. 2. Zet de zuighevel weer terug. Reinig ook het gedeelte waar de was‐ middellade zit.
Reiniging en onderhoud Watertoevoerzeefje reinigen Draai de kraan dicht. De wasautomaat heeft één zeefje ter bescherming van de watertoevoerklep. Dit zeefje, dat zich in de schroefkoppe‐ ling van de toevoerslang bevindt, moet u ongeveer 1 keer per halfjaar controle‐ ren. Wanneer de watertoevoer vaak wordt onderbroken moet u vaker con‐ troleren. Schroef de toevoerslang van de kraan. Trek het rubberen dichtingsringetje 1 uit de groef.
Wat moet u doen, wanneer . . . Hulp bij problemen De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen krijgen kunt u zelf oplossen. In al die gevallen hoeft u de afdeling Klantcontacten niet in te schakelen en kunt u tijd en kosten besparen. De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te verhelpen. Bedenk echter het volgende: Reparaties mogen uitsluitend door erkende vakmensen worden uitgevoerd.
Wat moet u doen, wanneer . . . Het programma is afgebroken en in het display verschijnt de volgende storingsmelding: Probleem Oorzaak en oplossing De watertoevoer is niet optimaal of zelfs geblokkeerd. Controleer of de kraan ver genoeg is openge‐ draaid. Controleer of er knikken in de toevoerslang zitten. Controleer of de waterdruk hoog genoeg is. Watertoevoer Zie Het zeefje in de watertoevoerslang is verstopt. Reinig het zeefje.
Wat moet u doen, wanneer . . . Aan het einde van het programma verschijnt in het display de volgende storingsmelding: Probleem Oorzaak en oplossing Aan het einde van het programma kon het wasgoed niet goed worden gladgestreken. Controleer of de wasautomaat waterpas is gesteld zoals beschreven in hoofdstuk: "Plaatsen en aan‐ sluiten", paragraaf: "Wasautomaat stellen". Controleer of de maximale opvoerhoogte van 1 m niet is overschreden. Stel de wasaut.
Wat moet u doen, wanneer . . . Algemene problemen met de wasautomaat Probleem Oorzaak en oplossing De wasautomaat trilt tij‐ De stelvoeten staan niet gelijk en zijn niet met een dens het centrifugeren. contramoer vastgeschroefd. Stel de wasautomaat stevig en schroef de stelvoe‐ ten met een contramoer vast. De wasautomaat heeft het wasgoed niet nor‐ maal gecentrifugeerd en het wasgoed is nog nat.
Wat moet u doen, wanneer . . . Algemene problemen met de wasautomaat Probleem Oorzaak en oplossing Aan het einde van het programma zit er nog vocht in de capsule. Het buisje in de wasmiddellade, waar de capsule op wordt gestoken, is verstopt. Reinig het buisje. Dat is geen storing. Om technische redenen blijft er altijd wat water in de capsule zitten. Naast de capsule zit er water in het wasver‐ zachter-/capsulevak.
Wat moet u doen, wanneer . . . Een tegenvallend wasresultaat Probleem Oorzaak en oplossing Het wasgoed wordt met In vloeibare wasmiddelen zitten geen bleekmiddelen. een vloeibaar wasmid‐ Fruit-, koffie- of theevlekken zijn er dan moeilijk uit te del niet schoon. krijgen. Gebruik poedervormige wasmiddelen met een bleekmiddel. Gebruik een passende capsule of strooi vlekken‐ zout in vakje . Doseer vloeibaar wasmiddel en vlekkenzout nooit bij elkaar in het wasmiddelvakje.
Wat moet u doen, wanneer . . . De deur kan niet open Probleem Oorzaak en oplossing De deur kan tijdens het wasprogramma niet open. Wanneer er wordt gewassen, is de trommel vergren‐ deld. Druk op de Start/Stop-toets. Kies met sensortoets Afbreken of Trommel bij‐ vullen. De deur wordt ontgrendeld en u kunt de deur openen. Er bevindt zich nog water in de trommel en de auto‐ maat kan het water niet afpompen.
Wat moet u doen, wanneer . . . Deur openen bij verstopte af‐ voer en/of stroomstoring Schakel de wasautomaat uit. Water opvangen Draai het filter er niet helemaal uit. Zet een bak of schaal onder het klep‐ je. Open het klepje van het filterhuis. Verstopte afvoer Wanneer de afvoer is verstopt, kan zich een vrij grote hoeveelheid water in de automaat bevinden. Wees voorzichtig! Het water is heet, wanneer kort daarvoor op een hoge temperatuur is gewassen.
Wat moet u doen, wanneer . . . Deur openen Controleer steeds of de trommel stilstaat wanneer u het wasgoed uit de automaat wilt halen. Wanneer u uw hand in een nog draaiende trom‐ mel steekt, loopt u het risico zich te verwonden. Reinig het filter grondig. Controleer of de pompschoepvleugel gemakkelijk rond te draaien is, verwij‐ der indien nodig draden en/of knopen e.d. en reinig het filterhuis. Zet het filter terug in het filterhuis en draai het weer vast.
Afdeling Klantcontacten Reparaties Voor storingen die u niet zelf kunt ver‐ helpen, waarschuwt u – de Miele-vakhandel of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Adres, telefoonnummer en website van Miele Nederland vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwij‐ zing. Voor een goede en vlotte afhandeling moeten onze technici het type en het serienummer van uw apparaat weten. Beide gegevens vindt u op het type‐ plaatje boven het deurglas.
Plaatsen en aansluiten Het apparaat aan de voorkant a Watertoevoerslang Waterproof-sys‐ teem b Elektrische aansluiting c Waterafvoerslang met afneembaar bochtstuk met verschillende moge‐ lijkheden voor waterafvoer e Wasmiddellade f Deur g Klepje van het gedeelte met filters, afvoerpomp en noodontgrendeling h Vier stelvoeten d Bedieningspaneel 59
Plaatsen en aansluiten Het apparaat aan de achterkant a Waterafvoerslang b Houders voor de watertoevoer- en waterafvoerslang tijdens het trans‐ port c Elektrische aansluiting d Draagpunten onder de dekselrand voor transportdoeleinden 60 e Watertoevoerslang Waterproof-sys‐ teem f Draaibeveiligingen met transport‐ stangen g Houders voor de watertoevoer- en waterafvoerslang tijdens het trans‐ port en voor de transportstangen na de plaatsing
Plaatsen en aansluiten Plaats van opstelling Wasautomaat plaatsen Als plaats van opstelling is een beton‐ nen vloer het meest geschikt. In tegen‐ stelling tot een houten of een zachte vloer trilt deze nauwelijks mee als de wasautomaat aan het centrifugeren is. Wanneer u het apparaat van de verpak‐ kingsbodem tilt en op de plaats neerzet waar het moet staan, pak het dan aan de voorkant bij de stelvoeten en aan de achterkant bij de draagpunten onder de dekselrand vast.
Plaatsen en aansluiten Draai de linker transportstang met de bijgevoegde steeksleutel 90° en Draai de rechter transportstang 90° en trek de stang eruit. trek de stang eruit.
Plaatsen en aansluiten Sluit de gaten na het verwijderen van de transportbeveiliging af om te voorkomen dat u zich bezeert. Bevestig de transportstangen aan de achterwand van de wasautomaat. Let er daarbij op dat het bovenste haakje boven de houder ligt. Sluit de gaten met de bijgeleverde stopjes af. Bewaar de transportstangen. Moet de wasautomaat weer worden getransporteerd (bijv. bij een verhui‐ zing), dan moet de transportbeveili‐ ging weer worden gemonteerd.
Plaatsen en aansluiten Wasautomaat stellen Om optimaal te kunnen functioneren, moet de automaat stevig en waterpas staan. Wanneer een wasautomaat verkeerd wordt geplaatst, wordt er meer water en energie verbruikt dan nodig is en kan het apparaat gaan schuiven. Stelvoeten naar buiten draaien en vastzetten Het stellen van de automaat gebeurt met behulp van de vier machine- of stelvoeten. Wanneer het apparaat wordt geleverd, zijn alle stelvoeten naar bin‐ nen gedraaid.
Plaatsen en aansluiten Onder een werkblad plaatsen Het bovenblad van de wasauto‐ maat mag niet worden gedemon‐ teerd. Deze wasautomaat kan met bovenblad helemaal onder een werkblad worden geplaatst, als het werkblad tenminste hoog genoeg is. Was-droogzuil Op de wasautomaat kan een Mieledroogautomaat worden geplaatst. Hier‐ voor is een tussenstuk* (WTV) nodig. Alle met * aangeduide onderdelen zijn verkrijgbaar bij Miele Nederland B.V.
Plaatsen en aansluiten Het waterbeveiligingssysteem De watertoevoerslang Het Miele-waterbeveiligingssysteem biedt volledige bescherming tegen wa‐ terschade door de wasautomaat. – Op de watertoevoerslang bevinden zich twee magneetventielen die de watertoevoer direct bij de kraan af‐ sluiten. De beide magneetventielen zorgen voor een dubbele lekbeveili‐ ging. Als één ventiel defect is, sluit het tweede de watertoevoer.
Plaatsen en aansluiten De elektronica en de lek- en over‐ loopbeveiliging van de wasautomaat – De lekbeveiliging Water ten gevolge van lekkage in de wasautomaat wordt in de lekbak opgevangen. De magneetventielen worden door een vlotterschakelaar uitgeschakeld. De overige watertoe‐ voer is geblokkeerd; het water dat zich in de kuip bevindt, wordt afge‐ pompt.
Plaatsen en aansluiten Watertoevoer De behuizing op de watertoe‐ voerslang bevat elektrische onderde‐ len en mag daarom niet worden ge‐ monteerd in gedeelten van het ver‐ trek waar met water wordt gewerkt zoals bijv. badkuipen of douchecabi‐ nes. De wasautomaat mag zonder terug‐ slagklep op het waterleidingnet worden aangesloten, omdat hij gebouwd is vol‐ gens EU-normen. De waterdruk moet minstens 100 kPa en mag niet meer dan 1.000 kPa bedra‐ gen. Is de druk hoger dan 1.
Plaatsen en aansluiten Onderhoud Wanneer u het systeem vervangt, doe dat dan alleen met het Miele Water‐ proof-systeem. Het zeefje in het koppelstuk van het waterinlaatventiel mag ter bescher‐ ming van het ventiel niet worden ver‐ wijderd. Verlenging slang Een slang met metalen omhulsel van 1,5 m lang kan worden nabesteld bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling On‐ derdelen van Miele Nederland B.V. Deze slang is bestand tegen een druk van minstens 14.000 kPa en kan als verlengslang worden gebruikt.
Plaatsen en aansluiten Waterafvoer Het sop wordt afgepompt m.b.v. een afvoerpomp met een opvoerhoogte van 1 m. Het water moet ongehinderd weg kunnen stromen en daarom mogen er geen knikken in de slang zitten. Het bochtstuk aan het eind van de slang is afneembaar. De slang kan indien nodig tot 5 m wor‐ den verlengd. Het toebehoren is ver‐ krijgbaar bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling Onderdelen van Miele Ne‐ derland B.V.
Plaatsen en aansluiten Elektrische aansluiting De wasautomaat is standaard voorzien van een aansluitkabel met stekker met beschermingscontact (randaarde), ge‐ schikt voor aansluiting op een stopcon‐ tact met beschermingscontact (rand‐ aarde). De wasautomaat moet zo wor‐ den geplaatst dat men altijd zonder problemen bij het stopcontact kan komen. Gebruik om veiligheidsrede‐ nen geen verlengsnoer of stekkerdo‐ zen of iets dergelijks.
Verbruiksgegevens Belading Katoen Verbruiksgegevens Energie Water in kWh in l Programma‐ duur Rest‐ vocht 90 °C 8,0 kg 2,30 58 2 h 34 min 50% 60 °C 8,0 kg 1,35 58 2 h 04 min 50% 60 °C 4,0 kg 1,00 49 2 h 04 min 50% * 8,0 kg 0,92 48 2 h 59 min 44% * 4,0 kg 0,80 46 2 h 59 min 44% 40 °C 8,0 kg 0,98 72 2 h 40 min 46% 40 °C 4,0 kg 0,76 49 2 h 40 min 46% * 4,0 kg 0,60 39 2 h 59 min 44% 20 °C 8,0 kg 0,42 69 2 h 40 min 46% Kreukherstellend 40 °C 4,0
Technische gegevens Hoogte 850 mm Breedte 596 mm Diepte 636 mm Diepte bij geopende deur 1054 mm Hoogte voor onderbouw 850 mm Breedte voor onderbouw 600 mm Gewicht Ca. 100 kg Beladingscapaciteit 8 kg droog wasgoed Aansluitspanning Zie typeplaatje Aansluitwaarde Zie typeplaatje Zekering Zie typeplaatje Verbruiksgegevens Zie hoofdstuk "Verbruiksgegevens". Minimale waterdruk 100 kPa (1 bar) Maximale waterdruk 1.
Instellingen Met de instellingen kunt u de elektro‐ nica van de wasautomaat aan veran‐ derende situaties aanpassen. De instellingen kunt u ieder moment wijzigen. Instellingen oproepen Eerst moet aan de volgende voorwaar‐ den zijn voldaan: – De wasautomaat is ingeschakeld. – In het display staat het basisscherm. 2:59 OK 1600 Tip tegelijk de sensortoetsen en aan. Nu verschijnt het instellingenmenu.
Instellingen Taal Er zijn verschillende talen waarin de meldingen in het display kunnen wor‐ den weergegeven. Met bovenge‐ noemde instelling kunt u uw eigen taal kiezen. Het vlaggetje achter het woord Taal dient als leidraad, wanneer u een ande‐ re taal wilt instellen. De gekozen taal wordt ingesteld. Vuilgraad Met deze instelling kunt u de mogelijk‐ heid in- en uitschakelen om de inge‐ voerde vuilgraad op te vragen en te wijzigen.
Instellingen Code Met deze instelling kunt een code in‐ schakelen waarmee u de elektronica vergrendelt en voorkomt dat uw appa‐ raat door vreemden wordt gebruikt. Keuze – Activeren De code is 125. Voer de code na het inschakelen van het apparaat weer in om het te kun‐ nen bedienen. – Deactiveren Wanneer u de wasautomaat zonder code wilt bedienen. – Wijzigen U kunt een willekeurige code invoe‐ ren.
Instellingen Uitschakeling apparaat Het apparaat wordt na een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld en wel na afloop van het programma / de kreukbeveiliging of wanneer u het na het inschakelen niet verder bedient. Met bovengenoemde instelling kunt u deze tijd verlengen. Keuze – 15 minuten (Fabrieksinstelling) Uitschakeling na 15 minuten – 20 minuten Uitschakeling na 20 minuten – 30 minuten Uitschakeling na 30 minuten Memory Met deze instelling kunt u de memory inschakelen.
Instellingen Temperatuurverlaging Met deze instelling kunt u een tempe‐ ratuurbeveiliging inschakelen. Vanaf 1000 m boven de zeespiegel heeft water een lager kookpunt. Om te voorkomen dat het gaat koken, zorgt deze beveiliging ervoor dat de tempe‐ ratuur niet boven de 80 °C uitkomt, ook wanneer een hogere temperatuur wordt gekozen. Vanuit de fabriek is de beveiliging uitge‐ schakeld. Extra water Met deze instelling kunt u ervoor zor‐ gen, dat er voor de wasprogramma's meer water wordt gebruikt.
Instellingen Afkoeling van het waswater Met deze instelling kunt u ervoor zor‐ gen dat aan het einde van de hoofd‐ was extra water in de trommel stroomt ter afkoeling van het waswater. Dit is handig bij het programma "Ka‐ toen" en wel wanneer er een tempera‐ tuur is gekozen van 70 °C en hoger. Ook aanbevolen: – wanneer de wasautomaat in een ge‐ bouw staat met waterafvoerbuizen die niet aan de Komokeur voldoen; – wanneer u de waterafvoerslang in een wasbak, wastafel of gootsteen hangt.
Na te bestellen accessoires Voor deze wasautomaat zijn wasmidde‐ len, additieven en onderhoudsmiddelen voor textiel en apparaat beschikbaar. Al deze producten zijn op de Miele-was‐ automaten afgestemd. U kunt deze en vele andere interessante producten via internet (www. mieleshop.com), bij Miele (zie omslag) of bij uw Miele-vakhandelaar bestellen.
Na te bestellen accessoires Dons Textielonderhoudsmiddelen – Vloeibaar wasmiddel voor kussens, slaapzakken en kleding met dons Deze middelen zijn verkrijgbaar in een praktische doseerfles of als capsule waarmee u per wasbeurt kunt doseren.
Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl. Snel en gemakkelijk. Bezoek op www.miele.nl ook de Miele Shop voor een compleet overzicht van alle accessoires, toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten voor uw Miele-apparaat. U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten, bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88. Miele Nederland B.V. Postbus 166 4130 ED VIANEN (0347) 37 88 88 Bezoek het Miele Inspirience Centre: De Limiet 2 4131 NR VIANEN Duitsland - Miele & Cie.
WKE 130 WPS nl-NL M.-Nr.